ECLI:NL:RBARN:2012:BW7448

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
16 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
218076
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring voor recht inzake overeenkomst tussen partijen

In deze zaak vorderde SGI S.A. een verklaring voor recht dat er een overeenkomst tot stand was gekomen met [ged.1conv./eis.1reconv.]. De rechtbank Arnhem behandelde de zaak op 16 mei 2012. De procedure betrof een vordering tot nakoming van een overeenkomst die zou zijn gesloten naar aanleiding van onderhandelingen over het project Solaris I, dat de realisatie van zonne-energievelden in Frankrijk inhield. SGI S.A. stelde dat er een mondelinge overeenkomst was bereikt tijdens een bespreking op 27 augustus 2010, maar [ged.1conv./eis.1reconv.] betwistte dit en voerde aan dat er geen rechtsgeldige overeenkomst was gesloten. De rechtbank oordeelde dat de onderhandelingen niet hadden geleid tot een bindende overeenkomst, omdat de communicatie en documenten voornamelijk betrekking hadden op SGI B.V. en niet op SGI S.A. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand was gekomen en wees de vordering van SGI S.A. af. Tevens werd SGI S.A. veroordeeld in de proceskosten van [ged.1conv./eis.1reconv.].

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 218076 / HA ZA 11-1097
Vonnis van 16 mei 2012
in de zaak van
de vennootschap naar vreemd recht
SOLAR GLOBAL INVEST S.A.,
gevestigd te Bertrange (Luxemburg)
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat: mr. J. Verhoeven te Alphen aan den Rijn,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.1conv./eis.1reconv.].,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [woon-/vest.plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.2conv./eis.2reconv.]
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [woon-/vest.plaats],
3. [ged.3conv./eis.3reconv.],
wonende te [woon-/vest.plaats],
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.4conv./eis.4reconv.].,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [woon-/vest.plaats],
5. [ged.5conv./eis.5reconv.],
wonende te [woon-/vest.plaats],
gedaagden in conventie,
eisers in voorwaardelijke reconventie,
advocaat: mr. drs. T.S. Jansen en W.A. Vader te Amsterdam.
Partijen zullen hierna SGI S.A. en [gedn.conv./eis.reconv.] genoemd worden; waar nodig zullen gedaagden afzonderlijk worden aangeduid als [ged.1conv./eis.1reconv.], [ged.2conv./eis.2reconv.], de heer [ged.3conv./eis.3reconv.], [ged.4conv./eis.4reconv.]. en de heer [ged.5conv./eis.5reconv.].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van deze rechtbank van 30 november 2011 en de daarin genoemde gedingstukken, waarbij wordt aangetekend dat de dagvaarding vergezeld gaat van producties;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 20 maart 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [ged.1conv./eis.1reconv.] heet thans [bedrijf1]. Voorheen heette [ged.1conv./eis.1reconv.] [bedrijf2]. [ged.2conv./eis.2reconv.] en [ged.4conv./eis.4reconv.]. waren tot 8 november 2010 bestuurder van [ged.1conv./eis.1reconv.]; de heer [ged.3conv./eis.3reconv.] is directeur/grootaandeelhouder van [ged.2conv./eis.2reconv.] en de heer [ged.5conv./eis.5reconv.] is directeur/grootaandeelhouder van [ged.4conv./eis.4reconv.]. SGI S.A. is een 80%-dochtervennootschap van de Nederlandse besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Solar Global Invest B.V., verder ook SGI B.V. te noemen.
2.2. SGI B.V. en/of SGI S.A. en [ged.1conv./eis.1reconv.] hebben onderhandeld over het project Solaris I, inhoudende de realisering van drie zonne-energievelden in Frankrijk door de Franse vennootschap EHTP.
2.3. Ter zake is op 31 mei 2010 een geheimhoudingsovereenkomst (“nondisclosure agreement”) gesloten, waarin onder meer vermeld staat:
“This Nondisclosure Agreement (“Agreement”) is made between Solar Global Invest BV represented by [betrokkene6] and Solar Total BV represented by Kees [ged.3conv./eis.3reconv.] (…)”
2.4. Een e-mailbericht van [betrokkene1] namens SGI B.V. aan de heren [ged.3conv./eis.3reconv.] en [ged.5conv./eis.5reconv.] van 22 augustus 2010 bevat een uitnodiging om in onderhandeling te treden over - dan wel een aanbod te doen tot - koop en overdracht van de rechten op de drie zonne-energievelden aan [ged.1conv./eis.1reconv.] voor een prijs van € 10.848.000,- plus verdere voorwaarden, te betalen in drie tranches, verbonden aan drie mijlpalen in het project. Een dag later is een aanvullend e-mailbericht verzonden. De uitnodiging wordt aangeduid als een “teaser” en bijgevoegd zijn (summaries of) Information Memoranda.
2.5. Op 27 augustus 2010 hebben de heren [betrokkene2], [betrokkene3] en [betrokkene1] enerzijds en de heren [ged.3conv./eis.3reconv.] en [ged.5conv./eis.5reconv.] namens [ged.1conv./eis.1reconv.] anderzijds een bespreking gehouden. Van die bespreking is een schriftelijk verslag gemaakt. Waar in dat verslag sprake is van SGI, wordt deze vermeld zonder nadere aanduiding.
2.6. Meergenoemde [betrokkene1] heeft op 3 september 2010 per e-mail aan de heren [ged.5conv./eis.5reconv.] en [ged.3conv./eis.3reconv.] meegedeeld, voor zover hier van belang:
“Namens alle partners van Solar Global Invest BV doet het met groot plezier jullie te berichten dat wij allen uitkijken naar het ten uitvoer brengen van onze gemeenschappelijke plannen door mooie projecten naar de finish brengen in Frankrijk en Italië (om mee te beginnen!). Wij zijn trots op de bereikte overeenstemming en zullen ons vol overgave inzetten om als eerste de EHTP deal succesvol af te gaan ronden.
(…)
De hoofdpunten:
Solar Global Invest SA (SGI) te Luxemburg verkoopt aan Solar Total (ST) de rechten en plichten door van de “Solaris I” deal.”
2.7. De heer [ged.3conv./eis.3reconv.] heeft op dezelfde dag per e-mail geantwoord met copie conform aan de heer [ged.5conv./eis.5reconv.]: “Top!! Greetings from South Africa.”
2.8. Op 7 september 2010 heeft [betrokkene1] namens SGI B.V. een concept Fee arrangement overeenkomst toegestuurd aan [ged.1conv./eis.1reconv.]. Daaraanvolgend hebben [ged.1conv./eis.1reconv.] en SGI B.V. op 21 september 2010 een Cooperation Agreement gesloten. Hierin is overeengekomen, dat [ged.1conv./eis.1reconv.] SGI B.V. benoemt als “one of its developers / brokers” en dat SGI B.V. zich verbindt, onder meer, “to assist [ged.1conv./eis.1reconv.] in identifying and screening fully developed and permitted projects that meet [ged.1conv./eis.1reconv.]’s criteria for a potential Transaction,” zulks tegen vergoeding van “fees and expenses”.
2.9. Daarna zijn op 1 november 2010 per e-mail conceptovereenkomsten aan de heren [ged.5conv./eis.5reconv.] en [ged.3conv./eis.3reconv.] gezonden. Het begeleidende e-mailbericht van [betrokkene4] namens SGI B.V. luidt:
“Helaas duurt het altijd wat langer dan voorzien, maar voor dit soort contracten die niet standaard zijn, leert mijn ervaring dat het meer tijd kost om het op een juiste wijze te modelleren. Bijgevoegd tref je het concept aan van de “development agreement Solaris I” plus de belangrijkste bijlagen aan. Morgen hoop ik je de bijlagen 3 tot en met 5 te kunnen aanbieden. Ik ga er vanuit dat je even de gelegenheid zult nemen om de concepten te bestuderen en dat we daar op zijn vroegst tijdens onze afspraak van donderdag in Amsterdam mogelijk al enige gedachten over uit kunnen wisselen. Uiteraard geen must of enige vorm van verplichting om hier dan al inhoudelijk over te spreken, want daar is de afspraak niet voor opgezet. Los daarvan, als er in de beoordelingsfase vragen opkomen of als er verheldering gewenst is, laat het Peter of mij dan even weten.”
2.10. In de conceptovereenkomsten is onder meer vermeld:
“THE UNDERSIGNED
(1) SOLAR GLOBAL INVEST S.A.,
a public limited company (société anonyme) existing under the laws of Luxembourg having its official seat in and office address at (…) Bertrange, Luxembourg, (…),
hereinafter referred to as SGI,
and
(2) [bedrijf2],
(…)
hereby represented by mr. Kees [ged.3conv./eis.3reconv.] and mr. [ged.5conv./eis.5reconv.]
Each also referred to as a Party and jointly als the Parties.
WHEREAS
(A) The Solar Global Group (SGI Group, as defined below) is a developer of sustainable energy projects in Europe (…).
(B) For the purpose of the development of the Projects, the SGI Group cooperates with th French company EHTP (as defined below) ad, as part of the cooperation, EHTP has obliged itself under the EHTP Agreements (as defined below) amongst others to acquire ownership or use rights on the land and all the permits and licences required to construct and operate the Projects, Such rights, permits and licences will per Project be owned by an existing or to be incorporated SPV (as defined below).
(C) EHTP is, or will be after incorporation, the owner of the of all the issued share capital of these Project SPV’s and EHTP has obliged itself under the EHTP Agreements to transfer the ownership of these SPV’s to SGI as soon as certain conditions have been met.
(…)
(E) The SGI Group and [ged.1conv./eis.1reconv.] have agreed to cooperate in the further development of the Projects and have entered into this Development Agreement, a Project Management Agreement and a Brokerage Agreement (each as defined below) for the implementation of their cooperation.
(…)
SIGNATORY
For and on behalf of SOLAR GLOBAL INVEST S.A.
(…)”
2.10. De heer [ged.5conv./eis.5reconv.] antwoordt op 2 november 2010 per e-mail: “Weer een knap staaltje werk, we gaan ermee aan de slag.”
2.11. Op 8 en 15 november 2010 hebben partijen met elkaar overlegd. [betrokkene1] bericht op 19 december 2010 per e-mail aan de heer [ged.5conv./eis.5reconv.], voor zover hier van belang:
“Als samenvatting van onze hedenmiddag gehouden conference call noteer ik het volgende:
Na een korte voorstellingsronde bespraken we onze actuele belevingswereld rond Solaris I (…).
SGI bereikte in 09.2010 enigheid met ST over de overname van de financiële verplichtingen gepaard gaande met Solaris I. Inclusief een winstverdelingsregeling bij doorverkoop aan derden.”
2.12. SGI S.A. heeft bij aangetekende brief met handtekening retour van haar raadsman aan [ged.1conv./eis.1reconv.] van 17 februari 2011 naar de raadsman schrijft - de ontbinding van de met [ged.1conv./eis.1reconv.] gesloten overeenkomst ingeroepen en aanspraak gemaakt op vergoeding van nader te begroten schade.
2.13. Bij akte van cessie van 21 juni 2011 draagt SGI B.V, voor het geval dat in rechte komt vast te staan dat de (door SGI S.A. in dit geding gestelde) overeenkomst niet tussen SGI S.A. en [ged.1conv./eis.1reconv.] maar tussen SGI B.V. en [ged.1conv./eis.1reconv.] tot stand gekomen is, haar vorderingen over aan SGI S.A. en aanvaardt deze de overdracht.
3. De vordering in conventie
3.1. SGI S.A. vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
A. voor recht zal verklaren dat tussen SGI S.A. en [ged.1conv./eis.1reconv.] een overeenkomst tot stand is gekomen;
B. voor recht zal verklaren dat de onder A bedoelde overeenkomst rechtsgeldig door SGI S.A. is ontbonden, althans, voor zover rechtens vereist, deze overeenkomst op grond van artikel 6:265 BW (alsnog) zal ontbinden;
C. primair: [ged.1conv./eis.1reconv.] zal veroordelen tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, ten titel van artikel 6:277 BW, althans
subsidiair: [ged.2conv./eis.2reconv.], de heer [ged.3conv./eis.3reconv.], [ged.4conv./eis.4reconv.]. en de heer [ged.5conv./eis.5reconv.] hoofdelijk zal veroordelen tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, ten titel van artikel 3:70 BW;
D. [gedn.conv./eis.reconv.] hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van deze procedure, met bepaling dat zij het bedrag van de proceskostenveroordeling binnen veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis aan SGI S.A. moeten hebben voldaan, bij gebreke waarvan vanaf de vijftiende dag de wettelijke rente over de proceskostenveroordeling alsmede nakosten verschuldigd zijn.
3.2. De vordering is gegrond op de volgende stellingen, samengevat weergegeven. De onderhandelingen tussen partijen hebben ertoe geleid, dat EHTP zou zorgdragen voor het verkrijgen van de benodigde gronden en vergunningen voor het project Solaris I. EHTP zou deze rechten inbrengen in drie vennootschappen, zogeheten SPV’s. SGI S.A. is met EHTP overeengekomen het aandelenkapitaal in deze SPV’s te verwerven en aldus de eigendom en de exploitatierechten van de zonne-energievelden te verkrijgen. De gesprekken met [ged.1conv./eis.1reconv.] betroffen de overdracht van de rechten van SGI S.A. op het aandelenkapitaal van de SPV’s aan [ged.1conv./eis.1reconv.]. Partijen hebben in de bespreking op 27 augustus 2010 bij handslag finale overeenstemming bereikt en dusdoende een overeenkomst gesloten. Met de bevestiging van de heer [ged.3conv./eis.3reconv.] per e-mail op dezelfde dag is een perfecte overeenkomst tot stand gekomen. [ged.1conv./eis.1reconv.] heeft echter geweigerd deze overeenkomst na te komen. [ged.1conv./eis.1reconv.] wilde bij nader inzien wijzigingen in de overeenkomst aanbrengen omdat zij de te betalen bedragen, achteraf beschouwd, aan de hoge kant vond en twijfelde aan de mogelijkheden tot financiering. Zij heeft op 24 januari 2011 per e-mail onder meer laten weten, “dat we diverse zaken intern hebben bekeken en op haalbaarheid hebben ingeschat en voorgesteld aan de Supervisory Board,” en dat “(d)aarnaast de fase waarin Solaris zich bevind risicovoller (is) geworden gezien de situatie in Frankrijk.” Daarop heeft SGI zowel per e-mail als per aangetekende brief aan [ged.1conv./eis.1reconv.] aanspraak gemaakt op nakoming van de overeenkomst en een schriftelijke bevestiging daarvan gevraagd. Die bevestiging is uitgebleven. Bij e-mailbericht van 16 februari 2011 heeft SGI rechtsmaatregelen aangekondigd. Daags daarna heeft SGI door tussenkomst van haar advocaat aan [ged.1conv./eis.1reconv.] laten weten de overeenkomst te ontbinden en schadevergoeding te zullen vorderen. Voor het geval ervan uitgegaan zou moeten worden dat de overeenkomst niet is gesloten door SGI S.A. maar door haar moedermaatschappij SGI B.V, heeft laatstgenoemde haar vordering uit deze overeenkomst bij akte van 21 juni 2011 voorwaardelijk overgedragen aan SGI S.A.
3.3. [gedn.conv./eis.reconv.] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4. Op de stellingen en weren van partijen wordt, voor zover hier van belang, hieronder ingegaan.
4. De vordering in voorwaardelijke reconventie
4.1. [gedn.conv./eis.reconv.] vordert voor het geval dat de vordering in conventie niet of niet geheel wordt toegewezen,
1. dat SGI S.A. zal worden veroordeeld tot betaling van de daadwerkelijke kosten van het geding in conventie, waaronder begrepen integrale advocaatkosten, verminderd met de in conventie uit te spreken proceskostenveroordeling;
2. voor recht te verklaren, dat SGI S.A. op grond van misbruik van procesrecht, althans onrechtmatig procederen, aansprakelijk is voor de door [gedn.conv./eis.reconv.] geleden en te lijden schade, en
3. SGI S.A. te veroordelen in de kosten van het geding in reconventie, te voldoen binnen zeven dagen na het wijzen van het vonnis, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131,-, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen de genoemde termijn is betaald, vanaf de achtste dag de wettelijke rente hierover verschuldigd is.
4.2. [gedn.conv./eis.reconv.] baseert haar vordering op de stelling dat de bijzondere omstandigheden van dit geval hebben te gelden als misbruik van procesrecht, dan wel onrechtmatig procederen, en dat hieronder afwijking van het liquidatietarief gerechtvaardigd is. Als bijzondere omstandigheden beschouwt [gedn.conv./eis.reconv.] het feit dat zij bij brief van 12 juli 2011 aan SGI S.A. heeft laten weten dat, indien zij bij haar vordering zou persisteren, dit misbruik van procesbevoegdheid zou opleveren in de zin van artikel 3:13 BW en dat alle schade die daar het gevolg van zou zijn, op haar zou worden verhaald.
4.3. SGI heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering in voorwaardelijke reconventie.
4.4. Op de stellingen en weren van partijen wordt, voor zover hier van belang, hieronder ingegaan.
5. De beoordeling van de vordering in conventie
5.1. De bevoegdheid van deze rechtbank om van het geschil kennis te nemen vloeit voort uit het bepaalde in artikel 2 EEX-Verordening.
5.2. In artikel 20 van de - niet ondertekende - conceptovereenkomsten, hiervoor genoemd onder 2.9, wordt op die overeenkomsten het Nederlandse recht van toepassing verklaard. Krachtens artikel 10 lid 1 in samenhang met artikel 3 lid 1 van de Verordening (EG) Nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) wordt dan ook het bestaan en de geldigheid van die overeenkomsten beheerst door het Nederlandse recht.
5.3. Het verweer van [gedn.conv./eis.reconv.] stelt de vraag aan de orde of, zoals SGI S.A. kennelijk bedoelt te stellen, de overeenkomst in de bespreking op 27 augustus 2010 mondeling (zie hiervoor onder 2.5), dan wel op 3 september 2010 langs elektronische weg (zie onder 2.6 en 2.7), tot stand is gekomen.
5.5. [ged.1conv./eis.1reconv.] betoogt dat geen van beide het geval is. Zij staat op het standpunt dat het Solaris I-project gestrand is in een fase waarin zij met SGI B.V. in onderhandeling was. Zij had tot 2010 een belang van 20 procent in het aandelenkapitaal van SGI B.V, een in Nederland gevestigde onderneming voor de handel in elektriciteit en gas via leidingen en het in- en verkopen van installaties ten behoeve van de exploitatie daarvan. De andere aandeelhouders van SGI B.V. waren meergenoemde [betrokkene1] (via Vista Beheer B.V.), [betrokkene4] (via Sweet Box Enterprises B.V.), [betrokkene5] (via F.N.I. Holding B.V.) en [betrokkene6] (via Vredesbouw B.V.). [betrokkene5] en [betrokkene4] zijn bestuurder van SGI S.A. Tot het moment van de dagvaarding heeft niemand van [gedn.conv./eis.reconv.] te maken gehad met SGI S.A. [gedn.conv./eis.reconv.] vraagt er aandacht voor, dat:
(i) de door SGI S.A. overgelegde “nondisclosure agreement” van 31 mei 2010 (zie onder 2.3) gesloten is tussen SGI B.V. en [ged.1conv./eis.1reconv.];
(ii, iii, v) de door SGI S.A. overgelegde e-mailberichten van 22 augustus 2010 (zie onder 2.4) en 23 augustus 2010 en het reeds genoemde bericht van 3 september 2010 door [betrokkene1] zijn verzonden namens SGI B.V;
(iv) uit het door SGI S.A. overgelegde besprekingsverslag van 27 augustus 2010 (zie onder 2.5) blijkt dat er behalve vertegenwoordigers van [ged.1conv./eis.1reconv.] slechts aan SGI B.V. verbonden personen aanwezig waren;
(vi) de door SGI S.A. overgelegde conceptovereenkomsten (zie onder 2.9) zijn op 1 november 2010 verzonden door [betrokkene4] namens SGI B.V. (zie onder 2.8);
(vii) uit het door SGI S.A. overgelegde verslag van de bespreking van 19 december 2010 blijkt, dat behalve een vertegenwoordiger van [ged.1conv./eis.1reconv.] en zakenbank MacQuarie alleen aan SGI B.V. verbonden personen aan dat gesprek hebben deelgenomen;
(viii) in het door SGI S.A. overgelegde e-mailbericht van [betrokkene1] aan de heer [ged.5conv./eis.5reconv.] van 24 januari 2011 is vermeld: “Immers, al geruime tijd geleden (augustus 2010!) bereikten wij overeenstemming over deze transactie tussen Solar Total BV en Solar Global Invest BV.”
De eerste correspondentie van de zijde van SGI S.A, zo vervolgt [gedn.conv./eis.reconv.] haar verweer, dateert van 16 en 17 februari 2011; op laatstgenoemde datum heeft SGI S.A. de vermeende overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Er bestaat dan ook geen rechtsverhouding tussen SGI S.A. en [gedn.conv./eis.reconv.]
5.5. De rechtbank is van oordeel dat dit verweer slaagt. De genoemde e-mailberichten (met uitzondering van dat van 1 november 2010, waarin de naam van [betrokkene1] ontbreekt) zijn voorzien van een standaard berichtvoet, waarin - voor zover hier van belang - is vermeld:
“Solar Global Invest BV
Peter G.M. [betrokkene1]
Nieuwe Gracht 53
2011 ND Haarlem
The Netherlands”
5.6. Niet weersproken is, dat meergenoemde [betrokkene1] optrad voor en namens SGI B.V. Van SGI S.A. zijn geen handelsregistergegevens in het geding gebracht, maar vast staat dat deze rechtspersoon gevestigd is noch kantoor houdt in Haarlem, zodat hier niet uit kan worden afgeleid dat [betrokkene1] ook bevoegd was SGI S.A. te vertegenwoordigen. Indien dit al het geval zou zijn, blijkt uit niets dat hij dat heeft gedaan op een voor [gedn.conv./eis.reconv.] kenbare wijze. In de stukken die gevoegd zijn bij de e-mailberichten van [betrokkene1] aan de heren [ged.3conv./eis.3reconv.] en [ged.5conv./eis.5reconv.] van 22 en 23 augustus 2010 is eveneens slechts sprake van Solar Global Invest (SGI) B.V.
5.7. Ook ter comparitie is van de kant van SGI S.A. nog gesteld dat SGI B.V. namens haar onderhandelde, maar deze stelling wordt niet ondersteund door relevante en voor [gedn.conv./eis.reconv.] kenbare feiten en omstandigheden. Waar in de conceptovereenkomsten sprake is van SGI S.A. als contractspartij, is in het licht van het voorgaande én van het begeleidende e-mailbericht van [betrokkene4] namens SGI B.V. onvoldoende gesteld om te kunnen concluderen dat [gedn.conv./eis.reconv.] in redelijkheid had behoren te begrijpen dat SGI S.A. de beoogde contractspartij zou zijn, en zulks des te minder waar in dat e-mailbericht te lezen valt dat die conceptovereenkomsten nog onderwerp van voortgaande onderhandelingen zouden (kunnen) zijn.
5.8. Voor zover de onderhandelingen tussen SGI B.V. en [ged.1conv./eis.1reconv.] hebben geresulteerd in een aanbod van of namens SGI S.A. aan [ged.1conv./eis.1reconv.] c.s, is dit aanbod niet door [gedn.conv./eis.reconv.] aanvaard, zodat geen overeenkomst tot stand gekomen is. Wel bestaat een overeenkomst genaamd “Cooperation Agreement” tussen [ged.1conv./eis.1reconv.] en SGI B.V. van 21 september 2010 (productie 6 bij de conclusie van antwoord). In zoverre zou de in het petitum van de dagvaarding onder A gevorderde verklaring voor recht voor toewijzing in aanmerking kunnen komen, ware het niet dat de onder B gevorderde verklaring voor recht, die uitdrukkelijk verwijst naar het onder A gevorderde, klaarblijkelijk geen betrekking heeft op deze “Cooperation Agreement”, nu SGI S.A. niet stelt dat het deze overeenkomst is die is ontbonden. Ziet de rechtbank het goed, dan behelst deze overeenkomst niet meer dan een voornemen tot samenwerking, zonder dat daarbij sprake is van het project Solaris I of een concreet voorgenomen transactie waarvan SGI S.A. nakoming verlangt. Ofschoon [ged.1conv./eis.1reconv.] in haar conclusie van antwoord op deze onduidelijkheid wijst, heeft SGI S.A. ter zitting geen opheldering verschaft.
5.9. SGI S.A. heeft nog gesteld dat, voor zover moet worden uitgegaan van de totstandkoming van een overeenkomst tussen SGI B.V. en [ged.1conv./eis.1reconv.], de vorderingen uit deze overeenkomst door cessie aan haar (SGI S.A.) zijn overgedragen. Nu evenwel in het voorgaande is beslist dat geen overeenkomst tot stand gekomen is, kan deze stelling haar niet baten. Wat de hiervoor onder 2.3 respectievelijk 5.8 genoemde “Non Disclosure Agreement en “Cooperation Agreement” betreft, deze hebben klaarblijkelijk het karakter van kaderovereenkomsten. Door SGI S.A. is niets gesteld wat tot de conclusie kan leiden dat [ged.1conv./eis.1reconv.], indien moet worden uitgegaan van overdracht van vorderingen uit die overeenkomsten, jegens SGI S.A. gehouden is tot nakoming van enige verbintenis inzake het project Solaris I. De door [ged.1conv./eis.1reconv.] in hoofdstuk 5 van de conclusie van antwoord gegeven uitvoerige beschrijving van de gebeurtenissen, de gesprekken en de gewisselde e-mailberichten en documenten in de loop van 2010 en de betekenis die aan een en ander moet worden gehecht en van de omstandigheden die tot gevolg hebben gehad dat de besprekingen niet geleid hebben tot de totstandkoming van een overeenkomst, is door SGI S.A. niet meer gemotiveerd weersproken.
5.10. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat, ook als uitgegaan zou kunnen worden van de totstandkoming van een overeenkomst tussen [ged.1conv./eis.1reconv.] en SGI B.V. inzake het project Solaris I en een geslaagde overdracht van de vorderingen daaruit, dit niet kan leiden tot toewijzing van de vordering die SGI S.A. in dit geding heeft ingesteld. De overeenkomst is immers niet rechtsgeldig ontbonden, omdat weliswaar SGI S.A. de ontbinding heeft ingeroepen (zie hiervoor onder 2.12), maar de bevoegdheid tot ontbinding niet op de voet van het bepaalde in artikel 3:94 BW kan worden overgedragen en gesteld noch gebleken is dat de overeenkomst door SGI B.V. is ontbonden. Overigens valt niet vol te houden dat [ged.1conv./eis.1reconv.] tekortgeschoten is in de nakoming van enige verbintenis: aan [ged.1conv./eis.1reconv.] is immers geen overeenkomst op naam van SGI B.V. ter ondertekening voorgelegd, bij welke ondertekening de eerste tranche betaald zou moeten worden, en de volgende tranches kunnen niet opeisbaar worden omdat vast staat dat de bouwvergunningen niet worden verleend en geen overeenstemming zal worden bereikt met de betrokken Franse energieproducent na aansluiting van de zonne-energievelden op het energienet.
5.11. Voor zover SGI S.A. de heren [ged.3conv./eis.3reconv.] en [ged.5conv./eis.5reconv.] als indirecte bestuurders in persoon aansprakelijk houdt voor het ontbreken van toestemming van de Raad van Commissarissen van [ged.1conv./eis.1reconv.] voor de overeenkomst inzake Solaris I, kan dat niet tot toewijzing van de vordering leiden, nu uit het voorgaande volgt dat de niet-totstandkoming van die overeenkomst niet het gevolg is van het ontbreken van die toestemming.
5.12. Het voorgaande leidt tot afwijzing van de vordering; de overige weren van [gedn.conv./eis.reconv.] behoeven geen bespreking.
5.13. SGI S.A. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie. De aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] gevallen kosten worden begroot op € 560,- voor griffierecht en twee punten à € 452,- volgens het liquidatietarief voor salaris advocaat, totaal € 1.464,-.
6. De beoordeling van de vordering in voorwaardelijke in reconventie
6.1. De voorwaarde waaronder de vordering in reconventie is ingesteld is vervuld, zodat die vordering thans zal worden beoordeeld.
6.2. SGI S.A. heeft terecht betoogd, dat voor het oordeel dat een partij misbruik maakt van haar procesbevoegdheid een strenge maatstaf geldt. Niet voldoende is, dat - zoals [gedn.conv./eis.reconv.] te dezen stelt - de gedaagde partij voorafgaand aan de gerechtelijke procedure aan de eisende partij te kennen geeft het standpunt waarop deze haar vordering baseert onjuist te achten, en evenmin dat in rechte een door de gedaagde partij gevoerd verweer slaagt, zodat de vordering wordt afgewezen. De grondslag van de vordering is weliswaar niet als juist aanvaard, doch daaruit volgt niet dat SGI S.A. ten opzichte van [gedn.conv./eis.reconv.] misbruik van procesrecht heeft gemaakt of onrechtmatig heeft gehandeld door deze procedure te voeren. Daarvan zou pas sprake kunnen zijn als SGI S.A. haar vordering had gebaseerd op feiten en omstandigheden waarvan zij de onjuistheid kende of had behoren te kennen of op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden.
6.3. In casu verschilden partijen van mening over de vraag of een overeenkomst tot stand was gekomen en vroeg SGI S.A, van mening dat dat het geval was, de rechtbank om een verklaring voor recht op dat punt. Dusdoende heeft zij geen misbruik gemaakt van haar bevoegdheid om een geschil ter beslechting aan de rechter voor te leggen. Welke bijzondere omstandigheden in dit geval tot een ander oordeel moeten leiden, heeft [ged.1conv./eis.1reconv.] niet gesteld. De reconventionele vordering komt dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
6.4. [gedn.conv./eis.reconv.] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in reconventie. De aan de zijde van SGI S.A. gevallen kosten worden begroot op nihil voor verschotten en één punt à € 452,- volgens het liquidatietarief voor salaris advocaat.
BESLISSING
De rechtbank
in conventie
- wijst de vordering af;
- veroordeelt SGI S.A. in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] begroot op € 1.464,-;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.] in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van SGI S.A. begroot op € 452,-;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2012.
coll. FH