zaaknummer / rolnummer: 207680 / KG ZA 10-706
Vonnis in kort geding van 10 december 2010
de stichting
STICHTING MULTICULTURELE DAGVERZORGING (SMD),
gevestigd te Nijmegen,
eiseres,
advocaat mr. B.P.J.M.L. Vliexs te Nijmegen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VGZ ZORGKANTOOR B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. G.R.J. de Groot te Den Haag.
Partijen zullen hierna SMD en VGZ Zorgkantoor genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding tegen de Stichting Zorgkantoor VGZ
- de vrijwillige verschijning van partijen
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van SMD
- de pleitnota van VGZ Zorgkantoor.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De zorgverzekeraars zijn belast met de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
2.2. Verbindings-/zorgkantoren hebben krachtens aanwijzing bij beschikking van de Staatssecretaris van VWS van 11 november 2008 (Stcrt. 2008, 232) een administratieve taak bij de uitvoering van de AWBZ, maar zijn in de praktijk op grond van een mandaat- en volmachtverlening/overeenkomst belast met de nagenoeg integrale uitvoering van de AWBZ ten behoeve van de zorgverzekeraars.
2.3. VGZ Zorgkantoor is het verbindings-/zorgkantoor (hierna: zorgkantoor) voor de regio Nijmegen.
2.4. SMD is een zorgaanbieder.
2.5. SMD heeft zich ingeschreven voor de verlening van zorg in 2011 in de regio Nijmegen. Daartoe heeft SMD op 28 juli 2010 een aanvraagformulier AWBZ overeenkomst 2011 met bijlagen ingediend bij VGZ Zorgkantoor.
2.6. Bij brief van 31 augustus 2010 heeft VGZ Zorgkantoor SMD medegedeeld geen overeenkomst met SMD te zullen aangaan omdat SMD heeft nagelaten haar statuten over te leggen.
2.7. Bij brief van 8 september 2010 (“verzoekschrift c.q. bezwaarschrift”) heeft SMD als bijlage haar statuten opgestuurd aan VGZ Zorgkantoor en VGZ Zorgkantoor verzocht haar beslissing te herzien, omdat zij van mening is dat de beslissing “kennelijk in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en met name het zorgvuldigheids¬beginsel en het motiveringsbeginsel tot stand is gekomen”. Deze brief vermeldt voorts:
“SMD bestrijdt dat zij bij de aanvraag geen kopie van haar statuten heeft meegestuurd.
Dit wordt bevestigd uit de administratie van SMD. En zelfs indien SMD geen statuten zou hebben meegestuurd hetgeen bestreden wordt, mocht uw zorgkantoor er redelijkerwijs ervan uitgaan dat er wel statuten van SMD aanwezig zijn. Dit zou mogen worden afgeleid van de meegestuurde kopie toelating door het ministerie van VWS. Zonder statuten zou er geen toelating afgegeven zijn. Ook uit het aan u gegeven KvK nummer 09193507 van SMD kan uw zorgkantoor dit bij de KvK inzien. Het zou een kleine moeite zijn om aan SMD dit alsnog te vragen.”
2.8. VGZ Zorgkantoor heeft in een brief van 5 oktober 2010 SMD bericht dat zij haar beslissing niet zal herzien. Deze brief vermeldt, voor zover van belang, het volgende:
“Wij volharden in het feit dat de statuten niet bij de offerte zijn bijgevoegd. Bij uw bezwaarschrift heeft u de statuten alsnog toegestuurd, echter dit is na het sluiten van de offertetermijn en dus niet tijdig.
Het zorgkantoor (…) zal niet terugkomen op haar beslissing zoals vermeld in de brief van 31 augustus 2010.”
2.9. Bij brief van haar advocaat van 21 oktober 2010 heeft SMD VGZ Zorgkantoor nogmaals verzocht de beslissing te herzien en toe te zeggen met haar voor het jaar 2011 een zorgovereenkomst aan te gaan.
2.10. VGZ Zorgkantoor heeft daarop in een brief van 26 oktober 2010, voor zover van belang, als volgt gereageerd:
“Uw cliënte heeft een onvolledige inschrijving bij het zorgkantoor aangeleverd. De statuten ontbreken. In lijn met de procedure met betrekking tot het doen van inschrijvingen zijn de onvolledige inschrijving van aanbieders en dus ook die van uw cliënte niet door het zorgkantoor in behandeling genomen.
Het zorgkantoor heeft naar aanleiding van uw brief geheel onverplicht de inschrijving van uw cliënte inhoudelijk beoordeeld. De inschrijving die uw cliënte heeft ingediend is ook op andere punten onvolledig dan wel onvoldoende voor het sluiten van een overeenkomst.
De inschrijving voldoet ten aanzien van de diensten die uw cliënte wil aanbieden niet aan de eisen die voortvloeien uit het inkoopbeleid van het zorgkantoor, zie Klant aan het roer 2011, het regionaal inkoopplan 2011 en het offertemodel. Ten aanzien van de zorg die uw cliënte voornemens is/was aan te bieden, in casu dagactiviteiten, dient een zorgaanbieder aan te tonen/toe te lichten welke nieuwe of bijzondere doelgroepen zij wil en kan bereiken en welke meerwaarde dit heeft. Op dit punt geeft uw cliënte onvoldoende toelichting. Ook is in dit verband afstemming met de gemeente, vanwege het raakvlak met de WMO, van groot belang. Uit de inschrijving van uw cliënte blijkt niet dat afstemming met de gemeente of gemeenten waarin de diensten door uw cliënte worden aangeboden heeft plaatsgevonden. Daarnaast ontbreekt een duidelijk tarief, alsmede informatie over de omvang van de door uw cliënte te leveren diensten. (…)
Op grond van het bovenstaande handhaaft het zorgkantoor haar eerdere standpunt. Het zorgkantoor zal niet aan uw verzoek tegemoet komen.”
3.1. SMD vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, VGZ Zorgkantoor te gebieden met haar een zorgovereenkomst voor het jaar 2011 aan te gaan.
3.2. SMD stelt dat de handelwijze van VGZ Zorgkantoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en dat elke gerechtvaardigde grond tot het handhaven van de afwijzing jegens SMD ontbreekt. SMD stelt een spoedeisend belang te hebben omdat zij door het uitblijven van een zorgovereenkomst voor 2011 grote financiële schade lijdt.
3.3. VGZ Zorgkantoor voert verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Partijen zijn het erover eens dat in de uitgebrachte dagvaarding de verkeerde rechtspersoon, te weten de Stichting Zorgkantoor VGZ, is gedagvaard, omdat niet de Stichting Zorgkantoor VGZ maar VGZ Zorgkantoor B.V. het zorgkantoor voor de regio Nijmegen is, dat ingevolge de toepasselijke regelgeving namens de zorgverzekeraars contracteert met zorgaanbieders.
4.2. Nu VGZ Zorgkantoor vrijwillig in het kort geding is verschenen kan de behandeling van de onderhavige zaak tegen VGZ Zorgkantoor B.V. als gedaagde worden voortgezet. De vordering tegen de Stichting Zorgkantoor VGZ is ter zitting ingetrokken.
4.3. Het spoedeisend belang van SMD vloeit in voldoende mate voort uit haar stellingen en standpunten.
4.4. VGZ Zorgkantoor heeft allereerst het verweer gevoerd dat SMD niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat SMD niet haar in rechte moet betrekken maar de zorgverzeke¬raars, nu zij als zorgkantoor niet voor zichzelf contracteert maar uitsluitend optreedt als vertegenwoordiger van de zorgverzekeraars.
4.5. Het betoog van VGZ Zorgkantoor dat SMD in haar vordering niet-ontvankelijk is wordt verworpen. Onbetwist is gesteld dat een zorgkantoor slechts als gevolmachtigde namens de zorgverzekeraars in het kader van de uitvoering van de AWBZ zorgovereen¬komsten aangaat met zorgaanbieders. De ingestelde vordering van SMD strekt echter ertoe VGZ Zorgkantoor te gebieden met SMD een zorgovereenkomst voor 2011 aan te gaan. Daarmee wordt dus bedoeld dat VGZ Zorgkantoor in eigen naam een zorgovereenkomst aangaat met SMD. Die vordering is reeds daarom niet toewijsbaar omdat een dergelijke vordering gericht moet zijn tegen de zorgverzekeraars zelf. De ingestelde vordering houdt echter als het mindere in een veroordeling van VGZ Zorgkantoor om als gevolmachtigde van de zorgverzekeraars tussen de zorgverzekeraars en SMD een zorgovereenkomst voor 2011 tot stand te brengen. Die vordering is niet per definitie niet toewijsbaar. De toewijs¬baar¬heid van die vordering zal dan ook in het onderhavige kort geding worden beoordeeld.
4.6. De voorzieningenrechter constateert dat aanvankelijk de discussie tussen partijen ging over het ontbreken van de statuten van SMD bij de door haar ingediende aanvraag op 28 juli 2010. Die discussie is achterhaald omdat er gelegenheid is geboden de statuten alsnog over te leggen, hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd. Nu dat formele beletsel weg was stond het VGZ Zorgkantoor vrij de aanvraag van SMD alsnog inhoudelijk te beoor¬delen. Die beoordeling heeft plaatsgevonden in de laatste brief van VGZ Zorgkantoor van 26 oktober 2010. Die brief behelst een aantal gronden tot afwijzing. Die gronden heeft VGZ Zorgkantoor ter zitting nog verder uitgewerkt en aangescherpt.
4.7. Ter beoordeling staat dan ook de vraag of de aanvraag c.q. het verzoek van SMD om met haar een zorgovereenkomst voor het haar 2011 aan te gaan voldeed aan de eisen die VGZ Zorgkantoor daaraan stelde. Die eisen waren te kennen uit de documentatie van VGZ Zorgkantoor inzake “contractering en zorginkoop”, hierna het contracteerbeleid te noemen, en waarin besloten ligt een uitnodiging van VGZ Zorgkantoor aan zorgaanbieders tot het doen van een aanbod voor het aangaan van een zorgovereenkomst. Die documentatie is door VGZ Zorgkantoor overgelegd en was ook te vinden op de website van VGZ Zorgkantoor. SMD heeft dat ook niet bestreden. SMD dient dan ook bekend te worden verondersteld met het contracteerbeleid van VGZ Zorgkantoor. VGZ Zorgkantoor stond het ook vrij in het kader van het contracteer¬beleid om die eisen te stellen, ook al stellen andere zorgkantoren andere en wellicht soepelere eisen.
4.8. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het contractsverzoek van SMD tenminste op drie punten niet voldeed aan de eisen die VGZ Zorgkantoor daaraan in zijn contracteerbeleid stelde.
4.9. Ten eerste is niet voldaan aan de eisen van de Zorgbrede Governancecode. Deze code stelt eisen aan het bestuur van en het toezicht op zorginstellingen. Eén van de eisen
die uit deze code voortvloeit is dat een zorgaanbieder moet beschikken over een raad van toezicht. Daaraan is niet voldaan nu SMD geen raad van toezicht heeft. Dat de stichting Multiculturele Zorggroep die bestuurder is van SMD wel een raad van toezicht zou hebben, en daarmee SMD dat indirect ook zou hebben, doet daaraan niet af, nu onbetwist is gesteld dat door VGZ Zorgkantoor de eis wordt gesteld van het beschikken over een directe raad van toezicht door de verzoekende zorgaanbieder zelf.
4.10. Ten tweede blijkt uit het contracteerbeleid van VGZ Zorgkantoor dat een zorgaanbieder een offerte voor het verlenen van zorg moet indienen conform het daarin genoemde offerteformulier 2011. In het offerteformulier moet het contractsverzoek worden onderbouwd, waarin aangegeven moet worden welke zorg, in welke hoeveelheden en tegen welke prijzen wordt aangeboden. De offerte vormt dus een essentieel onderdeel van het contractsverzoek. SMD heeft geen offerte ingediend zodat aan haar contractsverzoek een wezenlijk gebrek kleeft. Ook los van dat offerteformulier mag van een zorgaanbieder in redelijkheid worden verwacht dat hij bij zijn contractsverzoek concretiseert welke diensten, in welke omvang en tegen welke tarieven hij wil aanbieden. Dat moet ook voor SMD duidelijk zijn geweest, nu die eis onmiskenbaar voortvloeit uit het contracteerbeleid van VGZ Zorgkantoor en overigens ook uit de grondbeginselen van het contractenrecht. SMD heeft echter ook een dergelijk concreet aanbod niet gedaan. Zij heeft alleen maar een ondernemingsplan, dat onvoldoende specifieke informatie bevat, overgelegd waaruit kennelijk het aanbod moest worden afgeleid. VGZ Zorgkantoor was niet gehouden daarop in te gaan.
4.11. Ten derde blijkt uit het contracteerbeleid van VGZ Zorgkantoor dat een zorg¬aanbieder in het contractsverzoek moet aangeven hoe hij wil voldoen aan de doelstellingen en aandachtspunten die worden genoemd in dat beleid. Vereist is dat een concreet plan van aanpak op gemeenteniveau wordt overgelegd. VGZ Zorgkantoor heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat in het ondernemingsplan van SMD geen voldoende concreet plan van aanpak in bovenbedoelde zin is te vinden.
4.12. Uit het voorgaande volgt dat VGZ Zorgkantoor bij gebreke van een aanbod van SMD dat voldeed aan de door VGZ Zorgkantoor gestelde eisen in haar contracteerbeleid, in redelijkheid heeft kunnen weigeren het contractsverzoek van SMD te aanvaarden en een zorgovereenkomst voor het jaar 2011 tussen SMD en de zorgverzekeraars tot stand te brengen. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.13. SMD zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van VGZ Zorgkantoor worden begroot op:
- vast recht € 560,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.376,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vordering af,
5.2. veroordeelt SMD in de proceskosten, aan de zijde van VGZ Zorgkantoor tot op heden begroot op € 1.376,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Siragedik op 10 december 2010.