ECLI:NL:RBARN:2012:BV9039

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-2074
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter na einduitspraak in belastingzaak

In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter die een einduitspraak heeft gedaan in zijn belastingzaak. De inspecteur van de Belastingdienst had aan verzoeker voor het jaar 2008 een aanslag inkomstenbelasting opgelegd. Na een uitspraak op bezwaar van 22 april 2011, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard, heeft verzoeker beroep ingesteld. Dit beroep werd op 4 oktober 2011 door de rechtbank Arnhem niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker kwam in verzet, maar de rechtbank oordeelde op 26 januari 2012 dat het beroep terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het griffierecht niet volledig was voldaan. Na kennisname van deze uitspraak heeft verzoeker de rechter gewraakt, stellende dat de rechter niet alleen op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had mogen afgaan en dat hij het griffierecht wel tijdig had voldaan.

De wrakingskamer heeft op 23 februari 2012 het wrakingsverzoek behandeld. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot wraking te laat was ingediend, aangezien het was gedaan na de einduitspraak. De wet biedt geen mogelijkheid om een rechter te wraken na het wijzen van een einduitspraak. De bezwaren van verzoeker richtten zich bovendien tegen de inhoud van de einduitspraak, wat geen grond voor wraking oplevert. Verzoeker werd geadviseerd om het openstaande rechtsmiddel van cassatie aan te wenden tegen de einduitspraak. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Wrakingskamer
registratienummer: AWB 11/2074
Beschikking van 23 februari 2012
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker tot wraking,
en
[rechter],
in haar hoedanigheid van rechter in de zaak van verzoeker tegen de inspecteur van de Belastingdienst/Rivierenland, kantoor Arnhem (registratienummer AWB 11/2074).
1. De procedure
1.1. Op 26 januari 2012 heeft verzoeker telefonisch een wrakingsverzoek ingediend tegen [rechter]. Bij brief van 27 januari 2012 heeft hij dit wrakingsverzoek schriftelijk bevestigd, waarna hij op 17 februari 2012 nog een korte nadere schriftelijke toelichting heeft gegeven.
1.2. Bij schrijven van 7 februari 2012 heeft mr. I. Linssen namens [rechter] haar zienswijze ten aanzien van het wrakingsverzoek uiteengezet. Tevens heeft mr. Linssen aangegeven dat zij niet namens [rechter] op het wrakingsverzoek wenst te worden gehoord en dat zij niet bij de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek aanwezig zal zijn.
1.3. Op 23 februari 2012 is het wrakingsverzoek ter zitting van de wrakingskamer behandeld. Verzoeker is daarbij verschenen.
1.4. Ten slotte is ter zitting van 23 februari 2012 mondeling uitspraak gedaan. De uitspraak en de motivering daarvan, alsmede de feiten waarvan de wrakingskamer daarbij is uitgegaan, zijn in deze beschikking vastgelegd.
2. Het wrakingsverzoek en het verweer
2.1. De inspecteur van de Belastingdienst/Rivierenland, kantoor Arnhem (hierna: de inspecteur),
heeft aan verzoeker voor het jaar 2008 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd. Bij uitspraak op bezwaar van 22 april 2011 heeft de inspecteur het hiertegen gerichte bezwaar ongegrond verklaard. Het hiertegen door verzoeker ingestelde beroep is door de rechtbank Arnhem op 4 oktober 2011 met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) niet-ontvankelijk verklaard. Van deze beslissing is verzoeker in verzet gekomen. Op 26 januari 2012 heeft de rechtbank Arnhem ([rechter]) geoordeeld dat het beroep terecht kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet volledig is voldaan. Met toepassing van artikel 8:55 Awb is het verzet vervolgens ongegrond verklaard. Nadat verzoeker op 26 januari 2012 telefonisch van deze uitspraak heeft kennisgenomen, heeft hij [rechter] gewraakt. Volgens verzoeker had [rechter] niet alleen mogen afgaan op artikel 8:54 Awb en is de uitspraak om die reden niet volledig. Bovendien is hij van mening dat hij het verschuldigde griffierecht wel tijdig en volledig heeft voldaan, zodat de zaak inhoudelijk had moeten worden behandeld.
2.2. Mr. Linssen stelt namens [rechter] dat het wrakingsverzoek te laat, want na de uitspraak, is gedaan.
3. De beoordeling
3.1. Ingevolge artikel 8:15 Awb kan op verzoek van een partij een rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Artikel 8:16 lid 1 Awb bepaalt dat het verzoek wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden.
3.2. Vast staat dat het verzoek tot wraking is gedaan nadat in de desbetreffende zaak van verzoeker einduitspraak is gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van de zaak is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak, wraking te verzoeken van de rechter die deze uitspraak heeft gedaan. Reeds om deze reden dient verzoeker in zijn wrakingsverzoek niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3.3. Ten overvloede overweegt de wrakingskamer nog dat de bezwaren van verzoeker zich met name richten tegen de inhoud van de betreffende einduitspraak. Dergelijke bezwaren kunnen evenwel geen grond voor wraking opleveren. Verzoeker dient hiervoor het tegen de einduitspraak openstaande rechtsmiddel van cassatie aan te wenden.
4. De beslissing
De rechtbank:
4.1. verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.J. Wiegman (voorzitter), J.T.H. van Belzen en
G. Noordraven in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Gameren en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2012.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.