ECLI:NL:RBARN:2011:BV0503

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
14 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
217789
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van betalingsverplichtingen en bewijsopdracht in civiele procedure

In deze civiele procedure, uitgesproken door de Rechtbank Arnhem op 14 december 2011, staat de vordering van de besloten vennootschap E.J. Bos Mengvoeders B.V. centraal. De eiseres, Bos Mengvoeders, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in verzet is gegaan tegen een eerder verstekvonnis. De kern van het geschil betreft de vraag of de gedaagde, die varkensvoer afnam van Bos Mengvoeders, zijn betalingsverplichtingen kan nakomen en of deze vordering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verschuldigdheid van de hoofdsom vaststaat, maar dat er een bewijsopdracht aan de eiseres is gegeven om aan te tonen dat partijen een ontbindende voorwaarde zijn overeengekomen.

De procedure is gestart na een verstekvonnis van 24 november 2010, waarin de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan Bos Mengvoeders. De gedaagde heeft in zijn verzet aangevoerd dat hij niet in staat was om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen, mede door omstandigheden rondom zijn activiteiten en de samenwerking met Givex Europe B.V. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat het opeisen van de vordering onaanvaardbaar zou zijn.

De rechtbank heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat er afspraken zijn gemaakt over de betalingstermijnen en dat de gedaagde ruim de tijd zou krijgen om af te lossen. De rechtbank heeft ook benadrukt dat het beroep van de gedaagde op strijd met de redelijkheid en billijkheid faalt, en dat de eiseres de mogelijkheid heeft om haar vordering te onderbouwen met bewijsstukken. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en zal opnieuw op de rol komen voor uitlating door Bos Mengvoeders.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 217789 / HA ZA 11-1061
Vonnis in verzet van 14 december 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
E.J. BOS MENGVOEDERS B.V.,
gevestigd te Ederveen, gemeente Ede,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. N.G. Cornelissen te Enschede,
tegen
[ged./eis. in verzet],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
eiser in het verzet,
advocaat mr. J.S. Wurfbain te Ede.
Partijen zullen hierna Bos Mengvoeders en [ged./eis. in verzet] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 juli 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 14 september 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Bos Mengvoeders heeft sinds 1998 als exploiteur van een mengvoederfabriek varkensvoer geleverd aan [ged./eis. in verzet] ten behoeve van het mesten van varkens in varkensstallen die hij huurde van [betrokkene1]. In dat verband hebben Bos Mengvoeders, [ged./eis. in verzet] en [betrokkene1] voornoemd op 1 juli 1998 een drie partijen overeenkomst gesloten.
2.2. Naar aanleiding van een achterstand in de betaling van de voerleveranties, zijn Bos Mengvoeders en [ged./eis. in verzet] op 23 juni 2004 overeengekomen de achterstanden om te zetten in een geldlening van € 425.000,00, welke geldlening partijen op 3 juli 2008 rentedragend hebben gemaakt. [ged./eis. in verzet] heeft hierop afgelost.
2.3. Ook na 23 juni 2004 heeft Bos Mengvoeders varkensvoer aan [ged./eis. in verzet] geleverd en is opnieuw een achterstand in de betaling ontstaan. Op enig moment is die achterstand opgelopen tot € 1.007.405,54. Ook hierop heeft [ged./eis. in verzet] afgelost.
2.4. Op 31 december 2008 heeft [ged./eis. in verzet] besloten zijn activiteiten te staken.
2.5. Bij verstekvonnis van 24 november 2010 (zaak-/rolnummer 206671 / HA ZA 10-2017) is [ged./eis. in verzet] veroordeeld om aan Bos Mengvoeders te betalen een bedrag van
€ 1.098.827,45, vermeerderd met de contractuele rente van driemaands euribor vermeerderd met 3% over het bedrag van € 85.000,00 vanaf 8 juni 2009 en vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 1.007.405,54 vanaf 17 juni 2009. Voorts is [ged./eis. in verzet] veroordeeld in de kosten van het geding, tot op dat moment begroot op € 8.247,98 aan proceskosten aan de zijde van Bos Mengvoeders, op € 3.702,83 aan beslagkosten en op
€ 131,00 aan nasalaris (vermeerderd met € 68,00 ingeval van vereiste betekening), een en ander vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de 14e dag na dagtekening van het verstekvonnis.
3. Het geschil
3.1. Bos Mengvoeders heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [ged./eis. in verzet] zal veroordelen aan Bos Mengvoeders te betalen een bedrag van € 1.092.405,46, vermeerderd met de contractuele rente van driemaands euribor vermeerderd met 3% over het bedrag van € 85.000,00 vanaf 8 juni 2009 en vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 1.007.405,54 vanaf 17 juni 2009. Voorts heeft Bos Mengvoeders gevorderd [ged./eis. in verzet] te veroordelen tot betaling van € 6.422,00 aan buitengerechtelijke kosten en te veroordelen in de kosten van dat geding, de beslag- en de nakosten daaronder begrepen en vermeerderd met wettelijke rente.
3.2. [ged./eis. in verzet] vordert in het verzet dat, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, het verzet ongegrond wordt verklaard [bedoeld zal zijn: gegrond] en dat [ged./eis. in verzet] wordt ontheven van de veroordelingen in het verstekvonnis van 24 november 2010 (2.5). Voorts vordert [ged./eis. in verzet] dat de rechtbank Bos Mengvoeders alsnog niet ontvankelijk verklaart in haar vorderingen dan wel deze afwijst, met veroordeling van Bos Mengvoeders in de kosten van de verzetprocedure.
3.3. Ter comparitie heeft Bos Mengvoeders haar eis verminderd in die zin dat in hoofdsom wordt gevorderd een bedrag van € 378.187,28, vermeerderd met de contractuele rente van driemaands euribor vermeerderd met 3% over het bedrag van € 50.000,00 vanaf
1 januari 2010.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het verzet kan geacht worden tijdig en op de juiste wijze te zijn ingesteld, nu het tegendeel niet is gesteld. [ged./eis. in verzet] kan in zoverre in zijn verzet worden ontvangen.
4.2. Ter comparitie is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat [ged./eis. in verzet] met betrekking tot de geldlening nog aan Bos Mengvoeders dient te betalen een bedrag van
€ 50.000,00 vermeerderd met € 22.439,56 aan contractuele rente tot 6 juni 2011 . Ter comparitie is voorts gebleken dat niet in geschil is dat het thans openstaande bedrag aan voerleveranties € 305.747,72 bedraagt.
4.3. [ged./eis. in verzet] heeft daarmee erkend dat hij aan Bos Mengvoeders het in hoofdsom na vermindering van eis gevorderde bedrag van € 378.187,28 (€ 50.000,00 + € 22.439,56 +
€ 305.747,72) verschuldigd is. Het geschil beperkt zich tot de vraag of Bos Mengvoeders thans nakoming van deze betalingsverplichting kan vorderen en, zo ja, of dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Opeisbaar?
4.4. Ter comparitie is gebleken dat tussen partijen niet in geschil is dat is afgesproken dat [ged./eis. in verzet] ruim de tijd zou krijgen om af te lossen. Wel in geschil is of partijen daarbij, zoals Bos Mengvoeders stelt en [ged./eis. in verzet] betwist, hebben afgesproken dat Givex Europe B.V., waarvan [ged./eis. in verzet] mededirecteur was, dan moest bijblijven met de betaling van de facturen die zij op haar beurt van Bos Mengvoeders ontving in verband met diervoeder leveranties.
4.5. Vooropgesteld wordt dat Bos Mengvoeders naar het oordeel van de rechtbank met het sluiten van de nadere overeenkomst dat [ged./eis. in verzet] ruim de tijd zou krijgen om af te lossen, ermee heeft ingestemd dat zij geen nakoming (meer) kon eisen en haar vordering dus niet opeisbaar was. Daarbij betrekt de rechtbank dat de partijen het erover eens zijn dat nimmer is gesproken over termijnen of aflossingsbedragen. Naar de rechtbank begrijpt, stelt Bos Mengvoeders dat haar vordering opnieuw opeisbaar is geworden omdat partijen deze nadere overeenkomst hebben gesloten onder de ontbindende voorwaarde dat Givex Europe B.V. achterstanden zou laten ontstaan en dat deze voorwaarde is vervuld. Dat Givex Europe B.V. achterstanden heeft laten ontstaan, heeft [ged./eis. in verzet] op zichzelf niet betwist. Nu [ged./eis. in verzet] daarentegen wel het bestaan van de voorwaarde heeft betwist en het rechtsgevolg van deze voorwaarde is dat de vordering van Bos Mengvoeders opeisbaar is, is het conform de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan Bos Mengvoeders die betaling vordert om dat te bewijzen.
4.6. Indien Bos Mengvoeders faalt in de bewijslevering, staat daarmee in rechte vast dat Bos Mengvoeders geen opeisbare vordering jegens [ged./eis. in verzet] heeft en zal het verstekvonnis worden vernietigd. De vorderingen van Bos Mengvoeders zullen dan alsnog worden afgewezen. Indien Bos Mengvoeders daarentegen slaagt in de bewijslevering, staat in rechte vast dat zij een opeisbare vordering heeft jegens [ged./eis. in verzet]. Voor dat geval dient nog de vraag te worden beantwoord of het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om die vordering thans op te eisen.
Redelijkheid en billijkheid
4.7. Het hier toepasselijke artikel 6:248, tweede lid, Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een tussen partijen als gevolg van een overeenkomst geldende regel slechts dan niet van toepassing is, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
4.8. In dat verband heeft [ged./eis. in verzet] allereerst aangevoerd dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij niet in rechte zou worden betrokken omdat de dagvaarding twee keer eerder was betekend maar niet was aangebracht. Naar het oordeel van de rechtbank brengt dit evenwel niet mee dat [ged./eis. in verzet] erop mocht vertrouwen dat Bos Mengvoeders haar aanspraak niet meer geldend zou maken. Uit het uitbrengen van de dagvaarding en het tot tweemaal toe opnieuw laten betekenen van die dagvaarding moest [ged./eis. in verzet] juist het tegendeel afleiden.
4.9. Anders dan [ged./eis. in verzet] betoogt, maakt het feit dat hij nog steeds aan het aflossen was toen hij werd gedagvaard evenmin dat Bos Mengvoeders in redelijkheid niet tot opeising kon overgaan. De opeisbaarheid, uitgaande van de situatie dat Bos Mengvoeders slaagt in het bewijs, was immers enkel afhankelijk gesteld van betalingsachterstanden van Givex Europe B.V. – welke niet zijn betwist – en niet van het aflossingsgedrag van [ged./eis. in verzet].
4.10. Ook het feit dat Bos Mengvoeders in de dagvaarding een bedrag heeft gevorderd waarvan zij wist dat dat niet langer verschuldigd was, maakt niet dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om het wel verschuldigde bedrag (na eisvermindering) op te eisen. Wel zal de rechtbank dit bij de kostenveroordeling betrekken, in die zin dat die zal worden gebaseerd op het eventueel toe te wijzen bedrag.
4.11. [ged./eis. in verzet] heeft in dit verband ter comparitie nog gesteld dat hij in de tang zat omdat hij met de opbrengsten van de varkens die hij van [betrokkene1] ontving niet in staat was om de voerleveranties van Bos Mengvoeders te betalen en omdat niet werd toegestaan dat hij handelde in varkens, waardoor zijn achterstanden alleen maar opliepen. Wat daar ook van zij, [ged./eis. in verzet] heeft niet gesteld dat hij heeft geprobeerd om de samenwerkings-overeenkomst op die gronden in rechte aan te tasten. Bovendien heeft [ged./eis. in verzet] de samenwerkingsovereenkomst niet eerder dan op 31 december 2008 opgezegd, zodat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien dat [ged./eis. in verzet], zoals hij stelt, door Bos Mengvoeders en [betrokkene1] werd gemangeld. Het enkele feit dat de samenwerking per saldo ongunstig voor [ged./eis. in verzet] heeft uitgepakt, maakt niet dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Bos Mengvoeders de betalings-achterstanden opeist.
4.12. Het beroep van [ged./eis. in verzet] op strijd met de redelijkheid en billijkheid faalt derhalve. Indien Bos Mengvoeders slaagt in het bij te brengen bewijs zal het verstekvonnis dan ook worden vernietigd en zal de vordering in hoofdsom van Bos Mengvoeders zoals die luidt na vermindering van eis, vermeerderd met de niet afzonderlijk betwiste contractuele rente over € 50.000,00 vanaf 1 januari 2010, worden toegewezen.
4.13. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. Bos Mengvoeders heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
4.14. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. draagt Bos Mengvoeders op te bewijzen dat partijen hebben afgesproken dat [ged./eis. in verzet] ruim de tijd zou krijgen om af te lossen op de geldlening en de openstaande facturen voor voerleveranties onder de voorwaarde dat Givex Europe B.V. geen achterstanden in haar betalingsverplichtingen jegens Bos Mengvoeders zou laten ontstaan,
5.2. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 4 januari 2011 voor uitlating door Bos Mengvoeders of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
5.3. bepaalt dat Bos Mengvoeders, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.4. bepaalt dat Bos Mengvoeders, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op maandagen en woensdagen in de maanden februari tot en met april 2012 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. M.J.P. Heijmans in het paleis van justitie te Arnhem aan de Walburgstraat 2-4,
5.6. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.7. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.P. Heijmans en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2011.