ook werden vervolgd voor het witwassen van gelden van [naam1]. Nu deze rechters (i) de
stelling van [naam2]. dat niet alleen zijn vader maar ook anderen hebben betaald aan de
raceteams, hebben gepareerd met het argument dat zijn vader in alle gevallen de uiteindelijke
financier was en (ii) in de zaak van [naam2]. en in twee andere zaken een bewijsconstructie
hebben opgetuigd die één op één toepasbaar is in de onderhavige zaak, staat het voor verzoeker
vast dat de rechters de overtuiging hebben dat hij, verzoeker, geld heeft aangenomen van
[naam1]. De vonnissen bevatten overwegingen die vooruitlopen op de schuldvraag in de zaak
van verzoeker. Bovendien zijn de bewijsmiddelen waarop de veroordeling tegen [naam2]. is
gebaseerd ook in het dossier van verzoeker opgenomen.
B. De rechters hebben in het tussenvonnis van 22 december 2011 nader onderzoek gelast naar een
stelling van verzoeker die niet is weersproken door het Openbaar Ministerie. Verzoeker heeft vanaf
het eerste moment dat hij werd gehoord uitleg gegeven over de herkomst van de gelden op de Hong
Kong rekening. Het Openbaar Ministerie heeft dit geverifieerd met een rechtshulpverzoek. Op basis
van deze resultaten heeft zij geen verder onderzoek meer gedaan. Evenmin heeft zij de verklaring
van verzoeker op dit punt in twijfel getrokken. Het nader onderzoek dat de rechters hebben gelast
komt verzoeker dan ook onbegrijpelijk voor. Mede gelet op de onder 2.4 geciteerde overweging in
de zaak van [naam2]. kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de rechters het nadere
onderzoek slechts gelasten omdat zij de verklaring van verzoeker op dit punt niet geloven, zonder
dat zij hiervoor enige concrete aanwijzing hebben. Deze conclusie wordt versterkt doordat de
rechters in een eerder stadium geen blijk hebben gegeven van een daadwerkelijke interesse in de
achtergrond van de betalingen aan het raceteam door verzoeker, nu zij de herhaalde verzoeken tot
het horen van de zoon en echtgenote van verzoeker ongemotiveerd hebben afgewezen. De tweede
onderzoeksvraag geeft bovendien blijk van partijdigheid: uit de door de rechters aangehaalde
bijlagen blijkt dat er sprake is van een ‘check deposit’. Verzoeker heeft een cheque van Nanyang
Bank ontvangen van USD 46.000. Dit bedrag is op zijn rekening in Hong Kong bijgeschreven. Er
is dus geenszins sprake van een contante storting, noch van een overmaking door verzoeker zelf.
Verder dient, wanneer het onderzoek na sluiting wordt heropend, toepassing te worden gegeven aan
de artikelen 346 en 347 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). In laatstgenoemd artikel wordt
verwezen naar artikel 316 Sv. Hieruit kan worden afgeleid dat de zaak naar de rechter-commissaris
had moeten worden verwezen voor het doen van nader onderzoek, in plaats van dit op te dragen aan
het Openbaar Ministerie. Op deze manier wordt de verdediging volledig buiten spel gezet.
C. Alle door de verdediging uitvoerig onderbouwde en redelijke verzoeken tot nader onderzoek/het
horen van getuigen zijn - op een na - zonder nadere motivering door de rechters afgewezen. In
samenhang met voorgaande omstandigheden bestaat er daarom de ernstige vrees dat de rechters
niet alleen niet zijn geïnteresseerd in de motieven van verzoeker die hij had om [naam2]. te
sponsoren, maar ook dat zij deze niet geloven.