Parketnummer : 05/721009-12
Datum zitting : 16 oktober 2012
Datum uitspraak : 30 oktober 2012
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
raadsman : mr. B. Kurvers, advocaat te 's-Hertogenbosch.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Hij op of omstreeks 7 maart 2012 te Opheusden, gemeente Neder-Betuwe, in elk
geval in de gemeente Neder-Betuwe, althans in Nederland tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning/een pand ([adres 2])
heeft weggenomen een portemonnee en/of 2, althans een aantal creditcards
en/of een bankpas en/of autosleutels en/of een hoeveelheid andere sleutels
en/of een laptop en/of een camera en/of een of meer andere goederen, in elk
geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming ((te weten
een raam/kozijn van die woning/dat pand heeft/hebben losgebroken/geforceerd
en/of
(vervolgens) door de ontstane opening naar binnen is/zijn
geklommen)); (aangifte blz. 44)
2.
Hij op of omstreeks 7 maart 2012 te Zoelen, gemeente Buren, in elk geval in
de gemeente Buren, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning/een pand ([adres 3]) heeft weggenomen
een navigatiesysteem (Tom Tom) en/of 2, althans een aantal horloges en/of een
2, althans een aantal zilveren armbanden en/of een gouden ketting met parel
en/of een (heren)tas en/of een aantal oorbellen en/of 3, althans een aantal
controllers en/of een game cd en/of een aantal games (Nintendo) en/of een
pandora armband en/of een verlovingsring en/of 2, althans een aantal
spelcomputers en/of een fotocamera en/of een of meer andere goederen, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming ((te weten een raam/kozijn van die woning/dat
pand heeft/hebben losgebroken/geforceerd en/of (vervolgens) door de ontstane
opening naar binnen is/zijn geklommen));(aang.blz 52)
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 16 oktober 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B. Kurvers, advocaat te 's-Hertogenbosch.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd: [slachtoffer 3].
De officier van justitie, mr. S. Planting, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Ten aanzien van feit 1
Op 7 maart 2012 is er ingebroken in een woning gelegen aan de [adres 2] te Opheusden. Uit de woning zijn een portemonnee, twee creditcards, een bankpas, autosleutels, huissleutels, een rijbewijs, een laptop en een camera, toebehorende aan [slachtoffer 1], weggenomen. De daders hebben zich de toegang tot de woning verschaft door een raam open te breken en hierdoor naar binnen te klimmen.2
Ten aanzien van feit 2
Op 7 maart 2012 is er ingebroken in een woning gelegen aan de [adres 3] te Zoelen. Uit de woning zijn twee horloges, twee zilveren armbanden, een gouden ketting met parel, een autosleutel, oorbellen, een (heren)tas, een Wii spelcomputer met accessoires (drie controllers, een game cd en een Wii Wheel), een scartkabel, een Nintendo DS Lite, twee Nintendo DS games, een pandora armband, een navigatiesysteem (Tom Tom), een verlovingsring, twee spelcomputers (waaronder een Wii), een fotocamera en een aantal Nintendo DS games, toebehorende aan [slachtoffer 3], weggenomen. De daders hebben zich de toegang de woning verschaft door een raam open te breken en hierdoor naar binnen te klimmen.3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De zendmastgegevens in het dossier zijn erg algemeen en niet exact en de verstuurde whatsapp berichten zijn onvoldoende verankerd in de door medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] afgelegde verklaringen, die ook weinig tot niets zeggen. Hieraan kunnen dus geen conclusies worden verbonden.
De beoordeling door de rechtbank
Het telefoonnummer [tel.nr. 1]
De rechtbank stelt op grond van het navolgende allereerst vast dat het telefoonnummer [tel.nr. 1] in gebruik was bij verdachte.
Medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]) had vaak contact met het nummer [tel.nr. 1]. Dit nummer was geplaatst in een telefoontoestel met Imei-code [nummer]. Op 2 april 2012 om 15.48 uur werd een pingbericht naar het telefoonnummer [tel.nr. 1] gestuurd met de korte inhoud: "van [e-mail adres 1] to [e-mailadres 2 ]" over een sms battle. Diezelfde dag werd er om 16.32 uur een pingbericht gestuurd naar het imeinummer [nummer] met de korte inhoud "van: [e-mailadres 3] to [e-mailadres 2 ]" betreffende het CV van verdachte.4
Redengevende feiten en omstandigheden
Bij de beantwoording van de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de aan hem ten laste gelegde feiten betrekt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden.
Op 7 maart 2012 is de echtgenoot van aangeefster rond 8.30 uur als laatste uit de woning aan de [adres 2] te Opheusden vertrokken. Toen aangeefster [slachtoffer 1], die dag om 20.45 uur thuis kwam zag zij dat er was ingebroken.5
Op 7 maart 2012 rond 15.00 uur heeft aangever [slachtoffer 3] zijn woning aan de [adres 3] te Zoelen afgesloten verlaten. Omstreeks 22.00 uur die dag kwam hij weer thuis en zag hij dat er was ingebroken.6
Op 7 maart 2012 om 18.38 uur heeft er Whatsapp-berichtenverkeer plaatsgevonden tussen het telefoonnummer +[tel.nr. 2], dat in gebruik is bij [medeverdachte 2], en het telefoonnummer +[tel.nr. 1], dat - zoals hiervoor door de rechtbank is vastgesteld - in gebruik was bij verdachte. De volgende berichten werden hierin over en weer verstuurd:
"Kijke
Ik jij [naam 1] (rb. [naam 1] is [medeverdachte 1]7)
Kom precies goeie tijd
Nu
(...)
We gaan tips
Kijke
Weer die atlas
Kom jongee we hebbe geld nodig". 8
Het telefoontoestel met het telefoonnummer [tel.nr. 2], dat in gebruik is bij [medeverdachte 2], straalde op 7 maart 2012 om 19.59 uur een zendmast aan in Opheusden.9 Tussen 19.59 uur en 21.23 uur vond het volgende berichtenverkeer tussen de telefoon van [medeverdachte 2] en de telefoon van verdachte plaats:
"Kom
Kom
Kom kom
Jo"10
Om 23.39 uur vindt tussen dezelfde telefoonnummers opnieuw berichtenverkeer plaats, met
onder meer de volgende inhoud:
"Ewa [medeverdachte 2] ff sirreus pik is van een matti van mij heb je zekker die wi en lappi".11
[medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard, nadat hem een foto was getoond van de woning aan de [adres 3] te Zoelen, dat hij daar niet heeft ingebroken, maar dat hij de jongens er naartoe heeft gereden. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij de jongens daar alleen heeft afgezet en na 15 à 20 minuten weer heeft opgehaald. De jongens kwamen met tassen met spullen terug. [medeverdachte 2] heeft hiervoor ongeveer € 40,- gekregen.12
[medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]) heeft bij de politie verklaard, nadat hem een foto is getoond van de woning aan de [adres 3] te Zoelen, dat hij daar met de jongens een inbraak heeft gepleegd. De jongens stapten uit en [medeverdachte 1] moest rondjes rijden met de auto.13
Op 4 april 2012 is in de personenauto waarin verdachte op dat moment zat een TomTom gevonden met als homeadres '[adres 3] Zoelen'.14 De echtgenote van aangever [slachtoffer 3] heeft de TomTom herkend als zijnde zijn eigendom.15
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op grond van vorenstaande vast dat verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 7 maart 2012 plannen hadden om inbraken te plegen, dat zij die avond naar de woning aan de [adres 3] te Zoelen zijn gereden en dat zij daar tussen 18.38 uur en 22.00 uur een inbraak hebben gepleegd. Op 4 april 2012 is in de auto waarin verdachte op dat moment zat een uit de woning aan de [adres 3] te Zoelen gestolen TomTom aangetroffen. Over de herkomst daarvan heeft verdachte geen afdoende verklaring gegeven. In het Whatsapp-bericht van 23.39 uur wordt gesproken over een 'wi', terwijl uit de woning onder meer een Wii-spelcomputer is gestolen.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat verdachte samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] deze woninginbraak heeft gepleegd en acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank verwerpt het verweer.
Ten aanzien van feit 1
Gelet op de bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit, de omstandigheid dat de telefoon van [medeverdachte 2] dezelfde avond eveneens een zendmast in Opheusden heeft aangestraald alsmede de inhoud van de telefoonberichten, waarin onder andere werd gesproken over een 'lappie', terwijl uit de woning onder meer een laptop is gestolen, is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van prima facie bewijs dat een veroordeling kan dragen en moet het ervoor worden gehouden dat verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de inbraak in de woning aan de [adres 2] te Opheusden. De geconstateerde belastende omstandigheden vragen om een uitleg van verdachte, hetgeen hij heeft nagelaten door zich te beroepen op zijn zwijgrecht. De rechtbank acht derhalve ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank verwerpt het verweer.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
Hij op 7 maart 2012 te Opheusden, gemeente Neder-Betuwe, tezamen en in
vereniging met anderen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ([adres 2])
heeft weggenomen een portemonnee en 2, creditcards
en een bankpas en autosleutels en een hoeveelheid andere sleutels
en/of een laptop en/of een camera toebehorende aan [slachtoffer 1] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming ((te weten een raam/kozijn van die woning hebben losgebroken/geforceerd
en(vervolgens) door de ontstane opening naar binnen zijn geklommen));
2.
Hij op 7 maart 2012 te Zoelen, gemeente Buren, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ([adres 3]) heeft weggenomen een navigatiesysteem (Tom Tom) en 2, horloges en 2, zilveren armbanden en een gouden ketting met parel en een (heren)tas en een aantal oorbellen en 3, controllers en een game cd en een aantal games (Nintendo) en een pandora armband en een verlovingsring en 2, spelcomputers en een fotocamera en andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming ((te weten een raam/kozijn van die woning hebben losgebroken/geforceerd en (vervolgens) door de ontstane opening naar binnen zijn geklommen));
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 en 2, telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het omtrent verdachte opgemaakt Reclasseringsadvies, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om aan verdachte, gelet op zijn persoonlijke omstandigheden en het feit dat hij first offender is, geen onvoorwaardelijke straf op te leggen langer dan de duur van het voorarrest.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
* het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 15 september 2012;
* een Reclasseringsadvies, opgemaakt door Palier forensische en intensieve zorg, gedateerd 16 mei 2012.
* een Reclasseringsadvies (beknopt), opgemaakt door Reclassering Nederland, gedateerd 5 juli 2012; en
* een Reclasseringsadvies, opgemaakt door Reclassering Nederland, gedateerd 12 september 2012.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een tweetal gekwalificeerde woninginbraken. Door deze brutale, ergerlijke feiten is grote financiële en emotionele schade ontstaan voor de gedupeerden. Verdachte en zijn mededaders pleegden deze feiten kennelijk enkel uit financieel gewin. Feiten als deze zorgen voor onrust in de maatschappij en tasten het gevoel van veiligheid en privacy van de slachtoffers aan op de plaats waar zij zich het meest geborgen behoren te kunnen voelen, namelijk in hun eigen woning. Dat rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte weliswaar een keer eerder is veroordeeld ter zake een soortgelijk feit, maar dit betreft een feit dat is gepleegd op 4 april 2012, een maand na de thans voorliggende feiten. De rechtbank zal verdachte derhalve beschouwen als first offender en zal tevens rekening houden met artikel 63 Wetboek van Strafrecht.
Uit het reclasseringsadvies d.d. 12 september 2012 volgt dat verdachte praktisch gezien zijn leven niet op orde heeft. Hij heeft diverse opleidingen afgebroken, geen werk en geen inkomen. Eerder haalde verdachte zijn eigenwaarde uit zijn voetbalcarrière, nu wordt gevreesd voor een criminele carrière. Aangezien de Reclassering geen kenmerken heeft gesignaleerd van psychische klachten of dominante persoonlijkheidsproblematiek, lijkt gedragsverandering middels gedragsinterventies gericht op cognitieve vaardigheden, werk en opleiding het meest gepast. Verdachte lijkt tot zijn delictgedrag gekomen door beinvloedbaarheid in combinatie met een gebrek aan redenatievaardigheden en te weinig zicht op oorzaak-/gevolgrelaties. Beperking en controle middels Elektronische Controle lijkt een grote toegevoegde waarde te hebben, in ieder geval gedurende de eerste periode van het reclasseringstoezicht. Gelet hierop adviseert de reclassering om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met daaraan verbonden een aantal bijzondere voorwaarden, waaronder een meldingsgebod, deelname aan gedragsinterventie, bestaande uit het volgen van een Cognitieve vaardigheidstraining en een Arbeidsvaardighedentraining, en een locatiegebod met elektronische controle.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat aan verdachte een gevangenisstraf dient te worden opgelegd voor de duur van 180 dagen, waarvan 74 dagen voorwaardelijk met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het reclasseringsadvies van 12 september 2012, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf is gelijk aan de duur die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
6a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51g van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft ten aanzien van feit 2 een vordering ingediend van € 123,63 te vermeerderen met de wettelijk rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij tot betaling van het bedrag van € 123,63 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling door de rechtbank
Nu de rechtbank feit 2 wettig en overtuigend bewezen heeft geacht en de vordering de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, is de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken op dat bedrag begroot, zodat zij dit bedrag zal toewijzen.
Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit, te weten 7 maart 2012.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voorzover het gevorderde door zijn mededaders is of wordt voldaan.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedings maatregel opleggen. De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 74 (vierenzeventig) dagen niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich houdt aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet veroordeelde zich binnen 5 dagen volgend op het wijzen van dit vonnis melden bij Reclassering Nederland locatie Nijmegen. Hierna moet hij zich blijven melden, zo frequent als Reclassering Nederland dit nodig acht.
5. zal deelnemen aan de volgende gedragsinterventies:
- Cognitieve vaardigheidstraining (CoVa) Tijdsinvestering: 20 + 2 bijeenkomsten, 2,5 uur, 2 x per week, duur 3 maanden (incl. huiswerk totaal 80 uur)
- Arbeidsvaardigheden training (ARVA) Tijdsinvestering: module 1 en 2: 9 + 9 bijeenkomsten 2 x per week, 2 uur. Module 3: 4 bijeenkomsten 1 x per week, 2 uur. Duur: 3 maanden (tijdsinvestering 64 uur)
waarbij veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventies door of namens voornoemde instelling aan veroordeelde zullen worden gegeven.
6. gedurende de eerste 6 maanden van de proeftijd dagelijks tussen 23.00 en 06.00 uur en de overige uren waaraan door de reclassering geen invulling is gegeven, aanwezig zal zijn op de [adres 1] te Tiel. Als de reclassering het noodzakelijk acht om voor een doelmatige uitvoering van het toezicht op de naleving van de bijzondere voorwaarden, de tijd of locatie aan te passen dan mag zij dat na overleg met de opdrachtgever doen.
waarbij veroordeelde zich onder elektronisch toezicht zal stellen ter nakoming en controle van de hiervoor onder 6 genoemde bijzondere voorwaarde voor de duur van maximaal 6 maanden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededaders betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 3] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer 3], te betalen € 123,63 (honderddrieentwintig euro en drieënzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededaders betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 3] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], te betalen € 123,63 (honderddrieentwintig euro en drieënzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. J. Barrau (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. C. van Linschoten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 oktober 2012.
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de regiopolitie Gelderland-Zuid, districtsrecherche De Waarden, onderzoek 08fruit, opgemaakte proces-verbaal met OPS-dossiernr. 2012073108, gesloten op 31 juli 2011 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] + goederenbijlage, p. 44-48.
3 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] + goederenbijlage, p. 52-55.
4 Een proces-verbaal van bevindingen (nagezonden), proces-verbaalnr. PL083R 2012023839-51, blad 2-3 van dat proces-verbaal.
5 Proces-verbaal van verklaring van aangeefster [slachtoffer 1], p. 45.
6 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 52.
7 Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1], p. 128.
8 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van Whatsapp-gegevens, p. 59.
9 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van verwerking verkeersgegevens, p. 109.
10 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van Whatsapp-gegevens, p. 66.
11 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van Whatsapp-gegevens, p. 61.
12 Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2], p. 118-119.
13 Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 130-132.
14 Proces-verbaal restinformatie, p. 79; proces-verbaal van bevindingen, p. 82.
15 Proces-verbaal van verhoor benadeelde [naam 2], p. 97.