ECLI:NL:RBARN:2011:BR5805
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Huidekoper
- Rechtspraak.nl
Verhoging beslagvrije voet bij beslag op zorgtoeslag en huurtoeslag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 25 juli 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot verhoging van de beslagvrije voet. Het verzoek was ingediend door een schuldeiser met betrekking tot de zorgtoeslag en huurtoeslag van de rechthebbenden, die door de beslaglegging onder de beslagvrije voet uitkwamen. De verzoeker stelde dat de rechthebbenden niet in hun minimale levensbehoeften konden voorzien door de beslagen op hun toeslagen. De kantonrechter heeft op 23 mei 2011 een mondelinge behandeling gehouden waarbij de betrokken partijen aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de zorgtoeslag en huurtoeslag als vorderingen tot weerkerende betaling kunnen worden aangemerkt. De rechter heeft de relevante bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in overweging genomen, met name artikel 475b e.v., die de beslagvrije voet regelen. De kantonrechter oordeelde dat de beslagvrije voet van de rechthebbenden, die was vastgesteld op € 1.275,04, moest worden verhoogd naar € 1.584,04, omdat de toeslagen door de beslaglegging niet daadwerkelijk werden ontvangen.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zorgtoeslag en huurtoeslag moeten worden aangewend voor de lopende verplichtingen, zoals de ziektekostenpremie en huur. De kantonrechter heeft het verzoek van de schuldeiser ingewilligd en verklaard dat de regels omtrent de beslagvrije voet van toepassing zijn op de beslagen zorgtoeslag en huurtoeslag. De beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak door een advocaat worden aangevochten bij het Gerechtshof in Arnhem.