ECLI:NL:RBARN:2010:BO8185
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F. Gielissen
- D.R. Sonnevelt
- H.T. Wagenaar
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsvordering in strafzaak met wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 17 december 2010 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering die was ingediend door de officier van justitie. De vordering betrof het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor verduistering. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag van € 59.247,61 zou vaststellen als het wederrechtelijk verkregen voordeel en de veroordeelde zou verplichten dit bedrag aan de Staat te betalen. Tijdens de zitting op 3 december 2010 heeft de officier van justitie verzocht om de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, maar dit bedrag werd in mindering gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel, waardoor de officier van justitie stelde dat het voordeel op nihil moest worden vastgesteld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het eerdere strafvonnis, waarin de veroordeelde was gestraft met een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een werkstraf. De rechtbank heeft de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel beoordeeld en vastgesteld dat de benadeelde partij in totaal € 73.011,31 was toegekend. Gezien artikel 36e, lid 6 van het Wetboek van Strafrecht, werden deze bedragen in mindering gebracht op het behaalde voordeel, wat leidde tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel op nihil moest worden gesteld.
De verdediging heeft diverse argumenten aangevoerd om de vordering van de officier van justitie te weerleggen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de eerder in de hoofdzaak aangevoerde verweren voldoende waren behandeld. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten, maar dat het te betalen bedrag aan de Staat op nihil werd gesteld. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de zitting.