ECLI:NL:RBARN:2010:BP0075

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
15 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
197979
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van assurantietussenpersoon voor schade door niet verkregen verzekeringspolis

In deze zaak vorderde eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.L. van Korlaar van Blijenburgh, dat de coöperatie u.a. COOPERATIEVE RABOBANK BOMMELERWAARD U.A. aansprakelijk werd gesteld voor de schade die zij had geleden door het niet verkrijgen van een verzekeringspolis bij N.V. Interpolis BTL. Eiseres had op 1 december 2004 een SpaarZeker-verzekering afgesloten, waarvan de rechten waren verpand aan de hypotheeknemer, Rabobank. Tijdens een bespreking op 22 februari 2008 werd overeengekomen om de verzekering te wijzigen, maar door een rekenfout van de tussenpersoon werd de wijziging niet correct doorgevoerd. Eiseres had een bedrag van € 5.000,- gestort, maar de gewijzigde verzekering werd niet gerealiseerd. De rechtbank moest beoordelen of Rabobank tekort was geschoten in haar zorgplicht als assurantietussenpersoon. De rechtbank oordeelde dat Rabobank niet de verplichting had om de beoogde verzekering tot stand te brengen, maar dat zij wel tekort was geschoten in haar zorgplicht door de schade die eiseres had geleden niet tijdig te verhelpen. De zaak werd aangehouden voor verdere schadeberekening.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 197979 / HA ZA 10-512
Vonnis van 15 december 2010
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. A.L. van Korlaar van Blijenburgh te Hedel,
tegen
de coöperatie u.a.
COOPERATIEVE RABOBANK BOMMELERWAARD U.A.,
gevestigd te Zaltbommel,
gedaagde,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Rabobank genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 augustus 2010
- het proces-verbaal van comparitie van 10 november 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] heeft via Rabobank met ingang van 1 december 2004 een SpaarZeker-verzekering bij N.V. Interpolis BTL te Tilburg (hierna te noemen Interpolis) afgesloten. Deze verzekering heeft een looptijd van 30 jaar met een eindkapitaal van € 75.000,-. De rechten uit deze verzekering zijn verpand aan de hypotheeknemer Rabobank. [eiseres] betaalde aan Interpolis een premie van € 128,68 per maand.
2.2. In de op de verzekeringsovereenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden staat onder meer vermeld:
“Wijziging van de verzekering
Als u de verzekering wilt wijzigen, kunt u dat uitsluitend schriftelijk aan ons doorgeven. Van iedere wijziging in de verzekering geven wij een nieuwe polis af. Is deze polis naar uw mening niet juist, dan hebt u zes weken de tijd om hierop te reageren. Als wij binnen deze periode geen reactie van u hebben ontvangen, hebt u stilzwijgend ingestemd met de juistheid van de polis. De vorige polis is daarmee automatisch vervallen.”
2.3. In de op de verzekeringsovereenkomst van toepassing zijnde “Productvoorwaarden SpaarZeker Verzekering” staat onder meer vermeld:
“U kunt de volgende wijzigingen op deze verzekering aanbrengen:
• Een tweede verzekerde toevoegen of verwijderen. Eén van de bij aanvang van de verzekering aanwezige verzekerden moet steeds verzekerd blijven;
• Een aanvullend of overlijdenskapitaal wijzigen, toevoegen of verwijderen;
• De looptijd van de verzekering verlengen of verkorten.
Voor deze wijzigingen gelden dezelfde acceptatievoorwaarden als voor een op dat moment nieuw te sluiten verzekering. Als het overlijdensrisico van deze verzekering is verhoogd, geldt het verhoogde deel als een op de dag van de verhoging ingegane nieuwe verzekering.”
2.4. Op 22 februari 2008 heeft de heer P. [betrokkene] (hierna te noemen [betrokkene]) van Rabobank in een gesprek met [eiseres] voorgesteld om de verzekering te wijzigen. De uitwerking ervan heeft hij ter plekke met behulp van een computerprogramma uitgerekend. De looptijd zou worden verkort tot 25 jaar en het eindkapitaal verhoogd naar € 143.600,-. De maandelijkse premie heeft [betrokkene] toen berekend op € 169,48. [eiseres] diende daarnaast in maart 2008 € 5.000,- en in 2009 een bedrag van € 3.000,- te storten. [eiseres] heeft dit voorstel geaccepteerd.
2.5. Rabobank heeft bij brief van 28 februari 2008 aan [eiseres] een drietal mutatieformulieren gezonden met het verzoek om deze ondertekend te retourneren. Voorts is haar verzocht om voor 6 maart 2008 het bedrag van € 5.000,- te storten.
2.6. Bij brief van 11 maart 2008 heeft Rabobank aan [eiseres] verzocht om nog een mutatieformulier in te vullen en te retourneren.
2.7. [eiseres] heeft alle mutatieformulieren ondertekend en geretourneerd, alsmede het bedrag van € 5.000,- gestort.
2.8. Interpolis heeft bij brief van 12 maart 2008 aan [eiseres] laten weten dat de storting van € 5.000,- is ontvangen en per 10 maart 2008 als extra storting is ingebracht op de verzekering van [eiseres].
2.9. In april 2008 heeft [betrokkene] aan [eiseres] in een telefoongesprek medegedeeld dat door hem een calculatiefout is gemaakt waardoor de gewijzigde maandpremie van € 169,48, gedurende één jaar € 297,48 zou gaan bedragen. Bij brief van 29 april 2008 heeft [betrokkene] dit aan [eiseres] bevestigd. Vervolgens heeft hij in de brief gevraagd om gezamenlijk in een gesprek tot een oplossing te komen.
2.10. De door [eiseres] gedane storting ad € 5.000,- is eind 2008 door Interpolis verwerkt. Dit heeft geresulteerd in een vermindering van de maandelijkse premie vanaf eind 2008 tot ongeveer € 100,-. Voor het overige is de bestaande verzekering niet gewijzigd.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert na haar eis ter comparitie te hebben verminderd, samengevat:
- te verklaren voor recht dat Rabobank aansprakelijk is voor de schade ontstaan bij [eiseres] wegens het niet verkrijgen van de besproken en overeengekomen verzekeringspolis bij Interpolis,
- Rabobank op straffe van een dwangsom te veroordelen om op haar kosten ervoor zorg te dragen dat Interpolis alsnog de door [eiseres] beoogde verzekering en verzekeringspolis afgeeft, ofwel,
- veroordeling van Rabobank tot betaling van € 68.600,- aan schadevergoeding,
vermeerderd met rente en kosten.
3.2. [eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat Rabobank als financiële dienstverlener en onafhankelijke assurantietussenpersoon tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht. Rabobank heeft een verkeerde premieberekening gemaakt en vervolgens bij de mededeling van dat premiebedrag nagelaten een voorbehoud te maken. Nu Interpolis weigert de gewijzigde polis af te geven en slechts de oude polis wil handhaven, terwijl [eiseres] wel de extra storting van € 5.000,- heeft voldaan, is Rabobank gehouden de schade die [eiseres] hierdoor lijdt te voldoen.
3.3. Rabobank voert gemotiveerd verweer. Zij betwist dat zij de zorgplicht heeft geschonden. Rabobank hoefde er niet expliciet op te wijzen dat de door [eiseres] gewenste wijzigingen eerst nog dienden te worden goedgekeurd door Interpolis. Dat had voor [eiseres] duidelijk moeten zijn, gelet op de algemene voorwaarden waarin staat vermeld dat wijzigingen alleen door deze schriftelijk door te geven aan Interpolis kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast staat Rabobank in de polis uitdrukkelijk vermeld als tussenpersoon.
3.4. Rabobank erkent dat van haar zijde een fout is gemaakt. Zij heeft dit echter bij het ontdekken ervan direct gemeld en daarover overleg willen plegen. [eiseres] heeft overleg hierover afgewezen. De door Rabobank gevolgde handelwijze levert volgens haar nog geen schending van de zorgplicht op.
3.5. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
inhoud overeenkomst
4.1. [eiseres] en Rabobank hebben, zo volgt uit de hierboven opgenomen feiten, op 22 februari 2008 een (jaarlijkse) bespreking gehad over de hypotheek van [eiseres], waarbij de bestaande SpaarZeker-verzekering van [eiseres] aan de orde is geweest. [eiseres] heeft ter comparitie aangegeven dat haar financiële situatie was verbeterd en dat zij daarom met het oog op de toekomst voor haar zoon deze verzekering wilde aanpassen. Het ging om verkorting van de looptijd en verhoging van het eindkapitaal. [betrokkene] heeft vervolgens voorgerekend wat dat zou gaan kosten. De maandelijkse premie ging omhoog naar € 169,48 en daarnaast diende [eiseres] in maart 2008 € 5.000,- en in 2009 een bedrag van € 3.000,- te storten. [eiseres] heeft dit voorstel aanvaard. Vervolgens heeft [betrokkene] aan [eiseres] de mutatieformulieren toegezonden, om deze ingevuld en ondertekend bij Interpolis in te dienen.
4.2. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de hierboven onder 2.2 en 2.3 opgenomen algemene voorwaarden en Productvoorwaarden SpaarZeker Verzekering, dat het ingevulde mutatieformulier een schriftelijk voorstel tot wijziging betrof. Vervolgens diende dit voorstel inhoudelijk door Interpolis te worden beoordeeld. De tussen [eiseres] en Rabobank gemaakte afspraak betrof dus een overeenkomst tot opdracht, waarbij Rabobank de verplichting op zich heeft genomen tot het aanvragen van een offerte aan Interpolis onder de op 22 februari 2008 afgesproken voorwaarden.
omvang zorgplicht tussenpersoon
4.3. Vervolgens is aan de orde of Rabobank tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht, zoals [eiseres] stelt en Rabobank betwist. De maatstaf die moet worden gehanteerd ter bepaling van de omvang van de zorgplicht is, blijkens vaste jurisprudentie, dat een assurantietussenpersoon tegenover zijn opdrachtgever de zorg dient te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelende beroepsgenoot mag worden verwacht (HR 10 januari 2003, NJ 2003, 375).
tekortschieten Rabobank
4.4. [betrokkene] heeft ter comparitie verklaard dat hij bij de bespreking op 22 februari 2008 een rekenfout heeft gemaakt. Die is ontstaan doordat het niet mogelijk is om in één jaar twee stortingen te verwerken in het systeem. Dit heeft ertoe geleid dat hij tijdens de bespreking op 22 februari 2008 over het hoofd heeft gezien dat er nog een jaar lang premie van € 297,48 diende te worden betaald.
4.5. De verplichting van Rabobank behelsde het aanvragen van de offerte voor [eiseres]. Niet in geschil is dat Rabobank aan deze verplichting heeft voldaan. Rabobank heeft vervolgens echter een fout gemaakt. Daarmee heeft Rabobank weliswaar aan haar verplichting uit de overeenkomst voldaan, doch dit heeft niet het beoogde gevolg gehad, namelijk de totstandkoming van de gewijzigde verzekeringsovereenkomst. Op Rabobank rustte niet de verplichting om de door [eiseres] beoogde verzekering tot stand te doen komen. Dat kon zij ook niet, omdat daarvoor de instemming van Interpolis was vereist.
In verband met de gemaakte rekenfout kon de beoogde verzekeringsovereenkomst onder de op 22 februari 2008 afgesproken voorwaarden ook niet bereikt worden. Het gevolg van deze rekenfout is dat [eiseres] op 10 maart 2008 een bedrag van € 5.000,- heeft gestort.
4.6. Rabobank heeft aangevoerd dat zij vervolgens heeft geprobeerd tot een oplossing te komen met [eiseres] en dat dit, omdat [eiseres] weigerde hier aan mee te werken, niet is gelukt.
4.7. [eiseres] heeft dit uitdrukkelijk betwist. Ter comparitie heeft zij aangegeven dat [betrokkene] op 11 april 2008 heeft opgebeld om aan te geven dat er een fout was gemaakt. [eiseres] heeft toen geprotesteerd. Vervolgens heeft [betrokkene] toen twee mogelijkheden geopperd. Ofwel de bestaande verzekering bleef in stand of [eiseres] diende de verhoogde premie bij te betalen om de nieuwe verzekering tot stand te laten komen. [eiseres] heeft aangegeven het hier niet mee eens te zijn. Vervolgens heeft [betrokkene] nogmaals gebeld om [eiseres] uit te nodigen voor een bespreking. Hij heeft daarbij geen ander aanbod gedaan en evenmin aangeboden om de oude situatie, [eiseres] had immers reeds een bedrag van € 5.000,- gestort, direct te herstellen. Om die reden is [eiseres] niet ingegaan op de uitnodiging voor een bespreking, aldus [eiseres]. Voorts heeft [eiseres] verklaard dat een premie van meer dan € 200,- per maand voor haar te veel was en dat daarom bij de bespreking op 22 februari 2008 is afgesproken dat zij tweemaal een storting van haar spaargeld zou doen.
4.8. Deze door [eiseres] geschetste gang van zaken is vervolgens door Rabobank niet, althans onvoldoende, bestreden, zodat de rechtbank hier vanuit gaat.
4.9. Dat [eiseres] op het voorstel van [betrokkene] tot bijbetaling van de hogere premie, waarmee de beoogde verzekering kon worden afgesloten, niet is ingegaan, valt haar niet te verwijten, nu dit zou betekenen dat zij een jaar lang een premie van € 297,48 diende te betalen, terwijl Rabobank wist, althans redelijkerwijs had moeten begrijpen op grond van de mededeling van [eiseres] op 22 februari 2008, dat [eiseres] naast de spaargeldstortingen een jaar lang een premie van bijna € 300,- per maand niet kon betalen. Daarmee faalt dit verweer van Rabobank.
4.10. Naar het oordeel van de rechtbank had het op de weg van Rabobank gelegen om de situatie die als gevolg van de storting van € 5.000,- was ontstaan, zo snel mogelijk ongedaan te maken, dan wel er voor zorg te dragen dat deze storting zo snel mogelijk zou worden verwerkt op de bestaande verzekering, hetgeen zou resulteren in een lagere maandelijkse premie. Op deze wijze had Rabobank immers aan de zijde van [eiseres] schade kunnen wegnemen, althans kunnen verminderen. Vast staat dat eerst aan het einde van 2008 het bedrag van € 5.000,- op de bestaande polis van [eiseres] door Interpolis is verwerkt.
4.11. Door niet terstond de schade, geleden door de overboeking van € 5.000,-, zoveel mogelijk te verminderen heeft Rabobank niet voldaan aan de op haar rustende zorgplicht jegens [eiseres] en is Rabobank derhalve toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenis.
vordering tot alsnog afsluiten beoogde verzekering
4.12. [eiseres] vordert Rabobank te veroordelen om op haar kosten ervoor zorg te dragen dat Interpolis alsnog de door [eiseres] beoogde verzekering en verzekeringspolis afgeeft.
4.13. Zoals hierboven reeds is overwogen rustte op Rabobank niet de verplichting om de door [eiseres] beoogde verzekering tot stand te doen komen. Dat betekent dat deze vordering van [eiseres] niet toewijsbaar is.
schade
4.14. De vraag is vervolgens of en zo ja, welke schade [eiseres] door de handelwijze van Rabobank heeft geleden.
4.15. [eiseres] stelt dat haar schade bestaat uit het verschil in eindkapitaal tussen de bestaande en de beoogde verzekering.
4.16. Rabobank heeft zich op het standpunt gesteld dat [eiseres] geen schade heeft geleden. Subsidiair voert zij aan dat de schade nooit meer kan bedragen dan het verschil in premie gedurende het eerste jaar, zijnde € 297,48 - € 169,48 = € 128,68 (moet zijn € 128,-) per maand x 12 = € 1.544,16 (moet zijn € 1.536,-).
4.17. Uit het voorgaande volgt dat voor de berekening van de schade niet uit gegaan dient te worden van het standpunt dat de beoogde verzekering tot stand zou komen. Daarmee gaat de rechtbank reeds voorbij aan de schadeberekening van [eiseres]. Ditzelfde geldt voor het subsidiaire standpunt van Rabobank, nu dit evenzeer is gegrond op diezelfde - veronderstelde - verplichting. Voorts geldt dat hiermee het verweer van Rabobank dat [eiseres] haar schade zoveel mogelijk had dienen te beperken door de betreffende verzekering af te sluiten tegen de hogere premie, in het midden kan blijven, nu dit eveneens is gegrond op de op Rabobank rustende verplichting dat zij voor de totstandkoming van de beoogde verzekering diende zorg te dragen.
4.18. De rechtbank is van oordeel dat de schade die [eiseres] heeft geleden erin bestaat dat zij op verzoek van Rabobank het bedrag van € 5.000,- heeft gestort, waarvan Interpolis heeft aangegeven dat dit op 10 maart 2008 is ontvangen, terwijl dit bedrag pas eind 2008 in de verzekering is verwerkt. Nu partijen zich nog niet over deze schade hebben kunnen uitlaten, worden zij daartoe bij akte in de gelegenheid gesteld. Daarbij is het aan Rabobank, nu het een ingewikkelde berekening betreft en zij geacht wordt over de hiertoe benodigde expertise te beschikken, om bij akte deze schade te berekenen, alsmede aan te geven met ingang van welke datum het bedrag van € 5.000,- op de bestaande verzekering is verwerkt. Vervolgens wordt [eiseres] in de gelegenheid gesteld hierop bij antwoordakte te reageren.
4.19. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. plaatst de zaak op de rol van 12 januari 2011 voor het nemen van akte aan de zijde van Rabobank als voornoemd onder 4.18,
5.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.P.T. Blokhuis en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2010.