ECLI:NL:RBARN:2012:BY1535

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
30 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/701333-12
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ramkraak en diefstal van auto

In de zaak voor de Rechtbank Arnhem, uitgesproken op 30 oktober 2012, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van diefstal met geweld (ramkraak) en de diefstal cq. heling van een personenauto. De rechtbank heeft geoordeeld dat niet bewezen is dat de verdachte betrokken is geweest bij deze feiten. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor kinderstrafzaken, waarbij de officier van justitie, mr. S. Planting, een jeugddetentie van vier maanden eiste voor de verdachte. De rechtbank heeft op 16 oktober 2012 de zitting gehouden, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. B. Kurvers, aanwezig waren.

De tenlastelegging omvatte onder andere de ramkraak op 22 en 23 november 2011 bij een slachtoffer in Tiel, waarbij een kluis met geld werd weggenomen. Tevens werd de verdachte verweten dat hij op 5 november 2011 een auto had gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat in de kofferbak van de gebruikte auto een handschoen is aangetroffen met DNA-materiaal van de verdachte. Echter, de rechtbank oordeelde dat dit bewijs niet voldoende was om de verdachte te veroordelen. De verklaring van een getuige die de verdachte bij de ramkraak zou hebben gezien, werd als onvoldoende concreet en specifiek beoordeeld.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet bewezen kon worden geacht betrokken te zijn geweest bij de feiten en sprak hem vrij van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.B. Wichman.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Parketnummer : 05/701333-12
Datum zitting : 16 oktober 2012
Datum uitspraak : 30 oktober 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer kinderstrafzaken in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
raadsman : mr. B. Kurvers, advocaat te 's-Hertogenbosch.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 22 november 2011 tot en met 23 november
2011 te Tiel, in elk geval in de gemeente Tiel, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in/uit een pand ([adres 1]) heeft weggenomen
een kluis, inhoudende een geldbedrag van ongeveer 1000,-- euro, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming ((te weten met een auto, met kracht en/of grote
snelheid tegen een rolluik en/of deur van voormeld pand is/zijn gereden en/of
(vervolgens) door de ontstane opening naar binnen is/zijn gegaan));(aangifte
blz. 262)
2.
hij op of omstreeks 05 november 2011 te Tiel, in elk geval in de gemeente
Tiel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een auto (BMW [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van een valse sleutel (te weten met een gestolen/wederrechtelijk
verkregen autosleutel voormelde auto heeft/hebben geopend en/of gestart);
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 5 november 2011 tot en met 23 november
2011 te Tiel, in elk geval in de gemeente Tiel, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en / of heeft overgedragen een auto (BMW/
[kenteken]) (afkomstig van [slachtoffer 3]), terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren) wist(en),
althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dit/deze door diefstal in
elk geval door enig misdrijf was/waren verkregen;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 16 oktober 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B. Kurvers, advocaat te 's-Hertogenbosch.
De officier van justitie, mr. S. Planting, heeft geëist dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder 2 primair ten laste gelegde feit en wordt veroordeeld ter zake de onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten tot een jeugddetentie voor de duur van 4 maanden.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van beide feiten, omdat - samengevat weergegeven - het bewijs onvoldoende is om tot een veroordeling te kunnen komen.
De beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde gaat de rechtbank uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
* Tussen 22 en 23 november 2011 is er een ramkraak gepleegd bij [slachtoffer 2] aan de [adres 1] in Tiel (feit 1). In de kofferbak van de auto die daarvoor is gebruikt en die tussen 4 en 5 november 2011 gestolen bleek te zijn bij een woning aan de [adres 2] te Tiel (feit 2) is een handschoen aangetroffen, waarop zich lichaamsmateriaal bevond met een DNA-mengprofiel van minimaal drie personen, met een afgeleid DNA-hoofdmengprofiel dat matcht met het DNA-profiel van verdachte.
* Op 17 april 2012 heeft [getuige 1] ten overstaan van de politie verklaard dat de ramkraak bij [slachtoffer 2] is gepleegd door verdachte, [medeverdachte ] en nog een persoon. [getuige] had dit van hen gehoord.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of dit voldoende is om verdachte voor deze feiten te veroordelen.
De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is. Op de in de kofferbak van de auto aangetroffen handschoen is weliswaar het DNA van verdachte aangetroffen, maar dit bewijst naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat verdachte die auto heeft gestolen of geheeld, dan wel dat hij tijdens het plegen van die ramkraak in die auto heeft gezeten. Hieruit kan niet méér worden afgeleid dan dat verdachte op enig moment vóór de ontdekking van de auto met die handschoen in aanraking moet zijn geweest. Vervolgens kan die handschoen op allerlei momenten en manieren in de kofferbak terecht zijn gekomen, ook zonder dat verdachte daarmee noodzakelijkerwijs iets van doen moet hebben gehad.
De rechtbank acht de verklaring van [getuige] onvoldoende concreet en specifiek om als steunbewijs te kunnen dienen. Daarbij verdient opmerking dat dit proces-verbaal zeer summier is, dat de verslaglegging daarvan te wensen overlaat ([getuige] heeft klaarblijkelijk ook nog de naam van een derde dader genoemd, maar die naam was de verbalisanten even "ontschoten") en dat [getuige] tevens heeft gezegd dat, als de politie de vingerafdrukken van [verdachte] neemt, zij bij veel meer inbraken terecht komen omdat [verdachte] inbraken pleegt zonder handschoenen. Dat laatste is dan weer in tegenspraak met het gegeven dat er bij de onderhavige ramkraak dus wel een handschoen is gevonden met DNA-materiaal van verdachte.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van zowel het onder 1 als onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde feit.
4. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten.
Aldus gewezen door:
mr. J. Barrau (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. C. van Linschoten, kinderrechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 oktober 2012.