ECLI:NL:RBARN:2012:BX3154

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
27 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/701945-11
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende aanranding van minderjarige in Nijmegen

De rechtbank Arnhem heeft op 27 juli 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 54-jarige man uit Nijmegen, die werd beschuldigd van het aanranding van een vijftienjarig meisje in de nacht van 21 op 22 juli 2011 in een café te Nijmegen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk ontuchtige handelingen heeft verricht. De rechtbank constateerde dat de getuigenverklaringen inconsistent waren en dat de aangifte van het slachtoffer op bepaalde punten afweek van eerdere verklaringen. Hoewel de rechtbank vaststelde dat er enige aanraking van de schouder en/of arm van het slachtoffer had plaatsgevonden, was het niet bewezen dat deze aanraking opzettelijk ontuchtig was. De rechtbank hield rekening met het feit dat zowel de verdachte als het slachtoffer onder invloed van alcohol waren en dat er geen onafhankelijke getuigen waren die de beschuldigingen konden bevestigen. De officier van justitie had een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er geen straf of maatregel opgelegd kon worden, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. De vordering van de benadeelde partij werd eveneens afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. P.C. Quak, en in aanwezigheid van griffier E. Terlouw-Boeijink.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Parketnummer : 05/701945-11
Data zittingen : 9 maart 2012 en 27 juli 2012
Datum uitspraak : 27 juli 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [Naam verdachte]
geboren op : [Geboortedatum] 1957 te Veghel
adres : [Adres]
plaats : [Postcode, woonplaats]
raadsman : mr. P.A. aan de Kerk, advocaat te Nijmegen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
Primair
hij in of omstreeks de nacht van 21 op 22 juli 2011 te Nijmegen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een
andere feitelijkheid [Naam slachtoffer] (geboren op [Geboortedatum] 1995) heeft gedwongen
tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het
opzettelijk ontuchtig - zakelijk weergegeven - :
- over de schouder en/of arm van voornoemde [Naam slachtoffer] wrijven en/of
- (vervolgens) met zijn, verdachtes, hand beide borsten van voornoemde [Naam slachtoffer]
aanraken en/of
- met zijn, verdachtes, hand een borst van voornoemde [Naam slachtoffer] vastpakken en/of
met zijn, verdachtes, andere hand over de borsten van voornoemde [Naam slachtoffer] heen
wrijven,
en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of
andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend
onverhoeds vastpakken en/of aanraken van voornoemde [Naam slachtoffer] en/of het achter
voornoemde [Naam slachtoffer] aan lopen terwijl voornoemde [Naam slachtoffer] achteruit deinsde en/of met voorbijgaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van onwil en/of verzet en/of protest;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij in of omstreeks de nacht van 21 op 22 juli 2011 te Nijmegen, met [Naam slachtoffer] ([Voornaam slachtoffer]), geboren op [Geboortedatum] 1995, die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft
gepleegd, bestaande in het opzettelijk ontuchtig - zakelijk weergegeven - :
- over de schouder en/of arm van voornoemde [Naam slachtoffer] wrijven en/of
- (vervolgens) met zijn, verdachtes, hand beide borsten van voornoemde [Naam slachtoffer]
aanraken en/of
- met zijn, verdachtes, hand een borst van voornoemde [Naam slachtoffer] vastpakken en/of
met zijn, verdachtes, andere hand over de borsten van voornoemde [Naam slachtoffer] heen
wrijven.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 27 juli 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. P.A. aan de Kerk, advocaat te Nijmegen.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd [Naam benadeelde partij]. Gelet op het feit dat benadeelde een minderjarige betreft is mevrouw [Naam moeder benadeelde partij], de moeder en tevens wettelijk vertegenwoordiger van benadeelde, ter terechtzitting verschenen.
De officier van justitie, mr. T.C. Henniphof, heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van 1 dag die in verzekering is doorgebracht en voorts tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met een proeftijd van twee jaren en reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde. Voorts is toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [Naam benadeelde partij] gevorderd tot een bedrag van
€ 1.000,00 als voorschot, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Verdachte wordt er van verdacht dat hij in de nacht van 21 op 22 juli 2011 in een café te Nijmegen [Naam slachtoffer], die toen vijftien jaar oud was, opzettelijk ontuchtig bij haar schouder of arm heeft aangeraakt danwel daarover heeft gewreven en vervolgens onverhoeds met een hand of beide handen, haar borsten heeft vastgepakt of er overheen heeft gewreven. Verdachte ontkent hetgeen hem ten laste is gelegd.
Allereerst stelt de rechtbank vast dat de getuigenverklaringen onderling bepaalde inconsistenties bevatten en dat ook de aangifte van [Naam slachtoffer] op details anders is dan de door haar bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring. De rechtbank heeft daarnaast vastgesteld dat de verklaringen op verschillende punten overeenkomen.
Op basis van de aangifte, de getuigenverklaringen van [Getuige 1] en [Getuige 2], alsmede de verklaring van verdachte ter terechtzitting, acht de rechtbank wettig bewezen dat verdachte de schouder en/of arm van aangeefster heeft aangeraakt. De rechtbank is echter van oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat dit handelen als opzettelijk ontuchtig aan te merken is.
Ten aanzien van het aanraken van de borsten van [Naam slachtoffer] is de rechtbank van oordeel dat het dossier in de vorm van de aangifte en de verklaringen van getuigen [Getuige 1] en [Getuige 2] wettig bewijs bevat dat er enige aanraking van de borst of borsten van aangeefster door verdachte heeft plaatsgevonden. Echter, het is onduidelijk gebleven hoe, waar en waardoor deze aanraking precies heeft plaatsgevonden, nu de verklaringen daarover uiteenlopen. Opmerkelijk is dat getuige [Getuige 3], die ten tijde van de beweerdelijke aanraking naast aangeefster stond, geen melding van een dergelijke aanraking van de borst(en) maakt.
De rechtbank houdt er voorts rekening mee dat aan beide zijden sprake is van alcoholgebruik. Verdachte heeft verklaard dat hij onder invloed was van alcohol, wat door de getuigen is bevestigd. Daarnaast hadden de meeste leden van de groep waartoe aangeefster behoorde - inclusief aangeefster zelf - ook alcohol gedronken. Het dossier bevat geen enkele verklaring van een onafhankelijke getuige, zoals bijvoorbeeld de barman.
De rechtbank heeft door dit alles niet de overtuiging verkregen dat de aan verdachte verweten aanraking, indien deze al heeft plaatsgevonden, opzettelijk ontuchtig is geweest. Nu de rechtbank geen enkele vorm van opzet bewezen acht, zal zij verdachte voor zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
De rechtbank overweegt tot slot dat verdachte een bijzonder belang heeft bij een uitspraak vóór 1 augustus 2012, nu hem door de school waar hij werkzaam is, per die datum ontslag is aangezegd vanwege de onderhavige aangifte. Om die reden zal de rechtbank onmiddellijk uitspraak doen.
3a De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De vordering van de benadeelde partij [Naam benadeelde partij] wordt afgewezen nu aan verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
4. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [Naam benadeelde partij].
Wijst af de vordering van de benadeelde partij.
Aldus gewezen door:
mr. P.C. Quak als voorzitter, mr. C.M.E. Lagarde en mr. M.G.J. Post, rechters,
in tegenwoordigheid van E. Terlouw-Boeijink, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 juli 2012.