ECLI:NL:RBARN:2011:BP9265
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor kap van bomen te Beuningen
Op 18 maart 2011 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door verzoekers tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen. Het verzoek was gericht tegen een besluit van 30 november 2010, waarbij een omgevingsvergunning was verleend voor het kappen van meerdere bomen op de locatie Wilgenoord te Beuningen. Verzoekers stelden dat de gemeente had toegezegd geen onomkeerbare handelingen te verrichten totdat er uitspraak was gedaan in de bodemprocedure over het bestemmingsplan Wilgenoord. Echter, de rechtbank oordeelde dat deze toezegging niet van toepassing was op de voorgenomen kap van bomen.
De rechtbank overwoog dat, ingevolge artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de rechtbank in geval van intrekking van het beroep kan besluiten tot proceskostenveroordeling, maar dat in dit geval geen sprake was van tegemoetkoming aan het verzoekers. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekers voldoende tijd hadden om met verweerder in overleg te treden voordat het verzoek om voorlopige voorziening werd ingediend. De omgevingsvergunning was weliswaar verleend, maar zou pas in werking treden na afloop van de bezwaartermijn van zes weken.
De rechtbank wees het verzoek om proceskostenveroordeling af, maar bepaalde wel dat het griffierecht van € 150 aan verzoekers moest worden gerestitueerd. De uitspraak werd gedaan zonder dat partijen op een zitting hoefden te verschijnen, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was. Tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.