ECLI:NL:RBARN:2010:BM3109
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.C.E. Ackermans-Wijn
- J.H.C. van Ginhoven
- C.A. van Beuningen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan de moeder na wantrouwen en communicatieproblemen tussen ouders
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 3 mei 2010 uitspraak gedaan over het gezamenlijk gezag van ouders over hun minderjarige kind. De moeder verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en alleen belast te worden met het ouderlijk gezag. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een onaanvaardbaar risico dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders, gezien het diepgewortelde wantrouwen en de afwezigheid van communicatie tussen hen. De vader had de minderjarige zonder overleg meegenomen naar de Verenigde Staten, wat de situatie verder verergerde. De rechtbank concludeerde dat de moeder, die jarenlang de zorg voor het kind had gedragen, het eenhoofdig gezag moest krijgen. De vader had weliswaar aangegeven dat hij ook zorgde voor de minderjarige, maar de rechtbank oordeelde dat zijn handelen in strijd was met het belang van het kind. De rechtbank besloot ook dat de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige moest worden herzien, en verzocht de Raad voor de Kinderbescherming om advies over de wenselijkheid en voorwaarden van een omgangsregeling. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen over de omgangsregeling werden aangehouden tot een latere zitting.