ECLI:NL:RBARN:2012:BY2270

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
6 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/900762-12
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in mensenhandel, witwassen en mishandeling

Op 6 november 2012 heeft de rechtbank Arnhem een 18-jarige Nijmegenaar vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van mensenhandel, witwassen en mishandeling. De verdachte werd ervan beschuldigd zijn vriendin tussen eind december 2011 en juni 2012 te hebben gedwongen in de prostitutie te werken, haar te hebben mishandeld en het verdiende geld te hebben witgewassen. De vriendin had aanvankelijk verklaard dat de verdachte haar had gedwongen, maar kwam later terug op deze verklaring en stelde dat ze vrijwillig in de prostitutie had gewerkt. De rechtbank constateerde dat het vaak voorkomt dat belastende verklaringen later worden ingetrokken, maar dat dit niet automatisch betekent dat de eerste verklaring onjuist was. De rechtbank beoordeelde de geloofwaardigheid van de verklaringen in het licht van het dossier en het beschikbare bewijs.

Tijdens de zitting op 23 oktober 2012 eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de vriendin waren inconsistent en er was onvoldoende aanvullend bewijs om de beschuldigingen te ondersteunen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet op een strafrechtelijk verwijtbare wijze betrokken was geweest bij de prostitutie van de vriendin en dat er geen bewijs was dat hij haar had mishandeld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat de bewijsmiddelen niet voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Parketnummer : 05/900762-12
Datum zitting : 23 oktober 2012
Datum uitspraak : 6 november 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
raadsman : mr. A.M. Smetsers, advocaat te Nijmegen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 27 december 2011
tot en met 18 juni 2012 te Nijmegen en/of te Deventer, in elk geval (telkens)
in Nederland,
(lid 3, onder 1°)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten, [slachtoffer],
(lid 1, onder 1°)
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie,
heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of
opgenomen
met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer],
en/of
(lid 1, onder 4°)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde
middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere)
feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden
en/of afpersing en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie
die [slachtoffer] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot
het verrichten van arbeid en/of diensten
en/of
de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten dwang en/of
geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met
geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door
misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door
misbruik van een kwetsbare positie,
enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens
mededader(s) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich
daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die
[slachtoffer],
en/of
(lid 1, onder 9°)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° genoemde middelen, te weten
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie
die [slachtoffer] heeft bewogen hem, verdachte en/of diens mededader(s) te
bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een
derde,
immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (één of meermalen)
- terwijl die [slachtoffer] psoriasis, althans een huidaandoening heeft, en/of
- met die [slachtoffer] een (liefdes)relatie aangegaan en/of
- bij die [slachtoffer] de indruk gewekt dat zij met verdachte een (monogame)
relatie had en/of
- die [slachtoffer] mishandeld en/of
- die [slachtoffer] bedreigd en/of
- die [slachtoffer] uitgescholden en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd" Je zorgt maar dat er 350 euro op tafel ligt"
en/of "Ik moet 2000 euro op tafel leggen binnen enkele weken om mijn rijbewijs
te halen en rekening te betalen" en/of
- seksadvertenties voor die [slachtoffer] gemaakt en/of geplaatst op internet
en/of
- die [slachtoffer] seks laten hebben met meerdere klanten in de kelderbox en/of
schuur en/of op andere locaties en/of
- die [slachtoffer] seks laten hebben zonder condoom en/of
- die [slachtoffer] een legging, althans een kledingstuk, gegeven waar het kruis
uitgeknipt is en/of gezegd dat zij deze legging moest dragen en/of
- die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, woning en/of onderdak verschaft en/of
- die [slachtoffer] vervoerd van en/of naar klanten en/of
- het door [slachtoffer] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels)
aangewend voor zijn eigen gebruik en/of
door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of zijn
mededaders heeft kunnen bieden;
2.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 december
2011 tot en met 18 juni 2012 te Nijmegen en/of te Deventer, althans (telkens)
in Nederland, tezamen in vereniging met een ander, althans alleen,
(telkens)
van (een) voorwerp(en), te weten meerdere, althans een, geldbedrag(en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende op dat/die voorwerpen(en), te weten dat/die
geldbedrag(en) was of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten dat/die
geldbedrag(en) voorhanden had,
terwijl hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist (en), althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dat/die voorwerp(en), te weten
dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit
enig misdrijf
en/of
(telkens) (een) voorwerp(en), te weten meerdere, althans een geldbedrag(en),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet,
althans van (een) voorwerp(en), te weten dat/die geldbedrag(en), gebruik heeft
gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dat/die voorwerp(en), te weten
dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit
enig misdrijf,
immers heeft/hebben verdachte en/of diens mededader(s) (met voornoemde
wetenschap)
- (telkens) meerdere, althans een geldbedrag(en) verworven en/of voorhanden
gehad en/of overgedragen en/of omgezet;
3.
hij op meerdere tijdstippen, althans een tijdstip, in of omstreeks de periode
van 27 december 2011 tot en met 30 mei 2012 te Nijmegen, in elk geval in
Nederland
(telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]),
meerdere malen, althans eenmaal, tegen haar bovenlichaam, te weten tegen
beide, althans een arm(en) en/of haar rug en/of haar borst, heeft geslagen
en/of gestompt en/of gestoten,
waardoor deze [slachtoffer] (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 23 oktober 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. A.M. Smetsers, advocaat te Nijmegen.
De officier van justitie, mr. A.M. Vloedbeld, heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het Reclasseringsadvies van 10 september 2012, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit, met dien verstande dat zij bewezen acht dat verdachte [slachtoffer](hierna: [slachtoffer]), door middel van geweld, misleiding en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie:
• [slachtoffer] heeft overgebracht en gehuisvest met het oogmerk [slachtoffer] uit te buiten (lid 1, onder 1°),
• haar heeft gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten (lid 1, onder 4°),
• opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer] (lid 1, onder 6°) en
• [slachtoffer] heeft bewogen om hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen (lid 1, onder 9°).
Verdachte is/heeft hiertoe, terwijl [slachtoffer] psoriasis, heeft,
• een (liefdes)relatie met haar aangegaan,
• bij haar de indruk gewekt dat zij een (monogame) relatie hadden,
• haar mishandeld, bedreigd en uitgescholden,
• tegen [slachtoffer] gezegd " Je zorgt maar dat er 350 euro op tafel ligt", "Ik moet 2000 euro op tafel leggen binnen enkele weken om mijn rijbewijs te halen en rekening te betalen",
• [slachtoffer] seks laten hebben met meerdere klanten in de schuur en andere lokaties,
• [slachtoffer] een legging gegeven waar het kruis uitgeknipt is en gezegd dat zij deze legging moest dragen,
• [slachtoffer] onderdak verschaft in zijn woning,
• [slachtoffer] vervoerd, en
• het door [slachtoffer] verdiende geld beheerd en (deels) aangewend voor eigen gebruik.
In het verlengde hiervan heeft de officier van justitie eveneens gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een integrale vrijspraak bepleit. [slachtoffer] heeft zich weliswaar geprostitueerd en heeft zich daarvoor laten betalen, maar verdachte is hierin niet de sturende kracht geweest. Niets wijst erop dat [slachtoffer] zich niet vrijwillig heeft laten prostitueren.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel (feit 1) en in het verlengde hiervan dat de verdachte de hiermee verdiende gelden heeft witgewassen (feit 2) en [slachtoffer] heeft mishandeld (feit 3).
Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] diverse verklaringen heeft afgelegd. Tijdens het intakegesprek beschuldigt [slachtoffer] verdachte ervan dat hij haar heeft gedwongen zichzelf te prostitueren. Enkele weken later komt ze hier echter op terug en verklaart ze dat ze weliswaar seks heeft gehad met andere mannen tegen betaling, maar dat ze dit op eigen initiatief heeft gedaan en dat verdachte er zelfs op tegen was. Aangezien verdachte ontkent, dient de rechtbank aan de hand van de overige bewijsmiddelen in het dossier te beoordelen welke verklaring van [slachtoffer] als uitgangspunt dient te worden genomen en of er sprake is van een dusdanige bemoeienis van verdachte met het prostitueren van [slachtoffer] dat er sprake is van mensenhandel in de zin van artikel 273f Wetboek van Strafrecht.
Aanleiding onderzoek
Op 30 mei 2012 wordt de surveillancedienst politie Gelderland-Zuid naar het adres [adres] te Nijmegen gestuurd, omdat er ruzie zou zijn in die woning. Bij aankomst op het adres horen de verbalisanten een hoop geschreeuw. De deur wordt opengedaan door verdachte. Hij vertelt dat hij ruzie heeft met zijn vriendin (rechtbank: [slachtoffer]) en dat zij niet weg wil gaan. In de woning treffen de verbalisanten [slachtoffer] aan. [slachtoffer] verklaart tegen de verbalisanten dat ze ’s middags heeft gehoord dat verdachte vreemd is gegaan en dat ze daarom ruzie hebben gekregen. Zij heeft hem geslagen, hij heeft haar niet geslagen. Ze wil de woning uit. [slachtoffer] vertelt verder dat ze door verdachte gedwongen is om via internet dates te hebben voor seks. Verdachte geeft het geld dat [slachtoffer] hiermee verdient uit aan diverse zaken. De verbalisanten nemen vervolgens contact op met de moeder van [slachtoffer] en op haar verzoek wordt [slachtoffer] meegenomen naar het politiebureau om op haar vader te wachten. Onderweg naar het bureau verklaart [slachtoffer] aangifte te willen doen.
De door [slachtoffer] afgelegde verklaringen
Op 30 mei 2012 vindt er om 20.35 uur een intakegesprek plaats met [slachtoffer]. Tijdens deze intake vertelt [slachtoffer] - samengevat - dat ze sinds november 2010 een relatie heeft met verdachte en dat ze in december 2011 bij hem is gaan wonen aan de [adres] in Nijmegen. Verdachte dwingt haar om seks te hebben met mensen. Al het geld dat ze hiermee verdient gaat naar verdachte. Op 29 mei 2012 zei hij tegen haar: “je zorgt maar dat er 350 euro op tafel ligt” en twee weken eerder heeft hij gezegd: “Ik moet 2000 euro op tafel leggen binnen enkele weken om mijn rijbewijs te halen en rekening te betalen." De seks met andere mannen vindt meestal plaats op de [adres] in de schuur. Verdachte heeft daar een matras op de grond gelegd en een uitklapbed neergezet. Omdat ze eczeem heeft, heeft verdachte een legging gemaakt met een uitgeknipt kruis, zodat de klanten haar eczeem niet kunnen zien. Ze heeft overal blauwe plekken van verdachte. Hij slaat haar met volle krachten en met zijn vuisten. De seks met andere mannen is begonnen omdat hij dat vroeg. Toen ze “nee” zei dreigde hij het huis van haar ouders in de fik te steken en vernederde hij haar.
Op 5 juni 2012 blijkt [slachtoffer] terug te zijn gegaan naar verdachte. Ze vertelt aan de politie dat ze dit vrijwillig heeft gedaan, omdat ze het jammer vindt dat hun relatie op deze wijze zou eindigen. Ze wil het met hem uitpraten en bezien of hij kan veranderen. Ook vertelt [slachtoffer] tegen de politie dat ze twee à drie weken daarvoor gestopt is met het prostitutiewerk. Verdachte heeft hier niet noemenswaardig op gereageerd.
Op 19 juni 2012 omstreeks 13.30 uur meldt [slachtoffer] zich op het politiebureau. Verbalisanten zien dat ze erg geëmotioneerd is. Ze heeft gehoord dat verdachte is aangehouden en ze vindt dat dit haar schuld is. Ze zegt dat ze nu de volledige waarheid wil vertellen en een verklaring wil afleggen.
Op 20 juni 2012 wordt [slachtoffer] als getuige gehoord.
Ze verklaart dat ze wel eens bang is dat verdachte een ander heeft. Zij heeft namelijk psoriasis. Niet iedereen heeft dat en dat maakt haar een beetje onzeker. Verdachte zegt dat het hem niets uitmaakt. Hij accepteert haar zoals ze is. Hij is de eerste die haar accepteert met vlekken op haar lichaam.
De relatie tussen haar en verdachte was in het begin goed. Er was een knikpunt op 30 mei 2012. Ze dacht dat verdachte vreemd ging omdat ze berichten in zijn telefoon had gevonden. Ze werd toen heel kwaad, er knapte iets bij haar. Ze wist niet meer wat ze deed. In één keer stond toen de politie voor de deur en uit haar bozigheid heeft ze toen tegen de politie gezegd dat ze seks met andere mannen moest hebben van verdachte en dat hij al het geld hield. Ze is heel jaloers. Ze denkt dat die jaloersheid uit haar eigen onzekerheid over zichzelf komt.
Na 30 mei 2012 is ze niet meer bij verdachte geweest en heeft ze hem ook niet meer gezien of gesproken tot 5 juni 2012. Op 5 juni heeft ze tegen verdachte gezegd dat ze geen seks meer met mannen zou hebben. Ze heeft toen met hem gepraat en gezegd dat als het echt goed zat tussen hen, ze het werk dan ook niet meer ging doen. Verdachte vond dit prima. Ze is met de seks met andere mannen gestopt, omdat ze van de ruzies met verdachte af wilde zijn. Hij was het er niet mee eens dat ze dat werk deed.
Ze heeft in december 2011 voor het eerst seks met andere mannen gehad. Daarna een hele poos niet en toen weer wel. Ze had zo’n seksdate voor de spanning en omdat het stiekem lijkt. Het is weer begonnen in februari of maart 2012. De laatste keer was ergens in mei 2012.
Ze had de seks met andere mannen soms in het bos bij een sporthal van de Matrixx Magics bij het waterpark en af en toe in de schuur van de woning van verdachte. Ze heeft de schuur zelf zo ingericht, maar heeft verdachte laten helpen met verbouwen en het bed van de zolder naar beneden laten sjouwen. Zij heeft het gordijn er neer gehangen. Zij wilde dat de schuur zo werd ingericht. Ze vond dat veiliger voor haarzelf in die schuur.
Verdachte vond het niet leuk, soms hadden ze er ruzie over en soms zei hij weinig.
Ze kwam met andere mannen in contact via de sekssites Chat-girls en Seks-jobs en maakte vervolgens een afspraak via MSN. Ze plaatste die advertenties zelf. Verdachte heeft haar hierbij de eerste keer geholpen, maar later heeft ze het zelf gedaan. De naam Kimberlley heeft ze zelf verzonnen. De foto’s voor de advertenties maakte ze zelf. Ze maakte de advertenties op de laptop van verdachte, die gebruikten ze samen. Ze heeft zelf de prijzen bepaald. Ze keek naar wat andere meisjes vroegen en ging daar dan een beetje onder zitten om misschien meer klanten te krijgen. Ze keek op de laptop wat er die dag opstond of wie er op de site was. Er was dan niemand thuis. Ze gaf de mannen via MSN haar eigen telefoonnummer. Als ze belden nam ze zelf op en maakte een afspraak met die klant. Ze wachtte de mannen met wie ze een afspraak had op in de buurt van de woning en nam ze stiekem mee naar de schuur.
Als ze de mannen ontving droeg ze een legging met een open kruis en een T-shirt. Ze deed altijd haar legging aan. Die droeg ze vanwege haar allergie.
De betaling was steeds netjes vooraf aan haarzelf. Verdachte en zij beheerden het door haar verdiende geld. Ze gaf het aan verdachte, zodat hij het boven in een bakje kon leggen, zodat ze wist waar het lag. Ze hadden afgesproken dat ze het geld op het banknummer van verdachte zouden zetten als het boven een bepaald bedrag kwam. Zij stortte het en haalde het er meestal ook zelf weer af, zodat ze grotere coupures had. Zij had toegang tot de bankrekening van verdachte en kende zijn pincode. Met het verdiende geld heeft ze verschillende dingen gedaan; lekker eten halen, sigaretten kopen, kleding voor verdachte en zichzelf en meer van dat soort dingen. Als ze in een goede stemming was gaf ze geld aan verdachte. Hij vroeg er nooit om. Ze schat dat ze ongeveer 300 of 400 euro aan hem heeft gegeven en daarnaast nog 200 euro bestemd voor een nieuwe auto voor zijn moeder.
De blauwe plekken die ze had waren van een keer na het stoeien. De rest is ontstaan nadat ze zich gestoten heeft. Zij en verdachte hebben elkaar nooit mishandeld.
Ze heeft op en na 30 mei 2012 tegen een aantal familieleden verteld dat ze seks met andere mannen heeft gehad tegen betaling. Ze vroegen dat het zeker van hem (rechtbank: verdachte) moest. Omdat ze weet dat ze haar toch niet geloven en ze hun eigen verhaal maken heeft ze het uiteindelijk maar zo gelaten. Als ze zeggen dat ze het moest doen, dan zeggen ze dat omdat ze verdachte niet mogen.
De door verdachte afgelegde verklaring
Verdachte heeft verklaard dat hij 30 mei 2012 ruzie heeft gehad met [slachtoffer] omdat hij vreemd ging. Hij heeft [slachtoffer] niet geslagen. De ruzie is nu bijgelegd en hun relatie is sinds 5 juni 2012 weer goed.
[slachtoffer] heeft een tijdje in de prostitutie gewerkt. Hij heeft zich daar niet mee bemoeid. In de periode vanaf begin mei heeft ze een paar keer gezegd dat ze met mensen had afgesproken. Verdachte heeft haar toen wel gevraagd of dit wel goed zou zijn voor hun relatie.
Verdachte vond het niet leuk dat [slachtoffer] dit deed, maar hij kon haar niet dwingen om het niet te doen. Hij heeft haar alleen gezegd dat ze moest uitkijken wat ze deed.
De slaapbank stond in de schuur, omdat hij van zijn moeder binnen niet mag blowen. Bepaalde jongens mogen van zijn moeder niet in huis komen.
Hij weet niet hoe [slachtoffer] de contacten met de klanten legde en hij weet ook niet wat ze met het geld deed. Hij heeft van [slachtoffer] geen geld gehad en heeft ook nooit geld gezien, behalve het geld afkomstig van gouden sieraden die [slachtoffer] naar een juwelier had gebracht. Hij weet niets van een kistje met geld in de slaapkamer. De auto van zijn moeder is niet gekocht van geld van [slachtoffer], maar van zijn geld. Hij werkte in die periode al en zijn baas gaf hem ook wel eens wat contant geld.
Hij heeft wel eens slaande ruzie gehad met [slachtoffer]. Zij heeft hem geslagen. Hij heeft haar nooit geslagen. Het enige dat ze doen is stoeien. Die blauwe plekken heeft [slachtoffer] van de wildwaterbaan in Center Parcs. Hij heeft [slachtoffer] nooit bedreigd en ook haar familie niet.
De rechtbank constateert dat er een aantal discrepanties zit tussen de door [slachtoffer] afgelegde getuigenverklaring op 20 juni 2012 en de door verdachte afgelegde verklaring. Zo heeft verdachte verklaard in zijn geheel geen bemoeienis te hebben gehad met de prostitutie van [slachtoffer], terwijl [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte haar de eerste keer heeft geholpen met het plaatsen van een advertentie op internet en dat hij samen met haar het door haar verdiende geld beheerde in een bakje boven. Deze discrepanties bevreemden de rechtbank, nu [slachtoffer] in haar latere getuigenverklaring juist de rol van verdachte substantieel heeft verkleind ten opzichte van de door haar afgelegde verklaring op 30 mei 2012 en – volgens haar eigen woorden – op 20 juni 2012 de waarheid heeft verteld. Desondanks kan slechts op grond hiervan – zonder aanvullend bewijsmateriaal - nog niet worden gesteld dat verdachte op een strafrechtelijk verwijtbare wijze betrokken is geweest bij de prostitutie van [slachtoffer].
Steunbewijs?
Financieel onderzoek
Er bevindt zich een proces-verbaal van bevindingen in het dossier met onder andere een overzicht van stortingen op de bankrekeningen van [slachtoffer], verdachte en zijn zus.
- Tussen 29 december 2011 en 24 mei 2012 worden er twaalf contante stortingen gedaan op de rekening van verdachte van bedragen tussen de 10 en 500 euro.
- Tussen 24 augustus 2011 en 30 mei 2012 worden er 10 contante stortingen gedaan op de rekening van de zus van verdachte van bedragen tussen de 10 en 170 euro.
- Tussen 19 januari 2012 en 16 mei 2012 worden er vijf contanten stortingen gedaan op de rekening van [slachtoffer] van bedragen tussen de 35 en 350 euro.
- Uit de rekeningafschriften van de bankrekeningen van verdachte en zijn zus blijkt dat vaak na de stortingen op de rekeningen kort erna een deel van het geld weer wordt opgenomen via een geldautomaat bij dezelfde bank.
De vraag is 1) of de gestorte bedragen geld betreft afkomstig van de prostitutie van [slachtoffer] en 2) of dit geld door verdachte is ingenomen en werd beheerd.
[slachtoffer] heeft op 30 mei 2012 verklaard dat al het geld dat ze met de prostitutie verdiende naar verdachte ging. Op 20 juni 2012 heeft ze echter verklaard dat zij en verdachte hadden afgesproken dat ze het geld dat zij met de prostitutie had verdiend samen met verdachte beheerde en dat ze het op het banknummer van verdachte zetten als het boven een bepaald bedrag kwam. Zij stortte het en haalde het er meestal ook zelf weer af, zodat ze grotere coupures had.
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] wel eens geld op zijn rekening heeft gestort, maar dat was zijn geld en dat waren geen hoge bedragen.
De rekening van zijn zus wordt beheerd door zijn moeder. Het geld dat op die rekening is gestort is geld van haar.
Ook heeft verdachte verklaard dat hij altijd het geld dat hij stort direct weer opneemt, omdat er anders beslag op wordt gelegd door T-Mobile en hij niets overhoudt.
Verdachte is eind maart 2012 gaan werken en geld gaan verdienen. Hij heeft wat bedragen van zijn baas gekregen en ook af en toe van zijn familie.
Zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft geconstateerd lopen de verklaringen van [slachtoffer] en verdachte op dit punt uiteen. Dit is bevreemdend, maar betekent nog niet dat hetgeen [slachtoffer] hierover heeft verklaard op 20 juni 2012 niet op waarheid berust, nu deze verklaring evengoed kan passen bij de in de periode van december 2011 tot en mei 2012 gedane stortingen en opnames.
De prints van camerabeelden van de pintransacties die zijn gedaan bij de pinautomaat Zwanenveld in Nijmegen zouden enig houvast kunnen bieden bij de stelling dat verdachte het geld innam en beheerde, nu op de beelden steeds verdachte is te zien en hij ook in de meeste gevallen degene is die de transacties doet. Opgemerkt zij echter dat het slechts beelden betreft van een vijftal pintransacties op respectievelijk 18 mei, 22, mei, 24 mei en 30 mei 2012 en één van deze transacties door [slachtoffer] werd gedaan (in het bijzijn van verdachte).
Op grond van vorenstaande kan worden gesteld dat de gedane stortingen mogelijk stortingen betreffen van geld afkomstig van de verdiensten uit de prostitutie van [slachtoffer], aangezien dit zowel kan passen bij de door [slachtoffer] op 30 mei 2012 als op 20 juni 2012 afgelegde verklaring. Hieruit kan echter nog niet worden afgeleid dat verdachte degene was die het geld innam en beheerde, nu [slachtoffer] op 20 juni 2012 heeft verklaard dat zij samen met verdachte het geld beheerde en de prints van de camerabeelden onvoldoende houvast bieden om tot een andere conclusie te komen.
Getuigenverklaringen
Er bevinden zich diverse getuigenverklaringen van familieleden van [slachtoffer] in het dossier die de door [slachtoffer] tijdens haar intake afgelegde verklaring lijken te ondersteunen.
- De moeder van [slachtoffer], [moeder slachtoffer], heeft verklaard dat [slachtoffer] haar op 30 mei 2012 heeft verteld dat ze van verdachte onveilige seks moest hebben in een schuur. Ze durfde geen nee te zeggen. Het geld dat ze ervoor kreeg moest ze aan verdachte geven. Hij kocht daar spullen voor en een auto voor zijn moeder. [slachtoffer] heeft haar ook verteld dat ze klappen van hem kreeg. Ze heeft op 30 mei 2012 wat blauwe plekken gezien op haar rechter bovenarm. [slachtoffer] zei dat ze van verdachte houdt en dat hij haar accepteert zoals ze is.
- [getuige1], de tante van [slachtoffer], heeft verklaard dat ze [slachtoffer] volgde op facebook en twitter. Op 21 mei 2012 zag ze een twitter van [slachtoffer] en een meisje uit Apeldoorn: [naam meisje]. Die [naam meisje] zou een relatie hebben met verdachte. [slachtoffer] gaf via twitter aan dat verdachte haar alleen maar als hoer zou gebruiken.
[tante slachtoffer] heeft verder verklaard dat toen [slachtoffer] haar vertelde dat ze seks met andere mannen moest hebben van verdachte ze zeer emotioneel was. Ze moest het geld afgeven aan verdachte. Ze vertelde dat ze seks moest hebben met een legging waar het kruis uitgeknipt was en dat het gebeurde in de schuur van het huis van verdachte.
[slachtoffer] zei dat ze van hem hield. Hij zou haar eczeem niet erg vinden.
- [nicht slachtoffer], de nicht van [slachtoffer], heeft verklaard dat [slachtoffer] haar op 3 juni 2012 heeft verteld dat ze seks heeft gehad met andere mannen, terwijl ze dat niet wil. Verdachte had thuis een potje waar het geld in zat. [slachtoffer] vertelde ook dat verdachte speciaal een bed in de schuur had neergezet voor [slachtoffer] om daar seks te hebben.
[nicht slachtoffer] heeft verder verklaard dat [slachtoffer] elke keer weer wegging bij verdachte. Dan belde ze overstuur dat ze opgehaald wilde worden als ze klappen kreeg van hem, maar daarna wilde ze niet mee of ging ze kort daarna weer naar hem terug.
[slachtoffer] was heel onzeker. [slachtoffer] zei dat verdachte haar respecteerde zoals ze was.
- [vader slachtoffer], de vader van [slachtoffer], heeft verklaard dat hij de laatste keer op het politiebureau in Nijmegen blauwe plekken heeft gezien bij [slachtoffer]. Hij denkt dat [slachtoffer] bang is voor verdachte.
Een tijdje voor 30 mei 2012, toen [slachtoffer] en verdachte ook ruzie met elkaar hadden, vertelde [slachtoffer] hem dat ze voor verdachte in de prostitutie moest werken. Haar moeder zat daar toen bij.
Ten aanzien van deze verklaringen geldt echter dat zij vrijwel geheel te herleiden zijn tot slechts een en dezelfde bron: [slachtoffer]. Het bewijs dat een verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, kan door de rechtbank echter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige.
Daar komt nog bij dat de getuigen [getuige1] en [vader slachtoffer] ook hebben verklaard dat ze niet achter de relatie van verdachte en [slachtoffer] stonden. Zo heeft [getuige1] verklaard ze verdachte geen goede jongen vond, maar dat ze een vooroordeel met betrekking tot Antillianen en Marokkanen heeft. [vader slachtoffer] heeft verklaard dat hij het niet eens was met de relatie tussen [slachtoffer] en verdachte. Hij had ‘er niets mee, die donkere’. Dit maakt dat de door hen afgelegde verklaringen met de nodige behoedzaamheid moet worden bekeken.
Het door [getuige1] genoemde twitterbericht dat [slachtoffer] naar ene [naam meisje] zou hebben gestuurd, alsmede de bij [slachtoffer] geconstateerde blauwe plekken, zouden enige houvast kunnen bieden, maar:
- het betreffende twitterbericht maakt geen onderdeel uit van het dossier en [naam meisje] zelf (rechtbank: getuige [naam meisje]) heeft ten overstaan van de politie verklaard nooit met [slachtoffer] te hebben getwitterd.
- de geconstateerde blauwe plekken betreffen blauwe plekken ontstaan op of na 30 mei 2012, terwijl [slachtoffer] zelf in de woning aan de [adres] ten overstaan van de politie heeft verklaard dat verdachte haar tijdens de ruzie die dag niet heeft geslagen.
Conclusie
De rechtbank onderkent dat het in zaken als de onderhavige vaker voorkomt dat aanvankelijk een belastende verklaring wordt afgelegd, en dat deze verklaring later weer wordt ingetrokken of afgezwakt. Dat wil niet altijd zeggen dat de eerste -belastende- verklaring daarmee onjuist was. Waar het om gaat is of de belastende verklaring geloofwaardig is in het licht van de rest van het dossier en in voldoende mate wordt ondersteund door uit andere bron afkomstig bewijsmateriaal. Het een noch het ander is in de onderhavige zaak het geval.
Op grond van vorenstaande acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte door middel van geweld, misleiding en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie [slachtoffer] heeft overgebracht en heeft gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting, door -kort gezegd- [slachtoffer] te laten werken in de prostitutie en geld te laten verdienen, noch dat hij haar heeft bewogen of gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (seksuele) diensten. Ook acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] opzettelijk voordeel heeft getrokken door het door haar verdiende geld te beheren en aan te wenden voor eigen gebruik.
Vastgesteld kan worden dat [slachtoffer] psoriasis heeft, dat verdachte een liefdesrelatie met haar is aangegaan en haar onderdak heeft verschaft in haar woning, maar het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen bewijzen dat verdachte haar heeft mishandeld, bedreigd of uitgescholden, dat hij tegen haar heeft gezegd " Je zorgt maar dat er 350 euro op tafel ligt", "Ik moet 2000 euro op tafel leggen binnen enkele weken om mijn rijbewijs te halen en rekening te betalen" en dat hij haar een legging heeft gegeven waar het kruis uitgeknipt is en heeft gezegd dat zij deze legging moest dragen. [slachtoffer] verklaart hier weliswaar over in haar intakegesprek, maar de rechtbank sluit niet uit dat [slachtoffer] deze verklaring heeft afgelegd als gevolg van de hoog opgelopen emoties tijdens de ruzie die ze met verdachte had, omdat hij was vreemd gegaan.
Het feit dat de door [slachtoffer] afgelegde verklaring van 20 juni 2012 – waarin zij naar haar eigen zeggen de waarheid heeft verklaard - op een aantal punten afwijkt van de door verdachte afgelegde verklaring wekt bevreemding, maar dit betekent nog niet dat hiermee het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden. De afgelegde getuigenverklaringen van familieleden en het overzicht van stortingen en opnames op de bankrekeningen van [slachtoffer] en verdachte hebben voorts een te geringe bewijswaarde of zijn multi-interpretabel.
De rechtbank is van oordeel dat voormelde bewijsmiddelen onvoldoende zijn – ook wanneer zij in samenhang worden bezien – om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van het onder 1 tenlastegelegde en in het verlengde hiervan eveneens van het onder 2 tenlastegelegde.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde overweegt de rechtbank dat er na de ruzie op 30 mei 2012 weliswaar door meerdere personen blauwe plekken op het lichaam van [slachtoffer] zijn geconstateerd, maar niet kan worden vastgesteld wanneer deze blauwe plekken zijn ontstaan en ten gevolge waarvan. [slachtoffer] heeft over de ruzie van 30 mei 2012 namelijk verklaard dat zij verdachte heeft geslagen, maar hij haar niet. Voor het overige zijn er onvoldoende aanknopingspunten in het dossier om te kunnen bewijzen dat verdachte [slachtoffer] nog op andere momenten in de ten laste gelegde periode zou hebben mishandeld. De rechtbank zal verdachte derhalve ook vrijspreken van dit feit.
4. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
Aldus gewezen door:
mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. H.G. Eskes, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 november 2012.