ECLI:NL:RBARN:2012:BY4539

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
233690 HA RK 12-230
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van vereffenaars in een nalatenschap en de rol van zaakwaarneming

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 23 oktober 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van vereffenaars in de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoeker, een kandidaat-notaris, heeft de rechtbank verzocht om hem en een andere notaris aan te wijzen als vereffenaars, op basis van artikel 4:204 lid 1 aanhef en onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De verzoeker stelde dat hij zich had ontfermd over de nalatenschap, omdat het grotendeels onbekend was wie de erfgenamen waren en de nalatenschap niet door een executeur werd beheerd.

De rechtbank heeft de feiten in de procedure vastgesteld, waaronder het overlijden van de erflater en het ontbreken van een testament. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker op grond van zaakwaarneming niet als belanghebbende kon worden aangemerkt in de zin van artikel 4:204 lid 1 aanhef en onder a BW. De wet biedt geen ruimte voor een kandidaat-notaris om zich als belanghebbende te beschouwen in deze context. De rechtbank benadrukte dat het openbaar ministerie de rechtbank kan verzoeken om een vereffenaar te benoemen wanneer er geen erfgenamen bekend zijn of wanneer de nalatenschap niet wordt beheerd.

De rechtbank concludeerde dat de verzoeker de bekende erfgenamen diende aan te schrijven of het openbaar ministerie diende te benaderen voor de benoeming van een vereffenaar. Het verzoek van de kandidaat-notaris werd afgewezen, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden om als belanghebbende te worden aangemerkt. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. B.J. Engberts.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 233690 / HA RK 12-230
Beschikking van 23 oktober 2012
in de zaak van
[verzoeker]
in zijn hoedanigheid van kandidaat-notaris werkzaam ten kantore van [naam kantoor en vestigingsplaats]
wonende te [woonplaats]
verzoeker,
advocaat mr. C.M. Koopman te Arnhem,
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift.
2. De feiten
2.1. Op [dag en maand] 2012 is overleden te [plaats] [erflater], hierna te noemen erflater, geboren te [geboorteplaats] op [dag en maand] 1919, laatst wonende te [woonplaats]
2.2. Uit het Centraal Testamenten Register te Den Haag is niet gebleken van een door erflater opgemaakt testament. Ook uit het Duitse testamentenregister is niet gebleken van een door erflater opgemaakt testament.
3. Het verzoek
3.1. [verzoeker] verzoekt de rechtbank op grond van artikel 4:204 lid 1 aanhef en onder a Burgerlijk Wetboek (BW) hem en mr. [naam notaris], in haar hoedanigheid van notaris te [vestiginsgplaats], aan te wijzen als vereffenaars in de nalatenschap van erflater.
3.2. Aan zijn verzoek legt [verzoeker] het volgende ten grondslag. Het is grotendeels onbekend wie de erfgenamen van erflater zijn. De nalatenschap wordt niet door een executeur beheerd en de erfgenamen laten haar (thans) ook onbeheerd. [verzoeker] heeft zich op verzoek van de (voormalige) beschermingsbewindvoerder van erflater over de nalatenschap ontfermd ten titel van zaakwaarneming bij gebreke van (directe) familieleden. Op grond daarvan is hij belanghebbende bij dit verzoek. Mr. [naam notaris] is bij de nalatenschap betrokken als boedelnotaris.
4. De beoordeling
4.1. Artikel 4:204 lid 1 aanhef en onder a BW bepaalt dat de rechtbank een vereffenaar kan benoemen als een nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie, wanneer er geen erfgenamen zijn, wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn, of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten. Zaakwaarneming is het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen (artikel 6:198 BW).
4.2. De rechtbank is van oordeel dat [verzoeker] op grond van zaakwaarneming niet als belanghebbende bij de nalatenschap kan worden aangemerkt in de zin van artikel 4:204 lid 1 aanhef en onder a BW. Wet noch wettelijk systeem bieden daarvoor naar het oordeel van de rechtbank ruimte. Hierbij weegt enerzijds mee dat de wet er uitdrukkelijk in voorziet dat het openbaar ministerie de rechtbank kan verzoeken een vereffenaar te benoemen wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn of wanneer de nalatenschap niet wordt beheerd. Anderzijds geldt dat de adresgegevens van enkele erfgenamen bij [verzoeker] bekend zijn, zodat het veeleer voor de hand ligt dat zij worden aangeschreven. Ten slotte merkt de rechtbank op dat mr. [naam notaris] niet als boedelnotaris in de zin van Boek 4 BW kan worden aangemerkt omdat zij niet als boedelnotaris is aangewezen. Naar het oordeel van de rechtbank ligt het dan ook op de weg van [verzoeker] de hem bekende erfgenamen aan te schrijven of het openbaar ministerie te benaderen teneinde te komen tot de benoeming van een vereffenaar. Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2012.