ECLI:NL:RBARN:2012:BV8943
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van huiselijk geweld door onvoldoende bewijs in strafzaak
Op 15 maart 2012 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 39-jarige man uit Ede, die werd beschuldigd van huiselijk geweld. De officier van justitie had geëist dat de verdachte schuldig zou worden bevonden aan een poging tot doodslag en mishandeling van zijn levensgezel, J. [slachtoffer]. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de aangeefster en de verdachte op cruciale punten sterk uiteenlopen. Het dossier bevat onvoldoende steunbewijs om tot een bewezenverklaring te komen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangifte van de aangeefster en de verklaring van de verdachte niet overeenkomen. De aangeefster verklaarde dat de verdachte haar keel had dichtgeknepen en dat zij buiten bewustzijn was geraakt. De verdachte ontkende deze beschuldigingen en stelde dat hij een scherf van een gebroken bloempot naar de aangeefster had gegooid en daarna naar buiten was gegaan. De rechtbank heeft ook gekeken naar de foto’s van het letsel van de aangeefster, maar deze waren van slechte kwaliteit en gaven geen duidelijkheid over de aard en oorzaak van het letsel.
Gezien het gebrek aan overtuigend bewijs heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde feit. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen zijn om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten.