ECLI:NL:RBARN:2010:BO3947

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
13 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
193476
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatig handelen, noodweer en eigen schuld in burenruzie met lichamelijk geweld

In deze zaak, die zich afspeelt in de context van een burenruzie, heeft de rechtbank Arnhem op 13 oktober 2010 uitspraak gedaan over een geschil dat ontstond na een incident op 20 juli 2009. De eisers in conventie, [eis.1conv./ged.1reconv.] en [eis.2conv./ged.2reconv.], stelden dat de gedaagden in conventie, [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.], onrechtmatig hadden gehandeld door hen te slaan. De rechtbank oordeelde dat in conventie het bewijs van onrechtmatig handelen en noodweer niet was geleverd door de eisers. De rechtbank gaf de eisers de gelegenheid om bewijs te leveren over de aard, ernst en omvang van het letsel in het kader van een mogelijke billijkheidscorrectie met betrekking tot eigen schuld.

In reconventie werd echter vastgesteld dat de gedaagden in conventie wel degelijk bewijs hadden geleverd van onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelde dat het beroep op noodweer faalde, en dat de vordering tot schadevergoeding van de gedaagden in reconventie toewijsbaar was. De rechtbank concludeerde dat het slaan van [eis.1conv./ged.1reconv.] door [ged.2conv./eis.2reconv.] onrechtmatig was, en dat de vordering tot schadevergoeding in reconventie zal worden toegewezen bij eindvonnis. De zaak werd aangehouden voor verdere beoordeling van de schadevergoeding en de mogelijkheid van een billijkheidscorrectie.

De uitspraak benadrukt de complexiteit van burenruzies en de juridische nuances van onrechtmatig handelen, noodweer en eigen schuld. De rechtbank heeft de verklaringen van de betrokken partijen en getuigen zorgvuldig gewogen, en de uiteindelijke beslissing is gebaseerd op de bewijsvoering die door beide partijen is geleverd.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 193476 / HA ZA 09-2206
Vonnis van 13 oktober 2010
in de zaak van
1. [eis.1conv./ged.1reconv.],
wonende te [woonplaats],
2. [eis.2conv./ged.2reconv.],
wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. I.P.C. Sindram te Malden,
tegen
1. [ged.1conv./eis.1reconv.],
wonende te [woonplaats],
2. [ged.2conv./eis.2reconv.],
wonende te [woonplaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. A.C.H. Jansen te Wijchen.
Partijen zullen hierna afzonderlijk [eis.1conv./ged.1reconv.], [eis.2conv./ged.2reconv.], [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.] en gezamenlijk [eis.conv./gedn.reconv.] en [gedn.conv./eis.reconv.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 mei 2010,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 19 juli 2010,
- de rolverwijzing van 30 juli 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling in conventie en reconventie
2.1. Verwezen wordt naar het vonnis van 26 mei 2010. In dat vonnis heeft de rechtbank in conventie [eis.conv./gedn.reconv.] opgedragen te bewijzen dat [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.] op
20 juli 2009 onrechtmatig jegens [eis.1conv./ged.1reconv.] hebben gehandeld doordat [ged.1conv./eis.1reconv.] hem op zijn arm heeft geslagen en [ged.2conv./eis.2reconv.] hem op zijn hoofd heeft geslagen.
Aan [gedn.conv./eis.reconv.] is in conventie, voor het geval [eis.conv./gedn.reconv.] in die bewijslevering slagen, in verband met het beroep op noodweer, opgedragen feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit volgt dat het door hen jegens [eis.1conv./ged.1reconv.] uitgeoefende geweld noodzakelijk was ter verdediging tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van zichzelf of een ander. Voorts is aan hen opgedragen feiten en omstandigheden te bewijzen die het door hen gedane beroep op eigen schuld rechtvaardigen.
In reconventie is aan [gedn.conv./eis.reconv.] opgedragen te bewijzen dat [eis.1conv./ged.1reconv.] onrechtmatig jegens [ged.2conv./eis.2reconv.] heeft gehandeld doordat hij haar op 20 juli 2009 vier maal met een plank heeft geslagen. Aan [eis.conv./gedn.reconv.] is in reconventie, voor het geval [gedn.conv./eis.reconv.] in die bewijslevering slagen, ten bewijze van het door hen gedane beroep op noodweer, opgedragen feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit volgt dat het door [eis.1conv./ged.1reconv.] jegens [ged.2conv./eis.2reconv.] uitgeoefende geweld noodzakelijk was ter verdediging tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van zichzelf of een ander.
2.2. Over de verschillende bewijsopdrachten zijn zowel in enquête als in contra-enquête (gelijktijdig) dezelfde getuigen gehoord. Het betreft hier in de eerste plaats de partijen
[eis.1conv./ged.1reconv.], [eis.2conv./ged.2reconv.], [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.]. Daarnaast zijn [getuige1], de zoon van [eis.conv./gedn.reconv.], en een overbuurvrouw van beide partijen mevrouw [getuige2] gehoord.
2.3. De getuigen hebben als volgt verklaard.
[eis.1conv./ged.1reconv.]:
“(…) Ik kwam die dag rond 15.30 uur thuis en ben gaan slapen. Op een gegeven moment werd ik wakker van geschreeuw, ik herkende de stem van de buurvrouw. Yorick vertelde mij dat zij had aangebeld om te klagen over rotzooi op onze oprit. (…) Even later werd het geschreeuw erger en ben ik naar beneden gelopen, in mijn herinnering samen met Yorick. Ik ben direct naar buiten gelopen. Buiten zag ik Annelien, Hans zag ik op dat moment nog niet. Annelien sloeg vulgaire taal tegen mij uit. Ik heb daarop aan Annelien gevraagd of zij het daar niet warm van kreeg. In een poging om Annelien te kalmeren heb ik ook een opmerking gemaakt over drugsgebruik.
De deuren die oorspronkelijk tegen het muurtje tussen onze huizen aan stonden lagen op de grond of werden op dat moment op de grond gegooid, ik weet dat niet meer zeker. De deuren lagen vanaf de muur languit op de oprit, op de erfafscheiding. Ik heb op een kladpapiertje een schets gemaakt van de situatie. Daarop is te zien dat de deuren met de korte kanten richting de muur lagen, ze lagen een stukje van de muur af. Aan het andere uiteinde van de deuren, dus ruim twee meter verder, stonden de auto’s. Er was geen ruimte tussen de deuren en de auto’s. Ik ben vanuit onze voordeur richting het uiteinde van de deuren aan de straatzijde gelopen, dit was dus nog voor de auto’s. Op het papiertje, waarvan ik hoor dat het aan het proces-verbaal gehecht zal worden, heb ik een rondje gezet, dat is de plek waar ik stond. Mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] stond aan de andere kant van beide deuren, op haar oprit. Ik heb daar een kruisje neergezet. Ik bukte om de deuren op te pakken en voelde dat ik een klap op mijn hoofd kreeg. Toen ik opkeek zag ik dat mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] een stuk hout in haar hand had. Dit hout kwam uit de aanhanger met zaagafval. Het hout had een lengte van ongeveer 60 cm. Blijkbaar was zij in staat van de ene kant van de deuren met dit stuk hout mij te slaan aan de andere kant van de deuren. Mijn hoofd zat halverwege de deuren.
Het is logisch dat niemand gezien heeft dat ik op mijn hoofd geslagen ben, gelet op de positie waar ik mij bevond kon ook niemand dat zien. Ook de overbuurvrouw niet. Het klopt dat ik bij de politie niet heb verklaard dat Annelien mij met een stok geslagen heeft. Dit is niet opgenomen door de politie, omdat ik niet zelf gezien heb dat zij mij geslagen heeft. Dat zij mij geslagen heeft leid ik af uit het feit dat ik haar met een stok zag.
In reactie op de klap die ik kreeg pakte ik een stuk hout dat in de voortuin lag. In de voortuin lagen meerdere stukken hout. In een onbezonnen bui sloeg ik terug. Dat was dom. Op uw vraag of ik uit noodweer heb geslagen antwoord ik: ik weet het niet, als ik daar ja op zou zeggen, dan lieg ik. Ik heb uit een impuls geslagen en er niet over nagedacht.
Nadat ik geslagen heb, waarbij ik opmerk dat ik maar één keer geslagen heb, hoorde ik Annelien verbouwereerd zeggen: ‘Hans, hij slaat me’.
Vervolgens kwam Hans aanrennen met een stok, ik ga er van uit dat hij deze op de oprit gevonden heeft. Hans hief de stok. Ik weerde mij af met mijn arm voor mijn gezicht. Ik had mijn stok nog in mijn handen. Hans deelde één klap uit. Deze heb ik opgevangen met mijn arm. Daarna stopte het direct.
Als u mij voorhoudt dat er meerdere verklaringen zijn waarin wordt aangegeven dat ik vaker geslagen zou hebben, dan zeg ik dat deze verklaringen gelogen zijn.
Over het incident heb ik verder niets meer te vertellen. (…)
Ik ben vanaf de slaapkamer op de tweede verdieping direct naar buiten gelopen. Ik heb geen stok meegenomen van binnen naar buiten.
De klap van [ged.1conv./eis.1reconv.] was gericht op mijn hoofd. Volgens de specialisten heb ik geluk gehad dat ik deze klap heb afgeweerd met mijn ellepijp, het sterkste stuk bot, omdat ik het anders mogelijk zelfs niet na had kunnen vertellen. (…)
De deuren lagen in de lengte op de erfafscheiding. U houdt mij productie 14 bij conclusie van antwoord voor. Dit is een proces-verbaal van bevindingen waarin in de laatste regels van alinea 5 van de eerste pagina is opgenomen: ‘Tevens zagen wij deels voor de garage van nummer 7 en op de oprit van nummer 7 vlakbij de voordeur van nummer 7 twee deuren zo’n beetje half op de smalle lange zijkant op de grond liggen.’ Ik kan u dit niet verklaren. Ik weet dat Yorick aan het sjouwen is geweest met de deuren. Ik weet niet zeker of de deuren op of naast elkaar lagen. Ik heb aangegeven dat de deuren te zwaar waren om te tillen en daarom waarschijnlijk in zijn geheel zijn omgegooid. Het zou dus kunnen dat ze zo naast elkaar terecht zijn gekomen. Het kan ook zijn dat ze op elkaar lagen, ik weet dit niet meer. Het slaan heeft in ieder geval over de deuren heen plaatsgevonden. Zowel het slaan van mij door [ged.2conv./eis.2reconv.], als het slaan van [ged.2conv./eis.2reconv.] door mij, als het slaan van mij door [ged.1conv./eis.1reconv.]. Ook [ged.1conv./eis.1reconv.] is niet over de deuren heen geweest. Iedereen is op zijn eigen perceel gebleven. (…) Ik heb niet gezien dat ik door [ged.2conv./eis.2reconv.] ben geslagen. Ik ben geraakt aan de achterzijde van mijn hoofd, rechts van het midden. Er zijn door onszelf foto’s van gemaakt. De wond hoefde niet gehecht. Ik zal voordoen hoe ik denk dat [ged.2conv./eis.2reconv.] mij over de deur heen heeft kunnen raken. [rechter: [eis.1conv./ged.1reconv.] bukt zich voorover en geeft daarbij aan dat hij door het bukken met zijn hoofd over de helft van de deur kwam.]
Bij het nalezen van de verklaring heb ik opgemerkt dat ik verschillend heb verklaard over de ligging van de deuren. Ik weet niet meer zeker of ze naast of op elkaar lagen. Het is in ieder geval niet zo dat ze zodanig naast elkaar lagen dat er twee keer 1 meter overbrugd moest worden.”
[eis.2conv./ged.2reconv.]:
“Toen ik thuis kwam van boodschappen doen vertelde Yorick mij dat Annelien aan de deur was geweest met een klacht over rotzooi. Ik nam dit voor kennisgeving aan. Vanuit de bijkeuken hoorde ik Annelien op een gegeven moment vloeken. Ongeveer twee minuten later ging de bel. Annelien stond vloekend en briesend voor de deur en wilde dat de rotzooi zou worden opgeruimd. Ik heb gezegd dat ik zo niet met haar wilde praten. Ik kan me niet herinneren of zij gezegd heeft dat zij het dan zelf zou doen. Ik was de enige die aan de voordeur kwam.
Kort nadat ik de deur had dichtgedaan hoorde ik buiten een enorme herrie. Ik ben gaan kijken en zag dat Annelien spullen aan het verplaatsen was. Dit waren spullen die waarschijnlijk op de grens tussen onze percelen lagen. Ze werden op ons terrein gegooid.
Op een gegeven moment hoorde ik Hans en Annelien allebei schelden, het ging ook over Yorick. Hans stond op dat moment naast zijn tuin, achter de auto. Erik stond op dat moment achter mij. Op dat moment begon Annelien de deuren om te gooien. Ze kantelde de deuren om. Ik kan me alleen nog herinneren dat één van de deuren om ging. Deze deur viel tegen de auto aan en kwam vervolgens op zijn zijkant, ik bedoel daarmee de scharnierkant, dus de lange dunne kant, voor de auto terecht. Ik zal tekenen waar de deur terecht kwam en begrijp van u dat deze tekening aan het proces-verbaal gehecht zal worden als derde tekening. (…)
U stelt mij nogmaals de vraag of ik heb gezien dat Erik is geslagen door Annelien. Ik weet niet of mijn man geslagen is door Annelien. Ik weet wel dat hij Annelien heeft geslagen, maar of Annelien Erik heeft geslagen weet ik niet. Ik weet dat Yorick liep te flippen, ik denk dat ik daarmee bezig ben geweest. (…)
Vervolgens hoorde ik Annelien roepen: ‘Hans, Erik heeft me geslagen’. Hierop kwam Hans direct aanlopen. Hans was daarvoor nog in zijn tuin onkruid aan het wieden. Hans had een stok in zijn hand. Ik heb gezien dat Hans Erik op zijn hoofd probeerde te slaan. Hans hief hiertoe het stuk hout tot boven zijn hoofd op. Erik weerde zich af en ving de klap op met zijn arm. Hij had op dat moment het stuk hout nog in zijn handen.
Mijn man heeft Annelien één keer geslagen. (…)”
[ged.1conv./eis.1reconv.]:
“Mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] en ik waren die dag bij onze woning om te poetsen. Wij ergerden ons al direct bij aankomst, zoals wij dat al jaren doen, aan de rommel die er op de oprit van de familie [eis.1conv./ged.1reconv.] lag. Deze keer was de rommel erger dan normaal. De rommel is een permanente ergernis voor de buren, ook voor mevrouw [getuige2], tenminste dat neem ik aan.
Ik heb pillen van de dokter gekregen en moet mij rustig houden. Ik heb er die dag bewust bij stilgestaan om mij niet druk te maken en mij dus niet op te winden over de rommel. Mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] is daarop naar de buren gestapt om de rommel aan te kaarten. De eerste keer dat zij aanbelde deed Yorick open. Hij zei dat zijn vader niet thuis was, dat bleek later niet waar te zijn. Nadat mevrouw [eis.2conv./ged.2reconv.] thuis was gekomen heeft Annelien opnieuw aangebeld. Ik hoorde haar zeggen dat zij vond dat de rotzooi opgeruimd moest worden. Ik hoorde mevrouw [eis.2conv./ged.2reconv.] zeggen dat de rotzooi hun zaak was, waar wij niets mee te maken hadden. Mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] zei daarop dat zij de deuren dan zelf zou verplaatsen. Hierop werd de deur dichtgedaan. Ik heb de heer [eis.1conv./ged.1reconv.] tijdens dit gesprek niet gehoord.
Het volgende wat ik mij herinner is dat ik [eis.1conv./ged.1reconv.] hoorde vragen aan mijn vrouw of ze aan de drugs was. Meteen daarna hoorde ik mijn vrouw roepen: ‘Hans, hij slaat mij’. Ik zat in de tuin en ben opgestaan en naar mijn vrouw gelopen. Terwijl ik liep zag ik dat [getuige1] Annelien 1, 2 of 3 keer sloeg met een plank. Dit was zijn eigen bouwafval. Ik weet niet precies hoe vaak het was, het was in ieder geval meerdere keren.
Ik herinner me nu, voor het eerst in al die tijd, dat Erik terwijl ik naar hun toe liep tegen mij zei: ‘Zachtjes op haar billen’.
Ik heb enige maanden na het incident in de buurt navraag gedaan of er getuigen waren. Ik kwam toen bij de mevrouw [getuige2] terecht. Haar partner heeft mij toen verteld dat hij heeft gezien dat [eis.1conv./ged.1reconv.] met een plank naar buiten is gekomen.
Toen ik bij [eis.1conv./ged.1reconv.] aankwam, hield hij net de plank in de lucht. De plank was op weg naar de heup van mijn vrouw. Ik heb hem de plank afhandig gemaakt. Ik kan mij niet meer herinneren dat ik [eis.1conv./ged.1reconv.] daarna met de plank geslagen heb, maar dit moet wel zo gebeurd zijn. Hij heeft immers een gebroken arm opgelopen. Dit is ook de reden dat ik bij de politie heb verklaard dat ik hem geslagen heb.
Er ontstonden als het ware twee opstootjes, één tussen de vrouwen en één tussen mij en [eis.1conv./ged.1reconv.]. Zoals gezegd kan ik mij alleen herinneren dat ik de plank van [eis.1conv./ged.1reconv.] heb afgepakt. Wat er verder tussen ons is gebeurd weet ik niet meer. Het ging allemaal zo vlug. (…)
[eis.1conv./ged.1reconv.] heeft mij niet direct geslagen. Wij hebben over en weer geduwd en getrokken om het stuk hout. [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft mij ook niet bedreigd. [eis.1conv./ged.1reconv.] was bezig de baas over mijn vrouw te spelen, ik heb hem van haar afgetrokken, toen hij de kans niet meer kreeg om de baas over mijn vrouw te spelen richtte hij zich op mij.
Nu ik het terughoor geef ik aan dat ik niet meer weet of meneer [eis.1conv./ged.1reconv.] mij geslagen heeft, omdat ik vol met adrenaline zat.
Het hele incident speelde zich af op onze oprit in de ruimte tussen onze garagedeur en onze geparkeerd staande auto.
Wij ergerden ons aan de troep op de oprit. Dit was onder andere een fietsenrek, kliko’s, materialen en andere rotzooi.
Toen ik bij [eis.1conv./ged.1reconv.] aankwam had hij de plank geheven in de lucht. Hij was bezig met een slaande beweging. Ik weet de hoogte niet exact, ik denk schouderhoogte. Ik heb met mijn ene hand [eis.1conv./ged.1reconv.] aan zijn schouder getrokken om hem van mijn vrouw af te halen en met mijn andere hand de plank gegrepen. Ik heb de plank denk ik opgevangen aan het begin van de slag.”
[ged.2conv./eis.2reconv.]:
“Ons huis stond te koop. Op 20 juli 2009 zijn de heer [ged.1conv./eis.1reconv.] en ik naar het huis gegaan om daar te poetsen omdat er nieuwe huurders zouden komen die avond. Toen wij daar aankwamen was het, zoals het al 8 jaar is, een rommel op de oprit bij de familie [eis.1conv./ged.1reconv.]. Deze keer lagen er ook spullen aan onze kant en stonden er deuren tegen de garages. Ik ergerde me hier aan. Ik heb bij de familie [eis.1conv./ged.1reconv.] aangebeld om te vragen of de rommel opgeruimd kon worden. De eerste keer deed zoon Yorick open, hij zei dat zijn vader niet thuis was. Enige tijd later heb ik nogmaals aangebeld, toen deed mevrouw [eis.1conv./ged.1reconv.] open, meneer [eis.1conv./ged.1reconv.] kwam er ook bij. Ik heb gevraagd of zij de rommel op wilden ruimen, hiertoe waren zij niet bereid. Zij zijn hun woning weer ingegaan. Ik ben toen zelf begonnen met het aan hun kant zetten van de rommel. Op een gegeven moment heb ik geprobeerd de deuren te verzetten. Ik kon deze niet tillen omdat ze te zwaar waren, ik heb ze toen gekanteld op de smalle lange zijde. Hierbij heb ik voorzichtig gedaan. Ik was wel boos over het feit dat wij al 8 jaar tegen de rommel aankeken, maar wilde er voor zorgen dat de auto of iets anders niet beschadigd zou raken.
Toen ging de voordeur open en kwam [eis.1conv./ged.1reconv.] naar buiten gestormd met een stuk hout. Het stuk hout was denk ik ongeveer 4 cm breed, 2 cm dik en 1 meter lang. Hij keek verbeten en kwam regelrecht op mij afgerend. Ik stond op dat moment op onze oprit. Hij sloeg mij direct met het stuk hout op mijn linkerheup. Ik geloof niet dat hij daarbij nog iets gezegd heeft. Ik was verbijsterd. Pas na twee slagen drong het tot mij door en riep ik: ‘Hans, hij slaat me’. Hans zat op dat moment op zijn knieën in de voortuin. Hans is naar ons toegekomen, in de tussentijd ben ik zeker nog twee keer, maar misschien nog wel drie keer, geslagen door [eis.1conv./ged.1reconv.].
Zoals gezegd, [eis.1conv./ged.1reconv.] kwam direct op mij afgerend. Het is dus niet zo dat ik [eis.1conv./ged.1reconv.] eerst nog op zijn hoofd geslagen heb. Nadat ik gehoord had dat hij dat beweerde, ben ik er nog eens over na gaan denken. Wat hij zegt dat hij de deuren nog rechtop heeft gezet is helemaal niet waar. De deuren zijn blijven liggen, dit blijkt ook uit het politiedossier.
Hans kwam er bij en trok [getuige1] bij mij weg. [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft zich toen omgedraaid. Ik heb gezien dat hij het stuk hout dat hij in zijn hand had ophief naar mijn man. Ik heb ook gezien dat Erik Hans met het stuk hout sloeg. (…) De mannen zijn met elkaar aan het vechten geraakt op onze oprit. Ik heb niet gezien wat er tussen hun beide is gebeurd. Ik heb ook niet gezien of daar nog geslagen is. Het klopt dat ik eerder heb verklaard dat ik het slaan van Hans door Erik heb gezien, dat is de slag waar ik het zojuist over had. Op de comparitie heb ik gezegd dat ik gezien had dat Hans Erik sloeg, ik heb dit eigenlijk niet gezien, maar ingevuld. Omdat Erik een gebroken arm had dacht ik dat het zo gegaan was. (…)
Toen ik aan de deur kwam om te vragen of de spullen opgeruimd konden worden heeft [eis.1conv./ged.1reconv.] aan mij gevraagd of ik nog steeds aan de drugs was.
Bij ons op de oprit lag een hoop rommel van de familie [eis.1conv./ged.1reconv.]. (…)
Ik kende mevrouw [getuige2] voor het hele incident niet. Ik heb haar pas maanden later, toen Hans de buurt is rondgegaan om te vragen of er iemand zou kunnen getuigen, leren kennen. Ik hoorde toen van haar dat zij al maanden eerder een verklaring had afgelegd bij de politie. Wij hebben toen met elkaar gesproken. Wij hebben de gebeurtenissen niet doorgesproken. (…)“
[getuige1]:
“Ik hoorde dat er werd aangebeld en heb de deur opengedaan, het was Annelien [ged.2conv./eis.2reconv.]. Ik weet niet meer precies wat ze zei, maar ze was in ieder geval niet blij met de troep. Nadat zij dit gezegd had is zij weer weggegaan en heb ik de deur dichtgedaan.
Vervolgens hoorde ik voor de tweede keer de bel. Ik weet niet meer wie er toen opengedaan heeft.
Daarna hoorde ik Annelien buiten schelden en ik hoorde dat er spullen verplaatst werden, mijn ouders waren toen nog binnen. Ik heb mijn ouders op een gegeven moment naar buiten zien gaan, ik heb niet gezien of zij iets in hun handen hadden. Ik heb er niet opgelet en kan er dus niets over zeggen.
Vervolgens is er ruzie op de oprit ontstaan. Ik heb eigenlijk niets gezien of onthouden van de ruzie op de oprit. (…) Van een eventuele ruzie tussen mijn vader en Hans [ged.1conv./eis.1reconv.] heb ik niets gezien. (…)
Alle spullen lagen op de oprit van mijn ouders. (…)
Mijn vader lag boven op zolder te slapen. Toen hij naar beneden is gelopen ben ik achter hem aangegaan. Mijn vader trok op dat moment zijn badjas aan en had niets in zijn handen. Ik ben uiteindelijk op de trap van de begane grond naar de eerste verdieping blijven zitten. Mijn vader is direct de voordeur uitgelopen. Hij is dus niet eerst in de achtertuin geweest. Ik weet niet of er in de gang een stuk hout stond. (…)
Ik heb niet gezien dat mijn vader Annelien geslagen heeft met een stuk hout.”
[getuige2]:
“Ik woon in de [adres]. Mijn huis ligt als het ware tegenover het huis van de familie [eis.1conv./ged.1reconv.]. Wij kijken uit op de garages van [eis.conv./gedn.reconv.] en [gedn.conv./eis.reconv.].
Op 20 juli 2009 kwam ik thuis met de auto en parkeerde deze voor mijn woning. Toen ik uitstapte hoorde ik gebakkelei. Ik stond toen op straat tegenover de woningen van [ged.1conv./eis.1reconv.] en [eis.1conv./ged.1reconv.].
Tegen het muurtje tussen de twee garages stonden twee deuren, deels op het perceel van [eis.1conv./ged.1reconv.], deels op het perceel van [ged.1conv./eis.1reconv.]. Ik hoorde mevrouw [eis.2conv./ged.2reconv.] en mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] ruzie maken. [ged.2conv./eis.2reconv.] zei tegen [eis.2conv./ged.2reconv.] dat zij al meermalen vriendelijk had gevraagd de deuren op te ruimen. [eis.2conv./ged.2reconv.] wilde dit niet doen. Volgens mij heeft [getuige1] zich er op een gegeven moment ook mee bemoeid. Ik weet dit niet zeker. Nu ik er over terugdenk weet ik het wel zeker, hij was er voor de vechtpartij ook al bij. Hij heeft een plankje bij de deuren gezet, aan zijn kant.
Op een gegeven moment is de familie [eis.1conv./ged.1reconv.] naar binnen gegaan.
Ik was op dat moment al binnen, ik ben tijdens het gebakkelei naar binnen gelopen. Ik heb in mijn woonkamer voor het raam gestaan, op ongeveer anderhalve meter. Ik kon door de vitrages naar buiten kijkend goed zien wat daar gebeurde. De auto van mevrouw [eis.2conv./ged.2reconv.] stond op de oprit, mijn zicht werd daardoor gedeeltelijk belemmerd. Ik weet bijna zeker dat er geen auto op de oprit van de familie Meulendijk stond. Alles wat ik vandaag verklaar heb ik kunnen zien, ondanks eventuele belemmeringen.
Nadat de familie [eis.1conv./ged.1reconv.] naar binnen was gegaan zag ik dat mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] kwaad was. Zij heeft de deuren vervolgens behoorlijk hard op de grond gelegd. Het was in ieder geval geen gooien. Ik dacht gelijk dit gaat fout, dit pikt [eis.1conv./ged.1reconv.] niet, want hij is gauw kwaad.
Een paar tellen later zag ik [eis.1conv./ged.1reconv.] naar buiten stormen met een plank in zijn hand. Hij had deze plank al in zijn hand toen hij van binnen naar buiten kwam. Hij begon gelijk op mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] in te slaan. Hij sloeg gelijk behoorlijk hard. Hij sloeg haar meermalen op haar bilstreek. Het was een keer of 4/5, je telt niet op zo’n moment, het was in ieder geval vaker dan twee, drie keer. Het was steeds op dezelfde plaats. Ik kan er nog niet over uit. Ik ben er weken vervelend van geweest. Ik heb het hele gebeuren goed kunnen zien.
Het is pertinent niet waar dat mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] [eis.1conv./ged.1reconv.] eerst geslagen heeft. [eis.1conv./ged.1reconv.] was verschrikkelijk kwaad toen hij de woning uit kwam, en begon direct te slaan.
Daarna is het direct heel snel gegaan. [ged.1conv./eis.1reconv.] kwam er bij om zijn vrouw te helpen. Toen gingen ze allemaal met elkaar vechten. De mannen vochten met elkaar en de vrouwen vochten met elkaar. Het gevecht tussen de mannen vond plaats op de oprit van de familie [ged.1conv./eis.1reconv.] zoals ook is getekend op de tekening waarvan ik hoor dat die ook aan het proces-verbaal gehecht zal worden. Het gevecht tussen de vrouwen vond volgens mij plaats rond de scheiding tussen de twee percelen, ik weet dat niet meer precies. Ik heb ook niet kunnen volgen wat daar precies gebeurd is. Het ging allemaal zo snel. (…)
Meneer [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft met diverse mensen in de buurt ruzie. Hij is ook kwaad op mij omdat ik getuige ben. Vanaf die tijd praat hij niet meer met mij, mevrouw [eis.1conv./ged.1reconv.] overigens ook niet.
De plank waarmee [eis.1conv./ged.1reconv.] uit zijn huis kwam was een stevige plank. Ik denk dat hij ongeveer een meter lang was en een centimeter of 15 breed, heel exact weet ik dit niet.
Ik weet niet zeker tegen welke heup mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] is geslagen. Ik denk links, maar ik weet het niet zeker.
[eis.1conv./ged.1reconv.] heeft niets meer met de deuren gedaan nadat deze door mevrouw [ged.2conv./eis.2reconv.] op de grond waren gelegd. Hij heeft ook niet geprobeerd er iets mee te doen.
Ik kende de familie [ged.1conv./eis.1reconv.] niet en heb op een gegeven moment een verklaring afgelegd bij de politie. Daarna ben ik in contact gekomen met de familie [ged.1conv./eis.1reconv.]. Zij zochten getuigen. Ik heb verteld dat ik bij de politie een verklaring had afgelegd en heb ook met hen over het gebeuren gesproken. Wat ik vandaag heb verteld, is wat ik heb gezien en wat ik ook al bij de politie had verklaard.
Ik heb niet gezien of meneer [ged.1conv./eis.1reconv.] een plank in zijn handen heeft gehad. Toen het vechten begon ben ik wel bij het raam blijven staan, maar heb ik eigenlijk niets meer gezien. Ik nam het niet meer op, omdat ik helemaal naar was van de situatie.
Ik heb voorafgaand aan het incident geen beledigingen gehoord.”
2.4. De vraag ligt voor of partijen het aan hen opgedragen bewijs hebben geleverd. De rechtbank zal dat hierna - zoveel mogelijk overeenkomstig de chronologie van de verschillende gebeurtenissen op 20 juli 2009 - beoordelen.
2.5. Uit de in zoverre met elkaar overeenstemmende verklaringen van [eis.1conv./ged.1reconv.], [eis.2conv./ged.2reconv.], [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.] blijkt dat de aanleiding van het incident op
20 juli 2009 is gelegen in het feit dat [ged.2conv./eis.2reconv.] zich die dag bij [eis.conv./gedn.reconv.] heeft beklaagd over rotzooi op hun oprit. Uit de verklaringen van [eis.2conv./ged.2reconv.], [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.] blijkt dat [ged.2conv./eis.2reconv.] die middag tweemaal heeft aangebeld bij [eis.conv./gedn.reconv.] om zich te beklagen over de rotzooi. Voorts blijkt uit die verklaringen dat van de zijde van [eis.conv./gedn.reconv.] geen actie is ondernomen. Uit de overeenstemmende verklaringen van [eis.1conv./ged.1reconv.], [eis.2conv./ged.2reconv.], [ged.2conv./eis.2reconv.] en [getuige2] volgt dat [ged.2conv./eis.2reconv.] hierop twee aan [eis.conv./gedn.reconv.] toebehorende deuren heeft gepakt, welke stonden opgesteld tegen een muurtje tussen de beide huizen in. [ged.2conv./eis.2reconv.] heeft deze deuren blijkens de voornoemde verklaringen op de oprit(ten) op de grond gelegd dan wel gegooid. Over wat er hierna is gebeurd, lopen de verklaringen uiteen.
2.6. Allereerst is de vraag aan de orde of, zoals (een deel van) de eerste bewijsopdracht in conventie luidt, [ged.2conv./eis.2reconv.] [eis.1conv./ged.1reconv.] op diens hoofd heeft geslagen. [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft, in het kader van de aan [eis.conv./gedn.reconv.] op dit punt gegeven bewijsopdracht, als getuige verklaard dat hij - nadat hij naar buiten was gekomen - heeft geprobeerd de op de grond liggende deuren weer rechtop te zetten waarbij hij door [ged.2conv./eis.2reconv.] met een stok op zijn achterhoofd is geslagen. De lezing dat [eis.1conv./ged.1reconv.] door [ged.2conv./eis.2reconv.] (met een stok) op zijn hoofd is geslagen wordt echter enkel ondersteund door de getuigenverklaring van [eis.1conv./ged.1reconv.] zelf. [ged.2conv./eis.2reconv.] en [getuige2] verklaren dat [eis.1conv./ged.1reconv.], nadat [ged.2conv./eis.2reconv.] de deuren tegen de grond gewerkt had, met een plank in zijn handen zijn woning uit is komen rennen, waarna hij [ged.2conv./eis.2reconv.] direct begon te slaan met deze plank. Beiden verklaren uitdrukkelijk dat [eis.1conv./ged.1reconv.] niet (eerst) door [ged.2conv./eis.2reconv.] op zijn hoofd is geslagen. [ged.1conv./eis.1reconv.] en [betrokkene1] hebben vanuit hun posities niets kunnen zien van dit voorval. [eis.2conv./ged.2reconv.] heeft tijdens haar getuigenverklaring uiteindelijk verklaard niet gezien te hebben dat haar echtgenoot geslagen is door [ged.2conv./eis.2reconv.].
Daar komt nog bij dat de lezing van [eis.1conv./ged.1reconv.], dat hij terwijl hij de deuren, welke volgens hem - blijkens zijn verklaring en de daaraan gehechte tekening - in de lengterichting vanaf de garages op de oprit(ten) lagen, rechtop probeerde te zetten, over de deuren heen door [ged.2conv./eis.2reconv.] werd geslagen, wat betreft de positie van de deuren weersproken wordt door hetgeen [ged.2conv./eis.2reconv.] en [eis.2conv./ged.2reconv.] daarover verklaren en de inhoud van het als productie 14 bij de conclusie van antwoord in conventie gevoegde proces-verbaal van bevindingen van de ter plaatse gekomen politie. In deze verklaringen en het proces-verbaal van bevindingen is immers aangegeven dat de deuren niet in de lengte op de oprit(ten) lagen, maar op de smalle lange zijkant (de schanierkant), dus in de breedte, tegen de garages stonden dan wel daarvoor lagen.
Gelet op bovenstaande zijn [eis.conv./gedn.reconv.] niet geslaagd in het door hen te leveren bewijs dat [eis.1conv./ged.1reconv.] door [ged.2conv./eis.2reconv.] op zijn hoofd is geslagen.
2.7. Vervolgens is - chronologisch gezien - het slaan van [ged.2conv./eis.2reconv.] door [eis.1conv./ged.1reconv.] aan de orde. [ged.2conv./eis.2reconv.] heeft in het kader van de aan [gedn.conv./eis.reconv.] in reconventie gegeven bewijsopdracht dat [eis.1conv./ged.1reconv.] [ged.2conv./eis.2reconv.] tot vier maal toe met een plank heeft geslagen, verklaard dat [eis.1conv./ged.1reconv.] naar buiten is komen stormen met een plank in zijn handen en dat hij haar daarmee direct op haar linkerheup heeft geslagen. [ged.2conv./eis.2reconv.] heeft verklaard dat zij, nadat zij twee keer is geslagen [ged.1conv./eis.1reconv.] heeft geroepen, waarna zij nog een keer of twee, drie - in totaal dus vier of vijf keer - is geslagen door [eis.1conv./ged.1reconv.]. [ged.1conv./eis.1reconv.] heeft verklaard dat hij - terwijl hij in reactie op het feit dat hij [ged.2conv./eis.2reconv.] hoorde roepen dat zij werd geslagen, richting [ged.2conv./eis.2reconv.] en [eis.1conv./ged.1reconv.] liep - heeft gezien dat [eis.1conv./ged.1reconv.] [ged.2conv./eis.2reconv.] (nog) meerdere keren heeft geslagen met een plank.
Tegenover de verklaringen van [ged.2conv./eis.2reconv.] en [ged.1conv./eis.1reconv.] staan de door [eis.1conv./ged.1reconv.] en [eis.2conv./ged.2reconv.] op dit punt afgelegde verklaringen. Zowel [eis.1conv./ged.1reconv.] als [eis.2conv./ged.2reconv.] verklaren dat [eis.1conv./ged.1reconv.] [ged.2conv./eis.2reconv.] slechts éénmaal met een stok geslagen heeft. [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft verklaard dat dit is gebeurd in reactie op het feit dat [ged.2conv./eis.2reconv.] hem met een stok op zijn hoofd geslagen zou hebben, zoals reeds besproken onder rov. 2.6. [eis.2conv./ged.2reconv.] heeft uiteindelijk niet veel meer verklaard dan dat [eis.1conv./ged.1reconv.] [ged.2conv./eis.2reconv.] één keer geslagen heeft. [betrokkene1] heeft niets gezien over dit gedeelte van de gebeurtenissen.
De verklaringen van [ged.2conv./eis.2reconv.] en [ged.1conv./eis.1reconv.], welke ten aanzien van dit onderdeel als partijgetuigenverklaringen in de zin van artikel 164 lid 2 Rv moeten worden gezien, worden ondersteund door de verklaring van getuige [getuige2]. [getuige2] heeft verklaard dat [eis.1conv./ged.1reconv.], een paar tellen nadat [ged.2conv./eis.2reconv.] de deuren op de grond had gelegd, naar buiten kwam stormen met een plank in zijn hand waarmee hij [ged.2conv./eis.2reconv.] gelijk begon te slaan. Volgens [getuige2] gebeurde dit een keer of vier, vijf.
Getuige [getuige2] is de overbuurvrouw van beide partijen die het hele gebeuren vanaf haar oprit en vervolgens vanuit haar woning heeft waargenomen. [getuige2] is op de rechtbank betrouwbaar overgekomen en heeft in tegenstelling tot de andere getuigen geen belang bij de uitkomst van deze procedure. De verklaring van [getuige2] is gedetailleerd en komt overeen met die van [ged.2conv./eis.2reconv.] en [ged.1conv./eis.1reconv.]. Er is naar het oordeel van de rechtbank echter geen reden om aan te nemen dat [getuige2] haar verklaring na afstemming met [gedn.conv./eis.reconv.] heeft afgelegd, zoals gesuggereerd door [eis.conv./gedn.reconv.] Uit de verklaringen van [ged.2conv./eis.2reconv.], [ged.1conv./eis.1reconv.] en [getuige2] blijkt immers dat [gedn.conv./eis.reconv.] er pas maanden na het incident achter zijn gekomen dat [getuige2] al direct na het incident een verklaring had afgelegd bij de politie. Gelet hierop en op het feit dat de door van [getuige2] als getuige afgelegde verklaring overeenkomt met haar eerder bij de politie afgelegde verklaring, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [getuige2] aangemerkt kan worden als aanvullend bewijs dat zodanig sterk is en zodanig essentiële punten betreft dat zij de partijgetuigenverklaringen van [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.] voldoende geloofwaardig maakt. De rechtbank acht op grond hiervan bewezen dat [eis.1conv./ged.1reconv.] direct nadat hij naar buiten is gekomen, [ged.2conv./eis.2reconv.] meermalen met een plank heeft geslagen. De rechtbank acht niet exact bewezen hoe vaak dit slaan heeft plaatsgevonden, maar acht wel bewezen dat het slaan meermalen heeft plaatsgevonden. Het slaan van een ander is in beginsel onrechtmatig zodat [gedn.conv./eis.reconv.] zijn geslaagd in het aan hen op dit punt opgedragen bewijs.
2.8. Het door [eis.conv./gedn.reconv.] gedane beroep op noodweer zal, gelet op hetgeen hiervoor is beslist, worden verworpen. Nu niet bewezen is dat [eis.1conv./ged.1reconv.] eerst door [ged.2conv./eis.2reconv.] is geslagen en de rechtbank er van uitgaat dat [eis.1conv./ged.1reconv.] direct nadat hij naar buiten is gekomen [ged.2conv./eis.2reconv.] meermalen heeft geslagen, was het door [eis.1conv./ged.1reconv.] uitgeoefende geweld niet noodzakelijk ter verdediging tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van zichzelf of een ander.
2.9. [eis.conv./gedn.reconv.] hebben vervolgens in conventie bewijs opgedragen gekregen van hun stelling dat [ged.1conv./eis.1reconv.] [eis.1conv./ged.1reconv.] met een stok op diens arm heeft geslagen. [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft ten bewijze hiervan verklaard dat [ged.1conv./eis.1reconv.] - nadat [ged.2conv./eis.2reconv.] om hulp had geroepen - aan kwam rennen met een stok, dat [ged.1conv./eis.1reconv.] deze stok ophief en één klap uitdeelde waarbij hij hem ([eis.1conv./ged.1reconv.]) - die zich afweerde door zijn arm voor zijn gezicht te houden - op zijn arm raakte. Ook [eis.2conv./ged.2reconv.] heeft verklaard dat zij heeft gezien dat [ged.1conv./eis.1reconv.] [eis.1conv./ged.1reconv.] op diens hoofd probeerde te slaan en hem uiteindelijk - omdat [eis.1conv./ged.1reconv.] zich afweerde - raakte op diens arm.
[ged.2conv./eis.2reconv.] heeft verklaard dat zij niet heeft gezien wat er tussen [eis.1conv./ged.1reconv.] en [ged.1conv./eis.1reconv.] is gebeurd. Wel verklaart zij aan dat zij er - gelet op het feit dat [eis.1conv./ged.1reconv.] na afloop een gebroken arm had - bij haar verklaring ter comparitie vanuit is gegaan dat [eis.1conv./ged.1reconv.] door [ged.1conv./eis.1reconv.] geslagen is. Ook [ged.1conv./eis.1reconv.] heeft verklaard dat hij niet meer weet of hij [eis.1conv./ged.1reconv.] geslagen heeft. Hij heeft verklaard dat hij bij [eis.1conv./ged.1reconv.] de plank die hij ([eis.1conv./ged.1reconv.]) in zijn handen had, afhandig heeft gemaakt. Voorts heeft hij verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren dat hij [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft geslagen, maar dat dit wel zo gebeurd moet zijn omdat [eis.1conv./ged.1reconv.] een gebroken arm heeft opgelopen.
[betrokkene1] heeft niets gezien en [getuige2] weet zich alleen nog te herinneren dat de mannen [[eis.1conv./ged.1reconv.] en [ged.1conv./eis.1reconv.]] met elkaar begonnen te vechten nadat [ged.1conv./eis.1reconv.] zijn vrouw [[ged.2conv./eis.2reconv.]] was komen helpen.
Aangezien [eis.1conv./ged.1reconv.] en [eis.2conv./ged.2reconv.] verklaren dat [ged.1conv./eis.1reconv.] [eis.1conv./ged.1reconv.] (met een plank) op diens arm heeft geslagen en dit in de overige verklaringen, ook door [ged.1conv./eis.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.] zelf, niet wordt tegengesproken, acht de rechtbank bewezen dat [ged.1conv./eis.1reconv.] - nadat hij tussenbeide is gekomen tussen [eis.1conv./ged.1reconv.] en [ged.2conv./eis.2reconv.] - [eis.1conv./ged.1reconv.] éénmaal op diens arm heeft geslagen. Het slaan van een ander is in beginsel onrechtmatig zodat [eis.conv./gedn.reconv.] zijn geslaagd in het aan hen op dit punt opgedragen bewijs.
2.10. Nu [eis.conv./gedn.reconv.] zijn geslaagd in het aan hen opgedragen bewijs dat [ged.1conv./eis.1reconv.] onrechtmatig jegens [eis.1conv./ged.1reconv.] heeft gehandeld door hem op diens arm te slaan, ligt vervolgens de vraag voor of [gedn.conv./eis.reconv.] er in zijn geslaagd feiten en omstandigheden te bewijzen die hun beroep op noodweer dan wel eigen schuld rechtvaardigen. De rechtbank zal eerst het beroep op noodweer bespreken en vervolgens -indien nodig - het beroep op eigen schuld.
2.11. Uit hetgeen eerder is beslist volgt dat [ged.2conv./eis.2reconv.] - terwijl zij door [eis.1conv./ged.1reconv.] werd geslagen - [ged.1conv./eis.1reconv.] om hulp heeft geroepen waarop [ged.1conv./eis.1reconv.], zo staat op basis van de verschillende verklaringen wel vast, is gekomen om [ged.2conv./eis.2reconv.] te ontzetten. [ged.1conv./eis.1reconv.] heeft terwijl hij naar [ged.2conv./eis.2reconv.] toeliep gezien dat [ged.2conv./eis.2reconv.] (wederom) meerdere malen door [eis.1conv./ged.1reconv.] werd geslagen. De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hierboven weergegeven omstandigheden sprake is geweest van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van [ged.2conv./eis.2reconv.] door [eis.1conv./ged.1reconv.]. Mogelijk is op het moment dat [ged.1conv./eis.1reconv.] [ged.2conv./eis.2reconv.] wilde ontzetten eveneens sprake geweest van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van [ged.1conv./eis.1reconv.], dit komt echter onvoldoende naar voren uit de verklaringen. Of [ged.1conv./eis.1reconv.] evenwel ter verdediging van [ged.2conv./eis.2reconv.] dan wel zichzelf heeft gehandeld bij het uitdelen van de klap aan [eis.1conv./ged.1reconv.] blijkt niet uit de verklaringen. [ged.1conv./eis.1reconv.] herinnert zich niet meer wat er tussen hem en [eis.1conv./ged.1reconv.] gebeurd is omdat hij - naar hij zelf verklaart - vol zat met adrenaline. [ged.2conv./eis.2reconv.] verklaart dat zij heeft gezien dat [ged.1conv./eis.1reconv.] is geslagen door [eis.1conv./ged.1reconv.], wat er daarna is gebeurd - en waarom en in reactie waarop [ged.1conv./eis.1reconv.] dus teruggeslagen zou hebben - weet (ook) zij niet. Gelet hierop zijn [gedn.conv./eis.reconv.] niet geslaagd in het aan hen opgedragen bewijs van hun beroep op noodweer.
2.12. Dan is het beroep op eigen schuld van [gedn.conv./eis.reconv.] aan de orde. Alvorens de rechtbank daarover gaat oordelen, overweegt zij dat in het kader van de mogelijk aan de orde komende billijkheidscorrectie de aard en de ernst van het letsel relevant is. Daarover hebben [eis.conv./gedn.reconv.] nog geen informatie verstrekt. [eis.conv./gedn.reconv.] krijgen de gelegenheid bij akte medische informatie in het geding te brengen waaruit de aard, ernst en omvang van het letsel aan de arm van [eis.1conv./ged.1reconv.] blijkt. [gedn.conv./eis.reconv.] mogen daarop vervolgens bij akte reageren.
2.13. Al het voorgaande leidt er in conventie in de eerste plaats toe dat de vordering van [eis.conv./gedn.reconv.] voor zover deze ziet op onrechtmatig handelen door [ged.2conv./eis.2reconv.] te zijner tijd bij eindvonnis, zal worden afgewezen. Voorts zullen partijen zich, ter beoordeling van de mogelijk aan de orde zijnde billijkheidscorrectie uit moeten laten over het letsel aan de arm van [eis.1conv./ged.1reconv.], zoals verwoord in rov. 2.12.
2.14. In reconventie geldt als volgt. Nu [gedn.conv./eis.reconv.] zijn geslaagd in het aan hen opgedragen bewijs dat [eis.1conv./ged.1reconv.] [ged.2conv./eis.2reconv.] meermalen met een plank geslagen heeft (rov. 2.7) en het beroep van [eis.conv./gedn.reconv.] op noodweer wordt verworpen, zal de vordering van [gedn.conv./eis.reconv.] in reconventie, te zijner tijd bij eindvonnis, worden toegewezen.
2.15. [gedn.conv./eis.reconv.] hebben vergoeding van de als gevolg van het slaan door [eis.1conv./ged.1reconv.] geleden schade gevorderd. Hun vordering bestaat uit een bedrag van € 750,00 aan immateriële schade en een bedrag van € 50,00 aan materiële schade in verband met een als gevolg van het slaan door [eis.1conv./ged.1reconv.] vernielde spijkerbroek. [eis.conv./gedn.reconv.] betwisten dat de spijkerbroek van [ged.2conv./eis.2reconv.] door het handelen van [eis.1conv./ged.1reconv.] beschadigd is geraakt.
De - niet betwiste - vordering tot immateriële schadevergoeding zal te zijner tijd bij eindvonnis worden toegewezen. De rechtbank neemt hierbij tot uitgangspunt dat het meermalen slaan van een ander met een stok een inbreuk vormt op de lichamelijke integriteit van die ander. Dat hierdoor immateriële schade is geleden acht de rechtbank aannemelijk, het door [gedn.conv./eis.reconv.] gevorderde bedrag is naar het oordeel van de rechtbank reëel. Ook de vordering tot materiële schadevergoeding zal, bij eindvonnis, worden toegewezen. Weliswaar betwisten [eis.conv./gedn.reconv.] dat [eis.1conv./ged.1reconv.] door het slaan van [ged.2conv./eis.2reconv.] schade heeft toegebracht aan haar spijkerbroek, uit het in het geding gebrachte proces-verbaal van bevindingen van de politie van 20 juli 2009 en de daarbij gevoegde foto’s blijkt evenwel dat sprake was van een winkelhaak in de spijkerbroek en daarmee dus van schade. Het gevorderde bedrag van € 50,00 lijkt de rechtbank alleszins redelijk ter vergoeding van deze schade en zal daarom eveneens worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over het bedrag van € 800,00 is - onbetwist - toewijsbaar vanaf 20 juli 2009.
2.16. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie
3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 10 november 2010 voor het nemen van een akte als bedoeld onder rov. 2.12 vermeld eerst aan de zijde van [eis.conv./gedn.reconv.],
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
in reconventie
3.3. houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2010.