ECLI:NL:RBARN:2012:BV7593

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
24 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
781423 BH 11-10596 BMnr. 3176
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A. Huidekoper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging inzake bewind meerderjarigen en beloning bewindvoerders

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Wageningen op 24 februari 2012, hebben mevrouw [X] en mevrouw [Y], als bewindvoersters over het vermogen van [Z], een verzoek ingediend om een vergoeding van 5% van de netto-opbrengst van de vruchten van het vermogen in rekening te mogen brengen. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 1:447 van het Burgerlijk Wetboek. De bewindvoersters vroegen om een vergoeding van € 503,38 per persoon over het jaar 2010, en daarnaast om een extra vergoeding van € 1.000,00 per persoon, omdat de aanvangsfase van het bewind veel tijd had gekost.

De kantonrechter oordeelde dat het verzoek om de vergoeding van 5% gegrond was op de wet en dat het bedrag van € 503,38 per persoon correct was. Dit verzoek werd dan ook toegewezen. Echter, het verzoek om een extra vergoeding werd afgewezen. De kantonrechter stelde vast dat de beloning van 5% enkel gebaseerd is op de omvang van de netto opbrengsten van het belegde vermogen en dat deze beloning losstaat van de tijdsinspanning die de bewindvoersters bij de aanvang van het bewind hebben verricht. De kantonrechter legde uit dat de beloning een resultaatsbeloning is en dat de bewindvoersters de keuze hadden om een vergoeding op basis van artikel 1:447 BW of volgens de Aanbevelingen meerderjarigenbewind aan te vragen. Aangezien zij voor de eerste optie hadden gekozen, kon er geen vergoeding voor de tijdsinspanning worden toegekend.

De beschikking van de kantonrechter houdt in dat de aanvullende vergoeding wordt afgewezen en dat de bewindvoersters recht hebben op de eerder genoemde beloning van € 503,38 per persoon. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden, waarbij een beroepschrift ingediend moet worden bij het gerechtshof te Arnhem, opgesteld door een advocaat.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector kanton
Locatie Wageningen
Zaaknummer: 781423 BH 11-10596
Kenmerk: BM 3176
Machtiging inzake bewind meerderjarigen
De kantonrechter te Wageningen
Gezien:
het verzoekschrift dat op 10 oktober 2011 is ingediend door mevrouw [X] en mevrouw [Y], bewindvoersters over het vermogen van [Z], waarbij zij aan de kantonrechter verzoeken om als vergoeding voor hun taken van 5% van de netto-opbrengst van de vruchten van het vermogen bij rechthebbende in rekening te mogen brengen, zijnde € 503,38 per persoon over 2010. Voorts verzoeken bewindvoersters dit bedrag aan te mogen vullen tot € 1.000,00 per persoon over 2010 aangezien de aanvangsfase van het bewind veel tijd heeft gekost.
Overwegende:
dat de kantonrechter van oordeel is dat het verzoek om een vergoeding van 5% van de netto-opbrengst van de vruchten van het vermogen bij rechthebbende in rekening te mogen brengen is gegrond op artikel 1:447 BW. Nu dit verzoek is gegrond op de wet en de door bewindvoersters berekende vergoeding ad € 503,38 per persoon juist is, wordt het verzoek toegewezen.
Dat de kantonrechter van oordeel is dat het verzoek om een extra vergoeding niet gegrond is op de wet. De bewindvoesters hebben de keuze om een vergoeding op grond van artikel 1:447 lid 1 eerste volzin BW, dan wel een vergoeding volgens de Aanbevelingen meerderjarigenbewind van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele en Kantonsectoren (verder de Aanbevelingen), te verzoeken. Bewindvoersters hebben ervoor gekozen een vergoeding op grond van artikel 1:447 BW te vragen. Omdat de beloning enkel is gebaseerd op de omvang van de netto opbrengsten van het belegde vermogen, kan geen vergoeding worden toegekend voor de tijdsinspanning die bewindvoersters bij de aanvang van het bewind hebben verricht. De beloning staat los van de tijdsinspanning. Het is een resultaatsbeloning. Dat is anders in het door het LOVCK aanbevolen forfaitaire beloningssysteem, dat is gebaseerd op standaardvergoedingen voor pakketten standaardtaken. In dat systeem past een aparte beloning voor werkzaamheden (lees: tijdsinspanning) die noodzakelijk zijn voor het opstarten van een nieuw bewind: de intakevergoeding. Derhalve wijst de kantonrechter het verzoek om een extra vergoeding op te mogen nemen af.
Beschikkende:
- bepaalt dat mevrouw [X] en mevrouw [Y], bewindvoersters over het vermogen van [Z] in verband met hun werkzaamheden als bewindvoerder over 2010 een beloning van
€ 503,38 per persoon toekomt ten laste van het vermogen van voornoemde rechthebbende;
- wijst de aanvullende vergoeding af.
Gegeven op 24 februari 2012 door mr. P.A. Huidekoper, kantonrechter te Wageningen en door deze en de griffier ondertekend.
de griffier, de kantonrechter,
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker(s) en door degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening ervan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroep dient te worden ingesteld door indiening van een beroepschrift ter griffie van het gerechtshof te Arnhem, welk beroepschrift opgesteld dient te worden door een advocaat.