ECLI:NL:RBARN:2010:BM5992
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.G.J. van Well
- C. van Linschoten
- J.T. van Belzen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
Op 27 april 2010 heeft de Rechtbank Arnhem een wrakingsverzoek behandeld van een verzoeker, thans verblijvende in P.I. Utrecht, tegen de rechters mrs. E.G. Smedema, J.M. Hamaker en M.A.E. Somsen. Het wrakingsverzoek werd ingediend tijdens de mondelinge behandeling van de strafzaak met parketnummer 05/900472-06. De verzoeker stelde dat de rechters enige vooringenomenheid hadden, omdat zij weigerden de behandeling van zijn zaak aan te houden en geen getuigen te horen. De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoeker gemotiveerd afgewezen, waarbij werd opgemerkt dat deze afwijzingen inhoudelijke beslissingen betroffen die in beginsel niet ter toetsing aan de wrakingskamer voorliggen, tenzij er argumenten zijn die de schijn van vooringenomenheid wekken.
Tijdens de zitting op 27 april 2010 is het wrakingsverzoek behandeld, waarbij de verzoeker in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman mr. K.A. Krikke. De gewraakte rechters hebben aangegeven niet in de wraking te berusten. De wrakingskamer heeft de onpartijdigheid van de rechters beoordeeld aan de hand van zowel een subjectieve als een objectieve toets. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. De vrees van de verzoeker dat de rechters hun oordeel al hadden gevormd, was niet onderbouwd en gebaseerd op vermoedens.
De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot wraking afgewezen, met de motivering dat de ingediende verzoeken niet voldoende waren om te concluderen dat de rechters niet onpartijdig waren. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. J.M.M.B. van Eeten. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.