ECLI:NL:RBARN:2010:BM7482
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- N.W. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming en renovatie van horecaondernemingen na ontbinding pachtovereenkomst
In deze zaak vordert Plassania Beheer B.V. (hierna: Plassania) in kort geding dat H.E.K.O. B.V. (hierna: Heko) wordt veroordeeld om Plassania binnen twee dagen na betekening van het vonnis in het definitieve bezit te stellen van de onderhavige horecaondernemingen, met afgifte van de bijbehorende sleutels, versterkt met een dwangsom. Dit is een logisch vervolg op een eerder vonnis van de kantonrechter waarin de pachtovereenkomst tussen partijen werd ontbonden. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 14 december 2009, waar partijen afspraken maakten die in een proces-verbaal zijn vastgelegd. Heko heeft de horecapanden tijdelijk ontruimd, maar de vraag of deze ontruiming definitief is, staat ter discussie. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van Plassania niet kunnen worden toegewezen, omdat de ontbinding van de pachtovereenkomst niet rechtsgeldig is vastgesteld. Plassania blijft verplicht om Heko het ongestoorde genot van de horecaondernemingen te verschaffen. In reconventie vordert Heko dat Plassania wordt veroordeeld tot renovatie van de horecagelegenheden, maar de voorzieningenrechter wijst deze vordering af, omdat de details van de renovatie niet zijn gespecificeerd. Uiteindelijk wordt Plassania veroordeeld om Heko binnen een week na betekening van het vonnis weer in het feitelijke bezit van de horecagelegenheden te stellen, met een dwangsom voor het geval van niet-nakoming.