ECLI:NL:RBARN:2010:BL9486
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Dwangsom en eigendomsoverdracht in kort geding tussen ondernemer en vastgoedbedrijf
In deze zaak, die voorligt bij de Rechtbank Arnhem, is de vraag aan de orde of eiser, een ondernemer, dwangsommen heeft verbeurd omdat hij niet of onvoldoende uitvoering heeft gegeven aan een eerdere veroordeling uit 1996. Eiser was in dat vonnis veroordeeld om zijn pand over te dragen aan gedaagde, een vastgoedbedrijf, binnen één week nadat hij zijn nieuwe bakkerij in gebruik had genomen. De rechtbank heeft in het vonnis van 22 februari 1996 overwogen dat de eigendomsoverdracht niet eerder hoeft te gebeuren dan nadat bepaalde voorwaarden zijn vervuld, die verband houden met de verbouwing van het pand voor de nieuwe bakkerij. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen termijn is gesteld voor de realisatie van deze voorwaarden en dat gedaagde niet heeft aangetoond dat eiser zijn nieuwe bakkerij daadwerkelijk in gebruik heeft genomen.
De voorzieningenrechter concludeert dat eiser niet verplicht was om de voorwaarde voor de eigendomsoverdracht te vervullen, en dat er onvoldoende bewijs is dat hij dwangsommen heeft verbeurd. De vordering van gedaagde om de executie van het vonnis van 22 februari 1996 door te zetten, wordt afgewezen. Eiser heeft een spoedeisend belang bij het staken van de executiemaatregelen, aangezien gedaagde heeft aangekondigd de dwangsommen te incasseren. De voorzieningenrechter beveelt gedaagde om de executiemaatregelen te staken en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis en openbaar uitgesproken op 30 maart 2010.