ECLI:NL:RBARN:2012:BV3571
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C.A. Walda
- Rechtspraak.nl
Geschil over de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen van ex-partners en de afwikkeling van hun gezamenlijke onderneming
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een geschil tussen ex-partners over de verdeling van hun gemeenschappelijk vermogen en de afwikkeling van hun gezamenlijke onderneming, VOF Party Service Briljant. De rechtbank heeft op 18 januari 2012 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij de vordering van de eiser in conventie werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de rechtsbetrekking tussen partijen al eerder door het hof was behandeld en dat tegen het arrest van het hof geen gewoon rechtsmiddel meer openstond. Dit betekende dat de beslissingen van het hof bindende kracht hadden in deze procedure. De eiser in conventie had gevorderd dat de gedaagde in conventie zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 16.545,70, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser deze vordering al drie jaar eerder had kunnen instellen en dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht. De vordering in reconventie van de gedaagde werd eveneens afgewezen, en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van de gedaagde begroot op € 975,00, terwijl de kosten aan de zijde van de eiser in conventie op nihil werden vastgesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. H.C.A. Walda.