ECLI:NL:RBARN:2012:BX7020

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
2 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
232495
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van toegang tot aanbesteding voor gespecialiseerde epilepsiezorg in strijd met aanbestedingsrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 2 augustus 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Fatima en de Stichting Zorgkantoor Menzis. De Stichting Fatima, een zorgaanbieder voor mensen met een verstandelijke beperking, vorderde dat Menzis haar zou toelaten tot de aanbesteding voor de toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg. Menzis had als voorwaarde gesteld dat alleen zorginstellingen die algemeen erkend zijn als voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg, namelijk SEIN en Kempenhaeghe, in aanmerking kwamen voor deze toeslag. Fatima betoogde dat deze eis in strijd was met de beginselen van het aanbestedingsrecht, omdat het de toegang tot de aanbesteding onterecht beperkte en niet transparant was.

De rechtbank oordeelde dat de door Menzis gestelde eis inderdaad leidde tot een beperkte toegang tot de aanbesteding en daarmee in strijd was met de beginselen van gelijkheid en transparantie die aan het aanbestedingsrecht ten grondslag liggen. De voorzieningenrechter benadrukte dat alle inschrijvers gelijke kansen moeten krijgen en dat de voorwaarden voor de aanbesteding duidelijk en ondubbelzinnig geformuleerd moeten zijn. Menzis werd veroordeeld om de offerte van Fatima in behandeling te nemen zonder de beperkende voorwaarde dat alleen erkende instellingen de toeslag konden ontvangen.

De rechtbank stelde verder dat de kosten van de procedure voor Menzis kwamen, en dat zij een dwangsom van € 50.000 per dag moest betalen indien zij niet aan de uitspraak voldeed. Dit vonnis benadrukt het belang van gelijke behandeling en transparantie in aanbestedingsprocedures, vooral in de zorgsector, waar de toegang tot zorg voor kwetsbare groepen op het spel staat.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 232495 / KG ZA 12-410
Vonnis in kort geding van 2 augustus 2012
in de zaak van
de stichting
STICHTING FATIMA,
gevestigd te Wehl, gemeente Doetinchem,
eiseres,
advocaat mr. P. Dalhuisen te Zwolle,
tegen
de stichting
STICHTING ZORGKANTOOR MENZIS,
gevestigd te Wageningen,
gedaagde,
advocaat mr. J.A.E. van der Jagt-Jobsen te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Fatima en Menzis genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Fatima
- de pleitnota van Menzis.
1.2. Ten slotte is in verband met de spoedeisendheid van de zaak op 2 augustus 2012 vonnis gewezen. De feiten en motivering waarop de beslissing in het vonnis steunt, worden hieronder vastgelegd.
2. De feiten
2.1. Fatima is een zorgaanbieder in de regio Twente voor mensen met een matige tot zeer ernstige verstandelijke beperking, vaak met een complexe zorgvraag. Van de 386 cliënten die Fatima thans in zorg heeft, lijden er 180 cliënten aan epilepsie. Van deze 180 cliënten hebben 49 cliënten gespecialiseerde zorg nodig. Het betreft zorg waarop aanspraak bestaat uit hoofde van de AWBZ.
2.2. De zorgverzekeraars zijn belast met de uitvoering van de AWBZ. Menzis is één van de zorgkantoren die op grond van een mandaats- en volmachtovereenkomst de voor de uitvoering van de AWBZ toegelaten zorgverzekeraars vertegenwoordigen in de regio waarvoor zij als verbindings-/zorgkantoor (hierna: zorgkantoor) zijn aangewezen. Menzis voert onder meer in de regio van Fatima de AWBZ uit.
2.3. Voor de zorg waarop aanspraak bestaat uit hoofde van de AWBZ wordt het maximumtarief vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Om de kosten van de AWBZ te beheersen, stelt de NZa jaarlijks een contracteerruimte vast, die grenzen stelt aan de financiering van de zorg.
2.4. De zorg wordt bekostigd aan de hand van zorgzwaartepakketten (ZZP’s) van de individuele cliënten. De prestatiebeschrijvingen en tarieven van de ZZP’s worden door de NZa vastgesteld door middel van een beleidsregel, te weten de beleidsregel ‘Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten’ (hierna: de beleidsregel). Met ingang van 1 januari 2013 is de beleidsregel CA-300-537 van toepassing. Per die datum vervalt de beleidsregel voor 2012, met kenmerk CA-300-510.
2.5. Met ingang van 1 januari 2011 zijn toeslagen gespecialiseerde epilepsiezorg ontwikkeld (hierna: de toeslagen). Het doel van deze toeslagen is om gespecialiseerde epilepsiezorg te bieden aan cliënten met een (vooralsnog) niet (goed) behandelbare epilepsie en daarmee samenhangende problematiek. Het gaat hier om toeslagen bovenop de betreffende ZZP. Aan de invoering van de toeslagen epilepsie ligt ten grondslag het rapport ‘Gespecialiseerde epilepsiezorg in de ZZP-systematiek’ van 8 juni 2010 van Bureau HHM.
2.6. In het rapport ‘Gespecialiseerde epilepsiezorg in de ZZP-systematiek’ van Bureau HHM staat onder meer vermeld:
1. Inleiding
(…)
Bij de ontwikkeling van de ZZP’s is vanuit de gespecialiseerde epilepsie-instellingen (SEIN en Kempenhaeghe) het signaal ontvangen dat de systematiek niet passend is voor hun doelgroep. De instellingen geven aan dat de specialistische epilepsiezorg die zij bieden onvoldoende terugkomt in de huidige ZZP’s. (…) Vanwege bovenstaande signalen heeft bureau HHM in opdracht van de NZa een onderzoek uitgevoerd. (…) Het doel van het onderzoek is de gespecialiseerde epilepsiezorg in te passen in de ZZP-problematiek. (…).
2. Werkwijze
(…)
Medewerking externe partijen
Om het onderzoek op een goede manier vorm te kunnen geven was medewerking van externe partijen van groot belang. Het gaat hierbij om medewerking van de twee gespecialiseerde epilepsie-instellingen, SEIN en Kempenhaeghe. De beide epilepsiecentra zijn vanaf de start van het onderzoek betrokken bij de uitvoering van het onderzoek en de aanlevering van gegevens. (…)
6. Oplossingsrichtingen
(…)
Randvoorwaarden introductie epilepsietoeslag
(…)
Een tweede belangrijke randvoorwaarde waaraan (op termijn) moet worden voldaan is dat zorgkantoren instrumenten in handen krijgen om de vergoeding voor de toeslag alleen te betalen aan die zorgaanbieders die ook daadwerkelijk de gespecialiseerde epilepsiezorg kunnen bieden. Het zorgkantoor heeft dus behoefte aan criteria voor het inkopen van gespecialiseerde epilepsiezorg.
(…)”
2.7. Vanaf het begin in 2011 ontvangt (ook) Fatima voor haar cliënten, die daarvoor in aanmerking komen, een toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg. Het ging deze twee jaar om bedragen van circa 1,5 miljoen euro.
2.8. Voor het gebruik van haar contracteerbevoegdheid binnen de kaders van de beschikbare regionale contracteerruimte stelt Menzis jaarlijks een inkoopprocedure vast voor de sectoren waarbinnen zorg wordt geboden. Ook het contracteren ten aanzien van de toeslagen is hierin geregeld. Menzis heeft haar AWBZ-zorg inkoopdocument 2013 gepubliceerd op 8 juni 2012.
2.9. In het AWBZ-zorg inkoopdocument 2013 van Menzis is onder meer bepaald:
3. Inkoopprocedure
3.1. Inleiding
De onderhavige opdracht betreft een bijlage 2B-dienst (art. 21 Besluit aanbestedingsregels en overheidsopdrachten. (Bao)). Dit betekent dat het Bao slechts beperkt van toepassing is. Menzis is dan ook slechts gehouden artikel 23 en 35, twaalfde tot en met zestiende lid, Bao toe te passen.
3.2. Inlichtingen
De aanbieder krijgt de gelegenheid om vragen te stellen over de opdracht.
(…)
Van de antwoorden op vragen die zijn gesteld en van verduidelijking van Menzis uit eigen beweging word(t)(en) door Menzis een of meerdere Nota(‘s) van Inlichtingen opgemaakt. Nota(‘s) van Inlichtingen maakt / maken integraal deel uit van dit inkoopdocument.
(…)”
2.10. In haar inkoopvoorwaarden, genoemd in het ‘Inkoopdocument 2013 Inkoopspecificatie Intramuraal’ heeft Menzis onder meer bepaald (pagina 7 van het document):
“Toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg (GEZ)
Deze toeslag alleen gecontracteerd kan worden door zorginstellingen die algemeen erkend zijn als voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg. Dit betreft zorginstellingen (Sein en Kempenhaeghe) genoemd in het rapport ‘Gespecialiseerde epilepsiezorg in de ZZP systematiek’ van HHM. (…)”
2.11. In de beleidsregel CA-300-537 van de NZa zijn ten aanzien van voorwaarden om in aanmerking te komen voor de toeslagen GEZ de zorginstellingen Sein en Kempenhaeghe niet met naam genoemd.
2.12. Uiterlijk op 3 augustus 2012 moeten de instellingen hun offerte bij Menzis hebben ingediend. Uiterlijk op 31 oktober 2012 moeten het door partijen (dat wil zeggen: de instellingen en het zorgkantoor) ondertekende budgetformulier bij de NZa worden ingediend.
2.13. De zorginkoopgids AWBZ 2013 van Zorgverzekeraars Nederland bepaalt dat uiterlijk op 29 juni 2012 bezwaar moet worden gemaakt tegen de inkoopvoorwaarden. Voorts is in de inleiding van deze gids onder meer vermeld:
“(…)
De Zorginkoopgids is een landelijke handreiking waarin de zorgverzekeraars hun gezamenlijke richting en ambitie neerleggen. (…) Op basis van deze handreiking wordt het regionale inkoopbeleid geformuleerd, dat met partners in de regio (zorgaanbieders, cliënten/verzekerden) wordt afgestemd.
Met andere woorden: de Zorginkoopgids geeft richting, maar is geen voorschrift. Aan deze landelijke inkoopgids kunnen dan ook geen rechten worden ontleend; voor de zorginkoop 2013 zijn de regionaal opgestelde inkoopdocumenten leidend.
(…)”
2.14. Fatima heeft op 28 juni 2012 onder meer bezwaar aangetekend tegen de door Menzis geformuleerde voorwaarden om in aanmerking te komen voor de toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg. Fatima heeft haar bezwaar als volgt geformuleerd:
“(…)
Ons eerste bezwaar betrof de beperking van de epilepsietoeslag tot twee instellingen, te weten SEIN en Kempenhaeghe. In ons bezwaar geven wij aan dat dit in strijd is met de vigerende NZa-beleidsregel en is daarnaast strijdig met het gelijkheidsbeginsel. U antwoordt dat de NZA beleidsregel (CA-300-537) deze toeslag beperkt tot genoemde, erkende voorzieningen voor gespecialiseerde epilepsiezorg is onjuist. De door de NZa gepubliceerde (www.NZA.nl) beleidsregel CA-300-537 geeft deze beperking niet aan. Wij vragen u nogmaals ons bezwaar in behandeling te nemen en dit te behandelen conform de beleidsregels van het NZa.
(…)”
2.15. Menzis heeft in haar ‘Nota van Inlichtingen’, behorende bij het Inkoopdocument 2013 (pagina 184), als volgt op het bezwaar van Fatima gereageerd:
“(…)
Het klopt dat Sein en Kempenhaeghe niet expliciet genoemd zijn in de NZa beleidsregel Ca 300-537. Echter de toeslagen zijn bedoeld voor de voorzieningen voor epilepsiezorg, waar de reden voor opname de epileptische aandoening is en niet de beperking (grondslag in de indicatie). Bovendien is door de gezamenlijke zorgkantoren afgesproken dat de toeslag alleen kan worden gecontracteerd voor algemeen erkende voorzieningen voor gespecialiseerde epilepsiezorg. In de ZN (Zorgverzekeraars Nederland, de voorzieningenrechter) inkoopgids AWBZ 2013 is hierover op blz. 41 het volgende opgenomen:
“Toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg (GEZ)
Deze toeslag kan alleen gecontracteerd worden door zorginstellingen die algemeen erkend zijn als voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg. Dit betreft zorginstellingen (Sein en Kempenhaege) genoemd in het rapport ‘Gespecialiseerde epilepsiezorg in de ZZP systematiek’ van HHM.
Indien wet- en regelgeving over toelating zorginstellingen verandert en de toelating voor verblijf en behandeling komt te vervallen, gaan zorgverzekeraars op dat moment uit van de voorheen toegelaten zorginstellingen.”
(…)”
3. Het geschil
3.1. Fatima vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Menzis te gebieden met Fatima de toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg te contracteren, althans de (uiterlijk op 3 augustus 2012) door Fatima in te dienen offerte (ook) ten aanzien van de door Fatima aan te vragen toeslagen gespecialiseerde epilepsiezorg in behandeling te nemen, zonder dat ten aanzien van Fatima de voorwaarde geldt: “Deze toeslag kan alleen gecontracteerd worden door zorginstellingen die algemeen erkend zijn als voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg. Dit betreft zorginstellingen (Sein en Kempenhaege) genoemd in het rapport ‘Gespecialiseerde epilepsiezorg in de ZZP systematiek’ van HHM’, zoals thans vermeld op pagina 7 van het “inkoopdocument 2013, inkoopspecificatie intramuraal”, althans een zodanige voorziening te treffen die de voorzieningenrechter in goede justitie geraden acht;
2. te bepalen dat Menzis een dwangsom verbeurt van € 50.000,00 per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat zij na betekening van dit vonnis in strijd handelt met het onder 1 gevorderde;
3. Menzis in de kosten van dit geding te veroordelen, waaronder begrepen het verschuldigde griffierecht en het tot aan de uitspraak begrote bedrag aan salaris van de advocaat, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de datum van het vonnis, althans van de veertiende dag na de datum van het vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
4. Menzis te veroordelen in de na de uitsprak vallende kosten (nakosten), voor wat betreft het salaris van de advocaat (nasalaris) forfaitair berekend op € 131,00 zonder betekening en verhoogd met € 68,00 in geval van betekening, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en indien voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de datum van het vonnis, althans vanaf de veertiende dag na de datum van het vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
3.2. Fatima heeft, samengevat, aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat Menzis, door haar keuze voor een (semi-)aanbestedingsprocedure, onder meer is gehouden aan artikel 23 Bao, welke artikel bepaalt dat Menzis in haar inkoopdocument de technische specificaties dient op te nemen in de aanbestedingsstukken en dat deze technische specificaties de inschrijvers gelijke toegang moeten bieden en niet mogen leiden tot ongerechtvaardigde belemmeringen in de mededinging. De door Menzis in haar Inkoopdocument gestelde aanvullende eisen als “algemeen erkende voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg” en “Sein” en “Kempenhaege” kunnen niet als technische specificaties dan wel kwaliteitseisen worden gezien. De aanvullende eisen zijn onrechtmatig, niet objectief, niet transparant en discriminatoir en jegens Fatima ook in strijd met de redelijkheid en billijkheid, aldus Fatima.
3.3. Menzis voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening gegeven.
4.2. Niet ter discussie staat dat de door Menzis gehanteerde procedure een zogenaamde ‘2B-dienst’ aanbesteding is. Dit brengt mee dat voor de onderhavige aanbesteding een verlicht regime geldt. In beginsel is Menzis op grond van artikel 21 Bao slechts gehouden de artikelen 23 en 35 lid 12 tot en met 16 na te leven.
4.3. Vooropgesteld wordt echter dat de door Menzis gekozen wijze om de levering van zorg in natura uit te geven, waarbij zij heeft aangesloten bij elementen uit de Europese aanbestedingsprocedure, met zich brengt – gelijk volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2003, NJ 2004, 35 – dat Menzis een aantal uit het aanbestedingsrecht afkomstige beginselen in acht moet nemen. Het betreft in elk geval de fundamentele beginselen van het aanbestedingsrecht, te weten het gelijkheidsbeginsel en in het verlengde daarvan het transparantiebeginsel.
4.4. Voor de betekenis van de onder 4.3. genoemde beginselen knoopt de voorzieningenrechter aan bij hetgeen de Hoge Raad daarover heeft geoordeeld in zijn arrest van 11 november 2005, NJ 2006, 204 (Van der Stroom/NIC c.s.). In dat arrest wordt onder meer overwogen:
‘Het HvJEG heeft in zijn arrest van 29 april 2004, zaak C-496/99 (Succhi di Frutta), PbEG 2004 C 118, blz. 2, met verwijzing naar eerdere uitspraken uiteengezet wat de betekenis is van de aan het Europese aanbestedingsrecht ten grondslag liggende beginselen van gelijkheid en transparantie. Samengevat en voor zover voor het onderhavige geschil van belang, komt deze uiteenzetting neer op het volgende. Het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers beoogt de ontwikkeling van een gezonde en daadwerkelijke mededinging tussen de aan de aanbestedingsprocedure voor een overheidsopdracht deelnemende ondernemingen te bevorderen en vereist dat alle inschrijvers bij het opstellen van het in hun offertes gedane voorstel dezelfde kansen krijgen: voor alle mededingers moeten dezelfde voorwaarden gelden. Het transparantiebeginsel strekt, in samenhang daarmee, ertoe te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur door de aanbestedende dienst wordt uitgebannen en impliceert dat alle voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure in het aanbestedingsbericht of in het bestek worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze, opdat, enerzijds, alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde manier interpreteren, en, anderzijds, de aanbestedende dienst in staat is om metterdaad na te gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria welke op de betrokken opdracht van toepassing zijn. Een en ander brengt niet alleen mee dat alle aanbieders gelijk worden behandeld, maar ook dat zij in gelijke mate, mede met het oog op een goede controle achteraf, een duidelijk inzicht moeten hebben in de voorwaarden waaronder de aanbesteding plaats heeft, zoals de selectiecriteria.’.
4.5. Tussen partijen staat niet ter discussie dat Menzis in het Inkoopdocument 2013 Inkoopspecificatie Intramuraal als aanvullende voorwaarde om in aanmerking te kunnen komen voor de toeslag GEZ de eis heeft gesteld dat, kort gezegd, de toeslag alleen kan worden gecontracteerd door de zorginstellingen die algemeen erkend zijn als voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg (hierna: de algemene erkenning), zijnde SEIN en Kempenhaeghe. Deze voorwaarde is niet genoemd in de beleidsregel CA -300-537. De vraag is of, zoals Fatima stelt, Menzis met deze handelswijze in strijd met de hierboven tot uitgangspunt genomen beginselen heeft gehandeld.
4.6. Menzis heeft betoogd dat alleen SEIN en Kempenhaeghe het volledig spectrum aan epilepsiezorg bieden. Daarnaast beschikken zij over faciliteiten die noodzakelijk zijn voor het leveren van GEZ. Fatima behoort niet tot de categorie zorginstellingen die het in de beleidsregel omschreven volledige spectrum aan epilepsiezorg en het niveau van deskundigheid op het gebied van epilepsie kan bieden. De toeslag is juist specifiek ontwikkeld om te voorzien in een door SEIN en Kempenhaeghe ervaren leemte in de zzp-bekostiging. De resultaten van het rapport van HHM zijn doorvertaald naar de beleidsregel CA-300-537. Hoewel SEIN en Kempenhaeghe niet met naam in deze beleidsregel zijn genoemd, heeft de beleidsregel alleen op deze twee epilepsiecentra betrekking en zij mogen dus ook in het kader van de toeslag op een ander wijze worden behandeld dan andere instellingen, aldus Menzis.
4.7. De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
Menzis heeft terecht opgemerkt dat het haar als aanbestedende dienst vrij staat om de eisen te bepalen waaraan een zorgaanbieder moet voldoen om te kunnen contracteren voor de toelage GEZ. Dit neemt echter niet weg dat zij binnen de grenzen van de beginselen van het aanbestedingsrecht moet blijven. De keuze van de aanbestedende dienst mag niet leiden tot een beperkte toegang tot de desbetreffende opdracht.
4.8. Menzis heeft, naast het ontbreken van de algemene erkenning voor Fatima, voor de rechtvaardiging voor de uitsluiting van Fatima gewezen naar de in de beleidsregel CA-300-537 opgenomen voorwaarde voor het in aanmerking komen van de toeslag GEZ midden en zwaar, dat de zorg disciplinair benaderd moet worden, waarbij aan iedere cliënt een kernteam gekoppeld is. Menzis heeft echter desgevraagd ter zitting verklaard dat, indien aan iedere cliënt een kernteam gekoppeld is, ongeacht of de deskundigheid bij de zorgaanbieder in huis is of wordt betrokken van een andere instelling, hiermee wordt voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarde uit de beleidsregel.
4.9. Fatima heeft onweersproken gesteld dat zij werkt met kernteams waarbij de vereiste deskundigheid die zij niet ‘in huis’ heeft wordt betrokken door middel van een samenwerkingsverband met SEIN en specialisten van het Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem, met welk ziekenhuis SEIN eveneens een samenwerkingsverband in het kader van de epilepsiezorg heeft. Voorts is door Menzis niet weersproken dat de aanvullende voorwaarde die Menzis heeft gesteld om in aanmerking te kunnen komen voor de toeslag GEZ enkel tot doel heeft Fatima uit te sluiten van de mogelijkheid van inschrijving.
4.10. Dat Fatima op grond van het niet beschikken over de algemene erkenning, welke – zoals hiervoor is overwogen – enkel aan SEIN en Kempenhaeghe is toegekend, wordt uitgesloten van de mogelijkheid van inschrijving klemt temeer, nu Menzis heeft erkend dat ook bij gebleken geschiktheid van Fatima de algemene erkenning niet (meer) aan Fatima kan worden toegekend, aangezien de wetgeving die van toepassing was op het toekennen van de algemene erkenning met ingang van 1 januari 2006 is komen te vervallen.
4.11. Tot slot kan het betoog dat door de gezamenlijke zorgkantoren is afgesproken dat de toeslag alleen kan worden gecontracteerd voor algemeen erkende voorzieningen voor gespecialiseerde epilepsiezorg Menzis niet baten, nu ter zitting is komen vast te staan dat in elk geval zorgkantoor Friesland dienaangaande een afwijkend beleid hanteert.
4.12. De voorzieningenrechter is dan ook voorshands van oordeel dat het stellen van de eis dat de toeslag alleen kan worden gecontracteerd door de zorginstellingen die algemeen erkend zijn als voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg, zijnde SEIN en Kempenhaeghe, mede in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen, voorshands in strijd met de hiervoor geformuleerde beginselen moet worden geacht.
4.13. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen van Fatima gegrond en toewijsbaar zijn, zoals hierna zal worden beslist.
4.14. Menzis zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Fatima worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- dagvaarding 87,17
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.478,17
4.15. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. gebiedt Menzis de (uiterlijk op 3 augustus 2012) door Fatima in te dienen offerte (ook) ten aanzien van de door Fatima aan te vragen toeslagen gespecialiseerde epilepsiezorg in behandeling te nemen, zonder dat ten aanzien van Fatima de voorwaarde geldt: “Deze toeslag kan alleen gecontracteerd worden door zorginstellingen die algemeen erkend zijn als voorziening voor gespecialiseerde epilepsiezorg. Dit betreft zorginstellingen (Sein en Kempenhaege) genoemd in het rapport ‘Gespecialiseerde epilepsiezorg in de ZZP systematiek’ van HHM’, zoals thans vermeld op pagina 7 van het “inkoopdocument 2013, inkoopspecificatie intramuraal”,
5.2. veroordeelt Menzis om aan Fatima een dwangsom te betalen van € 50.000,00 per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat zij, na betekening van dit vonnis, niet aan de in 5.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 1.500.000,00 is bereikt,
5.3. veroordeelt Menzis in de proceskosten, aan de zijde van Fatima tot op heden begroot op € 1.478,17, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4. veroordeelt Menzis in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Menzis niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier I.W.H.M. Verheijen op 2 augustus 2012. De feiten en de motivering zijn afzonderlijk vastgesteld op 20 augustus 2012.