ECLI:NL:RBARN:2012:BY3890

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
22 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/900303-12
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar detentiegeschiktheid van verdachte in strafzaak

In de zaak met parketnummer 05/900303-12 heeft de Rechtbank Arnhem op 22 november 2012 uitspraak gedaan over de heropening van het onderzoek naar de detentiegeschiktheid van de verdachte. De zitting vond plaats op 8 november 2012, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. N. Menouar, aanwezig waren. De verdediging heeft verzocht om de behandeling van de strafzaak aan te houden, zodat de detentiegeschiktheid van de verdachte kon worden onderzocht. Dit verzoek was gebaseerd op een passage uit een reclasseringsrapport, waarin vragen werden gesteld over de detentiegeschiktheid van de verdachte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de detentiegeschiktheid van de verdachte, wat van belang is voor een goede strafoplegging in het geval van een bewezenverklaring. De rechtbank heeft besloten dat het rapport van mono-disciplinair onderzoek, opgesteld door mevr. Van der Toren, aan het dossier moet worden toegevoegd. Tevens heeft de rechtbank de officier van justitie opdracht gegeven om een onderzoek naar de detentiegeschiktheid van de verdachte te laten verrichten.

De rechtbank heeft het onderzoek heropend en het onderzoek geschorst tot een nader te bepalen zitting. De officier van justitie moet de benodigde stukken aan het dossier toevoegen en het onderzoek naar de detentiegeschiktheid van de verdachte uitvoeren. Verdere beslissingen zijn aangehouden tot de volgende zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Parketnummer : 05/900303-12
Datum zitting : 08 november 2012
Datum uitspraak : 22 november 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman : mr. N. Menouar, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 07 januari 2012 te Duiven, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (ca. 530 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2], welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] (wiens gezicht(en) (gedeeltelijk) was/waren bedekt met (een) (bivak)muts(en), met kracht tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] voornoemd heeft/hebben geduwd waardoor die [slachtoffer 1] ten val is
gekomen en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd "godverdomme, ga liggen jij", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] dreigend een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht op (het hoofd van) die [slachtoffer 1] en/of op (het lichaam van) die [slachtoffer 2] voornoemd en/of waarbij die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] dreigend een ploertendoder heeft getoond aan voornoemde
perso(o)n(en) waarbij die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] dreigend tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd dat zij op moest staan en de kassalade moest openen en/of vervolgens het geld in een haar getoonde tas moest stoppen en/of dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] op of omstreeks 07 januari 2012 te Duiven, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (ca. 425 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2], welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] (wiens gezicht(en) (gedeeltelijk) was/waren
bedekt met (een) (bivak)muts(en), dreigend een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht op die [slachtoffer 1] voornoemd en/of die [slachtoffer 1] voornoemd dreigend dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de rug heeft/hebben geduwd en (aldus) heeft/hebben gedwongen de deur van het magazijn te openen door dreigend te roepen "deur open" en/of door een of meermalen tegen de deur van het magazijn te schoppen en/of door dreigend een ploertendoder te tonen aan voornoemde perso(o)n(en) en/of dat die [medeverdachte 1]
en/of die [medeverdachte 2] dreigend dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp op die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of dreigend tegen die [slachtoffer 3] voornoemd heeft/hebben gezegd "kluis open, kut, godverdomme", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 7 januari 2012 te Duiven, gelegenheid en/of middelen heeft verschaft door toen opzettelijk die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] voornoemd naar de plaats des misdrijfs te brengen, althans vlakbij de plaats des misdrijfs te brengen en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door toen opzettelijk met een (vlucht)auto dicht in de buurt van de plaats des misdrijfs op die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te blijven wachten en/of opzettelijk op de uitkijk te staan.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 8 november 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. N. Menouar, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd:
* Kruidvat Retail B.V.
De officier van justitie, mr. R. Leuven, heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden waarvan 2 maanden voorwaardelijk met daaraan verbonden de voorwaarden zoals gesteld in het reclasseringsrapport van 27 september 2009, met een proeftijd van 2 jaar en met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. Tevens vordert hij dat de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk wordt toegewezen tot het bedrag van € 1.741,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot het bedrag van
€ 1.741,-. Als laatste vordert hij de verbeurdverklaring van de in beslag genomen Opel Corsa en de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen mobiele telefoon.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De overweging
De verdediging heeft bij pleidooi voorwaardelijk het verzoek gedaan de behandeling van de strafzaak tegen verdachte aan te houden om de detentiegeschiktheid van verdachte te laten onderzoeken. De verdediging heeft dit verzoek gebaseerd op een passage uit het reclasseringsrapport.
Ter terechtzitting is ter sprake gekomen dat betreffende verdachte in een andere strafzaak een NIFP-rapportage is opgemaakt, die zich thans niet bij de stukken bevindt. Kennelijk heeft de reclassering bij het opstellen van de reclasseringsrapportage van 27 september 2012 kennis genomen van de inhoud deze rapportage. In het reclasseringsrapport is aangehaald dat mevr. Van der Toren in haar NIFP-rapportage vragen stelt bij de detentiegeschiktheid van verdachte en dat zij adviseert de behandeling van de zaak aan te houden en de detentiegeschiktheid te onderzoeken.
De rechtbank is van oordeel dat zij aan de opmerking van de rapporteur van het NIFP dat onduidelijkheid bestaat over de detentiegeschiktheid van verdachte niet voorbij mag gaan. Om, ingeval van een bewezenverklaring, tot een goede strafoplegging te kunnen komen, zal deze onduidelijkheid moeten worden opgehelderd. Daarvoor is van belang dat het aangehaalde rapport van mono-disciplinair onderzoek van mevr. Van der Toren aan het dossier wordt toegevoegd en dat de detentiegeschiktheid van verdachte nader wordt onderzocht. De rechtbank zal de officier van justitie hiertoe opdracht geven.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank het onderzoek heropenen en beslissen als hierna te melden.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Heropent het onderzoek.
Schorst het onderzoek tot een nader te appointeren terechtzitting.
Stelt de stukken in handen van de officier van justitie opdat hij het rapport van psychologisch onderzoek, opgemaakt door mevr. Van der Toren aan het dossier kan toevoegen.
Geeft de officier van justitie de opdracht een onderzoek te laten verrichten naar de detentiegeschiktheid van verdachte.
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door:
mr. W.A. Holland (voorzitter), mr. J.M. Klep en mr. G.M.L. Tomassen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.P.H. Brinkman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 november 2012.