ECLI:NL:RBARN:2012:BY0081

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
15 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/900678-10
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • T.P.E.E. van Groeningen
  • N.K. van den Dungen-Dijkstra
  • E. de Boer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en ontucht met minderjarige in vereniging

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 15 oktober 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, betrokken was bij de prostitutie van een minderjarig meisje, dat ten tijde van de feiten 14 jaar oud was. De verdachte heeft het slachtoffer geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting. Het slachtoffer werd gedwongen om seksuele handelingen te verrichten voor geld, terwijl de verdachte en zijn medeverdachten de opbrengsten beheerden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wist dat het slachtoffer minderjarig was, maar dat dit niet afdoet aan zijn verantwoordelijkheid. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarbij rekening is gehouden met de kwetsbare positie van het slachtoffer en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer, die vertegenwoordigd werd door haar moeder, voor immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Promis II
Parketnummer : 05/900678-10
Data zittingen : 23 augustus 2011, 15 november 2011, 7 februari 2012, 25 april 2012,
17 juli 2012 en 1 oktober 2012
Datum uitspraak : 15 oktober 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in P.I. Overijssel - HvB Zwolle.
raadsman : mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2010
tot en met 9 maart 2010 te Apeldoorn en/of te Rotterdam en/of Velp en/of Arnhem en/of te Ede en/of te Wageningen en/of te Zevenaar en/of elders in Nederland,
(lid 3 sub 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten
(lid 3 sub 2)
(telkens) [slachtoffer] (geboren [geboortedatum] en ten tijde van de pleegperiode 14 jaar oud),
terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt,
(lid 1 sub 2)
heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting,
terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1 sub 5)
(telkens) [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) ertoe heeft/hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van haar enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist/wist(en) of redelijkerwijs had(den) moet(en) vermoeden dat voornoemde [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1 sub 8)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit seksuele handelingen van voornoemde [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling, terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt,
immers heeft/hebben en/of is/zijn
verdachte en/of diens mededader(s) (één of meermalen)
terwijl voornoemde [slachtoffer] geen vaste woon- en/of verblijfplaats had,
(te Apeldoorn en/of Rotterdam en/of elders in Nederland)
-via internet (meermalen) contact met voornoemde [slachtoffer] gezocht en/of opgenomen, en/of afspraken met voornoemde [slachtoffer] gemaakt om haar te ontmoeten, en/of
-voornoemde [slachtoffer] onderdak verschaft, en/of
-voornoemde [slachtoffer] alcoholische drank en/of (soft)drugs en/of een combinatie daarvan gegeven en/of laten nemen, en/of
-(daarbij) seks met voornoemde [slachtoffer] gehad, en/of
-tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd: "Ik heb niet veel geld. Maar ik heb een vriendin die geld wil maken. Ga mee! Wil je dat?", en/of
"Morgen moet je bij het station staan, dan komt mijn neefje daar naar toe van Arnhem. Dan ga je samen met hem mee naar Arnhem toe" en/of
"Wil je voor mij werken?", en/of
-seksadvertenties van voornoemde [slachtoffer] op internet gemaakt en/of geplaatst, en/of
(te Arnhem en/of Velp en/of te Ede en/of te Wageningen en/of te Zevenaar en/of elders in Nederland)
-voornoemde [slachtoffer] met de trein en/of de auto vervoerd, en/of
-voornoemde [slachtoffer] (meermalen) gehuisvest, en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij voor hoer moest spelen, en/of op welke wijze zij dit moest doen, en/of
-voornoemde [slachtoffer] beloofd: " Ik ga voor je lingerie kopen" en/of tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij dit werk een aantal weken moest doen en/of (vervolgens) een fijn leven zou krijgen, en/of gezegd: "Je krijgt een eigen huis en alles wat je wilt" en/of gezegd: "We gaan sparen en daarna veel dingen voor jou kopen, dure dingen", en/of
-tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij in (een) woning(en) moest blijven en niet weg mocht gaan, en/of niet alleen naar buiten mocht gaan, en/of de deur op slot gedaan op de locatie(s) waar voornoemde [slachtoffer] verbleef, en/of
-voorkomen dat voornoemde [slachtoffer] beschikking zou hebben over haar tas met daarin haar legitimatiebewijs door deze tas buiten bereik van voornoemde [slachtoffer] te brengen en/of te houden, en/of
-seksadvertenties van voornoemde [slachtoffer] op internet gemaakt en/of geplaatst, en/of
-klanten geregeld en/of met die klanten (betaal)afspraken gemaakt, en/of
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben met hem, verdachte, en/of zijn verdachtes, mededader(s), en/of
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben met klanten, en/of
-voornoemde [slachtoffer] onbeschermd seks laten hebben, en/of
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben met één of meerdere personen tegelijkertijd, en/of
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben onder invloed van alcohol en/of drugs en/of een combinatie van alcohol en drugs, en/of
-voor de deur gestaan met een mes en/of gewacht in een auto, terwijl voornoemde [slachtoffer] seks met (een) klant(en) had, en/of
-voornoemde [slachtoffer] bedreigd, en/of
-voornoemde [slachtoffer] mishandeld, en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt in de zij en/of aan de haren getrokken en/of
-boos geworden als voornoemde [slachtoffer] geen zin had om te werken, en/of tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd: "Je moet het wel doen, want het is geld. Moet je geen eten, moet je geen drinken?" en/of
- het door voornoemde [slachtoffer] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (grotendeels) aangewend voor zijn/hun eigen gebruik, en/of
door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [slachtoffer] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en zijn
mededaders heeft kunnen bieden;
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2010
tot en met 9 maart 2010 te Apeldoorn en/of te Rotterdam en/of Velp en/of Arnhem en/of te Zevenaar en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
(telkens) opzettelijk een minderjarige, te weten [slachtoffer] geboren [geboortedatum] heeft onttrokken aan het wettig over die
minderjarige gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dat gezag
desbevoegd over die minderjarige uitoefende,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
- voornoemde [slachtoffer] onderdak geboden en/of verschaft in (een) woning(en), en/of
- voornoemde [slachtoffer] (per trein en/of auto) naar bovengenoemde plaatsen heeft weggevoerd en/of vervoerd,
en/of
-voornoemde [slachtoffer] (blijvend en/of langdurig) onttrokken gehouden, door (continue) controle te houden over voornoemde [slachtoffer] en/of door (na)bij voornoemde [slachtoffer] te verblijven en/of door te voorkomen dat zij zelfstandig en/of ongecontroleerd buiten vertoefde, en/of
-het geld van voornoemde [slachtoffer] beheerd en/of ingenomen, en/of
-voorkomen dat voornoemde [slachtoffer] beschikking zou hebben over haar tas met daarin haar legitimatiebewijs, door deze tas buiten bereik van voornoemde [slachtoffer] te brengen en/of te houden;
3.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2010
tot en met 9 maart 2010 te Velp en/of Arnhem en/of elders in Nederland,
met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) die de leeftijd
van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren, had bereikt, buiten
echt, een of meerdere ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (mede)
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer],
immers heeft hij zijn penis in de mond en/of de vagina van voornoemde [slachtoffer]
gebracht/gedaan;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op laatstelijk 1 oktober 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd: [slachtoffer].
De officier van justitie, mr. T. Feuth, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs1
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd en zij zal verdachte daarvan vrijspreken. Niet vastgesteld kan worden dat verdachte wist dat [slachtoffer] minderjarig was. Omdat verdachte dit niet wist, kan hij [slachtoffer] niet opzettelijk hebben onttrokken aan het wettelijk gezag. Evenmin kan dan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer] werd onttrokken aan het wettelijk gezag, nu [slachtoffer] immers tegen iedereen vertelde dat ze 18 jaar was, zij er ouder uit zag als haar kalenderleeftijd en er voor het overige ook geen aanwijzingen waren waaruit verdachte had moeten opmaken dat [slachtoffer] minderjarig was. Het enkele feit dat [slachtoffer] niet erg intelligent overkwam is hiervoor niet voldoende.
Ten aanzien van feit 1 en 3
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 1 februari 2010 is de minderjarige [slachtoffer] (hierna te noemen: [slachtoffer]) (geboren [geboortedatum]) weggelopen vanuit een instelling te Apeldoorn2 en is zij naar Rotterdam gegaan.3
Via de internetsite Partypeeps kwam [slachtoffer] in contact met [medeverdachte 1] (hierna te noemen: [medeverdachte 1]) en in de periode tussen 1 en 15 februari 2010 hebben [medeverdachte 1] en zij elkaar ontmoet en hebben zij tijdens de eerste ontmoeting seks met elkaar gehad. [medeverdachte 1] is toen met zijn penis in [slachtoffer] mond en [slachtoffer] vagina binnengedrongen.4
[slachtoffer] bleef bij [medeverdachte 1] slapen en toen zij de volgende dag weg wilde gaan zei [medeverdachte 1] tegen haar: "Ik heb niet veel geld, maar ik heb een vriendin die geld wil maken. Ga mee! Wil je dat?", "Morgen moet je bij het station staan, dan komt mijn neefje daar naar toe van Arnhem. Dan ga je samen met hem mee naar Arnhem toe"5 en "Wil je voor mij werken?"6. [slachtoffer] wilde een slaapplek en stemde hiermee in. [medeverdachte 1] heeft toen contact gezocht met zijn neef uit Arnhem, verdachte, en heeft hem voorgelegd dat hij een meisje had ontmoet dat wel als prostituee wilde werken, want vrienden van verdachte zouden wel weten hoe je dat moet organiseren.7 Verdachte kwam vervolgens naar Rotterdam en op 15 februari 2010 zijn ze met z'n drieën ([medeverdachte 1], [slachtoffer] en verdachte) met de trein naar Arnhem gegaan.8
In de tussentijd had verdachte met [medeverdachte 2] (hierna na te noemen: [medeverdachte 2]) gesproken en hem verteld dat hij een meisje kende dat zich wilde prostitueren. [medeverdachte 2] zei daarop tegen verdachte dat hij wel wist hoe hij klanten moest regelen.9
Op 12 februari 2010, werd met gebruikmaking van het IP-adres van [getuige 1] (hierna: [getuige 1]) en een door [medeverdachte 2] gebruikt e-mailadres een advertentie geplaatst waarin seks met [slachtoffer] werd aangeboden in ruil voor geld. In die advertentie werd het telefoonnummer van verdachte ([telefoonnr 1]) als contactnummer opgenomen.10 Verdachte had hem dat nummer verstrekt.11
Nadat [slachtoffer] op 15 februari 2012 in Arnhem was aangekomen, is zij naar de [adres] te Velp, gebracht. Daar woonde [medeverdachte 3] (hierna te noemen: [medeverdachte 3]).Verdachte had geregeld dat [slachtoffer] bij [medeverdachte 3] kon verblijven. [medeverdachte 3] kreeg daarvoor een vergoeding van
€ 50,- per week.12
In de woning van [medeverdachte 3] ontving [slachtoffer] klanten.13 De klanten betaalden geld aan verdachte of aan [medeverdachte 1]. [slachtoffer] had dan seks met deze klanten.14 Klanten zeiden tegen verdachte wat ze wilden en verdachte gaf vervolgens instructies aan [slachtoffer].15 De seks bestond onder andere uit het met de penis binnendringen in de mond van [slachtoffer] en het binnendringen met de penis in de vagina van [slachtoffer].16
Op een bepaald moment wilde [medeverdachte 3] ook seks met [slachtoffer]. [slachtoffer] wilde dat echter niet, waarop [medeverdachte 3] haar sloeg, haar aan de haren trok en haar schopte.17
Op 20 februari 2010 is [slachtoffer] door verdachte naar [medeverdachte 4] gebracht, alwaar ze een nacht is verbleven en (zonder condoom) seks met hem heeft gehad.18
Op 21 februari is [slachtoffer] onder begeleiding van verdachte in de auto van [medeverdachte 5] (hierna te noemen: [medeverdachte 5]) vervoerd naar Wageningen. Zij heeft daar seks gehad met een klant.19 De telefoons van [slachtoffer], [medeverdachte 5] en verdachte straalden die dag in het begin van de avond zendmasten in Wageningen aan.20 In de avond van 21 februari 2010 is [slachtoffer] naar de [adres 2] te Arnhem teruggebracht. Daar heeft zij een week verbleven in de kamer van [getuige 2] (hierna: [getuige 2]).21
Ook in deze periode (21, 24 en 25 februari 2010) zijn meerdere advertenties geplaatst op internet waarin seks met [slachtoffer] werd aangeboden voor geld; in twee van die advertenties, van 21 en 24 februari 2010, werd het telefoonnummer van verdachte vermeld als contactnummer.22
In de week dat [slachtoffer] op de [adres 2] te Arnhem verbleef is zij samen met verdachte, [medeverdachte 6] (hierna te noemen: [medeverdachte 6]), [getuige 3] (hierna te noemen: [getuige 3]) en [getuige 4] (hierna te noemen: [getuige 4]) naar discotheek Extase in Nijmegen geweest.23 Daarna zijn ze met zijn vijven naar een woning in Arnhem gegaan, alwaar [getuige 3] seks heeft gehad met [getuige 4] en [slachtoffer] met [medeverdachte 6]. [slachtoffer] heeft eerst de penis van [medeverdachte 6] in haar mond genomen en is daarna bovenop de penis van [medeverdachte 6] gaan zitten.
Op 27 februari is [slachtoffer] in de auto van [medeverdachte 5] en vergezeld door [medeverdachte 5], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] overgebracht naar de [adres 3] in Zevenaar.24 Daar verbleef [slachtoffer] op de kamer van [getuige 5] (hierna: [getuige 5]).25 Ook hier heeft [slachtoffer] ten minste één klant ontvangen.26
Tussen 2 en 4 maart 201027 is [slachtoffer] weggelopen uit Zevenaar en is ze naar [getuige 6] (hierna: [getuige 6]) gegaan. Daar heeft ze enkele dagen verbleven.28 Op 9 maart 2010 heeft de politie haar gelokaliseerd in een internetcafé.29
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht op grond van de bewijsmiddelen het onder feit 1 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van feit 1 het volgende aangevoerd:
- de ten laste gelegde periode is te lang. Van eventuele betrokkenheid van verdachte is pas sprake vanaf 12 februari 2010. Voorts is verdachte niet meer bij het feit betrokken vanaf het moment dat [slachtoffer] op de [adres 2] verbleef. Hij had geen opzet, ook niet in voorwaardelijk zin, op het feit dat andere verdachten zich nadien schuldig hebben gemaakt aan mensenhandel.
- verdachte heeft zich, door de geobjectiveerde bestanddelen van artikel 273f Wetboek van Strafrecht, wellicht schuldig gemaakt aan overtreding van dat artikel, maar niet kan worden bewezen dat dit is geschied met het oogmerk van uitbuiting, evenmin dat daarbij dwang of geweld is toegepast. De zinsneden achter de gedachtestreepjes die uitbuiting impliceren zijn grotendeels gebaseerd op de verklaringen van [slachtoffer] en worden niet, dan wel hoogstens 'de auditu', ondersteund door andere bewijsmiddelen.
- Er is geen sprake van medeplegen ten aanzien van het door [medeverdachte 3] tegen [slachtoffer] gebruikte geweld.
De verdediging heeft ten aanzien van feit 3 vrijspraak bepleit. Verdachte ontkent seks te hebben gehad met [slachtoffer] en ook [slachtoffer] zelf heeft niet verklaard dat zij seks heeft gehad met verdachte. De enkele verklaringen van [getuige 4] en [getuige 3] hieromtrent zijn niet voldoende overtuigend voor het bewijs.
De beoordeling door de rechtbank
De periode (feit 1)
Dat verdachte betrokken is geweest bij het prostitueren van [slachtoffer] in de periode van 12 februari 2010 tot 21 februari 2010 staat niet ter discussie.
De eerste vraag die dient te worden beantwoord is of er vóór 12 februari 2010 al sprake is van enige (strafrechtelijke) betrokkenheid van verdachte. Vast staat dat [slachtoffer] op 1 februari 2010 is weggelopen uit een instelling in Apeldoorn en dat ze tussen 1 en 12 februari 2010 in contact is gekomen met [medeverdachte 1], aangezien de eerste seksadvertentie op 12 februari 2010 op internet is gezet. Nu niet exact kan worden vastgesteld wanneer verdachte door [medeverdachte 1] is benaderd, maar wel dat dit in elk geval tussen 1 februari 2010 en 12 februari 2010 moet zijn geweest, zal de rechtbank als begindatum van de periode waarbinnen de tenlastegelegde handelingen hebben plaatsgevonden 1 februari 2010 aanhouden.
De tweede vraag die dient te worden beantwoord is of er nog kan worden gesproken van een strafrechtelijke betrokkenheid van verdachte vanaf het moment dat [slachtoffer] op de [adres 2] verbleef, dus vanaf 21 februari 2010, nu uit een aantal verklaringen - waaronder die van verdachte zelf - zou kunnen worden afgeleid dat verdachte vanaf dat moment uit beeld raakte. De rechtbank betrekt bij de beantwoording van die vraag de navolgende feiten en omstandigheden.
* Uit de vaststaande feiten blijkt dat
- [slachtoffer] op 21 februari 2010 nog onder begeleiding van verdachte naar een klant in Wageningen is gegaan;
- op 21, 24 en 25 februari 2010 meerdere advertenties zijn geplaatst op internet waarin seks met [slachtoffer] werd aangeboden voor geld waarbij in twee van die advertenties, van 21 en 24 februari 2010, het telefoonnummer van verdachte werd vermeld als contactnummer;
- [slachtoffer] in de periode dat ze op de [adres 2] verbleef samen met verdachte, [medeverdachte 6], [getuige 3] en [getuige 4] naar discotheek Extase in Nijmegen geweest waarna ze met zijn vijven naar een woning in Arnhem gegaan, alwaar [getuige 3] seks heeft gehad met [getuige 4] en [slachtoffer] met [medeverdachte 6].
* In de periode dat verdachte op de [adres 2] verbleef heeft ze veelvuldig telefonisch contact gehad met verdachte, er zijn op 21 februari 2010 9 contacten, op 23 februari 2 contacten, op 24 februari 1 contact en op 25 februari 5 contacten tussen de telefoonnummers van verdachte en [slachtoffer] vastgesteld30, waarbij verdachte en [slachtoffer] beide zowel beller als gebelde waren31.
* Ook nadat [slachtoffer] is vertrokken naar Zevenaar vinden er nog contacten plaats waarbij beiden optraden als beller en gebelde. Op 28 februari 2010 hebben de telefoonnummers van verdachte en [slachtoffer] drie keer contact, op 2 maart twee keer, op 3 maart zes keer en op 4 maart drie keer.32
* [slachtoffer] heeft verklaard dat ze was weggelopen van verdachte en toen werd gebeld door [getuige 6] (rechtbank: [getuige 6]). Daar is ze toen vijf nachten blijven slapen. Toen ze naar een internetcafé in de buurt ging werd ze opgepakt door de politie (rechtbank: 9 maart 2010).33
* Het telefoonnummer [telefoonnr 1] dat toebehoort aan verdachte heeft van 26 februari 2010 tot 9 maart 2010 negen keer contact met het telefoonnummer van [getuige 6] ([telefoonnr 2]) en in de periode van 3 maart 2010 tot 22 april 2010 zes keer met het telefoonnummer van de partner van [getuige 6], [getuige 7] ([telefoonnr 3]).34
* [getuige 6] heeft verklaard dat [slachtoffer] bij hem is gebracht door een jongen die hij kent, omdat zijn zoontje wel eens speelt met het broertje van die jongen. Die jongen was al eerder met [slachtoffer] bij hem geweest. Hij zocht naar de mogelijkheid dat [slachtoffer] als een hoertje zou gaan werken achter een raam en vroeg [getuige 6] of hij een raam zou kunnen regelen zodat ze daar seks kon hebben met klanten. Toen ze in gesprek waren kreeg de jongen telefoon, waarop hij zei dat hij even weg moest. [slachtoffer] bleef bij [getuige 6]. Hij vroeg haar om binnen te komen. Ze liep voor hem uit de kamer binnen. Ze zei: 'Neuken we hier of boven'. Even later kreeg [getuige 6] telefoon van dezelfde jongen. De jongen vroeg of [getuige 6] [slachtoffer] kon huisvesten, omdat ze geen slaapplaats meer had.35
* Verdachte heeft verklaard dat hij [getuige 6] kent. Hij woont niet ver bij hem vandaan en zijn broertje kent het zoontje van [getuige 6].36
Gelet op vorenstaande stelt de rechtbank vast dat verdachte ook na 21 februari 2010 nog (veelvuldig) contact heeft onderhouden met [slachtoffer], dat [slachtoffer] op dat moment ook kennelijk nog in de veronderstelling leefde dat ze voor verdachte werkte en dat verdachte degene is geweest die [slachtoffer] heeft ondergebracht bij [getuige 6] aan wie hij eerder had gevraagd of hij voor [slachtoffer] een raam kon regelen zodat zij als hoertje zou kunnen gaan werken. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de betrokkenheid van verdachte verder reikte dan hij heeft willen doen voorkomen en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de gehele ten laste gelegde periode in nauwe en bewuste samenwerking met zijn medeverdachten, [slachtoffer] heeft geprostitueerd. Dat verdachte daarbij in die periode niet altijd fysiek aanwezig was doet hier niet aan af. De rechtbank verwerpt het verweer.
Seks verdachte met [slachtoffer] (feit 1 en 3)
[getuige 3] heeft verklaard dat ze samen met [slachtoffer], verdachte, [medeverdachte 6] en een vriend van verdachte (rechtbank: [getuige 4]), nadat ze naar de Extase waren geweest, ergens heen zijn gegaan waar ze seks hebben gehad (rechtbank: dat deze 'gangbang' heeft plaatsgevonden is onder 'de feiten' reeds vastgesteld). [getuige 3] heeft verklaard dat zij heeft gezien dat [slachtoffer] daarbij verdachte oraal heeft bevredigd. [getuige 3] heeft de penis van verdachte gezien in de mond van [slachtoffer].37
[getuige 4] heeft eveneens verklaard dat hij bij deze 'gangbang' aanwezig was en dat hij heeft gezien dat [slachtoffer] verdachte heeft gepijpt.38
De rechtbank heeft geen redenen om te twijfelen aan de door de getuigen [getuige 3] en [getuige 4] afgelegde verklaringen. Op grond van vorenstaande in samenhang met hetgeen onder 'de feiten' reeds is vastgesteld acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 februari 2010 tot en met 9 maart 2010 in Arnhem één keer seks heeft gehad met [slachtoffer], waarbij [slachtoffer] de penis van verdachte in haar mond heeft gehad. Dat [slachtoffer] hier zelf niet over heeft verklaard doet hier niet aan af. De rechtbank verwerpt het verweer.
Uitbuiting van [slachtoffer] en gebruikt(e) dwang/geweld (feit 1)
Bij de beantwoording van de vraag of er sprake is geweest van uitbuiting van [slachtoffer] en of er dwang en/of geweld tegen haar is gebruikt, betrekt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden.
De door [slachtoffer] afgelegde verklaringen
[slachtoffer] heeft verklaard dat ze een dag bij [medeverdachte 1] heeft geslapen in Rotterdam. Hij ging dingen vragen, overdreven praten van 'ja, dan krijg je een eigen huis, alles, alles wat je wilt en zo'39 en 'We gaan sparen en daarna veel dingen voor jou kopen, dure dingen'.40 [slachtoffer] is toen naar Arnhem gegaan. Er kwamen klanten voor haar en eigenlijk wilde ze niet, maar ze dacht ook aan het geld. Verdachte was bezig met sites en telefoonnummers. Ze moest geld voor hen verdienen. 1 uur was 125 euro, een half uur 75 euro en zonder condoom was 150 euro. Verdachte gaf haar maar 20 euro per week.41 De klanten belden verdachte en dan zei hij de tijd, de dag, hoe lang en de kosten. Wanneer een klant kwam stond verdachte voor de deur. De klant moest hem eerst betalen. [slachtoffer] moest dan neuken, pijpen, seks hebben. Het moest soms ook zonder condoom. Ze heeft een ziekte, Chlamydia, opgelopen.42 Als ze weg zou lopen wilde ze toch ergens slapen. 'Hij' ging haar bang maken: 'jij gaat nu weg, anders ga ik dood. Je kan niet weg, waar wil je naar toe gaan'. [slachtoffer] hield ook een beetje van hem. Steeds als ze zei dat ze geen zin had of buikpijn had, werd hij boos en streng. Hij gaf haar ook bijna geen geld meer. Verdachte zei dat hij allerlei dingen voor haar zou kopen, lingerie en een ketting, als ze eerst een paar weken zou werken. Maar ze heeft nooit iets gehad. Hij gaf haar wel eens XTC-pillen en wodka om dingen te vergeten.43 [slachtoffer] mocht het huis van [medeverdachte 3] niet verlaten en moest binnen blijven.44 Als ze toch naar buiten ging, dan mocht ze niet alleen.45 Als [medeverdachte 3] wegging, deed hij de deur op slot.46 [medeverdachte 1] heeft de tas van [slachtoffer] met daarin haar legitimatiebewijs, meegenomen toen hij terugging naar Rotterdam.47 [slachtoffer] werkte voor verdachte en [medeverdachte 1]. [slachtoffer] dacht eerst voor geld voor haarzelf en een slaapplek, maar ze kreeg geen geld. [slachtoffer] blowde heel veel. Verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] haalden dat bij de coffeeshop. Zij zorgden ervoor dat [slachtoffer] veel blowde. Ze draaiden elke 15 minuten een joint. [slachtoffer] durfde daardoor bijna alles te doen. Ze schaamde zich dan niet als er een klant kwam.48 Toen een man een keer 200 euro wilde betalen, maar [slachtoffer] niet wilde omdat ze moe was zei verdachte tegen haar: 'je wilt eigenlijk niet maar je moet doen want het is voor geld. Moet je geen eten of drinken'. [slachtoffer] besloot hierna toch seks te hebben met de betreffende klant.49 [slachtoffer] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] tegen haar heeft gezegd'Ja, en als ik terugkom ga ik je slaan en zo ja nu moet je veel klanten gaan doen en zo veel geld maken'.50
Steunbewijs
Deze door [slachtoffer] afgelegde verklaringen worden ondersteund door het navolgende.
* [slachtoffer] is medisch onderzocht en daarbij is vastgesteld dat ze een geslachtsziekte had.51
* [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij verdachte en [slachtoffer] in een internetshop in Arnhem is tegengekomen. Verdachte had gezegd dat [slachtoffer] ging werken voor hem. Circa een week tot anderhalve week later had verdachte tegen hem gezegd dat hij veel geld verdiende met [slachtoffer]. Ze had al veel klanten gehad, maar zij kreeg er niets van, want zij werkte voor hem en hij niet voor haar.52
* [medeverdachte 2] heeft tevens verklaard dat hij in Zevenaar uitvoerig met [slachtoffer] gesproken heeft. [slachtoffer] heeft toen onder andere verteld dat verdachte al haar spullen en identiteitskaart had afgepakt en dat ze die pas terug zou krijgen als ze genoeg verdiend had.53
* Ook heeft [medeverdachte 2] verklaard dat doordat [slachtoffer] veel wiet rookte ze in een soort gevoelstrance raakte en eraan gewend raakte. Bij elke joint die werd opgestoken wilde ze wel meedoen.54
* [getuige 6] heeft verklaard dat [slachtoffer] hem had verteld dat de andere jongens haar identiteitskaart hadden afgepakt.55
* [getuige 6] heeft ook verklaard dat hij de indruk had dat [slachtoffer] bang was voor bepaalde mensen. Hij heeft bij haar blauwe plekken gezien aan de armen en aan de zijkant van de borst en benen.56
* Voorts heeft [getuige 6] verklaard dat hij uit de groep jongens die met [slachtoffer] bezig waren had gehoord dat ze wel eens een voor een met haar geneukt hadden en dingen probeerden zoals twee lullen in haar kut stoppen en haar anaal neuken. Dit gebeurde meestal ook nog zonder condoom.57
* Verder heeft [getuige 6] verklaard dat de jongen die [slachtoffer] bij hem bracht (rechtbank: verdachte) heel neerbuigend over haar deed, dat die jongen [getuige 6] [slachtoffer] wilde "aansmeren" dat ze moest gaan werken, dat hij vroeg of hij een raam voor haar kon regelen zodat zij als hoertje kon werken, [getuige 6] daarbij merkte dat [slachtoffer] echt, echt niet wilde, en dat die jongen zich uitsloofde en zijn best deed om [getuige 6] zover te krijgen om [slachtoffer] naar Amsterdam te nemen en een kamer voor haar te regelen58
* [getuige 8] heeft verklaard dat [slachtoffer] heel verontwaardigd was dat zij tegen betaling seks moest hebben, terwijl verdachte het geld kreeg en zij niet.59
Conclusie
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de gedachtestreepjes in de tenlastelegging die door de verdediging zijn bestreden (grotendeels) wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De verklaringen van [slachtoffer] worden weliswaar niet op alle punten ondersteund door andere bewijsmiddelen, maar dat doet niet af aan een bewezenverklaring hiervan. De bewijsminimumregel geldt voor de tenlastelegging in zijn geheel en niet voor onderdelen daarvan. Aangezien de rechtbank geen redenen heeft om aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] op deze onderdelen te twijfelen - waarbij de rechtbank de door de deskundigen uitgebrachte rapportages hieromtrent in aanmerking heeft genomen - verwerpt de rechtbank het verweer op dit punt.
Al het bovenstaande in combinatie met hetgeen onder 'de feiten' is vastgesteld levert het wettig en overtuigend bewijs op dat verdachte gedurende de gehele ten laste gelegde periode in nauwe en bewuste samenwerking met zijn medeverdachten [slachtoffer] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling en ten aanzien van haar handelingen heeft ondernomen waarvan hij wist dat [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen.
Dat het oogmerk van verdachte en zijn medeverdachten gericht was op uitbuiting en dat hij en zijn medeverdachten opzettelijk voordeel hebben getrokken uit voornoemde seksuele handelingen van [slachtoffer], volgt alleen al uit het feit dat verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] voor hem wilde - en ook daadwerkelijk heeft - laten werken, hij hieruit inkomsten heeft ontvangen en [slachtoffer] zelf geen geld heeft gezien.
De rechtbank is voorts van oordeel dat verdachte ook bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat in zijn afwezigheid geweld werd gebruikt tegen [slachtoffer]. Dat verdachte daarbij fysiek niet aanwezig was, doet aan zijn (voorwaardelijk) opzet hierop niets af. De rechtbank verwerpt ook dit verweer.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in de periode van 1 februari 2010 tot en met 9 maart 2010 te Rotterdam en Velp en Arnhem en te Ede en te Wageningen en te Zevenaar en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een anderen, een ander, te weten
(telkens) [slachtoffer] (geboren [geboortedatum] en ten tijde van de pleegperiode 14 jaar oud), terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt,
heeft/hebben geworven en vervoerd en gehuisvest en opgenomen met het oogmerk van uitbuiting, terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en
(telkens) [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) ertoe heeft/hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van haar enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist/wist(en) dat voornoemde [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen,
terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en
(telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit seksuele handelingen van voornoemde [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling, terwijl voornoemde [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt,
immers hebben en/of zijn
verdachte en/of diens mededaders (één of meermalen)
terwijl voornoemde [slachtoffer] geen vaste woon- en/of verblijfplaats had,
(te Rotterdam en/of elders in Nederland) -via internet contact met voornoemde [slachtoffer] gezocht en/of opgenomen, en afspraken met voornoemde [slachtoffer] gemaakt om haar te ontmoeten, en
-voornoemde [slachtoffer] onderdak verschaft, en
-voornoemde [slachtoffer] alcoholische drank en (soft)drugs laten nemen, en
-(daarbij) seks met voornoemde [slachtoffer] gehad, en
-tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd: "Ik heb niet veel geld. Maar ik heb een vriendin die geld wil maken. Ga mee! Wil je dat?", en
"Morgen moet je bij het station staan, dan komt mijn neefje daar naar toe van Arnhem. Dan ga je samen met hem mee naar Arnhem toe" en
"Wil je voor mij werken?", en
-seksadvertenties van voornoemde [slachtoffer] op internet gemaakt en geplaatst, en
(te Arnhem en Velp en te Ede en te Wageningen en te Zevenaar en/of elders in Nederland)
-voornoemde [slachtoffer] met de trein en de auto vervoerd, en
-voornoemde [slachtoffer] (meermalen) gehuisvest, en
- tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij voor hoer moest spelen, en op welke wijze zij dit moest doen, en
-voornoemde [slachtoffer] beloofd: " Ik ga voor je lingerie kopen" en tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij dit werk een aantal weken moest doen en vervolgens een fijn leven zou krijgen, en gezegd: "Je krijgt een eigen huis en alles wat je wilt" en gezegd: "We gaan sparen en daarna veel dingen voor jou kopen, dure dingen", en
-tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd dat zij in woningen moest blijven en niet weg mocht gaan, en niet alleen naar buiten mocht gaan, en de deur op slot gedaan op de locatie waar voornoemde [slachtoffer] verbleef, en
-voorkomen dat voornoemde [slachtoffer] beschikking zou hebben over haar tas met daarin haar legitimatiebewijs door deze tas buiten bereik van voornoemde [slachtoffer] te brengen en te houden, en
-seksadvertenties van voornoemde [slachtoffer] op internet gemaakt en geplaatst, en
-klanten geregeld en met die klanten (betaal)afspraken gemaakt, en
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben met hem, verdachte, en zijn verdachtes, mededaders, en
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben met klanten, en
-voornoemde [slachtoffer] onbeschermd seks laten hebben, en
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben met meerdere personen tegelijkertijd, en
-voornoemde [slachtoffer] seks laten hebben onder invloed van alcohol en/of drugs en gewacht in een auto, terwijl voornoemde [slachtoffer] seks met (een) klant(en) had, en
-voornoemde [slachtoffer] bedreigd, en
-voornoemde [slachtoffer] mishandeld, en geschopt en geslagen en aan de haren getrokken en
-boos geworden als voornoemde [slachtoffer] geen zin had om te werken, en tegen voornoemde [slachtoffer] gezegd: "Je moet het wel doen, want het is geld. Moet je geen eten, moet je geen drinken?" en
- het door voornoemde [slachtoffer] verdiende geld ingenomen (grotendeels) aangewend voor zijn/hun eigen gebruik, en
door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [slachtoffer] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en zijn mededaders heeft kunnen bieden;
3.
hij in de periode van 1 februari 2010
tot en met 9 maart 2010 te Arnhem,
met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren, had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer],
immers heeft hij zijn penis in de mond van voornoemde [slachtoffer] gebracht/gedaan;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen onder de omstandigheid dat de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt.
Ten aanzien van feit 3:
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen, die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam'
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt verdediging
De verdediging heeft de rechtbank gevraagd bij de bepaling van de strafmaat rekening te houden met:
- de rol van [slachtoffer], zij was al seksueel actief in ruil voor onderdak en lijkt verdachte en zijn medeverdachten bewust te hebben opgezocht
- het feit dat verdachte niet wist dat [slachtoffer] minderjarig was
- het feit dat het een zeer korte periode betrof (maximaal twee weken)
- het feit dat het feit nog voor de inwerkingtreding van de Richtlijn voor strafvordering mensenhandel in begaan en het derhalve niet redelijk is om verdachte af te straffen volgens de thans geldende zwaardere richtlijn
- de ouderdom van de zaak
- de duur van de voorlopige hechtenis van verdachte
- het blanco strafblad van verdachte
- de straf die medeverdachte [medeverdachte 1], de initiatiefnemer, opgelegd heeft gekregen (een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar)
- het feit dat verdachte zich zelf bij de politie heeft gemeld
- het feit dat verdachte zich gedurende zijn verblijf in het Huis van Bewaring voorbeeldig heeft gedragen.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
* de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 21 augustus 2012;
* een Reclasseringsadvies, gedateerd 22 juli 2011; en
* een Reclasseringsadvies, gedateerd 5 april 2012.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het samen met anderen in de prostitutie brengen en gedurende enkele weken houden van een minderjarig en zwakbegaafd meisje. Hij heeft daarnaast seksuele handelingen verricht met [slachtoffer] die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.
De rechtbank is van oordeel dat dit zeer ernstige feiten zijn. Bij het begaan van de bewezen verklaarde feiten heeft verdachte geen enkel respect getoond voor [slachtoffer]. Verdachte heeft enkel en alleen gehandeld uit eigen winstbejag en/of lust. Door een kwetsbaar minderjarig meisje aan te zetten tot prostitutie heeft verdachte geen ontzag getoond voor haar zelfbeschikkingsrecht en heeft daarbij haar lichamelijke integriteit ernstig geschaad. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Hoewel de rechtbank in haar strafmaatoverweging er rekening mee houdt dat verdachte niet wist dat aangeefster minderjarig was, is zij van oordeel dat dit wel voor rekening van verdachte dient te komen. In Nederland is prostitutie in beginsel toegestaan. Om te voorkomen dat hier misbruik van wordt gemaakt stelt de wet hieraan strenge eisen aan. Een van die eisen is dat prostituees zich dienen te registreren. Had verdachte gehandeld volgens de regels, dan had hij aangeefster moeten registreren en was hij erachter gekomen dat aangeefster minderjarig was. Doordat verdachte de regels aan zijn laars heeft gelapt, komen de consequenties, zoals het minderjarig zijn van aangeefster, voor zijn eigen rekening. Daarbij komt dat verdachte hoe dan ook misbruik heeft gemaakt van de zeer kwetsbare positie waarin [slachtoffer] zich heeft bevonden, wat ook voor hem ontegenzeggelijk kenbaar was.
De rechtbank komt tot een lagere straf dan de wat door de officier van justitie is gevorderd nu zij verdachte vrijspreekt van het onttrekken aan het wettelijk gezag. De rechtbank houdt voorts rekening met de omstandigheid dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbare feit, maar acht desalniettemin een langdurige gevangenisstraf, van 42 maanden, passend en geboden.
6a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51g van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde partij [slachtoffer], vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger [naam] (haar moeder), vordert een bedrag van € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht dat de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, omdat de vordering al is toegewezen in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1]. In die zaak is de vordering niet hoofdelijk opgelegd en bovendien is de schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Dit betekent dat de schade die [slachtoffer] heeft geleden reeds is vergoed, waardoor het niet mogelijk is om eenzelfde bedrag nogmaals te vorderen.
Subsidiair heeft de verdediging verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren om een aantal redenen:
- de vordering is niet voldoende onderbouwd. Het is niet bekend wie het schadeonderbouwingsformulier heeft opgesteld en wat de expertise of de redenen van wetenschap zijn voor het vaststellen van de psychische gevolgen. Een enkele verwijzing naar een andere gerechtelijke uitspraak is niet afdoende en bovendien is die zaak niet vergelijkbaar met onderhavige zaak.
- De vordering is niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding, nu er een aanzienlijke 'eigen schuld' van [slachtoffer]. Deze materie is te ingewikkeld om mee te nemen in het strafproces.
De beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het primaire verweer overweegt de rechtbank dat het standpunt van de verdediging geen steun vindt in het recht. Het feit dat de vordering in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] reeds is toegewezen en de schadevergoedingsmaatregel is opgelegd, betekent niet dat de schade al is vergoed - dat er al betaald zou zijn is niet onderbouwd - en staat er ook overigens niet aan in de weg om in onderhavige zaak de vordering eveneens toe te wijzen. Dat in de zaak [medeverdachte 1] geen hoofdelijkheidsclausule is opgenomen doet hier niet aan af. Het verweer wordt verworpen.
De rechtbank verwerpt het eveneens subsidiaire verweer. De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel is toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is mede aan verdachte toe te rekenen, ook al zijn andere daders daarbij betrokken. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid moet deze schade worden begroot op na te melden bedrag.
De rechtbank zal de wettelijke rente over dit bedrag toewijzen met ingang van 9 maart 2010, zijnde het einde van de ten laste gelegde en bewezen verklaarde periode.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededaders is of wordt voldaan.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) maanden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededaders betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer] te betalen € 5.000,- (zegge vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2010.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 5.000,-, subsidiair 60 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] te betalen € 5.000,-, (zegge vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 maart 2010, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra en mr. E. de Boer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 oktober 2012.
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal met OPS-dossiernummer 2010034369, gesloten op 17 oktober 2011, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen die worden weergegeven, verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde proces-verbaal.
2 Proces-verbaal van aangifte [getuige 8], p. 250.
3 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 309.
4 Proces-verbaal 3e verhoor [medeverdachte 1], p. 569.
5 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 316.
6 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 264.
7 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1], p. 570; proces-verbaal van verhoor verdachte bij rechter-commissaris d.d. 11 november 2011, p. 5.
8 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 20 maart 2012, p. 8-9; proces-verbaal van bevindingen, p. 1301-1311.
9 Proces-verbaal RC-verhoor verdachte d.d. 11 november 2011, p. 2 en 5; proces-verbaal verhoor verdachte bij rechter-commissaris d.d. 27 februari 2012, p. 5.
10 Proces-verbaal van bevindingen, p. 129-131.
11 Proces-verbaal RC-verhoor verdachte d.d. 11 november 2011, p. 2.
12 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1], p. 571; proces-verbaal verhoor verdachte bij rechter-commissaris d.d. 11 november 2011, p. 2.
13 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1], p. 572; proces-verbaal verhoor [medeverdachte 3], p. 748-749.
14 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 273-274; proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1], p. 572 en 573; proces-verbaal RC-verhoor verdachte d.d. 11 november 2011, p. 3.
15 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 324.
16 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 273-274.
17 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 286-287; proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1], p. 575.
18 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 4], p. 947; proces-verbaal van bevindingen, p. 1884.
19 Proces-verbaal van verhoor verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 27 februari 2012, p. 7; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2], p. 638.
20 Proces-verbaal van bevindingen, p. 1958-1959.
21 Proces-verbaal verhoor [getuige 1], p. 484.
22 Proces-verbaal van bevindingen, p. 100 e.v..
23 Proces-verbaal verhoor [getuige 3], p. 488; proces-verbaal verhoor [getuige 4] bij rechter-commissaris.
24 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 378; proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 20 maart 2012, p. 44; proces-verbaal van bevindingen, p. 1541; proces-verbaal verhoor [medeverdachte 5], p. 805.
25 Proces-verbaal verhoor [getuige 5], p. 1003-1004.
26 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 378; proces-verbaal verhoor [getuige 5], p. 1005.
27 Proces-verbaal van bevindingen p. 1541 en proces-verbaal van bevindingen p.1264
28 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 7 december 2010, p. 378; proces-verbaal verhoor [getuige 6], p. 906.
29 Proces-verbaal van bevindingen, p. 1552-1555.
30 Schriftelijk bescheid in de vorm van 'Tijdlijn onderzoek Welp'
31 Schriftelijk bescheid in de vorm van een "Rapportage telecom", p. 69 en 86.
32 Schriftelijk bescheid in de vorm van 'Tijdlijn onderzoek Welp' en schriftelijk bescheid in de vorm van een "Rapportage telecom", p. 69 en 86.
33 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 348.
34 Proces-verbaal van bevindingen, p. 1816-1820.
35 Proces-verbaal van verhoor van [getuige 6], p. 907-908.
36 Proces-verbaal van verhoor [verdachte] bij rechter-commissaris, p. 8.
37 Proces-verbaal van verhoor [getuige 3] bij rechter-commissaris op 15 maart 2012.
38 Proces-verbaal van verhoor [getuige 4] bij rechter-commissaris op 12 maart 2012.
39 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 319.
40 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 320.
41 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 266-269.
42 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 271.
43 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 275-278.
44 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 270.
45 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 279.
46 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 29 maart 2010, p. 287.
47 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d.14 oktober 2010, p. 331.
48 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 320-323.
49 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer] d.d. 14 oktober 2010, p. 338.
50 Proces-verbaal verhoor [slachtoffer], d.d. 7 december 2010, p. 378.
51 procesverbaal van bevindingen p. 245.
52 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2], p. 636.
53 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2], p. 641.
54 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2], p. 646.
55 Proces-verbaal van verhoor van [getuige 6], p. 906.
56 Proces-verbaal van verhoor van [getuige 6], p. 908.
57 Proces-verbaal van verhoor van [getuige 6], p. 908.
58 Proces-verbaal van verhoor van [getuige 6], p. 907 en proces-verbaal van bevindingen p. 914.
59 Proces-verbaal van verhoor van [getuige 8] bij rechter-commissaris op 12 maart 2012.