ECLI:NL:RBARN:2011:BQ6311
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- P.J. Wiegman
- C. van Linschoten
- C.M.E. Lagarde
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen alle rechters in Nederland niet-ontvankelijk verklaard
In de wrakingszaak met nummer 11/152 heeft de Rechtbank Arnhem op 20 mei 2011 uitspraak gedaan. Verzoeker heeft tijdens een openbare zitting op 12 mei 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. [rechter], de behandelend voorzieningenrechter. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechtbank partij was in een kort geding dat betrekking had op de website www.rechtinnederland.nl, en dat de rechtbank daarom niet onpartijdig kon oordelen. Verzoeker stelde dat het kort geding door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens behandeld moest worden.
De rechtbank heeft in haar beschikking geoordeeld dat het wrakingsverzoek feitelijk niet gericht was tegen de behandelend rechter, maar tegen alle rechters in Nederland. Dit is in strijd met artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat wrakingsverzoeken alleen gericht kunnen zijn tegen de rechter die de zaak behandelt. De rechtbank concludeerde dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangevoerd die een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de behandelend rechter konden onderbouwen.
Daarom heeft de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek en besloten om af te zien van een mondelinge behandeling. De rechtbank honoreerde ook het verzoek van mr. [rechter] om een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling te nemen, omdat het huidige verzoek geen misbruik van het wrakingsinstrument opleverde. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.