ECLI:NL:RBARN:2010:BO1711

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
26 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/507250-08
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderpornografisch materiaal door verdachte uit Velp

Op 26 oktober 2010 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man uit Velp, die beschuldigd werd van het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte een gewoonte had gemaakt van het bezit van deze afbeeldingen. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden met een proeftijd van 2 jaar, en een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich gedurende een lange periode schuldig had gemaakt aan het bezit van kinderpornografisch materiaal, wat ernstige gevolgen heeft voor de betrokken kinderen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had weinig inzicht in de ernst van zijn daden en wees zijn zoon aan als mogelijke dader van het downloaden van de afbeeldingen. De rechtbank besloot tot een voorwaardelijke straf, mede omdat het feit inmiddels verouderd was en de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank legde als bijzondere voorwaarde op dat de verdachte zich moest laten behandelen bij Kairos of een soortgelijke instelling. Tevens werden de in beslag genomen computers onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
Parketnummer : 05/507250-08
Datum zitting : 25 maart 2009, 29 januari 2010 en 12 oktober 2010
Datum uitspraak : 12 februari 2010 (tussenvonnis) en 26 oktober 2010
Promis II
TEGENSPRAAK
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman: mr. M.E. Bosman, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari
2000 tot en met 4 december 2007 te Velp, gemeente Rheden,, in ieder geval in
Nederland, uit gewoonte (telkens) (een) gegevensdrager(s), te weten twee,
althans één computer(s) en/of computerbestand(en), inhoudende (circa) 379,
althans een hoeveelheid mediafiles/bestanden, (telkens) bevattende een
afbeelding(en) (foto en/of filmfragment) van (een) seksuele gedraging(en)
waarbij (een) persoon/personen betrokken was/waren die (kennelijk) de leeftijd
van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, heeft ingevoerd en/of in bezit heeft
gehad, welke afgebeelde seksuele gedraging(en) (telkens) bestaat/bestaan uit
(een) geheel/gedeeltelijk ontkle(e)d(e) meisje(s), dat/die (kennelijk) de
leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt,
- dat/die op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/hun
geslachtsde(e)l(en) (telkens) nadrukkelijk in beeld is gebracht, welke wijze
van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- dat/die door een penis van een (volwassen) man oraal of vaginaal
wordt/worden gepenetreerd;
van welke afgebeelde seksuele gedraging(en) een selectie bestaat uit (pag. 42
van het dossier):
- (foto 1) een foto van een naakt meisje van 7 à 9 jaar dat met met gespreide
benen half hurkend naast een boom zit en waarbij de nadruk wordt gelegd op de
vagina van het meisje en/of
- (foto 2) een foto van een naakt meisje van 7 à 9 jaar dat wijdbeens op een
bank zit met een banaan in haar mond en waarbij de nadruk wordt gevestigd op
haar vagina en/of
- (foto 3) een foto van een naakt meisje van 12 à 14 jaar met een gele bal in
haar mond en met een riem om haar enkels dat met opgetrokken benen op een
stoel zit en/of
- (foto 4) een foto van een naakt, donker meisje van 5 à 7 jaar dat gehurkt op
bed zit en de penis van een volwassen man in haar mond heeft en/of
- (foto 5) een foto van een naakt meisje van 9 à 12 jaar dat wijdbeens op haar
rug op bed ligt en waarbij de vagina nadrukkelijk in beeld is gebracht;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 12 oktober 2010 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. M.E. Bosman, advocaat te Arnhem.
De officier van justitie heeft opnieuw gevorderd dat verdachte voor het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt behandeling bij Kairos of een soortgelijke instelling. En voorts tot het verrichten van een werkstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen heeft de officier van justitie gevorderd dat de computers met beslagnummers 1-D-1-1 en 1-D-1-2 worden onttrokken aan het verkeer.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 4 december 2007 is in de woning van verdachte (onder andere) een tweetal computers in beslag genomen (verder genoemd pc 1-D-1-1 en pc 1-D-1-2). Op beide computers werden foto’s aangetroffen van geheel of gedeeltelijk ontklede meisjes, die op een dusdanige wijze poseren dat hun geslachtsdelen nadrukkelijk in beeld zijn gebracht. Op een aantal van de foto’s is sprake van meisjes die door een penis van een volwassen man oraal of vaginaal worden gepenetreerd.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij de vorige terechtzitting d.d. 29 januari 2010 reeds gerequireerd. Zij stelt zich aanvullend op de volgende standpunten.
Ten aanzien van het aantal afbeeldingen
Wat betreft het aantal aangetroffen afbeeldingen stelt zij dat sprake is van tenminste 379 kinderpornografische afbeeldingen. Zij verwijst hierbij naar het aanvullend proces-verbaal van getuige-deskundige [verbalisant1] en naar diens verklaring zoals afgelegd op de terechtzitting waaruit blijkt dat een miscalculatie heeft plaatsgevonden. Indien de afbeeldingen die in de recovered files zijn aangetroffen buiten beschouwing worden gelaten is sprake van 387 aangetroffen afbeeldingen in plaats van het in het stam-procesverbaal aangegeven aantal van 397 afbeeldingen.
Ten aanzien van de periode
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat 30 juni 2003 als aanvangsdatum heeft te gelden. Dit is de vroegste datum op de bestandlijst die als bijlage 2 is gevoegd bij het aanvullend proces-verbaal van verbalisant [verbalisant2] (verder: de bestandlijst).
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft tijdens de vorige zitting d.d. 29 januari 2010 reeds pleidooi gevoerd overeenkomstig een door hem overgelegde pleitnotitie. De raadsman stelt zich aanvullend op de volgende standpunten.
Ten aanzien van de periode
De getuige [verbalisant2] heeft ter terechtzitting en in zijn aanvullend proces-verbaal aangevoerd dat de datum en de tijd van de pc 1-D-1-1 ten tijde van het onderzoek niet goed ingesteld waren. De data en de tijdstippen zoals vermeld in de bestandlijst hoeven daarom niet de werkelijke tijden te zijn waarop de afbeeldingen zijn gedownload. Om die reden is het onmogelijk om in geval van een bewezenverklaring van het bezit van kinderporno een begindatum voor dit feit te bepalen.
Ten aanzien van het downloaden en het in bezit hebben van (kinder)pornografische afbeeldingen
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte een opgroeiende puberzoon heeft en het niet uit te sluiten is dat hij degene is die de afbeeldingen heeft gedownload. Voorts heeft de raadsman erop gewezen dat niet alle door de politie als kinderporno aangemerkte afbeeldingen dit ook daadwerkelijk zijn. Ook wijst de raadsman erop dat verdachte heeft aangegeven dat wanneer hij volwassen pornografische afbeeldingen aan het downloaden was en bemerkte dat hij daarbij per ongeluk kinderpornografische afbeeldingen had binnengehaald, hij deze meteen van zijn computer heeft verwijderd. Tot slot kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat bij verdachte sprake is geweest van een “gewoonte”.
Beoordeling van de rechtbank
Ontstaan van de verdenking
Het onderzoek is in Duitsland gestart met het onderzoek Smasher. Interpol Wiesbaden kreeg meldingen over een forum dat kinderpornografisch beeldmateriaal zou verspreiden door links op het forum te plaatsen. Via die links konden de gebruikers van het forum de bestanden downloaden. De Duitse politie heeft een tweetal bestanden binnengehaald die door één van de gebruikers van het forum via een link op dit forum was geplaatst. De bestanden bleken inderdaad kinderpornografisch van aard. De Duitse politie heeft contact opgenomen met het bedrijf dat eigenaar is van de server waarop de bestanden zijn aangetroffen. Dit bedrijf heeft de ingelogde IP-adressen ter beschikking gesteld. Uit de logfiles bleek dat de IP-gebruiker met het IP bestand 62.194.191.168 op 27 juli 2006 bestanden had gedownload die kinderpornografisch van aard waren. Middels een schriftelijke vordering ex artikel 126na Wetboek van strafvordering werden door de UPC de abonneegegevens van dit IP-adres verstrekt. De abonneegegevens staan op naam van verdachte [verdachte], wonende aan de [adres].
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het vorenstaande voldoende feiten en omstandigheden aanwezig zijn om een redelijk vermoeden van schuld aan te nemen voor artikel 240b Wetboek van Strafrecht. Immers bleek dat op het betreffende IP-adres recentelijk kinderpornografische bestanden waren binnengehaald. Aan de opmerking van de raadsman dat het bekijken van kinderporno niet strafbaar is, gaat de rechtbank dan ook voorbij.
Periode
De bestandlijst geeft data aan waarop een document is “aangemaakt” en “gewijzigd”. Deze data kunnen qua chronologie niet juist zijn. Verbalisant [verbalisant2] heeft hierover ter zitting verklaard dat de ingestelde tijd en datum op de computer niet overeenkwamen met de huidige tijd en datum. Ter zitting heeft verbalisant [verbalisant2] verklaard dat er aanwijzingen zijn dat de tijd en datum van de pc 1-D-1-1 meermalen is aangepast.
De rechtbank is van oordeel dat de onjuiste instelling van de datum en de tijd van de pc 1-D-1-1 voor rekening van verdachte behoort te komen en gaat daarom bij het bepalen van de periode uit van de verklaring van verdachte. Verdachte heeft ter terechtzitting van 29 januari 2010 verklaard dat hij sinds 2002/2003 porno downloadde. Verdachte heeft eveneens verklaard dat hij een tijdje op zoek is geweest naar plaatjes van meisjes van rond de 12, 13 en 14 jaar. Ook heeft hij verklaard dat hij mapjes aanmaakte waarin hij foto’s van naakte vrouwen opsloeg. Verdachte heeft aangegeven meisjes van 7, 8 a 9 jaar als blote vrouwen te beschouwen maar dat zijn interesse zich richt zich op 12- a 13-jarigen. Hij trok zich af bij foto’s van 11-, 12-, 13- en 14-jarigen.
Gezien deze verklaring gaat de rechtbank bij de bewezenverklaring uit van de periode vanaf 1 januari 2003 tot en met 4 december 2007, het moment van inbeslagname.
Fotoselectie
In het dossier bevindt zich een proces-verbaal van verbalisant [verbalisant1]. Hieruit blijkt dat de verbalisant al het in beslag genomen beeldmateriaal heeft bekeken en heeft geoordeeld dat al het aangetroffen beeldmateriaal op de pc 1-D-1-1 kinderpornografich van aard is. Bij het kwalificeren van het beeldmateriaal heeft de verbalisant gehandeld conform de richtlijn van het college van procureurs-generaal “Aanwijzing kinderpornografie (artikel 240b Wetboek van Strafrecht)” van 1 september 2003/nr. 2003A012.
Verbalisant [verbalisant1] is ter terechtzitting van 12 oktober 2010 als getuige-deskundige gehoord. De rechtbank acht de verbalisant deskundig, mede gezien zijn jarenlange werkervaring op dit gebied. De verbalisant heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij het beeldmateriaal, conform de voornoemde richtlijn, aan de hand van de zogenaamde Tanner-criteria heeft beoordeeld. Deze criteria houden bij de beoordeling van de leeftijdscategorie waarin de afgebeelde minderjarigen zich bevinden, rekening met een “grijs gebied” tussen de 16 en 18 jaar oud. Om die reden wordt beeldmateriaal van personen die vermoedelijk de leeftijd van 16 tot en met 18 jaar hebben bereikt niet meegenomen in de selectie. Daarnaast heeft de verbalisant ter terechtzitting verklaard dat bureau Zeden altijd volgens de zelfde wijze werkt. Hij beoordeelt eerst het in beslag genomen beeldmateriaal. De beelden die door hem gekwalificeerd zijn als kinderporno worden daarna ter beschikking gesteld aan een collega van het bureau Zeden die wederom het beeldmateriaal toetst aan de Tanner-criteria. Het uitgangspunt bij beoordeling van beeldmateriaal is dat bij twijfel een afbeelding altijd wordt verwijderd uit de uiteindelijke selectie.
Gezien het voorgaande heeft de rechtbank geen enkele reden om te twijfelen aan het oordeel van deskundige [verbalisant1] dat de afgetroffen afbeelden als kinderporno gekwalificeerd kunnen worden.
De hoeveelheid aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen
Verbalisant [verbalisant1] heeft op verzoek van de rechtbank een aanvullend proces-verbaal opgemaakt waarin hij, onder andere, antwoord geeft op de vraag hoeveel kinderpornografische afbeeldingen op de computer(s) van verdachte zijn aangetroffen.
[verbalisant1] heeft daarop de door hem gekwalificeerde kinderpornografische afbeeldingen opnieuw bekeken.
Verbalisant [verbalisant1] geeft in zijn aanvullende proces-verbaal en in zijn verklaring ter terechtzitting van 12 oktober 2010 aan, dat het eerder door hem opgemaakte proces-verbaal een rekenfout behelst. In totaal zijn 477 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Daarvan moeten 90 afbeeldingen niet worden meegerekend aangezien deze zijn aangetroffen in de “recovered folders”. Op de pc 1-D-1-1- zijn daarom 477 minus 90 (= 387) afbeeldingen van kinderpornografische aard aangetroffen. Daarnaast heeft [verbalisant1] aangegeven dat tussen de afbeeldingen, een zestal afbeeldingen van jongens zitten.
Verder heeft verbalisant [verbalisant1] ter terechtzitting verklaard dat het mogelijk is dat een aantal foto’s dubbel geteld zijn.
Gelet op het vorenstaande valt de hoeveelheid aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen niet exact te bepalen en zal derhalve “een hoeveelheid” bewezen worden verklaard.
Bezit
Bezit impliceert een zekere beschikkingsmacht over de kinderpornografische afbeeldingen.
Verdachte heeft verklaard dat hij (voorafgaand aan de inbeslagname van de pc’s) al 6 tot 7 jaar porno downloadde en dat hij bestanden die hij wilde bewaren in een mapje zette. Hij gaf dit mapje een naam die te maken had met bijvoorbeeld zijn werk zodat zijn vrouw niet zag wat er in het mapje stond. In zo’n mapje zette hij ook bestanden die, zo geeft verdachte aan, door de politie als kinderporno worden gezien. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij ook opgewonden raakte van de plaatjes en hij zich er wel eens bij aftrok. Verdachte heeft verklaard dat hij zich niet heeft gerealiseerd dat er mogelijk sprake was van dwang maar dat hij zich er nu wel van bewust is dat hij verkeerde dingen heeft gedaan.
De verdachte heeft aangegeven dat hij de oude plaatjes bijna niet meer bekeek. Hij wilde dan weer wat nieuws hebben. Volgens verdachte zou het wel kunnen kloppen dat het 397 kinderpornoplaatjes zijn. Hij was meer aan het verzamelen. Verdachte heeft ook verklaard dat de politie hem ervan heeft overtuigd dat hij kinderporno op zijn computer had staan.
Ter terechtzitting van 29 januari 2010 heeft verdachte verklaard dat hij plaatjes van jonge kinderen heeft gehad. Ook heeft hij verklaard dat hij mapjes aanmaakte waarin hij foto’s van naakte vrouwen opsloeg. Verdachte beschouwt meisjes van 7,8 a 9 jaar als blote vrouwen. Maar zijn interesse richtte zich op 12- a 13-jarigen. Hij trok zich af bij foto’s van 11-, 12-, 13- en 14-jarigen.
Gezien het voorgaande heeft verdachte zelf aangegeven dat hij degene was die de kinderpornografische afbeeldingen downloadde en deze bewaarde in mapjes die hij, bijvoorbeeld, de naam van de school waar hij werkte gaf. Hij was bewust op internet op zoek naar afbeeldingen van minderjarige meisjes. Dit wordt onderbouwd door de verklaring van verbalisant [verbalisant2] die tijdens de terechtzitting heeft aangegeven dat het feit dat de afbeeldingen waren opgeslagen op de D-schijf van de pc 1-D-1-1 (en waren gesorteerd in mapjes) een bewuste handeling van de gebruiker is geweest en dat deze hier niet per ongeluk terecht kunnen zijn gekomen.
Voorzover verdachte heeft aangegeven dat het programma Ghost Image (Ghost) er voor zorgde dat door hem ongewenste en reeds verwijderde kinderpornografische afbeeldingen telkens weer op de pc 1-D-1-1 terugkwamen , wordt dit standpunt weerlegd door hetgeen hierboven reeds is overwogen rond het door verdachte bewust plaatsen van de afbeeldingen op de D-schijf.
Tot slot passeert de rechtbank het verweer dat de zoon van verdachte mogelijk degene is geweest die de afbeeldingen heeft gedownload. Dit standpunt is niet alleen niet nader onderbouwd maar zoals zojuist aangegeven heeft verdachte bekend dat hij degene was die kinderpornografische afbeeldingen downloadde terwijl hij eveneens heeft verklaard dat hij de enige was die de PCR (pc 1-D-1-1) gebruikte.
Uit het hiervoor overwogene concludeert de rechtbank dan ook dat verdachte wel degelijk het bezit van de kinderpornografische afbeeldingen heeft gehad en heeft willen hebben zodat ook het bezit bewezen wordt geacht.
Gewoonte
De verdediging heeft, eveneens onder verwijzing naar het gebruik van het programma Ghost, tevens aangevoerd dat geen sprake kan zijn van gewoonte.
Voor het bewijs van ‘gewoonte’ is de enkele herhaling van het downloaden van kinderporno onvoldoende. Daarvoor is nodig dat verdachte telkens de intentie heeft gehad het feit opnieuw te plegen. Gezien het lange tijdsbestek waarover verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft gedownload en gezien hetgeen de rechtbank reeds heeft overwogen over het gebruik van het programma Ghost (waarmee het verweer dat de afbeeldingen per ongeluk terug zijn gekomen op de pc 1-D-1-1 al is verworpen) staat voor de rechtbank voldoende vast dat verdachte telkens opnieuw de intentie heeft gehad kinderpornografische afbeeldingen te downloaden zodat ook de gewoonte bewezen wordt geacht.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2003 tot en met 4 december 2007 te Velp, gemeente Rheden, uit gewoonte telkens een gegevensdrager, te weten één computer en computerbestanden, inhoudende een hoeveelheid mediafiles/bestanden, telkens bevattende een afbeelding(en) (foto ) van (een) seksuele gedragingen waarbij personen betrokken waren die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, in bezit heeft gehad, welke afgebeelde seksuele gedragingen telkens bestaan uit (een) geheel/gedeeltelijk ontkle(e)d(e) meisje(s), die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt,
- die op een dusdanige wijze poseren dat hun geslachtsdelen telkens nadrukkelijk in beeld is gebracht, welke wijze
van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- die door een penis van een (volwassen) man oraal of vaginaal
wordt/worden gepenetreerd;
van welke afgebeelde seksuele gedragingen een selectie bestaat uit (pag. 42
van het dossier):
- (foto 1) een foto van een naakt meisje van 7 à 9 jaar dat met gespreide
benen half hurkend naast een boom zit en waarbij de nadruk wordt gelegd op de
vagina van het meisje en
- (foto 2) een foto van een naakt meisje van 7 à 9 jaar dat wijdbeens op een
bank zit met een banaan in haar mond en waarbij de nadruk wordt gevestigd op
haar vagina en
- (foto 3) een foto van een naakt meisje van 12 à 14 jaar met een gele bal in
haar mond en met een riem om haar enkels dat met opgetrokken benen op een
stoel zit en
- (foto 4) een foto van een naakt, donker meisje van 5 à 7 jaar dat gehurkt op
bed zit en de penis van een volwassen man in haar mond heeft en
- (foto 5) een foto van een naakt meisje van 9 à 12 jaar dat wijdbeens op haar
rug op bed ligt en waarbij de vagina nadrukkelijk in beeld is gebracht;
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad. Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
“het een gewoonte maken van het in bezit hebben van afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand, die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken”
Het feit is strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sancties
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke en omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 13 september 2010; en
• een pro justitia rapportage opgemaakt door drs. F. van Nunen, klinisch psycholoog, betreffende verdachte, gedateerd 26 febuari 2009; en
• een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, betreffende verdachte, gedateerd 6 maart 2009.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact ook als dit inhoudt behandeling bij Kairos of een soortgelijke instelling en voorts tot het verrichten van een werkstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman verwijst in zijn pleidooi naar de pleitnota zoals hij deze tijdens de terechtzitting van 29 januari 2010 reeds heeft voorgedragen.
Beoordeling van de rechtbank
Verdachte heeft zich gedurende een periode van meerdere jaren schuldig gemaakt aan het in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Dit is een zeer ernstig feit. Bij productie van dergelijke afbeeldingen worden, vaak zeer jonge, kinderen op aangrijpende en soms gruwelijke wijze seksueel misbruikt door volwassenen die hen juist tegen dit soort handelen in bescherming behoren te nemen. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zeer nadelige gevolgen kan hebben (in de zin van psychische, emotionele en lichamelijke schade) bij de desbetreffende kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Verdachte heeft door het bezit van dergelijke afbeeldingen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van dergelijke verwerpelijke praktijken.
De rechtbank houdt in de strafmaat rekening met de lange periode waarin verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno en dat hij weinig inzicht lijkt te hebben in het verwerpelijke van zijn handelen. Voorts rekent de rechtbank het verdachte zwaar aan dat hij zijn zoon aanwijst als degene die de kinderpornografische afbeeldingen zou hebben gedownload en daarmee niet zelf de volledige verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen.
Ten voordele van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat het om een wat oudere zaak gaat en dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Uit het opgemaakte reclasseringsrapport blijkt dat de rapporteur de situatie als zorgelijk beschouwt. Verdachte heeft te weinig inzicht in zijn beweegredenen voor het kijken en seksueel aangetrokken zijn tot kinderporno. Daarom acht hij de kans op recidive aanwezig. De rapporteur adviseert tot het opleggen van deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact en behandeling bij Kairos.
Uit het pro justitia rapport van drs. F. van Nunen, klinische psycholoog blijkt dat verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. Verdachte is een intelligente man die zich van de wederrechtelijkheid van zijn gedrag tot op zekere hoogte bewust moet zijn geweest. Anderzijds was er een seksuele drang, die tot een soort verslaving werd en waartegen verdachte zich onvoldoende kon verzetten.
Om de kans op recidive te voorkomen adviseert drs. van Nunen begeleiding door de reclassering en een behandeling/begeleiding van Kairos of een soortgelijke instantie.
De rechtbank wenst te benadrukken dat de enkele reden dat de rechtbank niet zal overgaan tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf erin is gelegen dat het door verdachte gepleegde feit inmiddels wat verouderd is terwijl dat niet aan verdachte is te wijten en niet is gebleken dat verdachte in de afgelopen jaren opnieuw contacten met politie of justitie heeft gehad. Naar het oordeel van de rechtbank is het bewezenverklaarde feit dermate ernstig dat een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en, gezien de overweging om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, slechts de maximaal op te leggen werkstraf passend en geboden zijn. Ter voorkoming van recidive is de rechtbank van oordeel dat naast reclasseringscontact ook als bijzondere voorwaarde opgenomen dient te worden dat verdachte zich laat behandelen bij Kairos of een soortgelijke instelling.
6a. Beslag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte in beslag genomen computers, met beslagnummers 1-D-1-1 en 1-D-1-2 , worden onttrokken aan het verkeer.
Beoordeling van de rechtbank
De rechtbank heeft een beslaglijst aangetroffen waarop weliswaar twee laptops staan vermeld, maar uit het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat het gaat om de computers 1-D-1-1 en 1-D-1-2 waar kinderpornografisch materiaal op is aangetroffen.
Verdachte heeft ook verklaard dat hij met uitzondering van deze twee genoemde computers, de andere gegevensdragers terug heeft ontvangen.
De rechtbank verstaat derhalve dat de computers die in beslag genomen zijn onder de naam PCR (1-D-1-1) en CSA/Sweex (1-D-1-2) moeten worden onttrokken aan het verkeer.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uit voer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de (stichting) Reclassering Nederland zullen worden gegeven, ook indien dit zal inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij Kairos of een andere vergelijkbare instelling, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan de (stichting) Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
het verrichten van een werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdenveertig) uren.
Bepaalt dat deze werkstraf binnen één (1) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.
De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Stelt deze vervangende hechtenis vast op 120 (honderdtwintig) dagen.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- één computer PCR (1-D-1-1) en.
- één computer CSA/Sweex (1-D-1-2)
Aldus gewezen door:
mr. W. Bruins, rechter, als voorzitter,
mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter,
mr. M.G.J. Post, rechter,
in tegenwoordigheid van L.J.M. Visser, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 oktober 2010.