ECLI:NL:RBARN:2010:BP1802
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Staking executie vonnis en verbeurdverklaring van dwangsommen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem diende, was de kernvraag of eiser dwangsommen had verbeurd op basis van een eerder vonnis van 7 september 2010. Eiser had de opdracht gekregen om binnen tien dagen na betekening van dat vonnis medewerking te verlenen aan de doorhaling van een akte uit het kadaster. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser niet tijdig had voldaan aan deze verplichting, omdat hij pas op 27 september 2010 een onherroepelijke volmacht had ondertekend en afgegeven aan de notaris. Eiser had weliswaar een afspraak gemaakt met de notaris, maar deze was pas op 20 september 2010, wat te laat was om aan de termijn van het vonnis te voldoen.
De rechter benadrukte dat eiser verantwoordelijk was voor het tijdig verlenen van de benodigde medewerking en dat hij niet kon afschuiven op de notaris. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat hij de notaris tijdig had geïnstrueerd om de doorhaling te regelen. Hierdoor werd aangenomen dat eiser zelf verantwoordelijk was voor het niet tijdig voldoen aan de veroordeling. De vorderingen van eiser om de executie van het vonnis van 7 september 2010 te staken, werden afgewezen.
De rechter veroordeelde eiser tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de Stichting, die op € 1.376,00 werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 23 december 2010 door mr. S.H. Bokx-Boom, in aanwezigheid van de griffier mr. M.J. Daggenvoorde.