Parketnummer : 05/800618-10
Datum zitting : 7 februari 2011
Datum uitspraak : 21 februari 2011
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte],
geboren op : 12 januari 1974 te Horst,
adres : [adres],
plaats : [woonplaats],
voormalig [functie], ontslagen per 1 december 2009.
raadsvrouw : mr. C. Schouten, advocaat te Venlo.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari
2006 tot en met 29 september 2009 te Rijen en/of elders in Nederland,
(in totaal) ruim/circa 21.OOO, althans een (groot) aantal afbeeldingen/
multimediafiles (foto('s) en/of videofragment(en),
danwel één of meerdere gegevensdragers bevattende die afbeeldingen/
multimediafiles,
- een (harde schijf van een) Toshiba Notebook, model Tecra A3X en/of
- een (harde schijf van een) Medion PC model PC MT6 en/of
- een HD Maxtor Diamond (zijnde een externe harde schijf) en/of
- een (harde schijf van een) Medion PC S/N en/of
- een HD La Cie Porsche Design (zijnde een externe harde schijf)),
van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen
is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd
van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
in bezit heeft gehad en/of
één of meer van die afbeeldingen/multimediafiles heeft vervaardigd en/of
verspreid en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd,
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens)
bestaat/bestaan uit een geheel en/of een gedeeltelijk ontkle(e)d(e)
minderjarige(n) die,
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en)
nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren
kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- masturbeert/masturberen en/of
- ontuchtig wordt/worden betast en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s), danwel een vibrator, althans een
voorwerp, wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus;
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat (zie de
Processen-Verbaal van bevindingen op de pagina's 114 t/m 118, 121 en 145 van
het dossier) onder meer bevattende -zakelijk weergegeven- :
- een foto (bestandsnaam 059.JPG) van een meisje, kennelijk jonger dan 12
jaar, dat met gespreide benen op de grond zit en waarbij haar schaamlippen
deels te zien zijn;
- een foto (bestandsnaam 11122004-1041.jpg) van een meisje, kennelijk jonger
dan 13 jaar, dat met een klein bikinibroekje aan poseert, dusdanig dat een
deel van haar schaamstreek zichtbaar is;
- een foto (bestandsnaam 16112003-10078.JPG) van een meisje, kennelijk jonger
dan 13 jaar, dat met opgetrokken benen op een bed ligt en waarbij haar anus en
een deel van haar schaamstreek zichtbaar is;
- een filmpje (bestandsnaam [bestandsnaam] Teen model. avi) van twee
meisjes met een geschatte leeftijd van 14 à 15 jaar oud, die elkaar op een bed
of bank tongzoenen, strelen, aan de borsten likken en beffen;
- een filmpje (bestandsnaam [bestandsnaam]) van een meisje van 10 à 11 jaar
oud; het betreft een animatiefilmpje waarin het meisje een naakte man met
vreemde oren aftrekt waarna ze in meerdere standjes vaginaal door de man wordt
gepenetreerd;
- een foto (bestandsnaam preview1_54[1].jpg) van een meisje dat kennelijk
jonger is dan 5 jaar en dat een op sperma gelijke substatie op haar mond heeft
terwijl een volwassen man in de ene hand zijn penis en in de andere hand het
hoofd van het meisje vast houdt;
- een filmpje (bestandsnaam filmpje1) van een meisje, kennelijk jonger dan 15
jaar, dat gekleed voor een raam staat en na enige tijd haar topje uittrekt,
vervolgens haar borsten met haar armen bedekt houdt, vervolgens een poserende
houding aanneemt en over één van haar borsten begint te wrijven, waarna ze
zich begint aan te kleden; vervolgens is een op dat meisje gelijkende persoon
te zien die in een bad- en slaapkamer haar bovenleding uittrekt,
terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 29 september 2009
te Rijen, in ieder geval in Nederland,
een wapen van categorie I onder 7°, voorhanden heeft gehad, te weten een
nabootsing van een machinepistool/automatisch geweer en/of shotgun, dat door
zijn vorm en afmetingen geleek op een wapen, zodanig dat het voor afdreiging
of bedreiging geschikt was;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 7 februari 2011 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. C. Schouten, advocaat te Venlo.
De officier van justitie, mr. S.Z. Wiarda, heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt het volgen van een behandeling bij de Forensisch Psychiatrische Polikliniek [naam kliniek].
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 29 september 2009 zijn in de toenmalige woning van verdachte in [toenmalige woonplaats] meerdere goederen in beslag genomen, waaronder twee personal computers, een laptop, twee losse harde schijven, enkele honderden cd’s/dvd’s en andere gegevensdragers. Op de in beslag genomen gegevensdragers zijn multimediafiles (foto’s en videofragmenten) aangetroffen, welke door zedenrechercheurs zijn beoordeeld.
Een selectie van de bij verdachte aangetroffen multimediafiles bestaat uit -zakelijk weergegeven- :
- een foto van een meisje, kennelijk jonger dan 12 jaar, dat met gespreide benen op de grond zit en waarbij haar schaamlippen deels te zien zijn;
- een foto van een meisje, kennelijk jonger dan 13 jaar, dat met een klein bikinibroekje aan poseert, dusdanig dat een deel van haar schaamstreek zichtbaar is;
- een foto van een meisje, kennelijk jonger dan 13 jaar, dat met opgetrokken benen op een bed ligt en waarbij haar anus en een deel van haar schaamstreek zichtbaar is;
- een filmpje van twee meisjes met een geschatte leeftijd van 14 à 15 jaar oud, die elkaar op een bed of bank tongzoenen, strelen, aan de borsten likken en beffen;
- een filmpje van een meisje van 10 à 11 jaar oud; het betreft een animatiefilmpje waarin het meisje een naakte man met vreemde oren aftrekt waarna ze in meerdere standjes vaginaal door de man wordt gepenetreerd;
- een foto van een meisje dat kennelijk jonger is dan 5 jaar en dat een op sperma gelijke substatie op haar mond heeft terwijl een volwassen man in de ene hand zijn penis en in de andere hand het hoofd van het meisje vast houdt; en
- een filmpje van een meisje, kennelijk jonger dan 15 jaar, dat gekleed voor een raam staat en na enige tijd haar topje uittrekt, vervolgens haar borsten met haar armen bedekt houdt, vervolgens een poserende houding aanneemt en over één van haar borsten begint te wrijven, waarna ze
zich begint aan te kleden; vervolgens is een op dat meisje gelijkende persoon te zien die in een bad- en slaapkamer haar bovenkleding uittrekt.
Verdachte heeft de opnames in het filmpje dat hierboven als laatste is beschreven, zelf gemaakt. De andere foto’s en filmpjes heeft verdachte gedownload .
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben, invoeren en vervaardigen van kinderporno, terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het in bezit hebben en vervaardigen van kinderporno wettig en overtuigend kan worden bewezen.
De raadsvrouw benadrukt dat evenwel onduidelijkheid bestaat ten aanzien van het invoeren van kinderporno, nu verdachte heeft verklaard dat hij slechts eenmalig voor kinderporno heeft betaald.
Beoordeling van de standpunten en conclusie
Op in totaal ruim 21.000 van de door de bij verdachte aangetroffen – en door de zedenrechercheurs beoordeelde – multimediafiles zijn seksuele gedragingen zichtbaar waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt. Deze afgebeelde seksuele gedragingen bestaan in algemene zin (telkens) uit een geheel en/of een gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n) die:
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- masturbeert/masturberen en/of
- ontuchtig wordt/worden betast en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s), danwel een vibrator, althans een voorwerp, wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus.
Verdachte heeft bovengenoemde multimediafiles in de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2009 gedownload en in bezit gehad en hij heeft één of meer van die multimediafiles zelf vervaardigd .
Voor zover de raadsvrouw met het voornoemd verweer – dat onduidelijkheid bestaat over de invoer – heeft bedoeld dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte kinderporno heeft ingevoerd, verwerpt de militaire kamer het verweer en overweegt daartoe het navolgende.
Onder de naam “[naam onderzoek]” is in Wit-Rusland vanaf juni 2007 onderzoek gedaan naar meer dan 200 commerciële kinderpornografische websites en de criminele organisaties achter deze websites. Via een betaal webpagina konden klanten lid worden van de betreffende website waarbij de klant zijn creditcardgegevens moest invullen. Tijdens voornoemd onderzoek is een bestand met klantgegevens in beslag genomen, waaruit blijkt dat er in totaal meer dan 700 unieke creditcardnummers afkomstig uit Nederland zijn gebruikt om betalingen te doen bij de commerciële kinderpornografische websites. Hierop is in Nederland een vervolgonderzoek gestart onder de naam “[naam onderzoek]”. Op verzoek van de politie (in Nederland) hebben, in het kader van dit onderzoek, verschillende creditcardmaatschappijen de betreffende gebruiker bij het specifieke creditcardnummer opgezocht en opgeslagen in een bestand. Uit dit bestand kon worden opgemaakt dat het creditcardnummer [x] beheerd wordt door de organisatie Rabobank en op naam staat van verdachte. De militaire kamer begrijpt dat de verbalisanten abusievelijk de laatste twee cijfers van het creditcardnummer [x] niet hebben genoteerd. Immers, uit het schriftelijk bescheid inhoudende een Exceldocument waarin de gegevens van de betreffende gebruiker bij het specifieke creditcardnummer zijn weergegeven, blijkt dat credit[x] op naam staat van verdachte.
Uit de transactiegegevens blijkt dat het creditcardnummer van verdachte is gebruikt om op 23 februari 2007 een aankoop ter waarde van USD 79,95 te doen bij de website “[naam website]”. Deze prijs betreft de prijs die voor meestal een periode van 30 dagen toegang tot de volledige website geeft.
De website waarop aankopen zijn gedaan met het creditcardnummer van verdachte is beoordeeld door een gecertificeerd zedenrechercheur. Deze zedenrechercheur concludeert dat de personen zichtbaar op de afbeeldingen ogenschijnlijk tussen de 0 en 12 jaar oud zijn. De personen zichtbaar op de afbeeldingen poseren (nagenoeg) naakt, waarbij uitdrukkelijk de nadruk ligt op de geslachtsdelen. De teksten op de website hebben onder andere de inhoud dat de leeftijd van de personen zichtbaar op de website beneden de 18 jaar oud is, meerdere duizenden foto’s aanwezig zijn op de website en men na betaling lid wordt van de website. De afbeeldingen voldoen aan de criteria van artikel 240b Wetboek van Strafrecht.
Verdachte heeft verklaard dat als hij ooit voor kinderporno heeft betaald, hij dat met zijn creditcard heeft gedaan. Hij kan zich herinneren dat je kinderporno kon downloaden van een website waarop je moest inloggen met een naam en een wachtwoord. Verdachte kan zich een betaalde Aziatische website herinneren waarvoor hij een wachtwoord moest aanmaken en creditcardgegevens moest doorgeven. Hij kreeg via de mail een wachtwoord toegestuurd en kon vervolgens op de site fotoreportages van minderjarige Aziatische dames zien.
De militaire kamer acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de hierboven genoemde periode ook kinderpornografische bestanden heeft ingevoerd.
De militaire kamer acht dus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ruim 21.000 afbeeldingen/multimediafiles met kinderporno in bezit heeft gehad, heeft ingevoerd en/of heeft vervaardigd. Subsidiair is ten laste gelegd dat verdachte “gegevensdragers bevattende die afbeeldingen/multimediafiles” voorhanden had/heeft vervaardigd en/of ingevoerd. Aan dit subsidiaire feit komt de militaire kamer niet toe
Om van de strafverzwarende omstandigheid "gewoonte" in de zin van artikel 240b, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht te kunnen spreken is nodig dat iemand gewend is iets telkenmale gedurende een langere periode te doen. De militaire kamer is van oordeel dat deze strafverzwarende omstandigheid geldt voor wat betreft het in bezit hebben van de afbeeldingen, gelet op de lange periode en het grote aantal aangetroffen afbeeldingen.
De militaire kamer acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, doorgevoerd en uitgevoerd en zal verdachte daarvan vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 152 en 153;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 februari 2011.
Bewezenverklaring
De militaire kamer acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij (op tijdstippen) in de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 september 2009 te Rijen ,
(in totaal) ruim 21.000 afbeeldingen/ multimediafiles (foto('s) en videofragment(en),
van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen
is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd
van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt,
één of meer van die afbeeldingen/multimediafiles heeft vervaardigd en/of
ingevoerd
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens)
bestaan uit een geheel en/of een gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n) die,
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en)
nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren
kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- masturbeert/masturberen en/of
- ontuchtig wordt/worden betast en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s), danwel een vibrator, althans een
voorwerp, wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus;
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat (zie de
Processen-Verbaal van bevindingen op de pagina's 114 t/m 118, 121 en 145 van
het dossier), onder meer bevattende -zakelijk weergegeven- :
- een foto (bestandsnaam 059.JPG) van een meisje, kennelijk jonger dan 12
jaar, dat met gespreide benen op de grond zit en waarbij haar schaamlippen
deels te zien zijn;
- een foto (bestandsnaam 11122004-1041.jpg) van een meisje, kennelijk jonger
dan 13 jaar, dat met een klein bikinibroekje aan poseert, dusdanig dat een
deel van haar schaamstreek zichtbaar is;
- een foto (bestandsnaam 16112003-10078.JPG) van een meisje, kennelijk jonger
dan 13 jaar, dat met opgetrokken benen op een bed ligt en waarbij haar anus en
een deel van haar schaamstreek zichtbaar is;
- een filmpje (bestandsnaam [bestandsnaam] Teen model. avi) van twee
meisjes met een geschatte leeftijd van 14 à 15 jaar oud, die elkaar op een bed
of bank tongzoenen, strelen, aan de borsten likken en beffen;
- een filmpje (bestandsnaam [bestandsnaam]) van een meisje van 10 à 11 jaar
oud; het betreft een animatiefilmpje waarin het meisje een naakte man met
vreemde oren aftrekt waarna ze in meerdere standjes vaginaal door de man wordt
gepenetreerd;
- een foto (bestandsnaam preview1_54[1].jpg) van een meisje dat kennelijk
jonger is dan 5 jaar en dat een op sperma gelijke substatie op haar mond heeft
terwijl een volwassen man in de ene hand zijn penis en in de andere hand het
hoofd van het meisje vast houdt;
- een filmpje (bestandsnaam filmpje1) van een meisje, kennelijk jonger dan 15
jaar, dat gekleed voor een raam staat en na enige tijd haar topje uittrekt,
vervolgens haar borsten met haar armen bedekt houdt, vervolgens een poserende
houding aanneemt en over één van haar borsten begint te wrijven, waarna ze
zich begint aan te kleden; vervolgens is een op dat meisje gelijkende persoon
te zien die in een bad- en slaapkamer haar bovenkleding uittrekt,
terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
hij in de periode van 1 januari 2009 tot en met 29 september 2009 te Rijen, in ieder geval in Nederland,
een wapen van categorie I onder 7°, voorhanden heeft gehad, te weten een
nabootsing van een machinepistool/automatisch geweer en/of shotgun, dat door
zijn vorm en afmetingen geleek op een wapen, zodanig dat het voor afdreiging
of bedreiging geschikt was;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, invoeren en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Ten aanzien van de feit 2:
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sancties
Bij de beslissing over de straf heeft de militaire kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 21 december 2010;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 24 november 2010, betreffende verdachte; en
- een consultbrief van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, gedateerd 16 september 2010.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft ter zake van het tenlastegelegde gerekwireerd tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt het volgen van een behandeling bij Forensisch Psychiatrische Polikliniek [naam kliniek].
De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege de ernst van de feiten en heeft aansluiting gezocht bij straffen die onlangs in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Zij heeft er voorts rekening mee gehouden dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest en dat hij van de ernst van de feiten is doordrongen. Ten slotte houdt de officier van justitie bij het bepalen van de strafeis rekening met de noodzaak van een behandeling.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is primair bepleit te volstaan met oplegging van een voorwaardelijke straf. Subsidiair is oplegging van een onvoorwaardelijke straf in de vorm van een werkstraf, al dan niet in combinatie met een geldboete, bepleit. Daartoe is onder meer aangevoerd dat verdachte zijn baan is verloren, hetgeen hem zeer heeft getroffen, en inmiddels heeft geprobeerd zijn leven weer op de rit te krijgen door een nieuwe baan te zoeken en medewerking te verlenen aan een behandeling voor zijn problematiek.
Beoordeling van de standpunten en conclusie
Verdachte heeft jarenlang kinderpornografisch materiaal in zijn bezit gehad. Hij heeft ook kinderpornografisch materiaal ingevoerd en zelf een kinderpornografisch filmpje vervaardigd. Iedereen die dergelijk materiaal in bezit heeft, uitwisselt en zelfs vervaardigt, werkt mee aan de instandhouding van de kinderporno-industrie. De kinderen die worden geëxploiteerd ondervinden vaak nog levenslang de psychische gevolgen. Daarnaast heeft verdachte een nabootsing van een machinepistool/automatisch geweer/shotgun voorhanden gehad, welke voor afdreiging geschikt was. Voor het gewoonte maken van het bezit, invoeren van kinderporno past in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar en voor het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal een gevangenisstraf van twee jaar. In dit geval moet echter in acht worden genomen dat het door verdachte gemaakte filmpje geen sexuele handelingen bevatten, dat het slachtoffer, dat door verdachte heimelijk van grote afstand is gefilmd, dit kennelijk niet heeft gemerkt en dat verdachte dit materiaal niet heeft verspreid.
In het voordeel van de verdachte weegt de militaire kamer mee dat uit de aangehaalde justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder door de strafrechter is veroordeeld en voorts dat verdachte zijn volledige medewerking aan het onderzoek heeft gegeven en gemotiveerd is een behandeling voor zijn problematiek te ondergaan. Tevens heeft hij zijn baan als militair verloren, hetgeen hem zwaar heeft getroffen.
De militaire kamer houdt rekening met hetgeen door de reclassering in haar rapport naar voren is gebracht, waaraan het volgende wordt ontleend. Verdachte heeft weinig inzicht in zijn gevoelens en lijkt er op lange termijn geen controle over te hebben. De recidivekans wordt als laaggemiddeld ingeschat. Hoewel hij nauwelijks problemen heeft op de leefgebieden, heeft hij op seksueel gebied wel problemen en snapt hij niet waarom hij kinderporno heeft gedownload. Gezien de directe samenhang van de afwijkende seksualiteitsbeleving van verdachte met het criminele gedrag van verdachte wordt geadviseerd om verdachte hiervoor te laten behandelen in Forensisch Psychiatrische Polikliniek [naam kliniek].
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de militaire kamer dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een deels voorwaardelijke maar ook deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf, die gelijk is aan de eis van de officier van justitie. De ernst van de feiten verzet zich er tegen dat volstaan zou worden met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf al dan niet in combinatie met een werkstraf, zoals door de verdediging bepleit.
De militaire kamer ziet, eveneens conform de eis, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding aan het voorwaarde¬lijke strafdeel de bijzondere voorwaarde te verbinden zoals in het rapport van de reclassering is omschreven. Het voorwaardelijke deel van die straf dient voorts als waarschuwing voor verdachte om zich voortaan van het plegen van delicten te onthouden.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal de tijd, door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering worden gebracht.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 91 en 240b van het Wetboek van Strafrecht;
- 13 en 55 van de Wet wapens en munitie.
De militaire kamer, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlaste¬gelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
Een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 6 (zes) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de (stichting) Reclassering Nederland zullen worden gegeven, ook indien dit zal inhouden:
- Meldingsgebod
De verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet de verdachte zich binnen 14 dagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis melden bij Reclassering Roermond op het volgende adres: [adres]. Hierna moet hij zich gedurende door de reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als deze gedurende deze perioden nodig acht;
- Behandelverplichting
Verdachte wordt verplicht om zich voor zijn afwijkende seksualiteitsbeleving te laten behandelen in Forensisch Psychiatrische Polikliniek [naam kliniek]; voor zover en voor zolang dat door de reclassering nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan de (stichting) Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. E. de Boer (rechter) en kapitein ter zee van administratie mr. H.T. Wagenaar (militair lid),
in tegenwoordigheid van mr. B.C.C. van den Bosch, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 februari 2011.