ECLI:NL:RBARN:2011:BT2615
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzekeringszaak inzake ongevalschade en blijvende invaliditeit
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Arnhem, stond de vordering van eiser centraal, die een schadevergoeding eiste van RVS Schadeverzekering N.V. naar aanleiding van een ongeval op 15 februari 2009. Eiser had letsel opgelopen aan zijn linkeroog door een vuistslag die resulteerde in glas in zijn oog, veroorzaakt door een ruit die van buitenaf werd ingeslagen. Eiser vorderde onder andere een verklaring voor recht dat er sprake was van een verzekerd evenement onder de verzekeringsovereenkomst en dat RVS gehouden was om dekking te verlenen en uitkering te verstrekken. De rechtbank oordeelde dat RVS niet kon worden veroordeeld om de mate van blijvende invaliditeit vast te stellen, omdat eiser niet had aangegeven wanneer hij RVS van het ongeval op de hoogte had gesteld. Aangezien er op het moment van dagvaarding nog geen twee jaar waren verstreken sinds het ongeval, was RVS niet verplicht om tot vaststelling van de invaliditeit over te gaan. De rechtbank concludeerde dat zolang RVS de invaliditeit niet had vastgesteld, er ook geen recht kon worden verklaard op een verzekerd evenement. De vorderingen van eiser werden dan ook afgewezen. De rechtbank oordeelde verder dat RVS geen beroep kon doen op de uitsluitingsgrond van de polisvoorwaarden, omdat er onvoldoende bewijs was dat het ongeval het gevolg was van een vechtpartij waarbij eiser betrokken was. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.