ECLI:NL:RBARN:2012:BX3154
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C. Quak
- C.M.E. Lagarde
- M.G.J. Post
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende aanranding van minderjarige in Nijmegen
De rechtbank Arnhem heeft op 27 juli 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 54-jarige man uit Nijmegen, die werd beschuldigd van het aanranding van een vijftienjarig meisje in de nacht van 21 op 22 juli 2011 in een café te Nijmegen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk ontuchtige handelingen heeft verricht. De rechtbank constateerde dat de getuigenverklaringen inconsistent waren en dat de aangifte van het slachtoffer op bepaalde punten afweek van eerdere verklaringen. Hoewel de rechtbank vaststelde dat er enige aanraking van de schouder en/of arm van het slachtoffer had plaatsgevonden, was het niet bewezen dat deze aanraking opzettelijk ontuchtig was. De rechtbank hield rekening met het feit dat zowel de verdachte als het slachtoffer onder invloed van alcohol waren en dat er geen onafhankelijke getuigen waren die de beschuldigingen konden bevestigen. De officier van justitie had een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er geen straf of maatregel opgelegd kon worden, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. De vordering van de benadeelde partij werd eveneens afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. P.C. Quak, en in aanwezigheid van griffier E. Terlouw-Boeijink.