burgerlijk recht, sector kanton
zaakgegevens 823068 \ HA VERZ 12-5131 \ 51 WvE \ 53 GB
uitspraak van 10 oktober 2012
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
gemachtigde mr. M.C.V. Dornstedt
de besloten vennootschap Sonac Vuren B.V.
gevestigd te Vuren, gemeente Lingewaal
verwerende partij
gemachtigde mr. W.M. Hes
1.1. Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 juni 2012, verzoekt [werknemer], wonende te [woonplaats], te dezer zake domicilie kiezende te [adres], ten kantore van mr M.C.V. Dornstedt, advocaat, de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met Sonac Vuren BV, verweerster ten deze, kantoorhoudende te Vuren aan de Zeiving 35, voor wie als gemachtigde optreedt mr W.M. Hes, advocaat te [adres], te ontbinden ex artikel 7: 685 BW op de in het verzoekschrift omschreven gronden.
1.2. Sonac Vuren heeft een verweerschrift ingediend, ingekomen ter griffie op 6 juli 2012.
1.3. Ter zitting d.d. 11 juli 2012 zijn beide partijen voor de kantonrechter verschenen. Aanwezig waren verzoeker, [werknemer ], vergezeld van zijn echtgenote en bijgestaan door zijn gemachtigde mr M.C.V. Dornstedt, Sonac Vuren vertegenwoordigd door haar directeur [naam directeur] en haar hr-manager [naam hr manager], bijgestaan door mr W.M. Hes.
Verwezen wordt naar de aantekeningen die de griffier van de mondelinge behandeling heeft gemaakt, waaraan gehecht de pleitnota van mr Dornstedt.
1.4. Gelijktijdig met de mondelinge behandeling van het verzoekschrift en het verweerschrift, heeft de behandeling plaatsgevonden van de door [werknemer ] in kort geding ingestelde vordering. In dat kort geding heeft de kantonrechter als voorzieningenrechter op 25 juli 2012 een tussenvonnis gewezen.
De procedure tussen partijen is enige tijd geschorst geweest vanwege een door de gemachtigde van Sonac Vuren ingediend wrakingsverzoek. Bij beschikking d.d. 20 september 2012 van de wrakingskamer in de rechtbank Arnhem is Sonac Vuren in haar wrakingsverzoek niet ontvankelijk verklaard, met als gevolg dat de ontbindingsprocedure kon worden vervolgd.
1.5. De uitspraak van de beschikking is bepaald op heden.
2. Het verzoek, het verweer en de beoordeling daarvan.
2.1. [werknemer ] verzoekt de kantonrechter op de in het inleidend verzoekschrift omschreven gronden de arbeidsovereenkomst met Sonac Vuren te ontbinden onder toekenning van een vergoeding van € 112.000,00 bruto en van een bedrag van € 7.500,00 ter zake van kosten van rechtsbijstand, met veroordeling van Sonac Vuren tot betaling van de proceskosten.
Kort samengevat stelt [werknemer ] dat de relatie met Sonac Vuren zodanig verstoord is geraakt dat verdere samenwerking niet langer mogelijk is. De verstoring van de arbeidsrelatie verwijt [werknemer ] Sonac Vuren, zodat er volgens [werknemer ] aanleiding bestaat bij berekening van de vergoeding naar billijkheid de correctiefactor 2 toe te passen.
Voor het overige verwijst de kantonrechter naar het inleidend verzoekschrift en de pleitnota van de gemachtigde van [werknemer ] en de overige aan de zijde van [werknemer ] in het geding gebrachte stukken.
2.2. Sonac Vuren heeft het verzoek betwist. Blijkens haar verweerschrift wordt er primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Volgens Sonac Vuren staat mediation nog steeds als mogelijkheid open om het conflict met [werknemer ] op te lossen; [werknemer ] zou volgens Sonac Vuren alleen maar uit zijn op een ontbindingsvergoeding. Subsidiair bepleit Sonac Vuren toewijzing van het ontbindingsverzoek onder afwijzing van de verzochte vergoeding, met veroordeling van [werknemer ] tot betaling van de proceskosten. Ook tegen de verzochte vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand wordt verweer gevoerd. Sonac Vuren verwijst naar aanbeveling 3.7.2 van de aanbevelingen van de kring van kantonrechters.
Voor het overige wordt er kortheidshalve verwezen naar het verweerschrift en naar de aan de zijde van Sonac Vuren in het geding gebrachte stukken, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd.
2.3. Vooreerst stelt de kantonrechter vast dat tussen partijen geen twistpunt is dat [werknemer ] (geboren op [dag en maand] 1968) op 15 juli 1998 bij Sonac Vuren in dienst is getreden en dat hij bij Sonac Vuren de functie van Wachtchef Productie uitoefent. Het overeengekomen salaris bedraagt inclusief de ploegentoeslag en een dertiende maand 4.653,79.
Ook staat vast dat op de arbeidsovereenkomst de (bedrijfs-)CAO van toepassing is, waarvan ter zitting pagina 28 en 29 zijn overgelegd. Artikel 13 van de CAO regelt de “loondoorbetaling en aanvulling bij ziekte, waarbij eerste ziektedag ligt op of na 1 januari 2004”.
Lid 1 van artikel 13 van de CAO luidt als volgt:
”1. Wettelijke loondoorbetaling eerste 104 weken.
Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de wettelijke periode van maximaal 104 weken van het maandinkomen conform onderstaande percentages worden doorbetaald:
- 100% in het eerste halfjaar;
- 95% in het tweede halfjaar;
- 90% in het derde halfjaar;
- 85% in het vierde halfjaar/
Hierbij geldt een aanvulling tot 100% voor dat deel dat wordt gewerkt, waarbij arbeidstherapie gelijk wordt gesteld aan werken.”
[werknemer ] heeft zich op 15 november 2010 ziek gemeld bij Sonac Vuren. Hij kampte met burn-out en spanningsklachten. In de periode van 2 maart 2011 tot 10 april 2011 heeft [werknemer ] op therapeutische basis in ploegdiensten gewerkt. Op 10 april 2011 is hij uitgevallen en sindsdien is [werknemer ] niet meer aan het werk geweest.
Sinds 7 november 2011 heeft Sonac Vuren de loonbetalingen aan [werknemer ] gestaakt.
2.4. De kantonrechter heeft als voorzieningenrechter de loonvordering van [werknemer ] bij vonnis d.d. 10 oktober 2012 toegewezen, nadat hij op 25 juli 2012 een tussenvonnis had gewezen. Kortheidshalve wordt naar beide vonnissen verwezen. De inhoud ervan wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.
2.5. Naar het oordeel van de kantonrechter is komen vast te staan, althans in meer dan voldoende mate aannemelijk gemaakt door [werknemer ], dat de relatie met Sonac Vuren zodanig verstoord is geraakt dat verdere samenwerking niet langer mogelijk is. Deze verstoorde arbeidsrelatie moet gekwalificeerd worden als wijziging van omstandigheden als bedoeld in artikel 7: 685 BW. Op die grond wordt het ontbindingsverzoek toegewezen. De kantonrechter zal het verzoek toewijzen met ingang 15 november 2012, daarbij aansluiting zoekend bij de datum waarop [werknemer ] twee jaar arbeidsongeschikt zal zijn.
Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk geworden dat de verstoring in de arbeidsrelatie enkel, danwel in belangrijke mate aan Sonac Vuren valt te verwijten. De kantonrechter herhaalt hier hetgeen hij in zijn tussenvonnis d.d. 25 juli 2012 als voorzieningenrechter heeft overwogen (rechtsoverweging 2.8 tweede alinea en volgende).
Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat in het voorjaar 2011, nadat [werknemer ] enige tijd op therapeutische basis had gewerkt en hij op 10 april 2011 weer uitviel en zich ziek meldde bij Sonac Vuren, er een conflict tussen partijen is ontstaan nadat Sonac Vuren [werknemer ] had laten weten dat [werknemer ] in functie zou worden teruggezet (met onder meer als gevolg een teruggang in inkomsten van [werknemer ]). Volgens Sonac Vuren zou [werknemer ] daarmee hebben ingestemd. Eerst toen is de gemachtigde van [werknemer ] in beeld gekomen, die tegen de door hem als demotie geduide wijziging van de functie van [werknemer ] heeft geageerd. Sonac Vuren heeft zich daarbij neergelegd.
Het ontstaan van dit conflict en de escalatie daarvan kan Sonac Vuren zich aanrekenen, daar naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende is komen vast te staan dat Sonac Vuren met de door haar in deze zaak gekozen opstelling volledig heeft miskend dat goed werkgeverschap met zich meebrengt dat behoedzaamheid geboden is, wanneer een werknemer vanwege psychische klachten (burn-out en spanningsklachten) niet in staat is tot het verrichten van de bedongen arbeid en het geen pas geeft om in de door [werknemer ] geschetste situatie [werknemer ] te confronteren met een ingrijpende wijziging van de arbeidsovereenkomst. Dat getuigt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet van goed werkgeverschap.
Binnen redelijke grenzen kan een werknemer ook weigeren aan mediation mee te werken. [werknemer ] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij vanwege de voortdurende arbeidsongeschiktheid niet belast kon worden met mediation, nog daargelaten dat voldoende aannemelijk is geworden dat in deze zaak vanwege de escalatie van het conflict, mediation geen kans van slagen heeft wanneer Sonac Vuren als werkgever niet de bereidheid heeft getoond het conflict te redresseren door alsnog haar verplichtingen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst na te komen. Deze werkwijze heeft Sonac Vuren niet gekozen. Het conflict heeft zich in de loop van het jaar 2011, mede ook vanwege het feit dat Sonac Vuren bij herhaling de loonbetalingen heeft gestaakt, enkel verdiept.
2.6. Naar het oordeel van de kantonrechter bestaat er dan ook alle aanleiding om bij de berekening van de aan [werknemer ] toekomende vergoeding de correctiefactor 2 toe te passen, zoals is bepleit door de gemachtigde van [werknemer ]. Rekening houdend met de leeftijd van [werknemer ] en het aantal dienstjaren bedraagt de vergoeding met toepassing van de correctiefactor € 112.000,00.
2.7. Ook de door [werknemer ] verzochte vergoeding ter zake van kosten van rechtsbijstand ten bedrage van € 7.500,00 zal de kantonrechter toewijzen. De kantonrechter realiseert zich dat in de aanbevelingen van de kring van kantonrechters voor procedures ex artikel 7: 685 BW (artikel 3.7 1 en volgende ) is geregeld dat in beginsel voor de gemaakte kosten van rechtsbijstand geen aparte vergoeding wordt toegekend tenzij deze tussen partijen is overeengekomen. Refererend aan onder meer 3.7.2 van deze aanbevelingen lijkt het de kantonrechter, gelet op de aard en de omvang van de door de gemachtigde van [werknemer ] in deze zaak verrichte werkzaamheden, gelet op het omvangrijke dossier en de uitvoerige correspondentie tussen partijen voorafgaand aan de onderhavige procedure, alleszins gerechtvaardigd en ook billijk dat er een vergoeding wordt toegekend. Bij toekenning van het verzochte bedrag is naar het oordeel van de kantonrechter het risico van “majeurering van advocatendeclaratie” niet aanwezig.
2.8. In het vorenstaande ligt besloten dat het primaire verweer van Sonac Vuren – inhoudende dat het ontbindingsverzoek van [werknemer ] moet worden afgewezen daar mediation de mogelijkheid biedt het conflict tussen partijen op te lossen – ongegrond is. Nog daargelaten of van [werknemer ] in het verleden kon worden verlangd aan mediation mee te werken met als oogmerk het conflict met Sonac Vuren tot een oplossing te brengen en een ontbindingsverzoek van [werknemer ] in dat vroege stadium op een weigering van [werknemer ] afgewezen zou moeten worden, is in ieder geval komen vast te staan dat in de loop van het jaar 2012 het conflict tussen partijen zodanig geëscaleerd is dat mediation geen optie is en dat [werknemer ], zoals in de wet is geregeld, te allen tijde bevoegd is zich tot de kantonrechter te wenden met het verzoek de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen, als bedoeld in de wet, te ontbinden.
2.9. Sonac Vuren wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
3.1. ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens wijziging van omstandigheden als bedoeld in artikel 7: 685 lid 2 BW, met ingang van 15 november 2012 onder toekenning van een vergoeding van € 112.000,00 bruto aan [werknemer ] ten laste van Sonac Vuren BV alsmede onder toekenning aan [werknemer ] ten laste van Sonac Vuren BV van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand van € 7.500,00;
3.2. veroordeelt Sonac Vuren BV tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [werknemer ] begroot op € 573,00, waaronder € 73,00 aan griffierecht en € 500,00 voor salaris van de gemachtigde van [werknemer ].
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. W.H. van Empel en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2012.