ECLI:NL:RBARN:2010:BO3926

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
26 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
204890
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inzage in bescheiden na ontslag werknemer en conservatoir bewijsbeslag

In deze zaak vorderden de naamloze vennootschap Informatie Management Nederland N.V. (IMN) en de stichting Stichting Platform Gemeentelijk Projectmanagement (PGP) inzage in bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) na het ontslag van een werknemer, [ged.conv./eis.reconv.]. De werknemer was op 1 februari 2001 in dienst getreden bij IMN als organisatie-adviseur en had een eigen onderneming. Na een conflict met de stuurgroep van PGP, waar hij ook deel van uitmaakte, nam hij op 27 mei 2010 ontslag. IMN vermoedde dat hij onrechtmatig had gehandeld door vertrouwelijke informatie te verwijderen en een alternatief netwerk op te zetten. Na het ontslag legde IMN conservatoir bewijsbeslag op documenten en gegevens die betrekking hadden op de onrechtmatige gedragingen van de werknemer.

De voorzieningenrechter oordeelde dat IMN en PGP rechtmatig belang hadden bij de gevorderde inzage, omdat aan de voorwaarden van artikel 843a Rv was voldaan. De rechter wees de vordering tot inzage toe, ondanks het verweer van de werknemer dat de vordering onrechtmatig was en dat er gewichtige redenen waren om inzage te weigeren. De rechter oordeelde dat de werknemer niet voldoende had aangetoond dat de inzage in de gevraagde stukken een inbreuk op zijn eigendomsrecht zou betekenen. De vordering tot opheffing van het beslag door de werknemer werd afgewezen, omdat de voorzieningenrechter oordeelde dat het beslag rechtmatig was gelegd en de werknemer niet had aangetoond dat de beslaglegging onrechtmatig was.

De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het recht op inzage in documenten in het kader van arbeidsconflicten, vooral wanneer er vermoedens zijn van onrechtmatig handelen door een werknemer. De rechter legde ook een dwangsom op voor de werknemer voor het geval hij niet zou voldoen aan de hoofdveroordeling.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 204890 / KG ZA 10-574
Vonnis in kort geding van 26 oktober 2010
in de zaak van
1. de naamloze vennootschap
INFORMATIE MANAGEMENT NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Langbroek, gemeente Wijk bij Duurstede,
2. de stichting
STICHTING PLATFORM GEMEENTELIJK PROJECTMANAGEMENT,
gevestigd te Langbroek, gemeente Wijk bij Duurstede,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. J.J. Degenaar te Utrecht,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M. Egbers te Arnhem.
Partijen zullen hierna IMN en PGP en [ged.conv./eis.reconv.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van IMN en PGP
- de pleitnota van [ged.conv./eis.reconv.]
- de eis in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [ged.conv./eis.reconv.] is op 1 februari 2001 bij IMN in dienst getreden als organisatie-adviseur.
2.2. Vanaf de aanvang van het dienstverband bezat [ged.conv./eis.reconv.] ook een eigen onderneming in de vorm van een eenmanszaak genaamd [naam eenmanszaak]. Het was [ged.conv./eis.reconv.] bij arbeidsovereenkomst verboden om in zijn eigen onderneming concurrerende activiteiten met die van zijn werkgever en aan haar gelieerde organisaties te verrichten.
2.3. [ged.conv./eis.reconv.] was, als enig medewerker binnen IMN, verantwoordelijk voor het opzetten en uitbouwen van het Platform Gemeentelijk Projectmanagement (hierna PGP).
2.4. Het PGP is in 2005 opgericht door IMN en een aantal gemeenten met als doel het projectmatig werken binnen gemeenten op een hoger plan te brengen. In 2006 is de het PGB ingebracht in de Stichting Platform Gemeentelijk Projectmanagement (hierna ook: PGP) waarvan IMN bestuurder is. De belangen van de gemeenten werden behartigd door een stuurgroep waarin vijf gemeenten zitting hadden. [ged.conv./eis.reconv.] had ook zitting in de stuurgroep.
2.5. Vanaf 2008 was de heer [betrokkene1] de leidinggevende van [ged.conv./eis.reconv.].
2.6. Op 8 mei 2010 heeft [ged.conv./eis.reconv.] [betrokkene1] verzocht een gesprek met hem te hebben. Op 10 mei 2010 heeft [ged.conv./eis.reconv.] zich ziek gemeld. Op 18 mei 2010 heeft hij zich beter gemeld. Op 19 mei 2010 heeft [ged.conv./eis.reconv.] een workshop Projectmatig Werken bij de gemeente Venlo bezocht. Op 20 mei 2010 heeft [ged.conv./eis.reconv.] zich wederom ziek gemeld.
2.7. Op 26 mei 2010 heeft de voorzitter van de stuurgroep aan [betrokkene1] meegedeeld dat alle leden van de stuurgroep zich met onmiddellijke ingang terugtrokken. Dezelfde dag hebben de leden van de stuurgroep aan alle aangesloten gemeenten een e-mailbericht gezonden waarin zij hun vertrek aankondigden en informatie gaven over een nieuw op te richten alternatief netwerk.
2.8. Op 27 mei 2010 heeft [ged.conv./eis.reconv.] zich beter gemeld. Er heeft toen een gesprek plaatsgevonden waarin [ged.conv./eis.reconv.] de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd tegen 1 augustus 2010. IMN heeft [ged.conv./eis.reconv.] meegedeeld dat zij een verband vermoedden tussen het vertrek van de stuurgroepleden de dag ervoor en de beëindiging van het dienstverband door [ged.conv./eis.reconv.] en dat zij daar onderzoek naar zou doen. In afwachting van de resultaten van dat onderzoek heeft IMN [ged.conv./eis.reconv.] op non-actief gesteld en hem verzocht onder meer de laptop, die hij van IMN in gebruik had, in te leveren.
2.9. Op 31 mei 2010 heeft IMN de laptop per post van [ged.conv./eis.reconv.] ontvangen. Nagenoeg alle op de laptop aanwezige bestanden waren gewist.
2.10. Bij brief van 1 juni 2010 heeft IMN [ged.conv./eis.reconv.] de inhoud van het gesprek van 27 mei 2010 bevestigd.
2.11. Bij een in opdracht van IMN uitgevoerd extern onderzoek naar de verwijderde bestanden en/of gegevens op de laptop zijn onder meer aangetroffen:
- een e-mail van 5 januari 2009 waarin [ged.conv./eis.reconv.] een advocaat vraagt hem te adviseren over de mogelijkheid om gebruik te maken van contactgegevens van de leden van PGP voor commerciële doeleinden van zijn onderneming zonder in conflict te komen met de afspraken uit de arbeidsovereenkomst;
- een conceptmail van 22 januari 2010 aan de stuurgroepleden [betrokkene2] van de gemeente Amersfoort en [betrokkene3] van de gemeente Schiedam waarin [ged.conv./eis.reconv.] onder meer schrijft:
Beste [....],
«graag vertrouwelijk omgaan met dit mailtje»
(…) Voor eind maart moet je dus klaar zijn om het PGP los van IMN, evt ism Stadswerk in de lucht te houden.
Dus wat moet er voor die tijd allemaal gebeuren?
-Heroverwegen of het huidige business model wordt gehandhaafd.
-Bel actie door de stuurgroep eerste week april (moet nu dus eigenlijk al ingepland worden, anders wordt het niks;
-Een nieuwe jaarplanning maken
-Een nieuwe website in de lucht hebben.
-mailingbestanden/database op orde
-Een informatiebrief naar de leden
-Alle PGP leden zich in laten schrijven als lid van de nieuwe stichting/vereniging
-De administratieve organisatie op orde
-etc
Voorwaarden voor mijn overstap naar de nieuwe constructie zijn simpel: minimaal drie jaar de garantie voor hetzelfde inkomen wat ik nu verdien. Bescherming voor de financiële kosten voor rechtzaken, claims vanuit IMN. Ik zit met een opzeg termijn van twee maanden. Dus als de kogel door de kerk is eind maart, kan ik formeel dus pas eind mei wat betekenen. Dit vindt ik qua timing dus helemaal niet handig. Het slimst zou dus zijn om eind januari op te zeggen. Dit is wel heel erg snel….. Misschien dat de timing wat anders moet komen te liggen, omdat die twee maanden volkomen onwerkbaar worden als IMN duidelijk is wat er gaat gebeuren. (…)
- een e-mailwisseling op 8 mei 2010 waarin [ged.conv./eis.reconv.] T. [betrokkene4] verzoekt de informatie op zijn laptop geheel en definitief te wissen en waarin [betrokkene4] stelt daarvoor te kunnen zorg dragen;
- een aantal e-mails met betrekking tot gemeenten die relaties zijn van IMN en/of PGP, die door [ged.conv./eis.reconv.] op 24 mei 2010 tussen 13.51 uur en 21.50 uur zijn verzonden van zijn IMN e-mailadres naar het e-mailadres van zijn onderneming;
- e-mails met betrekking tot gemeenten die relaties zijn van IMN en/of PGP, die tussen 22 mei 2010 en 27 mei 2010 door [ged.conv./eis.reconv.] zijn verwijderd van zijn e-mailaccount bij IMN;
- een aantal e-mails van 27 mei 2010 waaronder een mail van 18.04 uur waarin
[ged.conv./eis.reconv.] onder meer schrijft:
Ik heb een dag later ontslag genomen na het nieuws van de stuurgroep, dus is wel degelijk uit te leggen als reactie op opstappen stuurgroep.
2.12. Bij verzoekschrift van 2 juli 2010 hebben IMN en PGP de voorzieningenrechter van deze rechtbank verlof verzocht voor het leggen van conservatoir (bewijs)beslag met bevel van gerechtelijke bewaring op de documenten/bescheiden/gegevens die betrekking hebben op de onrechtmatige gedragingen van [ged.conv./eis.reconv.] zoals in het verzoekschrift omschreven zoals onder meer :
- De tussen [ged.conv./eis.reconv.] en de leden van de stuurgroep PGP in wisselende samenstelling
gevoerde correspondentie over het beëindigen van de relatie tussen de
stuurgroepleden en de Stichting dan wel de arbeidsovereenkomst tussen [ged.conv./eis.reconv.] en IMN;
- De stukken waaruit de betrokkenheid blijkt van verweerder bij het opzetten van een
alternatief platform door de leden van de stuurgroep PGP;
- Alle stukken die betrekking hebben op de dossiers die [ged.conv./eis.reconv.] heeft behandeld
in het kader van zijn dienstverband met IMN;
- de onrechtmatige gedragingen van [ged.conv./eis.reconv.] zoals onder meer gesteld in de punten
22 en 23 van het verzoekschrift.
2.13. Na daartoe op 6 juli 2010 verkregen verlof van de voorzieningenrechter heeft IMN op 12 juli 2010 conservatoir bewijsbeslag laten leggen op de in het verzoekschrift vermelde documenten, bescheiden en (digitale)gegevens. Het proces-verbaal van de deurwaarder luidt onder meer:
CONSERVATOIR BEWIJSBESLAG GELEGD OP
- 1 cd gemeente Bunschoten en gemeente Kampen;
- 1 cd back up 2/10/06;
- 4 microcassetes Sony;
- 1 micro casette recorder M-640 V;
- 1 laptop Acer 3810 T2 MFG (…)
- 1 externe harde schijf WDBAAR (…)
- 1 zwarte schrijfmap met aantekeningen;
- Alsmede een aantal documenten (stapel van ongeveer 3 centimeter dik) genoemde
stapel werd door de betrokken deskundigen aangereikt. Vervolgens werd deze door
mij in gezamenlijkheid met de beslagene doorlopen op relevantie.
2.14. Op 12 juli 2010 heeft de deurwaarder de onder 2.13 vermelde zaken in gerechtelijke bewaring gegeven aan RISCON ARNHEM B.V. (hierna: RISCON). Op 13 juli 2010 heeft [ged.conv./eis.reconv.] van RISCON alle in bewaring genomen zaken retour ontvangen. RISCON heeft de daarvan gemaakte kopieën in bewaring gehouden.
2.15. Op 19 juli 2010 heeft IMN [ged.conv./eis.reconv.] op staande voet ontslagen wegens dringende redenen.
2.16. Bij brief van 22 juli 2010 heeft de toenmalige advocaat van [ged.conv./eis.reconv.] IMN onder meer meegedeeld dat [ged.conv./eis.reconv.] berust in de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar dat hij deze als onregelmatig beschouwt en dat hij IMN sommeert het loon tot 1 augustus 2010 door te betalen. IMN heeft aan die sommatie niet voldaan.
2.17. Blijkens het proces-verbaal van 28 juli 2010 heeft de deurwaarder op het kantoor van de gerechtelijk bewaarder geconstateerd dat van de in beslag genomen en in bewaring gegeven data een schifting is gemaakt en dat de niet relevante data die buiten het verlof vallen wat betreft data of inhoud zijn verwijderd.
2.18. Op 28 juli 2010 heeft RISCON [ged.conv./eis.reconv.] een kopie van de in bewaring gebleven geselecteerde bescheiden overhandigd.
3. Het geschil in conventie
3.1. IMN en PGP vorderen samengevat - [ged.conv./eis.reconv.] te veroordelen te gehengen en te gedogen dat de gerechtsdeurwaarder en/of de door de gerechtsdeurwaarder benoemde gerechtelijk bewaarder zoals opgenomen in de exploten van de deurwaarder d.d. 12 juli 2010, aan IMN en PGP inzage geven in de in gerechtelijke bewaring gegeven bescheiden , door aan de deurwaarder en de gerechtelijk bewaarder binnen 24 uur na betekening van dit vonnis bij aangetekende brief te berichten dat met inzage door IMN en PGP wordt ingestemd, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [ged.conv./eis.reconv.] in de kosten van deze procedure, de kosten van beslaglegging daaronder begrepen.
3.2. [ged.conv./eis.reconv.] voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. [ged.conv./eis.reconv.] vordert samengevat - het gelegde conservatoire bewijsbeslag op te heffen en IMN en PGP op straffe van een dwangsom te veroordelen om de in gerechtelijke bewaring gegeven bescheiden binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan hem te retourneren. Voorts vordert [ged.conv./eis.reconv.] betaling van het achterstallig loon over de maanden juni en juli 2010, vermeerderd met onkostenvergoeding, vakantiebijslag, de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente.
4.2. IMN en PGP voeren verweer.
4.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
5.1. Het spoedeisend belang volgt, hoewel door [ged.conv./eis.reconv.] betwist, in voldoende mate uit de stellingen en standpunten van IMN en PGP en de aard van de vordering.
5.2. IMN en PGP hebben hun vordering gebaseerd op artikel 843a Rv. Dit artikel verbindt aan de toewijsbaarheid van de daarin bedoelde vordering, drie cumulatieve voorwaarden: (1) degene die vordert dient een rechtmatig belang te hebben, (2) het moet gaan om bepaalde bescheiden en (3) aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is. Indien aan deze drie voorwaarden is voldaan, is degene die de stukken waarvan afgifte wordt gevraagd niettemin niet gehouden deze af te geven indien (a) een gewichtige reden zich daartegen verzet of (b) redelijkerwijze aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder afgifte van de gevraagde stukken is gewaarborgd (artikel 843a lid 4 Rv.).
5.3. IMN en PGP stellen dat [ged.conv./eis.reconv.] de bepalingen van zijn arbeidsovereenkomst heeft overtreden dan wel onrechtmatig heeft gehandeld door met de leden van de stuurgroep samen te spannen om tezamen met hen een netwerk op te richten dat concurrerend is voor IMN. IMN en PGP voeren daartoe aan dat [ged.conv./eis.reconv.] een dag nadat alle leden van de stuurgroep zich met onmiddellijke ingang hadden teruggetrokken, ontslag heeft genomen bij IMN, hij toen heeft geweigerd de bedrijfslaptop aan IMN af te geven, IMN bij ontvangst van de laptop later, op 31 mei 2010, is gebleken dat deze op professionele wijze was ontdaan van alle informatie en bestanden en dat een in haar opdracht uitgevoerd extern onderzoek naar de gewiste e-mails heeft uitgewezen dat [ged.conv./eis.reconv.], kort voor 27 mei 2010, vanaf zijn IMN account een groot aantal e-mails aan zijn privé e-mailadres heeft gezonden. Uit die e-mails, in het bijzonder de onder 2.14. weergegeven concept e-mail van 22 januari 2010, blijkt volgens IMN en PGP duidelijk dat sprake is van samenspanning tussen [ged.conv./eis.reconv.] en de stuurgroepleden.
5.4. IMN en PGP stellen op grond van overtreding van de bepalingen in de arbeidsovereenkomst en/of het onrechtmatig handelen door [ged.conv./eis.reconv.] rechtmatig belang te hebben bij de gevorderde inzage. Volgens IMN en PGP heeft [ged.conv./eis.reconv.] in het kader van de voorbereidingen voor het alternatieve netwerk gebruik gemaakt van gegevens die hij in het kader van zijn dienstverband met IMN tot zijn beschikking had en heeft hij een groot aantal gegevens die aanwezig waren op gegevensdragers van IMN en/of op de aan IMN toebehorende bedrijfslaptop definitief verwijderd en aan het zicht van IMN onttrokken. Van die gegevens en/of bescheiden vorderen IMN en PGP inzage.
5.5. [ged.conv./eis.reconv.] heeft de stellingen van IMN en PGP betwist. Hij stelt geen enkele rol te hebben gespeeld bij de beslissing van de stuurgroep om hun relatie met IMN te verbreken. Hij heeft, toen de verhoudingen tussen IMN en de stuurgroep verslechterden, naar zijn zeggen aanvankelijk wel nagedacht om een alternatief netwerk op te richten. In dat licht dienen de concept e-mail van 22 januari 2010, die niet is verzonden, en de e-mail aan zijn advocaat van 5 januari 2010 te worden gezien. Toen hij zich naar zijn zeggen realiseerde dat zijn medewerking aan de oprichting van een alternatief netwerk in strijd zou komen met zijn arbeidsovereenkomst, heeft hij daarvan afgezien. Omdat er geen sprake is van wanprestatie en ook niet van onrechtmatige daad ontbreekt volgens [ged.conv./eis.reconv.] het rechtmatig belang bij de gevorderde voorziening.
5.6. Dit verweer faalt. Gelet op de inhoud van de onder 2.14 weergegeven e-mails, het feit dat [ged.conv./eis.reconv.] voorafgaand aan de opzegging van zijn dienstverband een groot aantal e-mails die betrekking hebben op relaties van IMN en/of PGP heeft doorgezonden aan het e-mailadres van zijn eigen onderneming en (nagenoeg) alle informatie en bestanden van de bedrijfslaptop heeft verwijderd, hetgeen door [ged.conv./eis.reconv.] niet, althans onvoldoende gemotiveerd is weersproken, is voorshands voldoende aannemelijk dat [ged.conv./eis.reconv.] ten opzichte van IMN en PGP in strijd met zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en/of onrechtmatig heeft gehandeld. Dat IMN en PGP daardoor nadeel hebben ondervonden is eveneens aannemelijk. Het enkele feit dat de concept e-mail van 22 januari 2010 niet is verzonden, zoals [ged.conv./eis.reconv.] heeft gesteld, doet daaraan niet af. Ook de door [ged.conv./eis.reconv.] in het geding gebrachte verklaringen van voormalige stuurgroepleden, die in de kern genomen de problemen tussen het de stuurgroep en IMN weergeven, maakt dat niet anders. Onder de gegeven omstandigheden hebben IMN en PGP er rechtmatig belang bij over de gevraagde gegevens te beschikken.
5.7. [ged.conv./eis.reconv.] voert voorts het verweer dat door IMN en PGP niet is voldaan aan de in artikel 843a Rv gestelde voorwaarde dat het moet gaan om bepaalde bescheiden. Volgens [ged.conv./eis.reconv.] is sprake van een fishing expedition omdat de bescheiden waarvan inzage is gevorderd te onbepaald zijn.
5.8. Ook dit verweer faalt. IMN en PGP vorderen inzage in de (e-mail)correspondentie tussen [ged.conv./eis.reconv.] en de leden van de stuurgroep, betrekking hebbend op het beëindigen van de relatie tussen het bestuur en IMN en het opzetten van een alternatief platform, en voorts in stukken die betrekking hebben op de dossiers die [ged. conv/eis.reconv.] heeft behandeld in het kader van zijn dienstverband met IMN en op de in het verzoekschrift vermelde onrechtmatige gedragingen van [ged. conv/eis.reconv.]. Anders dan [ged.conv./eis.reconv.] betoogt, is door IMN en PGP niet gesteld dat juist uit de inzage moet blijken of er onrechtmatig is gehandeld. IMN en PGP hebben hun stelling dat sprake is van schending door [ged. conv/eis.reconv.] van zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en/of onrechtmatig handelen aan de hand van het reeds beschikbare bewijsmateriaal voorshands in voldoende mate onderbouwd. De bescheiden waarvan IMN en PGP inzage vorderen zijn naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende bepaald en bevinden zich na de beslaglegging bij de gerechtelijk bewaarder. Ook hebben IMN en PGP voldoende aangetoond dat zij partij zijn bij rechtsbetrekking die voortvloeit uit schending van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en/of onrechtmatige daad, waarmee is voldaan aan alle in artikel 843a Rv genoemde voorwaarden.
5.9. [ged.conv./eis.reconv.] heeft nog betoogd dat er gewichtige redenen zijn om niet aan de vordering tot inzage te voldoen. Hij voert daartoe aan dat het voor een deel gaat om vertrouwelijke gegevens en inzage daarin zou een vergaande inbreuk op zijn eigendomsrecht betekenen. Dit betoog wordt verworpen. Zoals blijkt uit de overgelegde beslagstukken, gaat het om bestanden en gegevens die betrekking hebben op zijn werkzaamheden in dienstverband bij IMN en op het onderhavige geschil. Op 28 juli 2010 heeft de gerechtelijk bewaarder [ged.conv./eis.reconv.] meegedeeld van welke stukken zij een kopie onder zich heeft. Ter zitting heeft [ged.conv./eis.reconv.] desgevraagd verklaard dat hij weet om welke stukken het gaat. Daarbij komt dat [ged.conv./eis.reconv.] de mogelijkheid is geboden een schifting aan te brengen in de stukken die bij de gerechtelijk bewaarder zijn gebleven. [ged.conv./eis.reconv.] heeft desgevraagd verklaard dat hij wel kón schiften, maar dat dat niet is gebeurd omdat hij dacht “ze zien maar”. Indien en voor zover zich al vertrouwelijke stukken zouden bevinden bij de gerechtelijk bewaarder, hetgeen door IMN en PGP onder verwijzing naar de in het geding gebrachte beslagstukken uitdrukkelijk wordt betwist, is dat een omstandigheid die voor rekening van [ged.conv./eis.reconv.] komt.
5.10. Ten slotte heeft [ged.conv./eis.reconv.] betoogd dat hij geen enkele reden ziet om IMN en PGP inzage te verschaffen in de gevraagde gegevens omdat ook zonder verschaffing daarvan een behoorlijke rechtsbedeling is gewaarborgd. Dit betoog wordt gepasseerd. IMN en PGP hebben, voorshands geoordeeld en zoals hiervoor reeds is overwogen, voldoende aannemelijk gemaakt dat [ged.conv./eis.reconv.] de arbeidsovereenkomst heeft overtreden en/of onrechtmatig heeft gehandeld en dat zij rechtmatig belang hebben bij inzage in de gevraagde stukken.
5.9. Uit het voorgaande volgt dat de vordering van IMN en PGP zal worden toegewezen als na te melden en met dien verstande dat het totaal van de gevorderde dwangsommen zal worden gemaximeerd.
5.10. IMN en PGP vorderen [ged.conv./eis.reconv.] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot
op EUR 2.808,54.
5.11. [ged.conv./eis.reconv.] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van IMN worden begroot op:
- dagvaarding EUR 73,89
- vast recht 263,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.152,89
6. De beoordeling in reconventie
6.1. [ged.conv./eis.reconv.] vordert opheffing van het gelegde beslag. Hij legt aan zijn vordering ten grondslag dat (de tenuitvoerlegging van) het beslag onrechtmatig is omdat gehandeld is in strijd met de waarborgen die zijn opgenomen in het beslagverlof. De deurwaarder is bijgestaan door medewerkers van RISCON, die als gerechtelijk bewaarder de in beslaggenomen stukken hebben gekopieerd en/of zogenaamde “images” hebben gemaakt. [ged.conv./eis.reconv.] is van mening dat RISCON geen ter zake onafhankelijk deskundige zou zijn. RISCON zou zijn opgetreden als adviseur van IMN en PGP en IMN en PGP zouden zich middels RISCON inzage hebben verschaft in de in beslag genomen stukken. IMN en PGP hebben dit gemotiveerd weersproken en verwezen naar de overgelegde beslagstukken. IMN en PGP hebben verklaard geen enkele inzage te hebben (gehad) in de in beslaggenomen stukken. Juist om die inzage te bewerkstelligen zagen zij zich genoodzaakt deze procedure te entameren. In het beslagverlof is bepaald dat het verlof slechts mag worden gebruikt indien verzoekers en/of vertegenwoordigers van verzoekers niet bij de inbeslagneming vertegenwoordigd zijn. De enkele stelling van [ged.conv./eis.reconv.] dat RISCON aangemerkt zou moeten worden als vertegenwoordiger van IMN en PGP, is tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door IMN en PGP, voorshands niet aannemelijk. Uit de beslagstukken, waaronder de verklaring van RISCON, kan niet worden afgeleid dat de tenuitvoerlegging van het beslag onrechtmatig heeft plaatsgevonden. RISCON is door de deurwaarder aangewezen als gerechtelijk bewaarder en de door haar medewerkers ondertekende geheimhoudingsverklaringen zijn gevoegd bij het proces-verbaal van beslaglegging.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering tot opheffing van het beslag hierna zal worden afgewezen.
6.2. [ged.conv./eis.reconv.] vordert voorts betaling van zijn salaris over de maanden juni en juli 2010., vermeerderd met de wettelijke verhoging, vakantiebijslag en rente. Omdat IMN naar de mening van [ged.conv./eis.reconv.] de arbeidsovereenkomst op 19 juli 2010 onregelmatig heeft opgezegd, dient zij het salaris over de maanden juni en juli 2010 alsmede de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW te voldoen. Zoals hiervoor in conventie is overwogen, is voorshands niet onaannemelijk dat [ged.conv./eis.reconv.] in strijd met zijn arbeidsovereenkomst en/of onrechtmatig jegens IMN en PGP heeft gehandeld. Gelet daarop kan voorshands niet worden geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst onregelmatig is opgezegd. De darop gebaseerde vordering tot betaling van loon zal dan ook worden afgewezen.
6.3. [ged.conv./eis.reconv.] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van IMN worden begroot op EUR 408,00 (factor 0,5 × tarief EUR 816,00) wegens salaris advocaat.
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
7.1. veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] te gehengen en te gedogen dat de gerechtsdeurwaarder en/of de door de gerechtsdeurwaarder benoemde gerechtelijk bewaarder zoals opgenomen in de exploten van de deurwaarder d.d. 12 juli 2010, aan IMN en PGP inzage geven in de in gerechtelijke bewaring gegeven bescheiden , door aan de deurwaarder en de gerechtelijk bewaarder binnen 24 uur na betekening van dit vonnis bij aangetekende brief te berichten dat met inzage door IMN en PGP wordt ingestemd,
7.2. veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] om aan IMN en PGP een dwangsom te betalen van EUR 500,- voor iedere dag dat hij niet aan de in 7.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van EUR 25.000,- is bereikt,
7.3. veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de beslagkosten begroot op EUR 2.808,54,
7.4. veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten, aan de zijde van IMN en PGP tot op heden begroot op EUR 1.152,89,
7.5. verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.6. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
7.7. wijst de vorderingen af,
7.8. veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.] in de proceskosten, aan de zijde van IMN tot op heden begroot op EUR 408,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.S.M. Daamen op 26 oktober 2010.