ECLI:NL:RBARN:2012:BV6315

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
6 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
224139
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over verbeurde dwangsommen tussen Stichting Virtuele Trombosedienst en Trombosedienst Neder-Veluwe

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een geschil tussen de Stichting Virtuele Trombosedienst (SVT) en de Trombosedienst Neder-Veluwe (TD Neder-Veluwe) over de verbeurdverklaring van dwangsommen. SVT was eerder in kort geding veroordeeld om bepaalde uitlatingen over TD Neder-Veluwe te staken, op straffe van een dwangsom van € 1.500 per overtreding, met een maximum van € 150.000. De kern van het geschil is of SVT deze veroordeling heeft overtreden en of er dwangsommen zijn verbeurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat SVT in oktober 2010 tijdens cliëntendagen en een informatieavond in maart 2011 uitlatingen heeft gedaan die in strijd zijn met het eerdere vonnis. De voorzieningenrechter oordeelt dat SVT inderdaad de opgelegde verboden heeft geschonden en dat zij daardoor dwangsommen heeft verbeurd. SVT's vorderingen tot opheffing van het beslag en betaling van een bedrag van € 7.899,12 worden afgewezen. De rechtbank concludeert dat de executie van de dwangsommen is voltooid en dat SVT niet ontvankelijk is in haar vorderingen. SVT wordt veroordeeld in de proceskosten van TD Neder-Veluwe, die zijn begroot op € 1.376,00. Dit vonnis is uitgesproken op 6 februari 2012 door mr. N.W. Huijgen.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 224139 / KG ZA 11-672
Vonnis in kort geding van 6 februari 2012
in de zaak van
de stichting
STICHTING VIRTUELE TROMBOSEDIENST,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
advocaat mr. T.Q. de Booys te Amsterdam,
tegen
de stichting
STICHTING RODE KRUIS TROMBOSEDIENST "NEDER-VELUWE",
gevestigd te Ede,
gedaagde,
advocaat mr. R.A. van Huussen te Veenendaal.
Partijen zullen hierna SVT en TD Neder-Veluwe genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met de producties 1 t/m 12
- een brief van 19 januari 2012 van mr. Van Huussen met de producties 1 en 2
- een brief van 20 januari 2012 van mr. De Booys met de producties 13 t/m 17, alsmede een akte vermeerdering eis
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van SVT
- de pleitnota van TD Neder-Veluwe.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. SVT is een landelijk opererende zorginstelling die onder de naam ‘De Nationale Trombose Dienst’ (‘NTD’) een zorgdienst aanbiedt: trombosezelfzorg.
2.2. TD Neder-Veluwe is één van de in Nederland gevestigde regionale trombosediensten. Alle in Nederland gevestigde regionale trombosediensten zijn lid van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (hierna: FNT).
2.3. In juni 2009 heeft de SVT een mailing onder apothekers verspreidt. Onderdeel van deze mailing was een ‘OnePager’ (één blad met informatie) en een zogenaamde ‘Q&A’ (een blad met vragen en antwoorden) waarin het systeem van zelfmanagement van SVT, de ‘trombosezelfzorg’, werd vergeleken met de zorgverlening van de regionale trombosediensten. FNT en TD Neder-Veluwe hebben SVT bij exploot van 8 januari 2010 gedagvaard omdat zij van mening waren dat deze ‘OnePager’ en ‘Q&A’ onrechtmatig waren.
2.4. Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 9 februari 2010 is tussen TD Neder-Veluwe als eiseres en SVT als gedaagde – voor zover hier van belang – het volgende beslist:
“(…)
5.3. verbiedt SVT, met onmiddellijke ingang na de betekening van dit vonnis, om op enigerlei wijze mededelingen openbaar te (laten) maken waarin
(1) is vermeld of gesuggereerd dat de regionale trombosediensten monopolistisch zijn, een machtspositie innemen of het systeem van zelfmanagement of zelfzorg ontmoedigen, of,
(2) is vermeld of gesuggereerd dat de diensten van SVT voordelen voor patiënten, apothekers, de zorgsector en/of de samenleving bieden die de regionale trombosediensten missen, voor zover die vergelijking niet voldoet aan de voorwaarde van artikel 6:194a, tweede lid, sub c BW,
5.4. veroordeelt SVT om ingeval zij (na betekening van dit vonnis) in gebreke mocht blijven aan bovenstaande veroordeling te voldoen, aan de Trombosedienst Neder-Veluwe een dwangsom te betalen van € 1.500,-- per mededeling, echter met een maximum van € 150.000,--,
(…)”.
2.5. Het onder 2.4. genoemde vonnis is op 17 februari 2010 aan SVT betekend.
2.6. Op 9 en 14 oktober 2010 heeft SVT cliëntdagen gehouden, waarbij sheets zijn vertoond met onder meer de navolgende tekst:
Sheet nummer 67:
“Maar…
We worden stevig tegengewerkt door de ouderwetse trombosediensten en hun club, de FNT.
En daardoor kunnen slechts 25.000 van de 275.000 mensen, die chronisch coumarines moeten slikken, zelf hun controles doen.
Niet iedereen is geschikt.
Maar zeker 125.000 mensen hebben nog steeds niet de vrijheid die u heeft.
En wij zijn nog niet sterk genoeg om krachtiger ten strijde te trekken.”
Sheet nummer 70:
“Waarom zou u helpen?
U helpt andere anti-stollingsgebruikers, die zich nog niet los hebben kunnen maken van hun TD.”
De tekst van de sheets is op de website van SVT geplaatst.
2.7. Bij brief van 1 juni 2011 heeft de advocaat van TD Neder-Veluwe aan de advocaat van SVT onder meer het navolgende bericht:
“(…) Op de website van uw cliënte zijn de sheets geplaatst van presentatie die uw cliënte op “cliëntendagen” d.d. 9 en 14 oktober 2010 heeft gehouden.
(…)
Daarnaast is in ieder geval en onder meer tijdens een informatieavond die uw cliënte op 24 maart 2011 in Assen heeft gehouden gezegd dat:
a. regionale trombosediensten oubollige, stoffige en betuttelende organisaties zijn, die het zelfmeten tegenhouden, die hun patiënten niet inlichten over de mogelijkheid van zelfmeting en die tijd rekken bij toelating van patiënten tot het systeem van zelfmeting;
b. het systeem van zelfmeten in Nederland maar moeizaam op gang komt door tegenwerking van de regionale trombosediensten.
Elk van deze in het openbaar gedane mededelingen houdt een overtreding in van het onder 5.3 van het kort geding vonnis d.d. 9 februari 2010. (…)
Blijkens het bovenstaande heeft uw cliënte het kort geding vonnis tenminste vijfmaal overtreden, (…). Dat betekent dat zij een dwangsom van € 7.500,-- aan cliënte verschuldigd is. (…)”
2.8. Op 11 juli 2011 is op verzoek van de TD Neder-Veluwe aan SVT een deurwaardersexploot betekend, waarin ten aanzien van SVT aanspraak wordt gemaakt op een bedrag van € 9.073,45 wegens verschuldigde dwangsommen (6 x € 1.500,--) en kosten.
2.9. Op 3 december 2011 heeft SVT – zonder erkenning van verbeurte – één dwangsom voldaan aan TD Neder-Veluwe.
2.10. TD Neder-Veluwe heeft op 12 december 2011 executoriaal (derden)beslag gelegd onder ABN AMRO Bank N.V. (hierna: de bank) op de bankrekeningen van SVT voor de zes gestelde overtredingen, vermeerderd met kosten, verminderd met de betaalde dwangsom van € 1.500,--. Het beslagexploot is op 13 december 2011 aan SVT betekend.
2.11. De dagvaarding in het onderhavige kort geding is op 22 december 2011 aan TD Neder-Veluwe betekend.
2.12. Bij exploot van 23 december 2011 is op verzoek van SVT de dagvaarding van 22 december 2011 aan de bank betekend, met aanzegging dat, conform het bepaalde in artikel 476 lid 2 Rv., door de betekening van de dagvaarding de executie wordt geschorst en dat de bank hetgeen zij onder zich heeft en/of zal krijgen ingevolge het beslag, onder zich dient te houden totdat de rechter uitspraak heeft gedaan in het onderhavige geding.
2.13. Bij brief van 18 januari 2012 heeft Groeneveld Gerechtsdeurwaarders (hierna: Groeneveld) aan de advocaat van TD Neder-Veluwe onder meer het navolgende bericht:
“(...)
Van betrokkene ontvingen wij algehele betaling.
Specificatie:
Hoofdsom € 9.000,00
Betekening vonnis d.d. 17.02.2010 € 71,21
SALDO € 9.071,12
U komt toe:
Voor u geïncasseerd € 9.399,12
Rechtstreeks aan client (n.i.) € 1.500,00
SALDO € 7.899,12
Ons komt toe:
(…)
TOTAAL KOSTEN € 993,61
DOOR U TE ONTVANGEN € 6.905,51
Het laatstgenoemde bedrag zal op uw rekening (…) worden bijgeschreven. (…)”
3. Het geschil
3.1. SVT vordert, na vermeerdering van eis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. primair: het onderhavige executoriale beslag op te heffen;
subsidiair: TD Neder-Veluwe te veroordelen dit beslag met onmiddellijke ingang op te heffen op straffe van een dwangsom van € 1.500,-- (zegge: vijftienhonderd euro) voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
II. TD Neder-Veluwe te veroordelen aan SVT te betalen (al dan niet bij wijze van voorschot) een bedrag van € 7.899,12, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van algehele voldoening;
III. TD Neder-Veluwe te verbieden opnieuw executoriaal beslag te (laten) leggen voor de gestelde overtredingen op grond waarvan het onderhavige executoriale beslag is gelegd, althans voor elke gestelde overtreding op grond waarvan het executoriaal beslag is gelegd waarvan de voorzieningenrechter bij voorlopig oordeel in het in deze te wijzen vonnis overweegt dat daarvoor ten onrechte executoriaal beslag is gelegd, op straffe van een dwangsom van € 15.000,-- (zegge: vijftienduizend euro) voor ieder beslag dat zij in weerwil van deze veroordeling (laat) legt (leggen);
IV. TD Neder-Veluwe te veroordelen in de kosten van dit kort geding, te vermeerderen met nakosten.
3.2. SVT legt aan haar vordering tot opheffing van het beslag – kort gezegd – ten grondslag dat er geen sprake is van verschuldigdheid van dwangsommen, nu zij de verboden, die bij vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 9 februari 2010 aan haar zijn opgelegd, niet heeft overtreden. Het door TD Neder-Veluwe ten laste van SVT gelegde executoriaal (derden)beslag is daarom ongegrond en onrechtmatig.
Groeneveld heeft ten onrechte het onder het beslag vallende saldo van de bank ten behoeve van TD Neder-Veluwe ontvangen en vervolgens aan TD Neder-Veluwe uitbetaald. SVT heeft recht en belang bij de terugbetaling van het bedrag dat aan TD Neder-Veluwe is betaald middels de executie van de door TD Neder-Veluwe gestelde verbeurde dwangsommen, nu zij een stichting is zonder winstoogmerk en zij dit geld behoeft voor het betalen van salaris van medisch personeel en het aanschaffen van apparatuur, aldus SVT.
3.3. TD Neder-Veluwe voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
De vordering tot opheffing van het executoriale beslag
4.1. Het meest verstrekkende verweer van TD Neder-Veluwe is in dit verband dat de vordering niet toewijsbaar is omdat de executie inmiddels is voltooid.
4.2. Uit de afrekening van de deurwaarder van 18 januari 2012 blijkt dat een bedrag van € 7.899,12 als zijnde verbeurde dwangsommen inmiddels door Groeneveld aan TD Neder-Veluwe is betaald. De vordering van TD Neder-Veluwe is hiermee volledig voldaan door middel van de executoriale beslagen. Het beslag dat ter zake van de verbeurde dwangsommen is gelegd, is daarmee uitgewerkt. Met TD Neder-Veluwe is de voorzieningenrechter dan ook van oordeel dat de executie op 18 januari 2012 is beëindigd, zodat opheffing van het beslag niet langer tot de mogelijkheden behoort. SVT zal dan ook niet ontvankelijk worden verklaard in het onder I gevorderde.
De vordering tot betaling van € 7.899,12 door TD Neder-Veluwe
4.3. SVT erkent dat zij éénmaal, zij het zonder erkenning van verbeurte, een dwangsom aan TD Neder-Veluwe heeft voldaan. Hetgeen boven dat bedrag aan dwangsommen is geëxecuteerd door middel van het gelegde beslag, is volgens SVT, zo begrijpt de voorzieningenrechter, door haar onverschuldigd betaald, nu SVT niet heeft gehandeld in strijd met de aan haar opgelegde verboden en TD Neder-Veluwe dit bedrag in weerwil van het onderhavige executiegeschil en de schorsing van de executie door overbetekening van de dagvaarding aan de bank heeft ontvangen, zodat TD Neder-Veluwe dat aan haar terug dient te betalen.
4.4. Deze vordering van SVT komt neer op veroordeling van TD Neder-Veluwe tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een geldvordering binnen het kader van een kort geding moet in ieder geval de voorwaarde zijn vervuld dat het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn. Dit is het geval als de vordering niet wordt bestreden of indien met voldoende mate van zekerheid is te verwachten dat de bodemrechter met verwerping van de gevoerde verweren de vordering zal toewijzen. Voorts moet uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist zijn en mag het risico van onmogelijkheid van terugbetaling – bij afweging van de belangen van partijen – niet aan toewijzing in de weg staan.
4.5. De essentie van het geschil tussen partijen is of en zo ja, voor welk bedrag SVT dwangsommen heeft verbeurd. Daarvoor is bepalend of SVT behoorlijk uitvoering heeft gegeven aan hetgeen waartoe zij bij vonnis van 9 februari 2010 is veroordeeld en waaraan dwangsommen zijn verbonden. Partijen maken zelf bij de vraag of er dwangsommen zijn verbeurd onderscheid tussen de onderwerpen ‘PowerPoint presentatie’, ‘Informatieavond 24 maart 2011’ en ‘Klanttevredenheidsonderzoek’.
4.6. Bij de vraag naar de aannemelijkheid van de vordering moet worden beoordeeld of SVT dwangsommen heeft verbeurd. Indien de conclusie is dat SVT geen dwangsommen heeft verbeurd, is het bestaan van de vordering van SVT op TD Neder-Veluwe voldoende aannemelijk geworden.
4.7. De beantwoording van de vraag of er dwangsommen zijn verbeurd omdat een bevel tot nakoming niet of onvoldoende is nageleefd, dient plaats te vinden door een toetsing van de ter uitvoering van het veroordelend vonnis verrichte handelingen aan de inhoud van de veroordeling, zoals deze door uitleg moet worden vastgesteld. Richtsnoer bij deze uitleg zijn het doel en de strekking van de veroordeling. De veroordeling kan niet verder strekken dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel (vgl. HR 15 november 2002, NJ 2004, 410 en HR 19 januari 2007, NJ 2007, 59).
4.8. In het vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 9 februari 2010 is aan SVT het verbod opgelegd om, met onmiddellijke ingang na de betekening van dit vonnis, op enigerlei wijze mededelingen openbaar te (laten) maken waarin is vermeld of gesuggereerd dat:
1. de regionale trombosediensten monopolistisch zijn, een machtspositie innemen of het systeem van zelfmanagement of zelfzorg ontmoedigen, of,
2. de diensten van SVT voordelen voor patiënten, apothekers, de zorgsector en/of de samenleving bieden die de regionale trombosediensten missen, voor zover die vergelijking niet voldoet aan de voorwaarde van artikel 6:194a, tweede lid, sub c BW.
Op grond van het vorenstaande zal hierna per onderwerp beoordeeld worden of er een overtreding is begaan.
PowerPoint presentatie
4.9. Tussen partijen is niet in geschil dat de PowerPoint presentatie, en dan met name sheets 67 en 70, tijdens cliëntdagen van SVT op 9 en 14 oktober 2010 openbaar is gemaakt en door SVT op hun website is geplaatst. Voorts staat vast dat TD Neder-Veluwe bij brief van 1 juni 2011 aan SVT aanspraak heeft gemaakt op het verbeuren van dwangsommen ten aanzien van deze sheets.
4.10. Primair heeft SVT betwist dat zij, met de openbaarmaking van de inhoud van de sheets, het verbod dat aan haar is opgelegd in het vonnis van 9 februari 2010 heeft overtreden.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat de inhoud van de sheets 67 en 70, en dan met name de passages “We worden stevig tegengewerkt door de ouderwetse trombosediensten en hun club, de FNT”, “Maar zeker 125.000 mensen hebben nog steeds niet de vrijheid die u heeft” en“U helpt andere anti-stollingsgebruikers, die zich nog niet los hebben kunnen maken van hun TD” mededelingen zijn die vermelden of suggereren dat de regionale trombosediensten monopolistisch zijn, een machtspositie innemen of het systeem van zelfmanagement of zelfzorg ontmoedigen. Door openbaarmaking van deze mededelingen tijdens de cliëntdagen op 9 en 14 oktober 2010 en plaatsing van de sheets op haar website, heeft SVT het vonnis van 9 februari 2010 overtreden en deswege dwangsommen verbeurd.
4.11. SVT heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de dwangsommen zijn verjaard, aangezien TD Neder-Veluwe eerst op 1 juni 2011, meer dan 6 maanden na de dag waarop de presentatie op de cliëntdagen openbaar is gemaakt, aanspraak heeft gemaakt op de dwangsommen. TD Neder-Veluwe heeft dit betwist en betoogd dat zij in mei 2011 bekend is geraakt met de publicatie van de PowerPoint presentatie op de website van SVT. De verjaring is gestuit door haar brief van 1 juni 2011, aldus TD Neder-Veluwe.
4.12. Ingevolge artikel 611g lid 1 Rv. verjaart een dwangsom door verloop van zes maanden na de dag waarop zij is verbeurd. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de brief van 1 juni 2011 van TD Neder-Veluwe aan te merken als een rechtsgeldige stuitingshandeling. De vraag die thans dient te worden beoordeeld is of de verjaring tijdig is gestuit.
4.13. De verjaring wordt ingevolge lid 3 van artikel 611g Rv. geschorst zolang degene die de veroordeling verkreeg met het verbeuren van de dwangsom redelijkerwijze niet bekend kon zijn. Dit brengt met zich dat alleen van verjaring sprake is, als – rekening houdend met de verjaringstermijn van 6 maanden en de stuiting van de verjaring op 1 juni 2011 – moet worden geoordeeld dat Neder-Veluwe vóór 1 december 2010 redelijkerwijze bekend kon zijn met de overtredingen op 9 en 14 oktober 2010. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat TD Neder-Veluwe voldoende summierlijk aannemelijk heeft gemaakt dat zij vóór 1 december 2010 redelijkerwijze niet bekend kon zijn met het feit dat SVT tijdens de cliëntendagen op 9 en 14 oktober 2010 de haar opgelegde veroordelingen had overtreden. TD Neder-Veluwe heeft onweersproken gesteld dat de cliëntdagen op 9 en 14 oktober 2010 besloten bijeenkomsten waren, van welke bijeenkomsten TD Neder-Veluwe niet op de hoogte is gesteld. Het betoog van SVT dat de sheets direct na de eerste cliëntdag op 10 oktober 2010 op internet zijn gepubliceerd (en later weer zijn verwijderd) en dat er in de openbare nieuwsbrief van SVT naar is verwezen, kan SVT niet baten. TD Neder-Veluwe heeft onweersproken gesteld dat de openbare nieuwsbrief door SVT niet aan TD Neder-Veluwe is verzonden. Wat betreft de plaatsing van de sheets op de website van SVT geldt dat TD Neder-Veluwe gemotiveerd heeft betwist dat deze sheets vóór 1 december 2010 op de site hebben gestaan, dat dit bij de behandeling van het kort geding niet duidelijk is geworden en door SVT niet is aangetoond, dat in elk geval niet duidelijk is hoe lang deze sheets op het internet hebben gestaan en dat in zijn algemeenheid niet van TD Neder-Veluwe gevergd kan worden dat zij dagelijks de website van SVT bezoekt om te controleren of SVT zich wel houdt aan de opgelegde verboden.
4.14. Op grond van het vorenstaande moet voorshands worden aangenomen dat de dwangsommen, die in verband met het tonen van de PowerPoint presentatie zijn verbeurd, niet zijn verjaard.
Informatieavond 24 maart 2011
4.15. Vast staat dat de informatieavond in Assen was bedoeld om potentiële cliënten in de regio Assen te informeren over trombose zelfzorg van SVT en dat dit een openbare avond betrof. In drie rondes zijn door de heer [betrokkene1], directeur van SVT, korte presentaties gegeven. Onder de aanwezigen waren twee medewerkers van de Trombosedienst Assen.
4.16. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan dat door de heer [betrokkene1] tijdens de presentatie onder meer de uitlatingen:
“regionale trombosediensten zijn oubollige, stoffige en betuttelende organisaties, die het zelfmeten tegenhouden, die hun patiënten niet inlichten over de mogelijkheid van zelfmeting en die tijd rekken bij toelating van patiënten tot het systeem van zelfmeting” en “het systeem van zelfmeten komt in Nederland maar moeizaam op gang door tegenwerking van de regionale trombosediensten”, zoals weergegeven in de brief van TD Neder-Veluwe van 1 juni 2011, zijn gedaan.
SVT heeft zulks betwist en hierbij verwezen naar de door SVT overgelegde verklaringen van twee medewerkers van SVT die bij de informatieavond aanwezig waren. Uit deze verklaringen volgt echter niet dat de heer [betrokkene1] de betreffende uitlatingen niet heeft gedaan. Daarnaast heeft de heer [betrokkene1] erkend dat hij zich niet exact kan herinneren wat er die avond door hem precies is gezegd. TD Neder-Veluwe daarentegen heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het verslag dat door haar is overgelegd van de opmerkingen van de heer [betrokkene1] op de informatieavond, direct na afloop van deze avond door de twee medewerksters van de regionale trombosedienst is opgemaakt. Daarnaast is de juistheid van deze uitspraken, tegenover de betwisting hiervan door TD Neder-Veluwe, niet aannemelijk gemaakt. TD Neder-Veluwe heeft onweersproken gesteld dat zij maandelijks cursussen aanbiedt aan patiënten die voor het systeem van zelfmeting in aanmerking komen en daarmee niet het systeem van zelfmeting vertraagt dan wel tegenwerkt.
Door deze uitlatingen van de heer [betrokkene1], welke zonder enig voorbehoud en enige relativering zijn gedaan, heeft SVT, voorshands oordelend, het aan haar opgelegde verbod geschonden, op grond waarvan zij dwangsommen heeft verbeurd.
4.17. De stelling van SVT dat het enige doel van de medewerkers van de regionale trombosedienst was om de heer [betrokkene1] uit te lokken om stelling te nemen tegen de FNT en haar leden, op grond waarvan de uitspraken van de heer [betrokkene1] niet aan SVT kunnen worden toegerekend, heeft SVT, gelet op de gemotiveerde betwisting hiervan door TD Neder-Veluwe, niet althans onvoldoende aannemelijk gemaakt.
4.18. Tot slot heeft SVT betoogd dat het doel en de strekking van het vonnis van 9 februari 2010 zich verzetten tegen de opvordering van de dwangsommen door TD Neder-Veluwe, nu het een regionale bijeenkomst betrof van SVT, gelegen buiten de regio waarin TD Neder-Veluwe is gevestigd en waarvoor zij uitsluitend in een lokaal nieuwsblad heeft geadverteerd. Aan dit betoog wordt voorbij gegaan nu de voorzieningenrechter in het vonnis van 9 februari 2010 geen geografische beperkingen aan het verbod tot het openbaar (laten) maken van mededelingen heeft opgenomen.
Klanttevredenheidsonderzoek
4.19. Vooropgesteld dient te worden dat SVT in april 2010 een klanttevredenheidsonderzoek heeft uitgevoerd in de vorm van een schriftelijke enquête onder circa 300 respondenten. De respondenten waren allen patiënten van SVT. Aan hen is een identiek enquêteformulier gestuurd. In het klanttevredenheidsonderzoek worden vergelijkingen gemaakt tussen de regionale trombosediensten en SVT. SVT heeft de uitkomsten van dit onderzoek openbaar gemaakt door deze op haar website te publiceren. TD Neder-Veluwe heeft gesteld dat sprake is van ontoelaatbaar vergelijkende reclame. SVT heeft zulks betwist en onder meer betoogd dat voor een inbreuk is vereist dat gesteld of gesuggereerd wordt dat de zelfzorg van SVT voordelen biedt, die bij het zorgaanbod van regionale trombosediensten ontbreken.
4.20. Onder vergelijkende reclame wordt, ingevolge artikel 6:194a BW, verstaan elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. Ingevolge lid 2 onder c van laatstgenoemd artikel is vergelijkende reclame, wat de vergelijking betreft, geoorloofd op voorwaarde dat deze op objectieve wijze een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare, en representatieve kenmerken van deze goederen en diensten met elkaar vergelijkt.
4.21. De stellingen van TD Neder-Veluwe komen er op neer dat het onderzoek van SVT op meerdere onderdelen niet aan de gangbare kwaliteitswaarborgen voldoet. Onderzocht dient dus te worden of deze stellingen voldoende aannemelijk zijn en vervolgens of deze het verwijt rechtvaardigen dat de vergelijkende reclame, wat de vergelijking betreft, niet geoorloofd is.
4.22. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat het aantal bevraagde patiënten, circa 300 op een landelijke groep van circa 375.000 trombosepatiënten, te klein is om verantwoord de mededelingen in het onderzoek te kunnen doen. Door enerzijds wel de mening van de patiënten van SVT mee te nemen in het onderzoek, maar de mening van patiënten, die niet zijn overgestapt naar SVT maar zijn gebleven bij de regionale trombosediensten bij hun bevraging naar hun tevredenheid over de dienstverlening door de regionale trombosediensten buiten beschouwing te laten, zijn de resultaten van de enquête niet gebaseerd op een aselecte steekproef en kunnen zij reeds daarom niet als objectief worden beoordeeld. Deze resultaten verstrekken dan ook niet de eerlijke en betrouwbare informatie over de positie van SVT ten opzichte van de regionale trombosediensten, als door SVT in haar publicatie wordt voorgewend, zodat geen sprake is van geoorloofde, vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW.
De voorzieningenrechter is voorts van oordeel dat SVT, met hetgeen zij op haar website heeft geplaatst, suggereert dat haar diensten voordelen voor patiënten hebben, die de regionale diensten missen, zoals het door haar genoemde ‘gevoel van vrijheid’. Dit klemt temeer nu uit de publicatie niet blijkt dat de enquête alleen is uitgevoerd onder patiënten van SVT. SVT heeft haar mededelingen, waarin zij haar dienstverlening direct of indirect vergelijkt met de dienstverlening van de regionale trombosediensten, geenszins deugdelijk en controleerbaar onderbouwd. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat SVT de juistheid van de mededelingen in het klanttevredenheidsonderzoek niet aannemelijk heeft kunnen maken. Reeds op grond hiervan is voldoende komen vast te staan dat SVT het verbod, zoals geformuleerd in het vonnis van 9 februari 2010, heeft overtreden.
4.23. In het licht van het vorenstaande zal de vordering van SVT tot betaling van
€ 7.899,12 aan SVT door TD Neder-Veluwe worden afgewezen. De voorzieningenrechter kan een geldvordering als de onderhavige slechts toewijzen indien is voldaan aan de onder r.o. 4.4. genoemde criteria. Dat is niet het geval, nu voldoende aannemelijk is geworden dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat SVT de aan haar bij vonnis van 9 februari 2010 opgelegde verboden heeft geschonden en dat zij als gevolg daarvan dwangsommen heeft verbeurd. Een belangenafweging kan niet tot een ander oordeel leiden.
4.24. Het gevorderde verbod om ter zake van dezelfde (pretense) vordering opnieuw ten laste van de SVT executoriaal beslag te (laten) leggen, zal worden afgewezen, nu zo’n verbod volgens vaste jurisprudentie slechts in uitzonderlijke gevallen op zijn plaats is. Het staat immers in beginsel een ieder vrij om van de door de wet geboden middelen tot uitoefening van zijn recht gebruik te maken.
4.25. SVT zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van TD Neder-Veluwe worden begroot op:
- griffierecht € 560,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.376,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verklaart SVT niet ontvankelijk in het onder I gevorderde,
5.2. wijst de onder II en III gevorderde voorzieningen af,
5.3. veroordeelt SVT in de proceskosten, aan de zijde van TD Neder-Veluwe tot op heden begroot op € 1.376,00,
5.4. veroordeelt SVT in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat SVT niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier I.W.H.M. Verheijen op 6 februari 2012.