ECLI:NL:RBARN:2012:BW3579

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
28 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
218489
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling wegens niet-nakoming van betalings- en afnameverplichtingen in een koopovereenkomst

In deze zaak vordert de eiseres, Mees van den Brink Haaksbergen B.V., betaling van € 151.841,31 van de gedaagde, Van Ginkel Groep B.V., wegens niet-nakoming van betalings- en afnameverplichtingen uit een koopovereenkomst. De eiseres stelt dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door non-conforme slangen te leveren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde de slangen niet heeft afgenomen en dat er een geschil is ontstaan over de kwaliteit van de geleverde slangen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in conventie en reconventie, waarbij de gedaagde ook vorderingen heeft ingesteld tegen de eiseres. De rechtbank heeft de procedure in verschillende fasen behandeld, waarbij onder andere is gekeken naar de non-conformiteit van de geleverde slangen en de verplichtingen van beide partijen onder de koopovereenkomst. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde in verzuim was en dat de eiseres niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die de gedaagde heeft geleden door het niet kunnen gebruiken van de geleverde slangen. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere uitlatingen van de partijen.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 218489 / HA ZA 11-1130
Vonnis van 28 maart 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEES VAN DEN BRINK HAAKSBERGEN B.V.,
gevestigd te Haaksbergen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. H.G.M. van Zutphen te Almelo,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN GINKEL GROEP B.V.,
gevestigd te Valburg, gemeente Overbetuwe,
gedaagde in conventie,
eieseres in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN GINKEL DOORWERKVOORZIENINGEN B.V.,
gevestigd te Valburg, gemeente Overbetuwe,
gedaagde in conventie,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STRAAL- EN SPUITBEDRIJF GEBR. VAN GINKEL B.V.,
gevestigd te Valburg, gemeente Overbetuwe,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. M. ten Cate te Nijmegen.
Partijen zullen hierna Van den Brink en Van Ginkel genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 september 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 19 januari 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Van Ginkel is marktleider in Nederland op het gebied van zogenoemde doorwerkvoorzieningen. Dit zijn tunnelvormige overkoepelingen die over weggedeelten kunnen worden geplaatst. Deze overkoepelingen zijn wind- en waterdicht, zodat de wegwerkzaamheden onafhankelijk van het weer plaats kunnen vinden. De overkoepelingen bestaan uit brandweerslangen, die worden overtrokken met zeil. Door de brandweerslangen te vullen met lucht, gaan deze bol staan en komt het geheel van slangen met zeil omhoog en in een bolling te staan. Het voordeel van deze constructie ten opzichte van de traditionele tentconstructie is de betere bestandheid tegen wind.
2.2. Van den Brink is een groothandel en importeur van slangen en koppelingen. Van Ginkel neemt al jaren brandweerslangen van Van den Brink af ten behoeve van de doorwerkvoorzieningen in de dikte 5”. Van den Brink heeft daarbij eerder een productblad van het type slang Titan “Uncoated single jacket fire hose” meegeleverd.
2.3. Eind november - begin december 2010 heeft Van Ginkel contact met Van den Brink opgenomen voor de levering van slangen ten behoeve van de bouw van een nieuwe grotere overkoepeling dan Van Ginkel tot dusverre had gerealiseerd.
2.4. Op 16 december 2010 heeft Van den Brink aan Van Ginkel 600 m slang met het kenmerk 1011022, cluster N D 152 mm 10 bar wit water, met 27 m opdruk www.vanginkelgroep.nl in de dikte 6” geleverd. De factuur van 17 december 2010 ad € 6.460,66 incl. btw is door Van Ginkel voldaan.
2.5. Van Ginkel heeft de 600 m slang gebruikt voor een proefopstelling ten behoeve van de nieuwe, grotere overkoepeling. Daarbij heeft Van Ginkel de testslang op de grond gelegd en deze onder luchtdruk gezet ten einde vorm van de boog die de slang maakte te meten. Van Ginkel heeft daarbij niet de stijfheid van de slangen onderzocht.
2.6. Bij e-mail van 20 december 2010 heeft Van Ginkel aan Van den Brink bericht:
De proeven zijn goed verlopen. Ik zou graag van jou de beste prijs en levertijd ontvangen op deze slang uitgaande van een slanglengte van 27 m1.
Benodigde aantal slangen 670 stuks.
Totale lengte ca 18090 m1.
Graag zo spoedig mogelijk reactie!
2.7. Op 22 december 2010 is tussen partijen overeenstemming bereikt over de prijs en levertijd van de slangen. Van den Brink heeft aan Van Ginkel een orderbevestiging met dezelfde datum verzonden. Daarin staat bij de artikelomschrijving hetzelfde vermeld als op de factuur van 17 december 2010. Als levertijd staat vermeld: 150 stuks leveren op 28 januari 2011 en 520 stuks leveren 2 weken later (ca. 11 februari). Als prijs staat vermeld € 140.740,20 excl. btw.
2.8. Bij e-mail van 23 december 2011 heeft Van Ginkel aan Van den Brink verzocht om een productblad van de bestelde slang op te sturen, voornamelijk omdat zij de barstdruk wil weten. Van den Brink heeft diezelfde dag per e-mail laten weten dat de barstdruk van de slang 30 bar is en dat het productblad zo spoedig mogelijk zal worden aangeleverd.
2.9. Van den Brink heeft bij e-mail van 4 januari 2011 aan Van Ginkel bericht dat het gaat om type TITAN 2F gefabriceerd in 152 mm. Van den Brink heeft het productblad van de fabrikant bijgevoegd. In het productblad staan onder meer de volgende specificaties vermeld:
(...) TITAN Uncoated single jacket fire hose
Bore size (…)
(mm) (inch)
TITAN 2F
25 1”
(…)
75 3”
TITAN 3F
38 1½ ”
(…)
127 5”
152 6”
(...)
Valid standards: DIN 14811 (...)
CONSTRUCTION
Jacket:
• (…)
• 2F: 2-ply warp threads
• 3F: 3-ply warp threads, heavy duty construction for better abrasion resistance
Lining:
• high grade EPDM rubber, cold flexible, suitable also for hot water
• (...)
• coextruded CR rubber adhesive layer; penetrates during vulcanisation completely into weaving structure
• this style of rubber lining guarantees a smooth inner tube with low friction loss and an excellent adhesion between lining and jacket (...)
2.10. Op 27 januari 2011 heeft Van den Brink het eerste deel van de slangen (150 stuks) aan Van Ginkel geleverd. Bij factuur van diezelfde datum heeft Van den Brink € 38.620,58 incl. btw (€ 31.509,00 excl. btw) in rekening gebracht. Deze slangen zijn van dezelfde soort en kwaliteit als die aan Van Ginkel ten behoeve van de proefopstelling zijn geleverd.
2.11. Daags nadat Van Ginkel de slangen geleverd kreeg, is haar gebleken dat deze niet bruikbaar zijn, omdat ze in het werk “zwabberen”. Van Ginkel heeft dit direct aan Van den Brink gemeld.
2.12. Het tweede deel van de bestelling, 520 stuks slang, heeft Van Ginkel niet meer afgenomen.
2.13. Van Ginkel heeft een alternatieve overkoepeling voor haar opdrachtgever laten bouwen door Röder HTS Höcker Zelte (hierna: Röder). Röder heeft deze opdracht op 25 februari 2011 bevestigd aan Van Ginkel. Röder heeft hiervoor een factuur van € 363.882,00 in rekening gebracht.
2.14. Op 15 maart 2011 heeft Van Ginkel de overeenkomst met Van den Brink buitengerechtelijk ontbonden en Van den Brink verzocht de reeds geleverde deelpartij slangen op te komen halen.
2.15. Van den Brink heeft een factuur d.d. 17 juni 2011 voor de niet geleverde 520 stuks slang ad € 133.884,69 incl. btw aan Van Ginkel verzonden. Van Ginkel heeft deze factuur onbetaald gelaten.
2.16. Van Ginkel heeft de firma Eschbach uit Duitsland een drietal slangen laten onderzoeken. Door Eschbach is een zogenaamde “Haftungsprüfung” uitgevoerd om de hechting tussen de rubberen binnenslang en de geweven buitenkant van de slang te testen. Daarnaast is door Eschbach ook de rek in de lengterichting van de slangen getest, de zogenaamde “Dehnung längs”.
3. Het geschil in conventie en reconventie
3.1. Van den Brink vordert in conventie na haar eis te hebben gewijzigd - samengevat - Van Ginkel Groep B.V. te veroordelen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te betalen € 151.841,31, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Van den Brink legt aan haar vordering ten grondslag dat Van Ginkel tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen door haar betalings- en afnameverplichtingen niet na te komen. Het eerste deel van de partij slangen is conform de specificaties geleverd. Ten onrechte weigert Van Ginkel deze te betalen. Het tweede deel van de bestelling ligt gereed. Ten onrechte weigert Van Ginkel deze af te nemen en te betalen. Van den Brink betwist toerekenbaar te zijn tekortgeschoten en betwist dat er sprake is van non-conformiteit. Voorts betwist zij in verzuim te zijn, omdat zij niet in gebreke is gesteld. Van Ginkel heeft de koopovereenkomst dan ook ten onrechte ontbonden. Ten slotte betwist zij het causaal verband tussen de tekortkoming en de schade, alsmede de hoogte van de schade.
3.3. Van Ginkel voert verweer. De overeenkomst is aangegaan met Van Ginkel Groep B.V. Er is geen rechtsrelatie met de andere vennootschappen, zodat de vorderingen jegens die vennootschappen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Van Ginkel beroept zich op non-conformiteit: Van Ginkel heeft niet geleverd gekregen wat zij heeft besteld. Van Ginkel mocht verwachten dat de slangen aan de specificaties volgens het productblad zouden voldoen en van dezelfde kwaliteit zouden zijn als alle vorige van Van den Brink afkomstige leveringen. Er is sprake van het ontbreken van EPDM rubber in de binnenslang, alsmede het ontbreken van voldoende hechting tussen de binnenslang en de geweven buitenkant. Dit is de oorzaak van het zwabberen. Van Ginkel heeft direct hierover geklaagd bij Van den Brink. Omdat Van den Brink in verzuim was op grond van de artikelen 6:83 sub a en c BW, heeft Van Ginkel de koopovereenkomst met Van den Brink buitengerechtelijk ontbonden. Als gevolg daarvan is Van den Brink gehouden om de slangen op te komen halen. Van Ginkel vordert als schadevergoeding in reconventie de meerkosten die zij heeft moeten maken doordat zij een andere tent heeft moeten laten maken.
3.4. In reconventie vordert Van Ginkel, samengevat, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. voor recht te verklaren dat Van den Brink tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen uit de koopovereenkomst;
2. voor recht te verklaren dat Van Ginkel de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden;
3. Van den Brink te veroordelen aan Van Ginkel een schadevergoeding te betalen van € 223.142,00, vermeerderd met wettelijke handelsrente;
4. op straffe van een dwangsom Van den Brink te veroordelen tot het ophalen van de aan Van Ginkel geleverde partij slangen
5. Van den Brink in de kosten van de reconventie te veroordelen.
4. De beoordeling
in conventie en reconventie
4.1. Gelet op de samenhang tussen de conventie en de reconventie zullen beide gezamenlijk worden behandeld.
eiswijziging
4.2. Ter comparitie heeft Van den Brink haar eis gewijzigd in die zin dat zij thans alleen nog van gedaagde sub 1, Van Ginkel Groep B.V. betaling vordert. Van Ginkel heeft zich verzet tegen deze eiswijziging. Ter comparitie is beslist dat de eiswijziging is toegestaan, omdat Van Ginkel bij conclusie van antwoord inhoudelijk op deze eiswijziging al heeft gereageerd. Reeds daarom is van een strijd met de goede procesorde geen sprake. In het hierna volgende wordt met Van Ginkel daarom uitsluitend nog Van Ginkel Groep B.V. bedoeld.
verzuim
4.3. Voordat aan de non-conformiteit wordt toegekomen, is eerst aan de orde of - ervan uitgaande dat Van den Brink tekort is geschoten in de nakoming omdat zij non-conforme slangen aan Van Ginkel heeft geleverd - zij ook in verzuim is, hetgeen Van den Brink betwist. Volgens Van Ginkel was een ingebrekestelling niet nodig omdat er sprake was van een fatale levertermijn en Van den Brink niet bereid was tot levering van de juiste slangen, dan wel dat tijdige levering alsnog onmogelijk was. Het was in verband met de planning van haar opdrachtgever de bedoeling dat de tent binnen één maand na levering van de slangen zou staan.
4.4. Uit de e-mailcorrespondentie tussen partijen volgt dat de levertijd voor Van Ginkel cruciaal was. Zo heeft Van Ginkel op 21 december 2010 aan Van den Brink bericht dat de levertijd onacceptabel is en naar uiterlijk 8 tot 10 weken zal moeten en dat de opdracht anders niet door kan gaan. Van den Brink heeft in haar orderbevestiging de gewenste leverdata bevestigd. Daarmee is sprake van een fatale termijn en verkeerde Van den Brink na ommekomst van die termijn in verzuim, ervan uitgaande dat Van den Brink non-conforme slangen heeft geleverd. Daarnaast geldt dat Van den Brink ter comparitie heeft verklaard dat zij in verband met de grote hoeveelheid slangen - het ging om ruim 18.000 m - deze nooit op voorraad heeft en dat de levertijd van de gehele door Van Ginkel bestelde partij twee maanden was. Dat betekent dat op het moment dat Van Ginkel erachter kwam dat de slangen niet bruikbaar waren - daags na de levering van de eerste partij op 27 januari 2011 - Van den Brink niet nog binnen de door Van Ginkel gestelde termijnen conforme slangen had kunnen leveren. Ook op die grond was een ingebrekestelling niet nodig en verkeerde zij reeds in verzuim.
non-conformiteit
4.5. Partijen zijn het niet eens over wat Van Ginkel op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Wat de koper, in dit geval Van Ginkel, heeft mogen verwachten is mede afhankelijk van de aard van de zaak en de mededelingen die Van den Brink daarover heeft gedaan (artikel 7:17 BW).
4.6. Naar het oordeel van de rechtbank betreft het gebruik van brandweerslangen door deze onder luchtdruk te zetten en op te richten, dat wil zeggen door ze als baleinen te gebruiken ter oprichting van een tentconstructie, een bijzonder gebruik van brandweerslangen. Vast staat dat Van den Brink van dit gebruik op de hoogte was. Partijen deden al jaren zaken met elkaar en voorafgaand aan de proefopstelling in december 2010 heeft Van Ginkel aan Van den Brink laten weten dat zij brandweerslangen nodig had voor een nieuwe, grotere overkoepeling. Van Ginkel heeft ter comparitie verklaard dat zij daarbij heeft aangegeven dat de slang dezelfde krachten en eigenschappen moest hebben in vergelijking met de slang die zij normaal van Van den Brink afnam, maar dan met een diameter van 6” in plaats van 5”.
4.7. Van Ginkel heeft aangevoerd dat zij naderhand nog een proef heeft uitgevoerd om te kijken of de slang met de gewenste eigenschappen en afmetingen überhaupt geschikt zou zijn geweest voor het beoogde gebruik. Ter comparitie heeft zij aangegeven dat dit een met de Titan 3F - waarbij 3F duidt op drie windsels - vergelijkbare slang afkomstig van Eschbach was. Volgens Van Ginkel is deze slang wel geschikt. Van den Brink had dus een zwaardere slang moeten leveren en niet één van hetzelfde type als zij normaal leverde, aldus Van Ginkel. Van den Brink stelt zich op het standpunt dat Van Ginkel heeft gevraagd om een zelfde slang als altijd, maar dan in 6”. Ter comparitie heeft zij nog aangevoerd dat zij door Van Ginkel niet om advies is gevraagd. Dit laatste is door Van Ginkel niet betwist.
4.8. Vast staat dat de slangen die door Van den Brink aan Van Ginkel ten behoeve van de proefopstelling zijn geleverd van hetzelfde type en dezelfde kwaliteit zijn als de slangen die op 27 januari 2011 zijn geleverd. Ter comparitie is gebleken dat het een slang betreft met een diameter van 6” type Titan 2F - waarbij 2F duidt op twee windsels - afkomstig van de fabrikant Gollmer & Hummel. Bij de proefopstelling heeft Van Ginkel de testslang alleen op de grond heeft gelegd en deze onder luchtdruk heeft gezet ten einde de vorm van de boog die de slang maakte te meten. Van Ginkel heeft daarbij niet de stijfheid van de slangen onderzocht. Na de proefopstelling heeft Van Ginkel aan Van den Brink op 20 december 2010 bericht dat de proeven goed zijn verlopen en vervolgens heeft zij om een prijs en de levertijd van de voor de proefopstelling gebruikte slang gevraagd (2.6).
4.9. Van Ginkel was deskundig en werkte al jaren met de van Van den Brink afkomstige slangen voor dit specifieke gebruik. De door Van den Brink tot dat moment geleverde slangen voldeden voor het tot dan toe beoogde gebruik. Van Ginkel wilde een grotere overkoepeling. Zij heeft aan Van den Brink om materiaal verzocht voor een proefopstelling. Van den Brink had geen reden om eraan te twijfelen dat zij het juiste materiaal voor de proefopstelling beschikbaar stelde. Dat betekent dat zij erop heeft mogen vertrouwen dat toen Van Ginkel meldde dat de proeven goed waren verlopen, de slangen ook daadwerkelijk geschikt waren voor het beoogde gebruik. Dat Van Ginkel bij de proefopstelling niet de stijfheid van de slangen heeft onderzocht, dient voor risico van Van Ginkel te blijven. In de eerste plaats staat niet vast dat Van den Brink op de hoogte was dat Van Ginkel de stijfheid niet had onderzocht. Dit is door Van Ginkel ook niet gesteld. In de tweede plaats geldt dat niet op eenvoudige wijze is te achterhalen of de slangen voor de grotere overkoepeling geschikt waren. Dit kan door middel van een proefopstelling, zoals Van Ginkel naderhand nog met een vergelijkbare slang als de Titan 3F met een diameter van 6” heeft uitgevoerd. Wellicht kan dit ook door middel van een berekening, doch zonder verdere gegevens, waarvan niet gesteld of gebleken is dat door Van Ginkel aan Van den Brink daarover mededelingen zijn gedaan, acht de rechtbank het voor Van den Brink niet mogelijk om dit te achterhalen. Van een groothandelaar in slangen en koppelingen kan in verband met dit niet alledaagse gebruik van brandweerslangen derhalve niet zonder specifieke vraag daarover gevergd worden dat zij zelf een proefopstelling opzet, dan wel daarvoor berekeningen uitvoert of laat uitvoeren.
4.10. Vervolgens is tussen partijen op 22 december 2010 overeenstemming bereikt over de prijs en levertijd van de slangen. Dat betekent dat het productblad zelf geen onderdeel uitmaakt van de overeenkomst. Eerst nadien, op 23 december 2010, heeft Van Ginkel per e-mail immers om het productblad gevraagd (2.8). De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de eigenschappen die in het productblad staan vermeld op zich geen onderdeel uitmaken van de overeenkomst tussen partijen. Dat is alleen anders voor zover over die eigenschappen tussen partijen bij de totstandkoming specifiek afspraken zijn gemaakt. Gesteld, noch gebleken is echter dat voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst tussen partijen is gesproken over de uit de stellingen van Van Ginkel afgeleide vereisten van stijfheid en beperkte rekbaarheid in lengterichting.
4.11. De vraag is dan of Van den Brink overeenkomstig de afspraken (rond de proefopstelling) heeft geleverd. Niet in geschil is dat de door Van den Brink geleverde slangen uiteindelijk niet geschikt zijn gebleken voor het door Van Ginkel beoogde doel. Of de oorzaak hiervan is gelegen in de het verkeerd geleverde type (2F in plaats van 3F) en/of dat aan de geleverde slangen een gebrek kleeft (soort rubber) is echter niet duidelijk.
4.12. Ervan uitgaande dat de slang van het verkeerde type was (functioneel ongeschikt), rustte op Van den Brink geen mededelingsplicht, dan wel een onderzoeksplicht, ondanks dat zij van het bijzondere gebruik op de hoogte was. Gesteld noch gebleken is immers dat Van den Brink ervan op de hoogte was dat het type slang niet geschikt was voor het beoogde gebruik. Daarnaast volgt uit hetgeen onder 4.9 is overwogen, dat Van den Brink in de gegeven omstandigheden daartoe ook geen onderzoek hoefde te doen, zodat zij ook niet behoefde te weten dat de slang functioneel ongeschikt was. Wat betreft het type slang heeft Van den Brink dus overeenkomstig de afspraken geleverd en is van een tekortschieten van Van den Brink dus geen sprake.
4.13. Rest de vraag of aan de slangen een gebrek kleeft, zoals door Van Ginkel eveneens is gesteld. Er is sprake van het ontbreken van EPDM rubber in de binnenslang, alsmede het ontbreken van voldoende hechting tussen de binnenslang en de geweven buitenkant, aldus Van Ginkel. Van den Brink betwist dit gemotiveerd. Ter comparitie heeft zij verklaard dat het rubber van de binnenwand wel uit EPDM bestaat. Zij erkent dat PU is gebruikt als lijmmiddel en niet EPDM, in verband met de schaarste op de markt voor EPDM. Volgens haar heeft dit geen invloed op de hechting van de binnen- op de buitenwand van de slang. Zij betwist de waargenomen rekverschillen en Haftunggegevens in het rapport van Eschbach overigens niet (gemotiveerd).
4.14. De rechtbank stelt voorop dat zoals hierboven al is overwogen de hechting en de rek in de lengterichting geen specifieke eigenschappen zijn die onderdeel uitmaken van de overeenkomst. Dat betekent dat alleen als er sprake is dat de ten behoeve van deze overeenkomst geleverde Titan 2F slang van 6” een gebrek heeft dat de normale Titan 2F slang van 6” niet heeft, Van den Brink hiervoor aansprakelijk kan worden gehouden.
4.15. Ter comparitie is gebleken dat het onderzoek dat door Eschbach is uitgevoerd betrekking heeft gehad op de eerder door Van den Brink aan Van Ginkel geleverde Titan 2F met diameter 5” van Gollmer & Hummel (kolom 1), de Titan 2F met diameter 6” van Gollmer & Hummel als door Van den Brink voor deze overeenkomst geleverd (kolom 2) en een van Eschbach zelf afkomstige 6” slang (kolom 3). Eschbach heeft daarbij onderzoek gedaan naar de hechting (Haftung) en de rek in breedte- (Dehnung quer) en lengterichting (Dehnung längs). Voorts heeft Eschbach de samenstelling van het toegepaste rubber onderzocht.
4.16. Nu door Eschbach geen vergelijkend onderzoek is gedaan naar een normale en de geleverde Titan 2F slang van 6”, staat gelet op de betwisting daarvan door Van den Brink, nog geenszins vast dat aan de geleverde slang een gebrek of gebreken kleven. Van Ginkel zal haar stellingen op dit punt nader dienen te onderbouwen. Daarbij dient Van Ginkel zich tevens uit te laten of en in hoeverre dit gebrek of deze gebreken er zelfstandig toe hebben geleid dat de slangen niet bruikbaar waren, doordat ze onvoldoende stijf zijn en te veel rek in lengterichting hebben. Daarbij heeft zij voorts de gelegenheid om nader te onderbouwen op grond waarvan de door haar geclaimde schade - de kosten van de alternatieve tent - ten laste van Van den Brink dient te komen. De zaak zal hiertoe naar de rol worden verwezen. Ter comparitie heeft Van den Brink aangegeven dat Gollmer & Hummel onderzoek naar de samenstelling van de 6” Titan 2F slang verricht. Van den Brink kan in haar antwoord hierop dit rapport overleggen.
4.17. De zaak zal naar de rol worden verwezen voor akte uitlating aan de zijde van Van Ginkel over hetgeen is vermeld onder 4.16. De overige beslissingen zullen worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 25 april 2012 voor het nemen van een akte door Van Ginkel over hetgeen is vermeld onder 4.16, waarna de Van den Brink op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
5.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.P.T. Blokhuis en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2012.