ECLI:NL:RBARN:2010:BM2158
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.W. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot staking van inbreuk op merkenrecht en handelsnaamrecht in de context van djembé-activiteiten
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, hebben eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, een vordering ingesteld tegen gedaagde wegens vermeende inbreuk op hun merkenrecht en handelsnaamrecht. De eisers zijn actief in de djembé-sector en voeren sinds 2002 de handelsnaam [handelsnaam]. Gedaagde, die ook djembé-workshops aanbiedt, maakt gebruik van een vergelijkbare handelsnaam en domeinnaam. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 25 november 2009 en een comparitie op 23 februari 2010.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van eisers zijn gebaseerd op het gebruik van de aanduiding [XXX] door gedaagde, die volgens eisers inbreuk maakt op hun merkrechten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de aanduiding [XXX] een beschrijvende term is zonder onderscheidend vermogen, waardoor eisers zich hierop niet kunnen beroepen. Daarnaast is het logo van eisers, dat deel uitmaakt van hun beeldmerk, niet in strijd met het gebruik door gedaagde, die zijn website heeft aangepast om informatie over djembé te verstrekken.
De rechtbank heeft verder overwogen dat gedaagde de aanduiding [XXX] niet of niet meer als handelsnaam gebruikt, maar de handelsnaam [handelsnaam] hanteert, die eveneens beschrijvend is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verwarringsgevaar is tussen de handelsnamen van partijen, gezien de verschillende vestigingsplaatsen en het gebrek aan relevante naamsbekendheid van eisers in het arrondissement van gedaagde. Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van eisers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 1.166,00, te vermeerderen met nakosten.