ECLI:NL:RBARN:2011:BQ1296
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I. de Waal- van Wessem
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en ouderlijk gezag in een echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vader en de moeder van een minderjarige. De vader had verzocht om een zorg- en contactregeling vast te stellen, evenals om erkenning van de minderjarige en het verkrijgen van ouderlijk gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in een ouderschapsplan zijn overeengekomen dat er voor de vierde verjaardag van de minderjarige gezamenlijk zal worden bekeken of er gezamenlijk gezag kan worden vastgelegd. Dit is afhankelijk van de communicatie tussen partijen en de omgangsregeling in de komende jaren. De rechtbank heeft het verzoek van de vader om met het ouderlijk gezag belast te worden als ingetrokken aangemerkt, waardoor er geen beslissing meer over het gezag hoeft te worden gegeven.
De rechtbank heeft ook de omgangsregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige regelmatig bij de vader verblijft en andere contactmomenten in onderling overleg worden geregeld. De rechtbank heeft benadrukt dat het aan de vader is om te bepalen of hij de zorg voor de minderjarige kan en wil dragen, mocht de moeder niet meer in staat zijn om voor de minderjarige te zorgen. De inhoud van het ouderschapsplan is als bijlage aan de beschikking gehecht en wordt als onderdeel van de beschikking beschouwd. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. De uitspraak is gedaan door kinderrechter I. de Waal- van Wessem, in aanwezigheid van griffier L.E. Huberts.