ECLI:NL:RBARN:2010:BO4041
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.W. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Incidentiële vordering tot oproeping in vrijwaring in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 10 november 2010 uitspraak gedaan in een incident waarbij Deylenoord B.V. een vordering heeft ingesteld tegen [ged.hfdz./eis.inc.]. Deylenoord vordert onder andere een verklaring voor recht dat [ged.hfdz./eis.inc.] onrechtmatig heeft gehandeld en schadeplichtig is, met een schadevergoeding van € 2.520.871,= en € 165.445,30 aan advocaatkosten. In het incident heeft [ged.hfdz./eis.inc.] verzocht om vier partijen in vrijwaring op te roepen, te weten Maatschap Haeghof, Stichting Bewaarder Haeghof, Phaedra Investment Group B.V. en Beleggings- en Beheersmaatschappij Dornick B.V. De rechtbank heeft geoordeeld dat er vooralsnog geen zodanige vertraging te verwachten is in de hoofdzaak dat het belang van [ged.hfdz./eis.inc.] bij de incidentele vordering zou moeten wijken voor het belang van Deylenoord bij voortprocederen. De rechtbank heeft de incidentele vordering toegewezen en bepaald dat de genoemde partijen door [ged.hfdz./eis.inc.] moeten worden gedagvaard op de terechtzitting van 22 december 2010. De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak.