ECLI:NL:RBARN:2011:BP6023

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
198417
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en afgifte voorraad in het kader van een exclusieve distributieovereenkomst

In deze zaak vorderden de eisers, een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, schadevergoeding van de gedaagde, die een slijterij exploiteert en enkele whisky's importeert. De eisers stelden dat er een exclusieve distributieovereenkomst was gesloten voor het whiskymerk GlenDronach, maar dat de gedaagde deze overeenkomst had opgezegd en de distributie had ondergebracht bij een derde partij. De eisers vorderden betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 17.437,46, schadevergoeding van € 58.000,00 als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst, en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde voerde verweer en stelde dat de eisers tekort waren geschoten in de nakoming van de overeenkomst, en vorderde betaling van een bedrag van € 14.117,42 voor een factuur die door de eisers niet was voldaan. De rechtbank oordeelde dat de eisers recht hadden op betaling van de onbetaalde facturen en dat de gedaagde niet had aangetoond dat de eisers tekort waren geschoten in hun verplichtingen. De rechtbank wees de vorderingen van de eisers toe, met uitzondering van de schadevergoeding, en stelde de gedaagde in het ongelijk. De rechtbank oordeelde dat de exclusieve distributieovereenkomst rechtsgeldig was opgezegd door de gedaagde, en dat de eisers geen recht meer hadden op schadevergoeding. De zaak werd verder aangehouden voor het nemen van een akte door de eisers.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 198417 / HA ZA 10-598
Vonnis in de incidenten en in de hoofdzaak van 9 februari 2011
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
[ ] WIJN EN GEDESTILLEERD V.O.F.,
gevestigd te [woonplaats],
2. [eiser],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser],
wonende te Doorwerth,
eisers in conventie in de hoofdzaak,
verweerders in reconventie in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. P.H.N. van Spanje te [woonplaats],
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiser in reconventie in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. T.R.M. van Bussel te Breda.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal van de comparitie van 22 november 2010
- de akte houdende een incidentele vordering tot betaling van een voorschot (provisionele eis (artikel 223 Rv)) van 8 december 2010
- de conclusie van antwoord in het incident houdende een provisionele vordering, tevens houdende een provisionele vordering van 22 december 2010
- de conclusie van antwoord in het incident houdende een incidentele vordering tot afgifte van een voorraad.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten in de incidenten en in de hoofdzaak
2.1. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] exploiteert een groothandel in wijnen en gedistilleerde producten. Zij importeert daarnaast enkele wijnen en whisky’s. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] beschikt over een zogeheten Accijns Goederen Plaats (AGP), waarin geïmporteerde goederen opgeslagen kunnen worden en waarbij pas accijns geheven wordt bij verkoop en levering van die goederen uit de AGP.
2.2. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] exploiteert een slijterij in [woonplaats] en importeert enkele whisky’s. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] handelt daarbij tevens onder de naam ‘[betrokkene 2]’.
2.3. Partijen hebben gedurende enige jaren zaken met elkaar gedaan. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] kocht een deel van haar assortiment drank, met name whisky en ander gedistilleerd, bij [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident]. Verder stelde [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] haar AGP beschikbaar voor [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], zodat hij de door hem geïmporteerde whisky daarin kon opslaan en de accijns daarvoor pas hoefde te betalen bij verkoop daarvan. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] betaalde aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] daarvoor een bedrag van € 1,00 per fles als ‘commissie’. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] verkocht ook flessen whisky van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], die in de AGP stonden, aan haar afnemers.
2.4. In 2004 is [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] importeur geworden van het whiskymerk BenRiach. Begin 2008 heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] aan [betro[betrokkene] het recht van exclusieve distributie van BenRiach gegeven. [betrokkene] is een groothandel in drank. In september 2008 is [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] ook importeur geworden van het whiskymerk GlenDronach. Over de verkoop en distributie van GlenDronach heeft [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] op 19 mei 2009 een e-mail gezonden met onder meer de volgende inhoud:
Hierbij een overzicht van de afspraken.
Wij verdelen de opbrengst als volgt
35% voor [betrokkene 2]
65% voor [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident]
Huidige inkoopprijzen zijn op basis van dozen van 6 flessen
12 yrs £ 53,00
15 yrs £ 81,00
18 yrs £ 126,00
Calculatie op basis van een koers van € 1,20
Verkopen
Wij maken kopieën van alle door ons gedane leveringen
Per maand, of bij grotere verkopen eerder, maken wij een overzicht.
Naar aanleiding van dit overzicht ontvangen wij een factuur
Promotie zal in overleg gedaan worden.
2.5. Op 22 juli 2009 heeft [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] een e-mail gezonden met onder meer de volgende inhoud:
Wij zijn momenteel met de voorbereidingen bezig voor de Dranken Expo 2009
Zijn er promotie materialen van Glendronach en kunnen we kijken of we een speciale actie kunnen maken Misschien een mooie rol up voor op onze stand.
Whisky festival Leiden
Ik weet niet of jij whisky’s hebt aangeboden voor de whisky verkiezing Wij hebben onder andere de Glendronach 15 yrs aangeboden. Moeten ook nog even kijken hoe we een en ander gaan invullen. Wij zetten ook Glendronach op onze stand omdat wij gedurende het gehele festival slijters aan onze stand hebben. Lijkt me geen probleem dat we op 2 plekken de Glendronach gaan aanbieden.
(…)
[betrokkene]
Begrijp dat de [betrokkene] graag Glendronach wil verkopen. Zolang wij de verkoop blijven doen heb ik er geen probleem mee dat wij dit ook de [betrokkene] gaan leveren. Natuurlijk wel op basis van de huidige verdeelsleutel 35% om 65% En natuurlijk op basis dat wij rechtstreeks kunnen blijven leveren. (…)
2.6. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft in reactie hierop op 22 juli 2009 de volgende e-mail gestuurd aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident]:
(…) Zoals je weet sta ik dit jaar bij [betrokkene] in de stand. Dit doe ik uiteraard met BRD en waarschijnlijk ook op verzoek van [A] met GD [Glendronach, de rechtbank]. Geen zorgen over de toekomst maar 2 partijen verkopen meer dan 1. De lat die GD mij voor 2009 en 2010 gaan opleggen is groot. Verder over de verdeling moet ik nadenken en er is geen betere periode om dit te doen tijdnes mijn vakantie die a.s. zondag ingaat. (…)
Over de Aktie het volgende. Met [betrokkene] heb ik een deal die er als volgt uit ziet € 2,50 per 3 flessen assorti. Let wel dat de marges die van toepassing zijn op GD naar jullie erg krap zijn zeker gezien de verdeling die er nu is op basis van 35/65. Dit laat mij geen ruimte om mee te doen. Bij de [betrokkene] is de verdeling 50/50. (…)
2.7. In een e-mail van 2 oktober 2009 heeft [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] het volgende geschreven:
Zal volgende week het overzicht van september mailen.
Heb echter een vraagje betreffende de [betrokkene] Tijdens de Drankenbeurs heeft de [betrokkene] de Glendronach aangeboden. Tevens hebben ze deze nu in hun prijslijst staan. Moet de [betrokkene] dan geen Glendronach geleverd krijgen???
2.8. In reactie hierop heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] op 5 oktober 2009 geë-maild:
(…) Verder is er bij de [betrokkene] helaas geen Glendronach verkocht tijdens de beurs en heb ook niets voor ze besteld. Echter dit was in eerste instantie ook het geval bij BenRiach. Het heeft namelijk veel tijd nodig.
2.9. Op 4 november 2009 heeft [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] in een e-mail het volgende geschreven:
Ik heb een klein, dan wel groot probleem. Wij hebben een afspraak gemaakt betreffende de verkoop van Glendronach. Ook hebben wij gesproken over de levering aan de [betrokkene] Dranken. Wij zouden deze leveringen verzorgen op basis van een verdeling van de opbrengst. Ook zou dit gelden indien de [betrokkene] rechtstreeks de Glendronach geleverd krijgt. Enkele weken geleden heb ik gevraagd wanneer jij opnieuw Glendronach kan bestellen. Dit was voor jou een moeilijk verhaal omdat je eerst rekeningen moest betalen. Tevens vertelde jij mij dat je hier enorm van baalde omdat ook de [betrokkene] ook Glendronach wilde gaan bestellen, ook al hadden ze tijdens de Drankenbeurs geen flessen Glendronach verkocht. Nu werd ik door een klant benaderd of het voor mij wat uitmaakte of hij bij mij de Glendronach bestelde of deze met de [betrokkene] mee liet komen. Een beetje verbaasd zij ik dat beide goed op het zelfde neer komt. De klant heeft vervolgens bij de [betrokkene] besteld en geleverd gekregen. Hieruit maak ik dus op dat de [betrokkene] Glendronach op voorraad heeft. Graag met spoed opheldering hierover??
2.10. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft daarop op dezelfde dag aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] het volgende geë-maild:
Hoi het lijkt mij zeer wenselijk om dit vervelende bericht uit de wereld te helpen en stel daarom voor om tijdens Leiden even een kwartiertje gezamenlijk hierover te praten. Helaas heb ik eerder geen tijd, doch het lijkt mij dat dit niet op een paar dagen aankomt. (…)
2.11. Op 23 november 2009 heeft [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] geë-maild:
Hierbij het overzicht van de afspraken
Per 1 februari gaan we de verkoopprijzen met € 1,00 per fles verhogen
Inkoop blijft vooralsnog ongewijzigd
De verdeling van de opbrengst blijft 35% voor [betrokkene 2] en 65% [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident]
Gall & Gall en [betrokkene]
Levering via [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] of rechtstreeks
Verdeelsleutel wordt voor beide partijen 50%
2.12. Op 17 december 2009 heeft [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] een e-mail gezonden met de volgende inhoud:
Vandaag wil ik antwoord wat je beslissing gaat worden betreffende Glendronach Wij hebben een afspraak hierover gemaakt en blijven bij deze afspraak. Graag vandaag de bevestiging dat [betrokkene] niet de exclusieve rechten op de Glendronach heeft maar dat deze bij ons liggen. (…)
2.13. Hierop heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] dezelfde dag gereageerd met de volgend e-mail:
Je dwingt op dit moment een antwoordt van me af waar ik op dit moment vanwege de drukte niet op kan reageren. Als het dan toch echt moet van je, dan lijkt het mij beter voor beide partijen (B&T en [betrokkene 2]) dat we v.w.b. GlenDronach uit elkaar moeten gaan. (…)
2.14. Op deze e-mail heeft [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] op dezelfde dag met de volgende e-mail gereageerd:
Je kan de samenwerking niet eenzijdig beëindigen. Wij willen Glendronach zoals we dat afgesproken hebben. Dus de enige oplossing is dat de [betrokkene] duidelijk maakt dat zij niet de exclusieve verkoop hebben. Graag vandaag een duidelijk antwoord. Als je voor de [betrokkene] kiest dan wil ik dat nu heel duidelijk hebben.
2.15. Op dezelfde dag heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] per e-mail als volgt gereageerd;
Oké bij deze dan je (afgedwongen) antwoordt. Ik kies dan toch voor de [betrokkene]. Wellicht creëren we hierdoor voor de toekomst een verstandhouding die gestaafd is op een beter samenwerking en leidt tot een minder afhankelijk positie van mij naar jullie.
2.16. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] in een e-mail van 23 december 2009 onder meer gesommeerd om de afspraken over de distributie van GlenDronach na te komen. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft daar niet op gereageerd. Daarna heeft de raadsman van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in een brief van 7 januari 2010 aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] onder meer geschreven dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] de overeenkomst ten aanzien van de distributie van GlenDronach ontbindt en aanspraak maakt op schadevergoeding.
2.17. Thans is de exclusieve distributie van GlenDronach door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] ondergebracht bij [betrokkene]. Partijen strijden over de vraag sinds wanneer dat het geval is.
2.18. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] in de periode van 6 juli 2009 tot 30 december 2009 29 facturen gezonden voor een bedrag van in totaal € 17.437,46. Dit bedrag heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], ondanks aanmaningen, onbetaald gelaten.
2.19. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft op 25 december 2009 aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] een factuur gezonden voor een bedrag van € 14.114,42. Deze factuur is door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] niet voldaan.
3. Het geschil in de incidenten
in het door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] opgeworpen incident
3.1. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] vordert [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, als voorlopige voorziening te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag van € 17.437,46 te betalen ter zake van de onbetaalde facturen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de dag van verschuldigdheid van de facturen tot aan de dag van algehele betaling, met veroordeling van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] in de kosten van het incident.
3.2. De incidentele vordering betreft een voorschot op hetgeen door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] wordt gevorderd in de hoofdzaak. Zij stelt dat zij belang heeft bij deze vordering omdat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] deze vordering in de hoofdzaak op zichzelf niet betwist en het wellicht nog enige tijd kan duren alvorens een toewijzend vonnis in de hoofdzaak wordt gewezen.
3.3. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna ingegaan.
in het door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] opgeworpen incident
3.4. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] vordert [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] te veroordelen tot het na betekening van het vonnis, op eerste afroep van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] terstond ter beschikking stellen en uitleveren van de in haar AGP opgeslagen voorraad in eigendom van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], welke voorraad is vastgelegd in de voorraadlijst d.d. 30 december 2009 van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft en om [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] te veroordelen om binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis de in haar AGP opgeslagen 96 flessen in eigendom van Whisyclub Usquebaugh Society terstond aan Whisyclub Usquebaugh Society ter beschikking te stellen en te leveren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft.
3.5. Kort en goed komt het erop neer dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] afgifte vordert van een partij whisky, die is opgeslagen in de AGP van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], en die zijn eigendom is dan wel die eigendom is van de Whisyclub Usquebaugh Society, aan wie [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] de betreffende partij heeft verkocht. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] stelt belang te hebben bij deze vordering omdat de whisky in kwaliteit achteruit gaat door verloop van tijd en het nog enige tijd kan duren voor in de hoofdzaak een toewijzend vonnis wordt gewezen. De weigering van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] om deze partij whisky af te geven frustreert de bedrijfsvoering van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], aldus [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident]. Hij lijdt daardoor schade.
3.6. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna ingegaan.
4. Het geschil in de hoofdzaak
in conventie
4.1. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] te veroordelen tot betaling van
(i) een bedrag van € 17.437,46 aan onbetaalde facturen,
(ii) een bedrag van € 58.000,00 aan schade als gevolg van ontbinding van de overeenkomst,
(iii) een bedrag van € 1.788,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
(iv) de wettelijke rente over (i), (ii) en (iii) vanaf de dag van de verschuldigdheid van de facturen tot de dag van betaling,
een en ander met veroordeling van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] in de kosten van deze procedure en de nakosten, voor zover deze noodzakelijk zijn, met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis tot aan de betaling.
4.2. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] legt aan haar vordering sub (i) ten grondslag dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] toerekenbaar is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst tot levering van dranken, door de facturen daarvoor niet te voldoen.
4.3. Verder stelt zij dat zij met [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] is overeengekomen dat zij de exclusieve distributie zou verzorgen voor het whiskylabel GlenDronach en dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] deze overeenkomst niet is nagekomen door met [betrokkene] een exclusieve distributie overeen te komen. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft de exclusieve distributieovereenkomst niet rechtsgeldig opgezegd volgens [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] en de overeenkomst is geëindigd door een buitengerechtelijke ontbinding door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident]. Zij vordert sub (ii) vergoeding van de door haar, ten gevolge van de beëindiging van de overeenkomst, geleden schade, die bestaat uit gederfde winst over 2009, 2010 en 2011. Deze schade bedraagt in totaal € 58.000,00.
4.4. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] voert verweer. Op de stellingen van partijen zal hierna worden ingegaan.
in reconventie
4.5. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] te veroordelen tot:
(i) het binnen veertien dagen na het vonnis betalen aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] van een bedrag van € 14.117,42, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf 30 juni 2010 tot de dag der algehele voldoening,
(ii) het na betekening van het vonnis op eerste afroep van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] terstond ter beschikking stellen en uitleveren van de in haar AGP opgeslagen voorraad in eigendom van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], welke voorraad is vastgelegd in de voorraadlijst d.d. 30 december 2009 van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft,
(iii) het binnen 5 dagen na betekening van het vonnis de in haar AGP opgeslagen 96 flessen in eigendom van Whisyclub Usquebaugh Society terstond aan Whisyclub Usquebaugh Society ter beschikking stellen en leveren, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft,
een en ander met veroordeling van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis en eveneens vermeerderd met nakosten voor een bedrag van € 131,00 dan wel, indien betekening plaatsvindt, van € 199,00.
4.6. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst met betrekking tot de distributieovereenkomst, door de factuur ter zake van onder meer de commissie van 35% niet te betalen. Daarnaast stelt [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] moet betalen voor een aantal dozen GlenDronach die bij [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in de AGP staan opgeslagen. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] stelt dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] deze whisky op eigen initiatief heeft besteld en daarom de kosten daarvan aan hem moet vergoeden. Het totaalbedrag van de factuur van 25 december 2009, die op zowel de commissie als de dozen whisky ziet, is € 14.117,42. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] vordert betaling van dit bedrag. Verder vordert [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] afgifte van zijn dozen whisky, die zich in de AGP van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] bevinden en waarvan hij een deel heeft verkocht aan Whisyclub Usquebaugh Society. De grondslag voor die vordering is het eigendomsrecht van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident].
4.7. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] voert verweer. Op de stellingen van partijen zal hierna nader worden ingegaan.
5. In de hoofdzaak
5.1. De rechtbank zal eerst de hoofdzaak behandelen, omdat de stellingen die in de incidenten worden ingenomen nagenoeg dezelfde zijn als de stellingen in de hoofdzaak. Het is daarom efficiënter deze eerst in de hoofdzaak te beoordelen en daarna in de incidenten.
in conventie
Facturen
5.2. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] vordert betaling van de door haar aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] gezonden facturen, zoals vermeld in r.ov. 2.18. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft deze vordering van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] tot een bedrag van € 15.335,49 erkend. In zoverre ligt de vordering van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] dan ook voor toewijzing gereed.
5.3. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] betwist een deel van de vordering, namelijk een bedrag van € 2.503,00. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] voert aan dat hij voor dat bedrag nog een vordering heeft op [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] die bestaat uit de commissie over november en december 2009. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft betwist een factuur voor dat bedrag te hebben ontvangen van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] en voert aan dat die vordering dus niet opeisbaar is. Op de comparitie heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] verklaard dat hij niet weet of hij die factuur heeft verzonden. Deze factuur is in elk geval niet overgelegd. Gelet hierop heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] zijn beroep op verrekening onvoldoende onderbouwd. Het had op zijn weg gelegen de factuur waarmee hij wil verrekenen over te leggen. Dit beroep op verrekening gaat dus niet op.
5.4. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft zich verder op opschorting beroepen en op verrekening met zijn factuur van 25 december 2009. Hij voert aan dat hij niet gehouden is de facturen van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] te voldoen, totdat zijn factuur van 25 december 2009 is voldaan door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] dan wel deze teniet is gegaan door verrekening. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] vordert in reconventie betaling van deze factuur, die door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] wordt betwist. De vraag of [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] zich terecht op opschorting dan wel verrekening met deze factuur beroept hangt af van de vraag of [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] tekort is geschoten in haar verplichting deze factuur te voldoen. Dat zal hierna, bij de beoordeling in reconventie, beoordeeld worden.
Schadevergoeding
5.5. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] stelt dat zij met [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] een exclusieve distributieovereenkomst heeft gesloten ten aanzien van GlenDronach. Zij heeft haar standpunt onderbouwd met een aantal e-mails, waaronder de e-mails van 22 juli 2009 (2.6.), 2 en 5 oktober 2009 (2.7. en 2.8.), 4 november 2009 ( 2.9. en 2.10.) en 23 november 2009 (2.11.). Zij stelt dat uit die e-mails volgt dat partijen een exclusieve distributie van GlenDronach hebben afgesproken.
|5.6. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] betwist dat hij met [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] een exclusieve distributieovereenkomst ten aanzien van GlenDronach is overeengekomen. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] voert aan dat tussen hem en de distilleerderij van GlenDronach slechts een ‘gentlemen’s agreement’ bestond ten aanzien van de import die [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] voor GlenDronach in Nederland verzorgde. Dit recht van import kon volgens [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] op elk moment beëindigd worden en de distilleerderij kon ook andere importeurs in Nederland benaderen. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] was daarom niet in staat om aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] de exclusieve distributie te gunnen heeft dat dan ook niet gedaan. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] voert verder aan dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in de e-mails wel heeft geprobeerd een exclusieve distributie af te dwingen, maar dat deze nooit is overeen gekomen. Voorts was het de distilleerderij die [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] op enig moment heeft verzocht de distributie van GlenDronach onder te brengen bij [betrokkene].
5.7. Het verweer van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] dat hij niet in staat was de exclusieve distributie onder te brengen bij [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], omdat hij geen exclusief recht van import van de distilleerderij had gekregen, is innerlijk tegenstrijdig met zijn standpunt dat de distilleerderij hem op enig moment heeft opgelegd de exclusieve distributie bij [betrokkene] onder te brengen. Als het de distilleerderij vrij stond, zoals [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] aanvoert, om zelf andere importeurs te benaderen, waarom is dit dan via [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] gelopen en niet rechtstreeks met [betrokkene]? De rechtbank verwerpt dit verweer dan ook en neemt als vaststaand aan dat de distilleerderij aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] het recht van exclusieve import heeft toegekend voor GlenDronach in Nederland. Dat dat recht een gentlemen’s agreement zou behelzen – wat daar ook van zij – doet daar niet aan af. Evenmin doet daaraan af dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] zelf, naast [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], ook distributie van GlenDronach deed, nu dat vanuit de AGP van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] geschiedde en ook over die distributie een commissie was afgesproken met [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in de e-mail van 22 juli 2009 en de e-mail van 23 november 2009.
5.8. De rechtbank is verder van oordeel dat uit de door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] overgelegde e-mails voldoende aannemelijk wordt dat partijen een exclusieve distributie zijn overeengekomen. Dat volgt met name uit de e-mails van 4 november 2009 en 23 november 2009, waarin [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] opheldering vraagt over de vraag hoe het kan dat GlenDronach rechtstreeks door [betrokkene] wordt geleverd. Vervolgens is op 23 november 2009 door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] vastgelegd dat verkopen aan [betrokkene] alleen via [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] zouden lopen en dat daarvoor een commissie van 50% zou worden berekend. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft daar onvoldoende tegenin gebracht. Hij voert op dit punt slechts aan dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] de exclusieve distributie zou hebben proberen af te dwingen met de e-mails die zij heeft overgelegd. Gesteld noch gebleken is dat hij, naar aanleiding van de e-mails, aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft medegedeeld dat die e-mails niet juist waren. Uit de stellingen van partijen volgt verder dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] de afspraken over de commissie, zoals deze in de e-mails zijn vastgelegd, ook heeft uitgevoerd. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft zijn verweer dan ook onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank neemt als vaststaand aan dat partijen een exclusieve distributie zijn overeengekomen ten aanzien van GlenDronach.
5.9. Met betrekking tot de gevorderde schadevergoeding overweegt de rechtbank als volgt. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] stelt dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] de exclusieve distributieovereenkomst niet had mogen opzeggen met zijn e-mail van 17 december 2009. Zij stelt dat deze opzegging niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, maar dat de overeenkomst hoe dan ook is geëindigd door de ontbinding van de overeenkomst door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] met haar brief van 7 januari 2010 aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident]. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] betwist dat hij de overeenkomst niet had mogen opzeggen. Hij legt zich neer bij de ontbinding van de overeenkomst door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident].
5.10. Partijen zijn niet overeengekomen of de exclusieve distributieovereenkomst opzegbaar is. Dat betekent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet worden beoordeeld of de overeenkomst opzegbaar was. Volgens vaste rechtspraak is een distributieovereenkomst voor onbepaalde tijd in beginsel opzegbaar. Partijen hebben niet gesteld dat sprake was van een overeenkomst voor bepaalde tijd, zodat de rechtbank uitgaat van een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dat betekent dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar was.
5.11. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft onbetwist aangevoerd dat hij de overeenkomst onder druk van de distilleerderij heeft beëindigd, omdat de distilleerderij de distributie bij [betrokkene] wilde onderbrengen. De overeenkomst was pas een half jaar daarvoor tot stand was gekomen en niet is gesteld of gebleken dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in hoge mate afhankelijk was van deze distributieovereenkomst. Van een omvangrijke investering van de zijde van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], in verband met de distributieovereenkomst, is evenmin gebleken. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft verder in haar brief van 7 januari 2010 de overeenkomst ontbonden op grond van art. 6:265 BW, omdat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] de overeenkomst volgens haar niet nakwam. De rechtbank leidt uit deze rechtsmaatregel af dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] geen prijs meer stelde op nakoming van de distributieovereenkomst door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] en dat zij slechts aanspraak wilde maken op schadevergoeding. Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de opzegging niet rechtsgeldig is gedaan. De rechtbank overweegt neemt dan ook als vaststaand aan dat de overeenkomst rechtsgeldig is opgezegd en dus is geëindigd.
5.12. Vervolgens rijst de vraag of een redelijke opzegtermijn in acht genomen had moeten worden en of, in aanvulling daarop, nog schade vergoed moet worden aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident]. Bij de beoordeling van de vraag welke opzegtermijn in acht genomen had moeten worden, moeten de wederzijdse belangen van partijen worden afgewogen en zijn de aard en gewicht van de reden voor opzegging relevant (HR [datum], NJ 1995, [.../...]). Aan deze afweging komt de rechtbank nog niet toe, gelet op het volgende.
5.13. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft haar vorderingen tot het vergoeden van de schade gebaseerd op de ontbinding van de overeenkomst. Nu hiervoor is komen vast te staan dat de opzegging rechtsgeldig is gedaan, is de overeenkomst door deze opzegging geëindigd en heeft de ontbinding geen rechtsgevolg. Er viel op 7 januari 2010 immers niets meer te ontbinden. Gelet hierop zal de rechtbank [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in de gelegenheid stellen zich op dit punt uit te laten en haar vordering nader te onderbouwen. De zaak zal daarom naar de rol worden verwezen voor het nemen van een akte door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident]. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] zal daarna een antwoordakte mogen nemen.
5.14. Nu het geschil tussen partijen, gelet op het voorgaande, beperkter in omvang is geworden geeft de rechtbank partijen in overweging te proberen de zaak alsnog in der minne te regelen.
5.15. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
in reconventie
Factuur 25 december 2009
5.16. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft de commissie die met de factuur van 25 december 2009 in rekening wordt gebracht niet betwist. Het factuurbedrag is in zoverre dan ook toewijsbaar. Het gaat om een bedrag van € 62,40 + 432,00 + 528,00 = € 1.022,40.
5.17. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] betwist de factuur voor het overige wel. Zij betwist dat zij een bestelling heeft gedaan voor zichzelf. Zij stelt ten aanzien van de flessen, die haar met de factuur van 25 december 2009 in rekening zijn gebracht, slechts bewaarder te zijn. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] stelt dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] in oktober 2009 een bestelling heeft gedaan voor zichzelf en verwijst daarvoor naar een e-mail van 6 oktober 2009 van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] aan hem:
Hierbij de verkopen t/m september (…)
Huidige voorraad
12 yrs 67 flessen
15 yrs 78 flessen
18 yrs 163 flessen
Moeten dus 12 en 15 yrs bestellen.
5.18. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft op die e-mail gereageerd met een e-mail van 8 oktober 2009 :
Helaas kan ik op dit moment geen GD bestellen i.v.m. een achterstand in de betaling. Moeten dus maar even wachten.
5.19. Uit deze mailwisseling kan de rechtbank niet afleiden dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] een partij whisky voor zichzelf heeft besteld. In de eerste plaats lijkt uit de e-mail van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] te volgen dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] de voorraad wil aanvullen en in de tweede plaats heeft [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] de order niet uitgevoerd. Kennelijk is nadien nog wel whisky besteld door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], maar dat dat een bestelling ten behoeve van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] zelf zou zijn blijkt nergens uit. Dit standpunt wordt dan ook gepasseerd.
5.20. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft verder nog gesteld dat deze flessen in eerste instantie pas in rekening werden gebracht bij [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] op het moment dat ze waren verkocht door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], maar dat, nu de relatie is beëindigd, [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] gerechtigd is de flessen in een keer in rekening te brengen. Zoals [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] terecht aanvoert is het onduidelijk wat de juridische grondslag van deze stelling is. Gesteld noch gebleken is dat partijen op dat punt iets zijn overeengekomen. Tussen partijen bestond ten aanzien van de flessen whisky een bewaargevingovereenkomst en die wordt bij beëindiging niet vanzelf omgezet in een koopovereenkomst. Dit standpunt van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] gaat dan ook evenmin op.
5.21. Een en ander betekent dat de vordering van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident], die is gebaseerd op de factuur van 25 december 2009, maar gedeeltelijk toegewezen kan worden en wel tot een bedrag van € 1.022,40. Dit leidt ertoe dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] een beroep op verrekening toekomt voor dit bedrag en niet voor meer.
Afgifte voorraad
5.22. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] beroept zich op een recht van retentie en voert aan dat zij niet gehouden is deze voorraad aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] af te geven totdat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] haar facturen heeft voldaan. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, staat vast dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] een vordering heeft op [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] ten bedrage van tenminste € 17.437,46, waarbij [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] slechts een beroep op verrekening toekomt voor een bedrag van € 1.022,40. Dat betekent dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] een vordering heeft op [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] voor een bedrag van tenminste € 16.415,06, te vermeerderen met rente.
5.23. Dat leidt tot de conclusie dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] een retentierecht toekomt. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft gesteld dat de waarde van de vordering van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] niet in verhouding staat tot de waarde van de goederen waarop zij het retentierecht uitoefent en dat [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] om die reden gehouden is de goederen af te geven. Op grond van art. 3:290 BW en art. 6:262 lid 2 BW kan een retentierecht in geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming slechts worden ingeroepen voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt. Deze proportionaliteitseis ziet niet zozeer op de waarde van de verbintenissen waar het om gaat, maar meer om de vraag of het gedeeltelijk niet nakomen van de verbintenis van de ene partij de opschorting rechtvaardigt. Daarbij hoeft de waarde van de tegenover elkaar staande verbintenissen niet gelijk te zijn, omdat een opschortingsrecht – en dus ook een retentierecht – als pressiemiddel mag worden gebruikt (Asser/Hartkamp & Sieburgh 6 III* 2010, nr. 715).
5.24. Ook gelet op het feit dat thans nog niet kan worden vastgesteld of aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], naast de betaling van haar facturen, nog een vordering tot vergoeding van schade toekomt, is de rechtbank van oordeel dat niet gezegd kan worden dat het inroepen van het retentierecht disproportioneel is te noemen.
5.25. Dat leidt ertoe dat de vordering van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] die ziet op de afgifte van de voorraad voor afwijzing gereed ligt. Dat geldt ook voor de vordering tot afgifte van de flessen die kennelijk door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] zijn verkocht aan een derde, nu – er gemakshalve even vanuit gaande dat de eigendom van die flessen door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] inderdaad is overgedragen - het retentierecht ook tegen deze derde kan worden ingeroepen op grond van art. 3:291 BW. Niet is immers gesteld of gebleken dat de flessen door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] zijn verkocht vóór de vordering van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] was ontstaan.
5.26. De rechtbank zal in reconventie iedere verdere beslissing aanhouden.
6. De beoordeling in het door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] opgeworpen incident.
6.1. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] heeft voldoende processueel belang bij de incidentele vordering. De gevraagde voorlopige voorziening hangt samen met de hoofdvordering en is gericht op een voorziening die voor de duur van de aanhangige bodemprocedure kan worden gegeven. Derhalve moet worden beoordeeld of een afweging van de materiële belangen van partijen de gevorderde ordemaatregel rechtvaardigt. Bij een voorziening in de vorm van betaling van een geldsom is dat in verband met het restitutierisico meestal alleen het geval indien de vordering tot het beloop van het gevorderde voorschot reeds voldoende vaststaat dan wel op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld. Dat betekent dat moet worden beoordeeld of een afweging van de materiële belangen van de partijen de gevorderde ordemaatregel rechtvaardigt.
6.2. Bij een voorziening in de vorm van betaling van een geldsom is dat in verband met het restitutierisico meestal alleen het geval als de vordering tot het beloop van het gevorderde voorschot voldoende vaststaat of op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld. Als dat het geval is vloeit daaruit tevens voort dat een voldoende (dringend) belang bestaat bij de provisionele vordering (HR 14 november 1997, NJ 1998, 113).
6.3. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] beroept zich in de hoofdzaak en in het incident op opschorting en verrekening met vorderingen die hij heeft ingesteld in reconventie in de hoofdzaak. Zoals hiervoor in de hoofdzaak is overwogen zullen de vorderingen in reconventie van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] worden afgewezen, met uitzondering van een bedrag van € 1.022,40. Voor dat bedrag komt [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] een beroep op verrekening toe. Dat leidt ertoe dat deze verweren in het incident slechts met betrekking tot de verrekening met dat bedrag kunnen slagen. De vordering van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] zal voor het overige worden toegewezen. Dat betekent dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], na verrekening met zijn vordering, een bedrag van € 16.415,06 moet betalen. De wettelijke handelsrente over dit bedrag is eveneens toewijsbaar.
6.4. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen. Deze kosten worden aan de zijde van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] tot op heden begroot op € 452,00 aan salaris advocaat.
7. De beoordeling in het door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] opgeworpen incident
7.1. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] vordert dat de rechter een voorlopige voorziening zal treffen voor de duur van het geding. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
7.2. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] heeft voldoende processueel belang bij de incidentele vordering. De gevraagde voorlopige voorziening hangt samen met de hoofdvordering en is gericht op een voorziening die voor de duur van de aanhangige bodemprocedure kan worden gegeven. Derhalve moet worden beoordeeld of een afweging van de materiële belangen van partijen de gevorderde ordemaatregel rechtvaardigt.
7.3. De gevorderde voorlopige voorziening bestaat uit afgifte van een voorraad flessen whisky, die zich in het magazijn van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] bevinden. [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] stellen zich in de hoofdzaak en in het incident op het standpunt dat haar een retentierecht toekomt ten aanzien van die flessen whisky. In de hoofdzaak is overwogen dat dit beroep op het retentierecht slaagt. Dat betekent dat de vordering van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] moet worden afgewezen.
7.4. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen. Deze worden tot op heden aan de zijde van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] begroot op € 452,00 aan salaris advocaat.
8. De beslissing
De rechtbank
in het door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] opgeworpen incident
8.1. veroordeelt [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] tot betaling aan [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] van een bedrag van € 16.415,06, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de dag van verschuldigdheid van de facturen tot aan de dag van algehele betaling,
8.2. veroordeelt [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] begroot op € 452,00,
8.3. wijst het meer of anders gevorderde af,
8.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
in het door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] opgeworpen incident
8.5. wijst de vordering af,
8.6. veroordeelt [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident] begroot op € 452,00,
8.7. verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
in conventie
8.8. plaatst de zaak op de rol van 9 maart 2010 voor het nemen van een akte door [eisers in conventie in de hoofdzaak / eisers in het incident], zoals is overwogen in r.ov. 5.13.,
8.9. bepaalt dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak / verweerder in het incident] daarna een antwoordakte mag nemen,
8.10. houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
8.11. houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2011.