ECLI:NL:RBARN:2012:BW9409
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.K. van den Dungen-Dijkstra
- T.P.E.E. van Groeningen
- F.N.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor feitelijke aanranding in militaire kamer Rechtbank Arnhem
In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen de verdachte, heeft de militaire kamer van de Rechtbank Arnhem op 25 juni 2012 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van feitelijke aanranding, waarbij de tenlastelegging na een wijziging op de zitting van 11 juni 2012 werd gepresenteerd. De militaire kamer heeft de zaak op diezelfde datum opnieuw onderzocht, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C.B. Bos. De officier van justitie, mr. S.Z. Wiarda, heeft gerekwireerd en de verdediging is gevoerd door de raadsvrouw van de verdachte.
De militaire kamer heeft geconcludeerd dat de verklaring van de aangeefster onvoldoende steun vond in de overige bewijsmiddelen. Het merendeel van de verklaringen en andere stukken in het dossier wezen erop dat de incidenten zich niet op de ten laste gelegde datum van 4 februari 2011, maar op 2 februari 2012 hebben voorgedaan. De militaire kamer oordeelde dat de bewijsmiddelen voornamelijk afkomstig waren van de aangeefster zelf, waardoor de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was. Op basis van deze overwegingen heeft de militaire kamer besloten de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde feit.
Daarnaast werd er een civiele vordering besproken, maar omdat er geen schadebedrag was opgegeven door de aangeefster, werd deze vordering buiten beschouwing gelaten. De uitspraak werd gedaan door de militaire kamer, bestaande uit de voorzitter mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra, rechter mr. T.P.E.E. van Groeningen, en militair lid mr. F.N.J. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. M.W.M. Heutinck.