ECLI:NL:RBARN:2011:BQ9171
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde energiekosten en onverschuldigde levering
In deze zaak vordert de Nederlandse Energie Maatschappij B.V. (NEM) betaling van onbetaalde energiekosten van een gedaagde partij, die stelt geen overeenkomst met de NEM te hebben gesloten. De NEM heeft in de periode van 2 oktober 2007 tot 4 september 2008 gas en elektriciteit geleverd aan het woonadres van de gedaagde partij. Na het opmaken van een eindafrekening op 30 september 2008, resteerde er een bedrag van € 847,59, inclusief boetes. De gedaagde partij betwist de overeenkomst en stelt dat hij geen schriftelijke bevestiging heeft ontvangen en de Nederlandse taal niet beheerst. De NEM heeft echter bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat de correspondentie op naam van de gedaagde partij staat, maar de gedaagde stelt dat dit zijn broer betreft en dat hij nooit contractspartij is geweest.
De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij, ondanks het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst, wel degelijk is verrijkt door de geleverde energie. De rechter wijst de vordering van de NEM gedeeltelijk toe en veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van € 132,50, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 10 juni 2011 door kantonrechter A.E.M. Overkamp.