ECLI:NL:RBARN:2012:BX5450
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor poging doodslag na onvoldoende bewijs en losse eindjes in het dossier
In de zaak van de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot doodslag en openlijk geweld, heeft de rechtbank Arnhem op 22 augustus 2012 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd op 3 september 2010 in Westervoort met een mes te hebben gestoken in de rug van het slachtoffer, [slachtoffer 1]. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaar, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Tijdens de zitting op 8 augustus 2012 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. R.A.C. Frijns, was wel aanwezig en voerde de verdediging. De rechtbank concludeerde dat er te veel onduidelijkheden en 'losse eindjes' in het dossier waren, waardoor andere scenario's niet konden worden uitgesloten. De rechtbank stelde vast dat er geen bewijs was dat de verdachte op de plaats delict was en dat de DNA-sporen op het mes niet voldoende bewijs boden voor een veroordeling. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, omdat er geen straf of maatregel werd opgelegd aan de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak voor een zorgvuldige bewijsvoering.