ECLI:NL:RBARN:2010:BO2579

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
20 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
203702
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot oproeping van bewindvoerder in civiele procedure na verstekverlening

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 20 oktober 2010 uitspraak gedaan in de zaak tussen de naamloze vennootschap Direktbank N.V. en een gedaagde die niet is verschenen. De gedaagde staat onder bewind, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de bewindvoerder in plaats van de gedaagde had moeten worden gedagvaard, conform artikel 1:441 BW. Direktbank had de gedaagde op 26 juli 2010 gedagvaard voor een vordering tot betaling van € 43.320,00, maar de gedaagde was niet verschenen, waardoor verstek is verleend. Na de dagvaarding bleek dat er een beschermingsbewind was ingesteld over de gedaagde, wat de noodzaak met zich meebracht om de bewindvoerder in het geding te roepen. De rechtbank heeft het verzoek van Direktbank om de bewindvoerder in het geding te roepen toegewezen, omdat er geen registratie van het beschermingsbewind was en het bewind kort voor de dagvaarding was ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak opnieuw op de rol komt op 17 november 2010 voor oproeping van de bewindvoerder, en heeft verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 203702 / HA ZA 10-1488
Vonnis van 20 oktober 2010
in de zaak van
de naamloze vennootschap
DIREKTBANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. W.R.H. Jager te Ede,
tegen
[gedaagde],
wonende te Arnhem,
gedaagde,
niet verschenen.
De partijen worden verder aangeduid met Direktbank en [gedaagde].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de verstekverlening tegen [gedaagde]
- de akte van Direktbank.
2. De overwegingen
2.1. Direktbank heeft [gedaagde] bij exploot van 26 juli 2010 laten dagvaarden voor deze rechtbank. Direktbank vordert [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 43.320,00 met rente en kosten. De zaak is aangebracht, maar [gedaagde] is niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
2.2. Direktbank heeft een akte ingediend. In deze akte stelt Direktbank dat haar na het uitbrengen van de dagvaarding is gebleken dat op [gedaagde] een beschermingsbewind van toepassing was verklaard. Direktbank heeft een beschikking van de sector kanton van deze rechtbank van 8 juli 2010 overgelegd, waarbij de kantonrechter de goederen die (zullen) toebehoren aan [gedaagde] onder bewind heeft gesteld met benoeming van [betrokkene] te Bemmel tot bewindvoerder. Voorts heeft Direktbank een schrijven van bureau Tijssen SB&A d.d. 16 augustus 2010 overgelegd, bij welk schrijven de consulent bewindvoerder aan de deurwaarder van Direktbank voormelde beschikking heeft toegestuurd en heeft medegedeeld dat [gedaagde] bij hen onder bewind is gekomen met het verzoek om de verdere correspondentie te zenden naar hun postadres.
2.3. Krachtens artikel 1:441 BW vertegenwoordigt de bewindvoerder tijdens het bewind de rechthebbende in en buiten rechte. De bewindvoerder treedt op als de formele procespartij in een procedure waarin verhaal wordt gezocht op het onder bewind gestelde vermogen van de rechthebbende, zijnde in dit geval alle goederen van [gedaagde] onder bewind gesteld. Dit betekent dat in deze zaak niet [gedaagde] zelf, maar de bewindvoerder had moeten worden gedagvaard.
2.4. Direktbank verzoekt nu verlof om de bewindvoerder in het geding te roepen onder gelijktijdige buiten het geding plaatsing van [gedaagde] zelf. Dit verzoek kan worden toegewezen. Direktbank heeft erop gewezen dat een beschermingsbewind in geen enkel register wordt ingeschreven, terwijl het bewind in dit geval ook nog kort voor het uitbrengen van de dagvaarding van toepassing was verklaard. Onder deze omstandigheden kan niet worden aangenomen dat Direktbank wist of redelijkerwijs kon weten dat bij de dagvaarding van [gedaagde] een vormfout werd gemaakt. Deze vormfout leent zich voor herstel.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 17 november 2010 voor oproeping door Direktbank bij deurwaardersexploot van de bewindvoerder in het beschermingsbewind over de goederen van [gedaagde], zulks ter vertegenwoordiging van [gedaagde] in dit geding en, desgewenst, zuivering van het verstek,
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2010.