ECLI:NL:RBARN:2012:BY2263
Rechtbank Arnhem
- Hoger beroep
- A.M. van Gorp
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing vordering tenuitvoerlegging vrijheidsbeperkende maatregel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de officier van justitie tegen de beslissing van de rechter-commissaris van 5 oktober 2012. De veroordeelde was op 26 september 2012 door de politierechter veroordeeld tot een gedeeltelijke voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken, waarvan 3 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een vrijheidsbeperkende maatregel. Deze maatregel hield in dat de veroordeelde zich gedurende 12 maanden niet binnen een straal van 100 meter van een specifiek adres mocht bevinden. Op 4 oktober 2012 heeft de veroordeelde deze maatregel overtreden, wat leidde tot een vordering van de officier van justitie voor tenuitvoerlegging van de opgelegde maatregel. De rechter-commissaris heeft deze vordering echter afgewezen, omdat het vonnis niet was betekend aan de veroordeelde en er geen bewijs was dat hij op de hoogte was van het vonnis.
De politierechter heeft op 31 oktober 2012 de zaak opnieuw behandeld. De officier van justitie stelde dat de rechter-commissaris ten onrechte had beslist, omdat het vonnis op tegenspraak was gewezen en de veroordeelde op de hoogte had moeten zijn van de inhoud ervan. De verdediging voerde aan dat de veroordeelde niet op de hoogte was van het vonnis en dat de vordering tot tenuitvoerlegging niet terecht was. De politierechter oordeelde dat de vordering van de officier van justitie gegrond was, omdat de veroordeelde zich niet had gehouden aan de vrijheidsbeperkende maatregel en dat de beslissing van de rechter-commissaris vernietigd moest worden.
Uiteindelijk heeft de politierechter de vordering tot tenuitvoerlegging van 7 dagen hechtenis toegewezen, met inachtneming van de relevante wetsartikelen. De beslissing werd genomen door mr. A.M. van Gorp, in tegenwoordigheid van griffier R.G. van Geenen, en werd uitgesproken op 31 oktober 2012.