ECLI:NL:RBARN:2011:BR6467

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
2 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/411
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.C. Quak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek schadevergoeding wegens onterecht verblijf op politiebureau

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 2 september 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot schadevergoeding van een verzoeker die drie dagen op het politiebureau had doorgebracht. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J. van Rooijen, vroeg om een geldelijke vergoeding van € 315,00 voor de schade die hij had geleden door de inverzekeringstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker op 12 juli 2010 in verzekering was gesteld en op 14 juli 2010 weer in vrijheid was gesteld. De raadkamer heeft de relevante wetsartikelen, namelijk artikel 136, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 27, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, in overweging genomen bij het bepalen van het aantal dagen dat de verzoeker in detentie heeft doorgebracht.

De rechtbank oordeelde dat de eerste dag van de inverzekeringstelling als een volledige dag moet worden vergoed, wat betekent dat de verzoeker recht had op vergoeding voor twee dagen. De hoogte van de vergoeding werd vastgesteld op € 105,00 per nacht, wat resulteerde in een totale schadevergoeding van € 210,00. De rechtbank heeft het standpunt van de raadsman verworpen, die had betoogd dat de verzoeker recht had op vergoeding voor drie dagen. De rechtbank heeft de griffier gelast om het bedrag van € 210,00 aan de verzoeker uit te betalen. De beslissing werd genomen in een openbare raadkamer, waarbij de verzoeker niet aanwezig was, maar de officier van justitie zijn conclusie handhaafde. De rechtbank heeft de zaak afgesloten zonder oplegging van straf of maatregel.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
SECTOR STRAFRECHT
ENKELVOUDIGE RAADKAMER
Rechtbanknummer : 11/411
Parketnummer : 10/702571-10
Datum zitting : 17 augustus 2011
Datum uitspraak : 02 september 2011
Beschikking van de enkelvoudige openbare raadkamer naar aanleiding van het op 13 mei 2011 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift voor zover betreffende artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van:
naam : [verzoeker]
geboren op :
adres : [adres]
plaats : [woonplaats],
woonplaats kiezende te [adres], ten kantore van zijn advocaat mr. J. van Rooijen.
De behandeling in raadkamer
In openbare raadkamer van 17 augustus 2011 zijn gehoord:
de advocaat van verzoeker mr. J. van Rooijen en de officier van justitie;
Verzoeker is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De officier van justitie persisteert bij zijn conclusie d.d. 23 mei 2011.
De beoordeling
De raadkamer heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een geldelijke vergoeding ten bedrage van:
- € 315,00 ter zake schade welke is geleden tengevolge van de ondergane
inverzekeringstelling;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 12 juli 2010 in verzekering is gesteld
en op 14 juli 2010 in vrijheid is gesteld;
- de stukken van de strafzaak, waaronder een vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 25
maart 2011 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de conclusie van de officier van justitie d.d. 23 mei 2011;
De raadkamer constateert dat de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
De raadkamer overweegt voorts ten aanzien van wat door verzoeker is verzocht als volgt:
Detentie
Bij het vaststellen van de hoogte van het te vergoeden bedrag hanteert de raadkamer het in
deze rechtbank gebruikelijke bedrag van € 80,00 per nacht voor ondergane verzekering vermeerderd tot € 105,00 indien dit wordt ondergaan op het politiebureau of in beperkingen.
Verzoeker heeft in totaal 2 nachten in detentie op het politiebureau doorgebracht. Daarvoor komt hem een vergoeding toe van 2 x € 105,00 = € 210,00.
De raadsman heeft zich ter zitting in raadkamer op het standpunt gesteld dat, nu verzoeker drie dagen op het politiebureau heeft gezeten, hem een vergoeding toekomt van drie maal de forfaitaire vergoeding en dat niet de nachten maar de dagen geteld moeten worden.
De raadkamer verwerpt dit door de raadsman ingebrachte standpunt.
Bij het bepalen van het aantal dagen dat de verzoeker in een politiecel of huis van bewaring heeft doorgebracht, dient aansluiting te worden gezocht bij artikel 136 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering en bij artikel 27, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht. Krachtens de eerste bepaling wordt onder één dag verstaan een tijd van vierentwintig uren. Ingevolge de tweede bepaling wordt de eerste dag van de inverzekeringstelling naar de maatstaf van een volledige dag vergoed. Het vorenstaande brengt mee dat in dit geval niet meer dan twee dagen voor vergoeding in aanmerking komen.
De raadkamer zal daarom beslissen als hierna te melden en neemt daarbij de desbetreffende wetsartikelen in aanmerking.
De beslissing
Kent toe aan verzoeker voornoemd een vergoeding uit ’s Rijks kas ten bedrage van
€ 210,00 (zegge tweehonderdtien euro).
Gelast de griffier van de rechtbank om aan verzoeker voornoemd uit te betalen de somma van
€ 210,00 (zegge tweehonderdtien euro).
Beveelt de tenuitvoerlegging van deze beslissing, nadat deze in kracht van gewijsde is gegaan, door overmaking op de derdengeldrekening [X]
Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.C. Quak, rechter, in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier, en uitgesproken in openbare raadkamer van 02 september 2011.