Parketnummer : 05/701662-11
Datum zitting : 24 juli 2012
Datum uitspraak : 07 augustus 2012
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [naam verdachte]
geboren op : [geboortedatum verdachte] 1990 te Zaltbommel
adres : [adres verdachte]
plaats : [woonplaats verdachte]
raadsman : mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 maart 2011 te Zaltbommel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan de [adres 1]) heeft weggenomen een (slaven)armband en/of een collier en/of een hanghorloge en/of meerdere althans één manchetkno(o)p(en) en/of een herenhorloge en/of een (swarovski) ketting en/of een krat met (12) flesjes (bavaria) bier, in elk geval enig(e)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming (door de (achter)deur te forceren (met een breekijzer));
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 5 april 2011 te Zaltbommel, althans in Nederland, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en / of heeft overgedragen een horloge (hanger) en/of een broche en/of een ketting en/of meerdere althans één manchetkno(o)p(en), terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dit/deze door diefstal in elk geval door enig misdrijf
was/waren verkregen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 6 maart 2011 tot en met 14 maart 2011 te Zaltbommel met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen een fotocamera en/of meerdere althans één telefo(o)n(en) en/of een een foto/filmtas en/of frisdrank en/of een etui (gevuld met cd's) en/of een (paarse) jas en/of meerdere althans één ring(en) en/of een zilveren tientje en/of meerdere althans één broche(s) en of een sleutelbos en/of een autosleutel, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door
middel van wrikken in de sluitnaad van een (keuken)raam (met een breekijzer));
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 5 april 2011 te Zaltbommel, althans in Nederland, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen een zilveren tientje en/of meerdere althans één broche(s) en/of een sleutelbos en/of een (Citroën) autosleutel, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren) wist, althans redelijkerwijs
had moeten vermoeden, dat dit/deze door diefstal in elk geval door enig misdrijf was/waren verkregen;
3.
hij op of omstreeks 24 maart 2011 te Zaltbommel met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit en/of nabij een woning (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen meerdere althans één sleutelbos(sen) en/of een rijbewijs en/of meerdere althans één kentekenbewijs/kentekenbewijzen en/of een portemonnee (inhoudende ongeveer 45 euro) en/of meerdere althans één kussen(s) en/of een doosje (inhoudende oude koperen munten) en/of een
(digitale) camera en/of een kistje (inhoudende sieraden) en/of een doosje (inhoudende zilveren lepels) en/of een brandkistje en/of een brommobiel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door door een open raam op de eerste verdieping te klimmen);
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 5 april 2011 te Zaltbommel, althans in Nederland, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en / of heeft overgedragen meerdere althans één sleutelbos(sen)(waarvan één sleutel van een brommobiel) en/of een rijbewijs en/of meerdere althans één kentekenbewijs/kentekenbewijzen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dit/deze door diefstal in elk geval door enig misdrijf was/waren verkregen;
4
hij in of omstreeks de periode van 17 februari 2011 tot en met 24 februari 2011 te Zaltbommel met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan de [adres 4]) heeft weggenomen een sleutelbos, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 5 april 2005 te Zaltbommel, althans in Nederland, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en / of heeft overgedragen een sleutelbos, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dit/deze door diefstal in elk geval door enig misdrijf was/waren verkregen;
5.
Hij in of omstreeks d eperiode van 14 juni 2011 tot en met 15 juni 2011 te Zaltbommel met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto (merk Volvo) en/of een sleutelbos en/of een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling leidt:
hij of op omstreeks 5 april 2011 te Zaltbommel, althans in Nederland, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen een sleutelbos, terwijl hij ten tijde van het verwerven of voorhanden krijgen van voormeld€ goed(eren wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dit/deze door diefstal, in elk geval door enig misdrijf was/waren verkregen.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 24 juli 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht.
De officier van justitie, mr. A. Kooij, heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 primair en 5 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Als bijzondere voorwaarde vordert de officier van justitie toezicht reclassering zoals omschreven in het reclasseringsrapport.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Verdachte ontkent de feiten en geeft voor het aanwezig hebben in zijn kamer van die goederen een vage en op onderdelen aantoonbaar onjuiste verklaring, onder meer dat anderen de spullen in zijn kamer moeten hebben neergelegd of in zijn jas hebben gedaan, en dat hij bij de tennisbanen een plastic zak heeft gevonden met daarin onder meer sleutels, speldjes en een rijbewijs (ten name van [naam slachtoffer 3]) en een juwelendoosje van het merk Svarowski. Die gevonden spullen had verdachte bij de politie willen inleveren, maar daar is het niet meer van gekomen, aldus verdachte. De rechtbank acht die verklaring van verdachte niet geloofwaardig. In het juwelendoosje is een simkaart (Moviestar) aangetroffen, waarvan verdachte zelf aangeeft dat die van hem of van zijn ouders is (blz. 62). Verdachte had, naar eigen zeggen, dat doosje onder zich, maar kan niet uitleggen hoe die simkaart daarin terecht is gekomen.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 5 primair is tenlastegelegd zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 primair en 5 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 5 april 2011 te Zaltbommel, voorhanden heeft gehad een horloge (hanger) en een broche en een ketting en meerdere manchetknopen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde goederen wist, dat deze door enig misdrijf
waren verkregen;
2.
hij op 5 april 2011 te Zaltbommel, voorhanden heeft gehad een zilveren tientje en meerdere broches en een sleutelbos en een Citroën-autosleutel, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde goederen wist, dat deze door enig misdrijf waren verkregen;
3.
hij op 5 april 2011 te Zaltbommel, voorhanden heeft gehad meerdere sleutelbossen waarvan één sleutel van een brommobiel en een rijbewijs en meerdere kentekenbewijzen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde goederen wist, dat deze door enig misdrijf waren verkregen;
4
hij in de periode van 17 februari 2011 tot en met 24 februari 2011 te Zaltbommel met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen een sleutelbos, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
hij of 5 april 2011 te Zaltbommel, voorhanden heeft gehad een sleutelbos, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voormeld goed wist, dat dit door enig misdrijf was verkregen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 5 subsidiair telkens:
Opzetheling.
Ten aanzien van feit 4 primair:
Diefstal.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
* het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 22 juni 2012; en
* een beknopt reclasseringsadvies van Novadic & Kentron d.d. 19 juni 2012, betreffende verdachte;
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft een grote hoeveelheid gestolen goederen voorhanden gehad. Alle bewezen verklaarde goederen zijn van inbraak afkomstig.Gelet op de ernst van de feiten, immers geen helers, geen stelers is een bekende uitspraak, is de rechtbank van oordeel dat een vorm van strafoplegging op zijn plaats is.
Bij de bepaling van de hoogte van de op te leggen straf houdt de rechtbank sterk rekening met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Op 16 september 2011 is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank is, gelet hierop, van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf zoals door de officier van justitie geëist, passend en geboden is. In het voetspoor van het betoog van de raadsman zal de rechtbank, gelet op de bemoedigende ontwikkeling die verdachte doormaakt in het kader van zijn plaatsing op grond van artikel 43 lid 3 van de Penitentiaire beginselenwet in Exodus geen andere voorwaarde opleggen dan reclasseringsbegeleiding om het lopende proces zo min mogelijk te doorkruisen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 310 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 5 primair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet tenuitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde:
4. zich gedurende de proeftijd houdt aan de voorschriften en aanwijzingen welke hem door de reclassering Nederland worden gegeven voor zover en voor zolang dat binnen de proeftijd nodig wordt geacht,
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Aldus gewezen door:
mrs. L.C.P. Goossens (voorzitter), F.J.H. Hovens en J. Barrau, rechters, in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 07 augustus 2012.