[getuige2]:
“Ik woon in de [adres]. Mijn huis ligt als het ware tegenover het huis van de familie [eis.1conv./ged.1reconv.]. Wij kijken uit op de garages van [eis.conv./gedn.reconv.] en [gedn.conv./eis.reconv.].
Op 20 juli 2009 kwam ik thuis met de auto en parkeerde deze voor mijn woning. Toen ik uitstapte hoorde ik gebakkelei. Ik stond toen op straat tegenover de woningen van [ged.1conv./eis.1reconv.] en [eis.1conv./ged.1reconv.].
Tegen het muurtje tussen de twee garages stonden twee deuren, deels op het perceel van [eis.1conv./ged.1reconv.], deels op het perceel van [ged.1conv./eis.1reconv.]. Ik hoorde mevrouw [eis.2conv./ged.2reconv.] en mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] ruzie maken. [ged.2conv./eis.2reconv.] zei tegen [eis.2conv./ged.2reconv.] dat zij al meermalen vriendelijk had gevraagd de deuren op te ruimen. [eis.2conv./ged.2reconv.] wilde dit niet doen. Volgens mij heeft [getuige1] zich er op een gegeven moment ook mee bemoeid. Ik weet dit niet zeker. Nu ik er over terugdenk weet ik het wel zeker, hij was er voor de vechtpartij ook al bij. Hij heeft een plankje bij de deuren gezet, aan zijn kant.
Op een gegeven moment is de familie [eis.1conv./ged.1reconv.] naar binnen gegaan.
Ik was op dat moment al binnen, ik ben tijdens het gebakkelei naar binnen gelopen. Ik heb in mijn woonkamer voor het raam gestaan, op ongeveer anderhalve meter. Ik kon door de vitrages naar buiten kijkend goed zien wat daar gebeurde. De auto van mevrouw [eis.2conv./ged.2reconv.] stond op de oprit, mijn zicht werd daardoor gedeeltelijk belemmerd. Ik weet bijna zeker dat er geen auto op de oprit van de familie Meulendijk stond. Alles wat ik vandaag verklaar heb ik kunnen zien, ondanks eventuele belemmeringen.
Nadat de familie [eis.1conv./ged.1reconv.] naar binnen was gegaan zag ik dat mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] kwaad was. Zij heeft de deuren vervolgens behoorlijk hard op de grond gelegd. Het was in ieder geval geen gooien. Ik dacht gelijk dit gaat fout, dit pikt [eis.1conv./ged.1reconv.] niet, want hij is gauw kwaad.
Een paar tellen later zag ik [eis.1conv./ged.1reconv.] naar buiten stormen met een plank in zijn hand. Hij had deze plank al in zijn hand toen hij van binnen naar buiten kwam. Hij begon gelijk op mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] in te slaan. Hij sloeg gelijk behoorlijk hard. Hij sloeg haar meermalen op haar bilstreek. Het was een keer of 4/5, je telt niet op zo’n moment, het was in ieder geval vaker dan twee, drie keer. Het was steeds op dezelfde plaats. Ik kan er nog niet over uit. Ik ben er weken vervelend van geweest. Ik heb het hele gebeuren goed kunnen zien.
Het is pertinent niet waar dat mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] [eis.1conv./ged.1reconv.] eerst geslagen heeft. [eis.1conv./ged.1reconv.] was verschrikkelijk kwaad toen hij de woning uit kwam, en begon direct te slaan.
Daarna is het direct heel snel gegaan. [ged.1conv./eis.1reconv.] kwam er bij om zijn vrouw te helpen. Toen gingen ze allemaal met elkaar vechten. De mannen vochten met elkaar en de vrouwen vochten met elkaar. Het gevecht tussen de mannen vond plaats op de oprit van de familie [ged.1conv./eis.1reconv.] zoals ook is getekend op de tekening waarvan ik hoor dat die ook aan het proces-verbaal gehecht zal worden. Het gevecht tussen de vrouwen vond volgens mij plaats rond de scheiding tussen de twee percelen, ik weet dat niet meer precies. Ik heb ook niet kunnen volgen wat daar precies gebeurd is. Het ging allemaal zo snel. (…)
Meneer [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft met diverse mensen in de buurt ruzie. Hij is ook kwaad op mij omdat ik getuige ben. Vanaf die tijd praat hij niet meer met mij, mevrouw [eis.1conv./ged.1reconv.] overigens ook niet.
De plank waarmee [eis.1conv./ged.1reconv.] uit zijn huis kwam was een stevige plank. Ik denk dat hij ongeveer een meter lang was en een centimeter of 15 breed, heel exact weet ik dit niet.
Ik weet niet zeker tegen welke heup mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] is geslagen. Ik denk links, maar ik weet het niet zeker.
[eis.1conv./ged.1reconv.] heeft niets meer met de deuren gedaan nadat deze door mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] op de grond waren gelegd. Hij heeft ook niet geprobeerd er iets mee te doen.
Ik kende de familie [ged.1conv./eis.1reconv.] niet en heb op een gegeven moment een verklaring afgelegd bij de politie. Daarna ben ik in contact gekomen met de familie [ged.1conv./eis.1reconv.]. Zij zochten getuigen. Ik heb verteld dat ik bij de politie een verklaring had afgelegd en heb ook met hen over het gebeuren gesproken. Wat ik vandaag heb verteld, is wat ik heb gezien en wat ik ook al bij de politie had verklaard.
Ik heb niet gezien of meneer [ged.1conv./eis.1reconv.] een plank in zijn handen heeft gehad. Toen het vechten begon ben ik wel bij het raam blijven staan, maar heb ik eigenlijk niets meer gezien. Ik nam het niet meer op, omdat ik helemaal naar was van de situatie.
Ik heb voorafgaand aan het incident geen beledigingen gehoord.”