Parketnummer : 05/900040-09
Datum zitting : 1 maart 2010
Datum uitspraak : 15 maart 2010
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
voormalig Sergeant [nummer], laatstelijk ingedeeld bij Vliegbasis Volkel te Volkel.
raadsman: mr. M.E. Bosman, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
dat hij (op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
1 januari 2005 tot en met 3 februari 2009, (althans op 3 februari 2009) te
Ravenstein, in ieder geval in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het
plegen van het misdrijf omschreven in artikel 240b van het Wetboek van
Strafrecht, immers heeft verdachte, in of omstreeks genoemde periode, (circa)
729, althans 206, althans een (groot) aantal, afbeeldingen/multimediafiles,
(althans één of meerdere gegevensdrager(s) (te weten een cd-rom en/of een
(harde schijf van/op) een PC (merk B&S) en/of (een harde schijf van/op) een
laptop (merk HP)), bevattende die afbeeldingen/ multimediafiles (foto('s)
en/of videofragment)), van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij
(een) persoon/personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die
(kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, in bezit gehad
en/of (één of meer van) die afbeelding(en) verspreid en/of ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of uitgevoerd,
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens)
bestond(en) uit een geheel en/of een gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n)
dat/die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en)
nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk
bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s) en/of vibrator, althans een voorwerp,
wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus en/of
- die bij zichzelf en/of bij anderen kennelijk seksuele handelingen
pleegt/plegen,
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat uit (pag. 84 - 86
van het dossier) -zakelijk weergegeven- :
- een foto (naam) waarop een meisje van 4 à 6 jaar oud deels naakt
op bed ligt waarbij zij de stijve penis van een volwassen man tegen haar
vagina houdt en/of
- een foto (naam: [naam site])
van een 4 à 6 jarig deels naakt meisje dat met beide handen een stijve penis
van een volwassen man vlak voor haar geopende mond houdt en/of
- een foto (naam: [naam site]) van het naakte onderlijf van een 2 à 4 jarig meisje waarbij de stijve
penis van een volwassen man tegen de vagina van het meisje is gedrukt en
waarbij op het onderlijf van het meisje sperma zit, althans een op sperma
gelijkende substantie en/of
- een foto (naam:) van een naakt meisje van 10 à 12 jaar oud dat met
gespreide benen op een strand zit en/of
- een foto (naam:) bestaande uit twee delen: op het bovenste frame staat
een kind van 4 à 6 jaar oud dat met haar mond de borst, en met haar hand de
vagina van een volwassen vrouw betast; op het onderste frame heeft genoemd
kind een vinger in de vagina van een volwassen vrouw gestoken en/of
- een foto (naam:) van een meisje van 6 à 8 jaar oud dat naakt
op een bed zit/ligt en de stijve penis van een volwassen man vasthoudt en die
penis deels in haar mond houdt en/of
- een foto (naam:) van een naakt meisje van 8 à 10 jaar oud dat op
een naakte volwassen man ligt; de man likt het meisje tussen haar benen
terwijl het meisje de stijve penis van de man in haar mond heeft;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 1 maart 2010 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. M.E. Bosman, advocaat te Arnhem.
De officier van justitie, mr. J.T. Pouw, heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht op te leggen, ook als dit inhoudt diagnostisch onderzoek en behandeling bij Kairos.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 3 februari 2009 is in Ravenstein in de woning van verdachte een aantal goederen in beslag genomen, waaronder een personal computer (pc), een laptop en een cd-rom.
Er zijn 206 multimediafiles aangetroffen op de in beslag genomen cd-rom en pc.
Daarnaast zijn op de pc van verdachte 88 bestanden in de ‘unallocated clusters’ en 233 bestanden in de map ‘Thumb.db’ aangetroffen . Voorts zijn op de laptop in de ‘unallocated clusters’ 1 bestand en in de map ‘Thumb.db’ uit de map: ‘mijn ontvangen bestanden’ meer dan 200 bestanden aangetroffen Al deze bestanden zijn beoordeeld door zedenrechercheurs .
Tussen de bestanden bevinden zich kinderpornografische afbeeldingen.
Een selectie van de op de hierboven genoemde 206 multimediafiles afgebeelde gedragingen bestaat uit -zakelijk weergegeven- :
- een foto (naam:) waarop een meisje van 4 à 6 jaar oud deels naakt op bed ligt waarbij zij de stijve penis van een volwassen man tegen haar vagina houdt en
- een foto (naam: [naam site]) van een 4 à 6 jarig deels naakt meisje dat met beide handen een stijve penis van een volwassen man vlak voor haar geopende mond houdt en
- een foto (naam: [naam site]) van het naakte onderlijf van een 2 à 4 jarig meisje waarbij de stijve penis van een volwassen man tegen de vagina van het meisje is gedrukt en waarbij op het onderlijf van het meisje sperma zit, althans een op sperma gelijkende substantie en
- een foto (naam: ) van een naakt meisje van 10 à 12 jaar oud dat met gespreide benen op een strand zit en
- een foto (naam: ) bestaande uit twee delen: op het bovenste frame staat een kind van 4 à 6 jaar oud dat met haar mond de borst, en met haar hand de vagina van een volwassen vrouw betast; op het onderste frame heeft genoemd kind een vinger in de vagina van een volwassen vrouw gestoken en
- een foto (naam:) van een meisje van 6 à 8 jaar oud dat naakt op een bed zit/ligt en de stijve penis van een volwassen man vasthoudt en die penis deels in haar mond houdt en
- een foto (naam) van een naakt meisje van 8 à 10 jaar oud dat op een naakte volwassen man ligt; de man likt het meisje tussen haar benen terwijl het meisje de stijve penis van de man in haar mond heeft .
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen moet worden geacht dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het verspreiden, invoeren, doorvoeren, uitvoeren en in bezit hebben van afbeeldingen van kinderpornografie, en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt in de ten laste gelegde periode. De officier van justitie heeft gesteld dat ook het bezit van de op de locaties ‘unallocated clusters’ en ‘Thumb.db’ aangetroffen bestanden kan worden bewezen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte zelf heeft verklaard dat hij ergens in 2005 voor het eerst kinderporno had. Dat betekent dat de bewuste bestanden binnen de tenlastegelegde periode op de betreffende laptop en computer van verdachte hebben gestaan en dat verdachte ze aldus in bezit had. Dat verdachte die bestanden vrij snel heeft verwijderd, zoals hij zelf heeft verklaard, doet daar niet aan af.
Het opzet van verdachte leidt de officier van justitie af uit zijn contacten met pedofielen. Het is volgens de officier van justitie een feit van algemene bekendheid dat je kinderpornografische afbeeldingen toegestuurd krijgt als je contact hebt met pedofielen. Volgens de officier van justitie is bovendien steeds sprake geweest van een nieuw wilsbesluit bij verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van kinderpornografisch materiaal dat niet op de cd-rom is aangetroffen vrijspraak van het bezit daarvan bepleit. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de aangetroffen bestanden op de locaties unallocated clusters en Thumb.db op zowel de pc als de laptop door verdachte zijn verwijderd en wel op een wijze dat hij er nadien geen beschikkingsmacht meer over had. Dit verwijderen heeft verdachte met de vereiste spoed gedaan zodanig dat niet kan worden gesproken van bezit willen aanvaarden. Door de verdediging is voorts aangevoerd dat het dossier onvoldoende inzicht geeft in de aard van de aangetroffen afbeeldingen (behoudens de uitgeschreven afbeeldingen). Het is onduidelijk welke – bij verdachte aangetroffen – afbeeldingen in de Landelijke Database Kinderpornografie zijn opgenomen en welke niet. Voorts heeft de verdediging vrijspraak van het ‘verspreiden, invoeren, doorvoeren en uitvoeren’ van kinderpornografische bestanden bepleit, aangezien het wettige en overtuigende bewijs hiervoor in het dossier ontbreekt. Voorts is aangevoerd dat het voor in- en uitvoer van kinderporno vereiste opzet ontbreekt, nu verdachte niet wist en niet behoefde te weten dat sprake was van uitwisseling met een persoon buiten Nederland. Beiden bedienden zich immers van de Nederlandse taal. Verder is door de raadsman beargumenteerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van ‘een gewoonte maken’ van het plegen van het misdrijf omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt op welke datum of data sprake is geweest van verspreiden, invoeren, doorvoeren en uitvoeren van kinderpornografische afbeeldingen en over welke periode het bezit, indien bewezen, zich uitstrekt.
Beoordeling van de standpunten en conclusie
Bevatten de aangetroffen multimediafiles kinderpornografisch materiaal?
Door de verdediging is betwist dat het dossier voldoende inzicht geeft in de aard van de aangetroffen afbeeldingen. Daartoe is door de verdediging aangevoerd dat niet duidelijk is welke – bij verdachte aangetroffen – afbeeldingen in de Landelijke Database Kinderpornografie zijn opgenomen en welke niet. De militaire kamer begrijpt uit de voorgaande stellingen van de verdediging dat zij wenst te betogen dat aangetroffen afbeeldingen, waarvan niet duidelijk is of zij zijn opgenomen in de Landelijke Database Kinderpornografie, niet onder het begrip kinderporno kunnen worden gebracht.
De militaire kamer overweegt dat voor zover de in beslag genomen beeldfiles ten tijde van het onderzoek door de zedenrechercheurs niet voorkwamen in de Landelijke Database Kinderpornografie en toch is gesteld dat het hier kinderpornografische beeldfiles betreft, deze beeldfiles steeds door twee zedenrechercheurs, taakaccenthouder kinderporno, bekeken zijn. Deze zedenrechercheurs hebben onafhankelijk van elkaar “ongeveer”de leeftijd van de afgebeelde kinderen bepaald. Daarbij komt dat bij alle bij verdachte aangetroffen afbeeldingen door twee zedenrechercheurs is vastgesteld dat het kinderpornografisch materiaal betrof en dat door verdachte is bekend dat het om kinderpornografisch materiaal ging .
Op deze bij verdachte aangetroffen afbeeldingen/multimediafiles zijn seksuele gedragingen zichtbaar waarbij personen (schijnbaar) zijn betrokken, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. De afgebeelde seksuele gedragingen bestonden uit (gedeeltelijk) ontklede minderjarigen die:
- op een dusdanige wijze poseren dat hun geslachtsdelen nadrukkelijk in beeld worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken;
- worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus;
- bij zichzelf en/of bij anderen kennelijk seksuele handelingen plegen.
Op grond van het bovenstaande verwerpt de militaire kamer het verweer van de verdediging.
Bezit
De militaire kamer verwerpt het verweer van de raadsman dat verdachte de op de locaties unallocated clusters en Thumb.db op zowel de pc als de laptop aangetroffen bestanden, met de vereiste spoed zodanig heeft verwijderd dat hij er geen beschikkingsmacht meer over had zodat niet kan worden gezegd dat hij het bezit van die bestanden niet heeft willen aanvaarden. De militaire kamer overweegt daartoe het navolgende. Verdachte heeft verklaard dat hij voor het eerst in 2005 kinderporno in bezit had. Vast staat dat op 3 februari 2009 de pc, laptop en cd-rom in beslag zijn genomen waarop kinderpornografische bestanden zijn aangetroffen, dan wel bewijzen (miniatuurafbeeldingen in de map ‘thumb.db’) van de aanwezigheid van kinderpornografische bestanden .
Daarmee staat vast de bestanden binnen de tenlastegelegde periode, hoe kort ook, op de computer en laptop van de verdachte direct raadpleegbaar aanwezig zijn geweest. Daaraan doet niet af dat verdachte de bestanden vervolgens heeft verwijderd. Verdachte wist dat het kinderporno betrof. Dat blijkt reeds uit het gegeven dat hij in een chatgesprek zijn gesprekspartner om ‘hardere’ kinderporno met jongere kinderen heeft gevraagd. Hij was zich er aldus van bewust dat hij de afbeeldingen ontving, zodat niet kan worden gesproken van zogenaamde “bijvangst”. De militaire kamer acht gelet op het vorenoverwogene wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de betreffende afbeeldingen en multimediafiles binnen de tenlastegelegde periode in bezit heeft gehad.
Verspreiden, invoeren, doorvoeren en uitvoeren
Op 14 oktober 2007 is van het Parket van de Procureur Des Konings te Gent (België) een rechtshulpverzoek bij het parket te Amsterdam binnengekomen. Uit dit rechtshulpverzoek is, zakelijk weergegeven, gebleken dat een persoon genaamd [naam] zich schuldig heeft gemaakt aan de uitwisseling van kinderpornografische bestanden via chatgesprekken met iemand die opereerde onder het e-mailadres ‘[e-mailadres]’. Laatstgenoemd e-mail adres was in gebruik bij verdachte. Van de door [naam] verzonden en ontvangen kinderpornografische bestanden zijn op een cd-rom geplaatst die bij het rechtshulpverzoek is meegezonden evenals fotoprints van de verzonden en ontvangen afbeeldingen . Door Nederlandse zedenrechercheurs is vastgesteld dat het (gedeeltelijk) kinderporno betrof.
[naam] is afkomstig uit België. Tussen het e-mailadres van [naam] en het e-mailadres van verdachte is kinderporno uitgewisseld. Er was op 5 juni 2006 sprake van wederzijdse uitwisseling van fotobestanden. In het chatgesprek van 5 juni 2006 tussen bovengenoemde e-mailadressen heeft verdachte onder andere de navolgende teksten verzonden:
- zijn niet te jong voor je? Je stuurt zelf al wat ouder;
- kijk maar.. ik vind alles goed maar.. jonger leuker,
- heb je ook wat harder en jonger.
Verdachte heeft zelf verklaard dat hij kinderporno heeft ontvangen via het chatten en dat deze kinderporno dan werd opgeslagen in de map mijn ontvangen bestanden. Hij heeft verder verklaard dat het zijn ervaring is dat het geven en nemen is bij het versturen en ontvangen van kinderporno en dat hij kinderporno heeft uitgewisseld met tussen de 20 en 40 personen. Getuig[1] heeft verklaard dat verdachte haar kinderporno heeft toegestuurd. Het enkele feit dat getuige [1] geen deskundige is op het gebied van kinderporno, is geen reden om aan te nemen dat de aan haar verstuurde afbeelding geen kinderporno is. Door verdachte wordt erkend dat hij kinderporno heeft verstuurd aan getuige [1]. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij al de bij hem aangetroffen kinderporno van anderen heeft ontvangen en dat hij een deel daarvan ook heeft verstuurd . Verdachte heeft verder erkend dat hij de in de tenlastelegging uitgeschreven selectie van afgebeelde gedragingen ook heeft verzonden.
De raadsman heeft betoogd dat de voor in- en uitvoer van kinderporno vereiste opzet ontbreekt. De militaire kamer overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat op internet personen uit de hele wereld actief zijn. Uit het enkele gegeven dat de gesprekspartner op internet de Nederlandse taal machtig is, kan niet worden afgeleid dat deze persoon zich op dat moment in Nederland bevindt. Immers, ook een groot aantal inwoners van België is de Nederlandse taal machtig en Nederlanders die deelnemen aan een chatgesprek kunnen zich ook in het buitenland bevinden in verband met vakantie of omdat ze geëmigreerd zijn. Daarbij komt nog dat de Belg met wie verdachte contact had, zich bediende van een ‘hotmail.com’ adres. Door op internet kinderporno uit te wisselen heeft verdachte aldus de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij kinderpornografisch materiaal het Nederlandse grondgebied binnenhaalde en dat hij het kinderpornografisch materiaal buiten de Nederlandse landsgrenzen bracht. Daarmee had verdachte voorwaardelijk opzet op het in- en uitvoeren van kinderpornografische afbeeldingen.
Op grond van het vorenoverwogene is vast komen staan dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, ingevoerd en uitgevoerd. Of er ook sprake was van doorvoer kan op basis van het dossier niet worden vastgesteld.
Gewoonte
Vast staat verdachte zich binnen de periode van 1 januari 2005 tot en met 3 februari 2009 meermalen schuldig heeft gemaakt aan het in bezit te hebben, verspreiden, invoeren en uitvoeren van kinderporno. Verdachte heeft verklaard dat het een grote drempel voor hem was om te beginnen met het ontvangen en verzenden van kinderporno. Hij heeft naar eigen zeggen met 20 tot 40 personen kinderporno uitgewisseld . Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij ook meermalen heeft nagedacht over zijn handelen . Hierbij heeft verdachte kennelijk keer op keer een wilsbesluit genomen en bewust gekozen om kinderporno te ontvangen en te verzenden. De militaire kamer acht daarom voldoende aannemelijk dat verdachte telkens de intentie had het voornoemde strafbare feit te begaan.
Zoals hierboven overwogen onder de feiten, zijn op 3 februari 2009 de pc, laptop en cd-rom in beslag genomen waarop de bestanden zijn aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat hij voor het eerst in 2005 kinderporno in bezit had. Verdachte heeft verklaard dat hij kinderporno heeft ontvangen en dat hij een deel daarvan ook heeft verstuurd. Vast staat dat de betreffende handelingen meerdere keren in de tenlastegelegde periode hebben plaatsgevonden. Dat uit het dossier niet exact blijkt op welke datum of data sprake is van voornoemde handelingen doet daar niet aan af.
Mede gelet op de grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal en de lange periode waarbinnen de strafbare feiten hebben plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van het misdrijf omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
De militaire kamer acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
dat hij in de periode van 1 januari 2005 tot en met 3 februari 2009, te Ravenstein, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van het misdrijf omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, immers heeft verdachte, in genoemde periode, circa
729 afbeeldingen/multimediafiles, van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, in bezit gehad en (één of meer van) die afbeelding(en) verspreid en/of ingevoerd en of uitgevoerd, welke afgebeelde seksuele gedragingen in algemene zin (telkens) bestonden uit een geheel en/of een gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n) dat/die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of - door een penis en/of (een) vinger(s) en/of vibrator, althans een voorwerp, wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus en/of
- die bij zichzelf en/of bij anderen kennelijk seksuele handelingen pleegt/plegen,
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat uit (pag. 84 - 86
van het dossier) -zakelijk weergegeven- :
- een foto (naam:) waarop een meisje van 4 à 6 jaar oud deels naakt op bed ligt waarbij zij de stijve penis van een volwassen man tegen haar vagina houdt en
- een foto (naam: [naam site]) van een 4 à 6 jarig deels naakt meisje dat met beide handen een stijve penis van een volwassen man vlak voor haar geopende mond houdt en- een foto (naam: [naam site]) van het naakte onderlijf van een 2 à 4 jarig meisje waarbij de stijve penis van een volwassen man tegen de vagina van het meisje is gedrukt en waarbij op het onderlijf van het meisje sperma zit, althans een op sperma gelijkende substantie en
- een foto (naam:) van een naakt meisje van 10 à 12 jaar oud dat met gespreide benen op een strand zit en
- een foto (naam:) bestaande uit twee delen: op het bovenste frame staat een kind van 4 à 6 jaar oud dat met haar mond de borst, en met haar hand de vagina van een volwassen vrouw betast; op het onderste frame heeft genoemd kind een vinger in de vagina van een volwassen vrouw gestoken en
- een foto (naam:) van een meisje van 6 à 8 jaar oud dat naakt op een bed zit/ligt en de stijve penis van een volwassen man vasthoudt en die penis deels in haar mond houdt en
- een foto (naam:) van een naakt meisje van 8 à 10 jaar oud dat op een naakte volwassen man ligt; de man likt het meisje tussen haar benen terwijl het meisje de stijve penis van de man in haar mond heeft
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, invoeren, uitvoeren en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt
4b. De strafbaarheid van het feit
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 5 november 2009; en
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 23 februari 2010, betreffende verdachte.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft ter zake van het tenlastegelegde gerekwireerd tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt diagnostisch onderzoek en behandeling bij Kairos.
De officier van justitie is tot deze eis gekomen, vanwege de ernst van het feit en de straffen die eerder in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Hij heeft daarbij rekening gehouden met de gevolgen die een veroordeling voor verdachte kunnen hebben.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is verzocht om bij het bepalen van de straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is als gevolg van het strafrechtelijk onderzoek zijn baan verloren. Dit heeft ertoe geleid dat er geruchten de ronde zijn gaan doen op de legerbasis waar hij werkte, waardoor verdachte zich beschadigd voelt. Daarbij komt dat het huwelijk en het gezinsleven van verdachte ernstig onder druk zijn komen te staan. De raadsman verzoekt om een eventuele op te leggen straf zoveel mogelijk voorwaardelijk op te leggen.
Beoordeling van de standpunten en conclusie
Verdachte heeft jarenlang kinderpornografisch materiaal in zijn bezit gehad en uitgewisseld met anderen. De bij verdachte aangetroffen afbeeldingen en multimediabestanden bevatten grove kinderpornografische beelden, waarop de getoonde kinderen soms zeer jong zijn. Ook de vele bij hem aangetroffen bestanden die hij had verwijderd maar die nog te achterhalen waren, bevatten kinderpornografisch materiaal. Iedereen die dergelijk materiaal in bezit heeft en uitwisselt, werkt mee aan de instandhouding van de kinderporno-industrie. De kinderen die worden geëxploiteerd, ondervinden nog jarenlang de psychische gevolgen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de kinderporno in bezit had met het doel anderen af te persen. Het onderhavige dossier biedt echter onvoldoende aanknopingspunten ter onderbouwing van die stelling, nog los van de omstandigheid dat de beweegredenen niet afdoen aan de ernst van het misdrijf. De militaire kamer gaat er dan ook vanuit dat verdachte de kinderporno enkel voor zijn eigen persoonlijke bevrediging aanwezig heeft gehad. De militaire kamer acht het zorgelijk dat verdachte op geen enkele manier blijk heeft gegeven inzicht te hebben in zijn problematiek en het gewraakte handelen buiten zichzelf lijkt te plaatsen.
In het voordeel van de verdachte weegt de militaire kamer mee dat verdachte geen relevante justitiële documentatie heeft.
De reclassering heeft in haar rapportage van 23 februari 2010 geadviseerd een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht en een diagnostisch onderzoek en eventueel daaruit volgende behandeling bij Kairos. De reclassering wijst er op dat er geen psychologisch gerechtelijk vooronderzoek is aangevraagd om eventuele psychische problematiek aangaande seksualiteit/pedofiele interesses te onderzoeken. Na overleg met De Woenselse Poort is naar voren gekomen dat nader onderzoek bij verdachte geïndiceerd is met een eventuele daaruit volgende behandeling. Het is van belang dat verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt, inzicht in en verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag en gevoelens en dat hij de motieven weet voor zijn delictgedrag en de factoren die een risico voor recidive vormen.
De militaire kamer acht, nu recidive niet valt uit te sluiten, een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op zijn plaats en neemt ook overigens het advies van de reclassering over.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de militaire kamer dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een deels voorwaardelijke gevangenisstraf.
Beslissing met betrekking tot de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven laptop, pc en cd-rom.
Ondanks dat verdachte niet op de wettelijk voorgeschreven wijze schriftelijk afstand heeft gedaan zal de militaire kamer met betrekking tot deze inbeslaggenomen zaken geen beslissing nemen, omdat verdachte daarvan ter zitting van de militaire kamer van 1 maart 2010 afstand heeft gedaan. Deze beslissing is in lijn met de jurisprudentie van het gerechtshof te Arnhem (zie onder meer LJN BL 2868)
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 240b van het Wetboek van Straf¬recht.
De militaire kamer, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
Een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de (stichting) Reclassering Nederland zullen worden gegeven, ook indien dit zal inhouden het meewerken aan diagnostisch onderzoek en het volgen van een ambulante behandeling bij Kairos of een andere vergelijkbare instelling, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan de (stichting) Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. E. de Boer (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen (rechter) en kolonel mr. B.F.M. Klappe (militair lid),
in tegenwoordigheid van mr. B.C.C. van den Bosch, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 maart 2010.