ECLI:NL:RBARN:2012:BX7334
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van leraar in ontuchtzaak met leerlingen door gebrek aan bewijs
Op 14 september 2012 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een leraar die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met vier leerlingen. De rechtbank heeft de leraar vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig bewijs was voor de beschuldigingen, aangezien de meeste bewijsvoering enkel berustte op de verklaringen van de betrokken leerlingen. De rechtbank was van mening dat deze verklaringen niet als steunbewijs konden dienen, gezien de mogelijke beïnvloeding van de leerlingen door ouders en externe informatie van een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd door de gemeente. De rechtbank benadrukte dat voor bewezenverklaring van ontuchtige handelingen, er sterk, onafhankelijk en consistent bewijs nodig is dat de seksuele intentie van de leraar aantoont. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de gedragingen van de leraar de grenzen van de leerlingen overschreden, er geen bewijs was dat deze handelingen seksueel van aard waren. De vordering van de benadeelde partijen werd afgewezen, omdat de gestelde schade niet rechtstreeks was toegebracht door enig bewezenverklaard feit. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering en veroordeelde hen in de kosten van de verdachte.