ECLI:NL:RBARN:2011:BR1332
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- G. Noordraven
- C. van Linschoten
- F.J.H. Hovens
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen voorzieningenrechter in kort geding
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 30 juni 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen de voorzieningenrechter mr. [betrokkene] tijdens een openbare terechtzitting van de rechtbank Arnhem. Verzoeker stelde dat er twijfels bestonden over de onpartijdigheid van de rechter, omdat hij geen proces-verbaal van de vorige zitting had ontvangen. Dit proces-verbaal was volgens verzoeker noodzakelijk om aan te tonen dat de rechter de processtukken niet goed had gelezen en dat er een ongelijke behandeling was tussen de processtukken van verzoeker en die van de wederpartij. Verzoeker had ook de intentie om de notulen op zijn website te publiceren, wat hij als essentieel beschouwde voor zijn zaak.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat in een wrakingsprocedure moet worden vastgesteld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek voor zover het gericht is tegen het optreden van de rechter voorafgaand aan het vorige wrakingsverzoek. Dit is gebaseerd op het feit dat alle feiten en omstandigheden die duiden op (de schijn van) partijdigheid gelijktijdig en onverwijld moeten worden voorgedragen.
Daarnaast heeft de wrakingskamer geoordeeld dat de beslissing van de voorzieningenrechter om geen proces-verbaal op te stellen van de vorige zitting niet kan worden gezien als een teken van vooringenomenheid. De rechtbank hanteert een beleid waarbij aantekeningen voor intern gebruik niet worden omgezet in een proces-verbaal. Het verzoek tot wraking is afgewezen voor zover het is gebaseerd op de stelling dat de onpartijdigheid van de rechter in twijfel kan worden getrokken. De wrakingskamer heeft ook bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. [betrokkene] niet in behandeling zal worden genomen, omdat verzoeker dit instrument kennelijk oneigenlijk gebruikt. Tot slot is het verzoek van verzoeker om een zakelijk proces-verbaal van de zitting van de wrakingskamer toegezonden te krijgen, toegewezen.