Parketnummer : 05/900969-10
Datum zitting : 20 september en 20 november 2012
Datum uitspraak : 4 december 2012
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [naam verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
Raadsvrouw : mr. A.H.J. Raaijmakers, advocaat te Arnhem.
Officier van justitie : mr. S.Z. Wiarda.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is na een door de rechtbank toegestane wijziging ten aanzien van feit 1 ten laste gelegd dat:
hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in of omstreeks de
periode van [geboortedatum] tot en met 18 april 2008 te Nijmegen, (telkens)
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een
andere feitelijkheid zijn dochter, [naam slachtoffer], geboren [geboortedatum] heeft
gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], te weten
- het onverhoeds en/of met gebruikmaking van zijn, verdachtes, psychische
en/of fysieke overwicht steken van zijn verdachtes tong en/of vinger/duim in
de mond van die [naam slachtoffer];
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks [geboortedatum] tot en met 18 april 2008 te Nijmegen,
(opzettelijk) handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen
van het lichaam, te weten het steken van zijn, verdachtes, tong en/of
vinger/duim in de mond van zijn, verdachtes, dochter [naam slachtoffer], geboren op
[geboortedatum], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in of omstreeks de
periode van [geboortedatum] tot en met 18 april 2008 te Nijmegen, (telkens)
ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig dochter, [naam slachtoffer], geboren op
[geboortedatum], bestaande die ontucht hierin dat hij
- met zijn, verdachtes, vinger(s) de vagina/geslachtsdelen van [naam slachtoffer] aanraakt
en/of betast en/of
- met zijn verdachtes tong, de tong van [naam slachtoffer] aanraakt;
hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in of omstreeks de
periode van [geboortedatum] tot en met 27 februari 2008 in de gemeente Nijmegen,
althans in Nederland (telkens)
aan zijn, verdachtes dochter genaamd [naam slachtoffer], geboren [geboortedatum]),
(telkens) opzettelijk haar gezondheid heeft benadeeld door:
- [naam slachtoffer] met de handen op haar rug in de hoek te zetten,
- een duim in de mond van [naam slachtoffer] te steken,
- het gezicht van [naam slachtoffer] in te smeren met (bruine) pap,
- [naam slachtoffer] op de mond te kussen,
- [naam slachtoffer] een tongzoen te geven,
- op korte afstand van het gezicht van [naam slachtoffer] zijn tong uit te steken,
- op een ruwe manier een tepel van [naam slachtoffer] vast te pakken,
- met een vinger de geslachtsdelen van [naam slachtoffer] aan te raken,
- met zijn handen "te kriebelen" aan de geslachtsdelen van [naam slachtoffer],
- [naam slachtoffer] opdracht te geven boos te worden en/of
- [naam slachtoffer] met haar hoofd in een (verjaardags)taart te duwen
tengevolge waarvan [naam slachtoffer] psychisch is mishandeld;
300 lid 4 SR
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van [geboortedatum]
tot en met 14 oktober 2010 te Nijmegen en/of Culemborg, in ieder geval in
Nederland,
(één en meermalen) (telkens)
(in totaal) ruim/circa 53, althans een (groot) aantal afbeeldingen/
multimediafiles (te weten foto('s) en/of filmfragment(en)
danwel één of meerdere gegevensdragers ( te weten een CD) bevattende die
afbeeldingen/multimediafiles, van (telkens) (een) seksuele gedraging(en)
waarbij een persoon ([naam slachtoffer]) is betrokken of schijnbaar is betrokken,
die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
in zijn bezit heeft gehad en/of
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens)
bestaat/bestaan uit een geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige [naam slachtoffer]
[achternaam], althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt
- die op een dusdanige wijze poseert en/of zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van kleding ontdoet en/of waarbij door het
gekozen camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van
kleden van [naam slachtoffer] en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s), haar
geslachtsde(e)l(en) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, met het
kennelijke doel om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van die [naam slachtoffer]
althans van iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt (met een penis en/of een mond/tong en/of een vinger en/of een voorwerp)
(aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele
prikkeling en/of
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat
- een of meerdere (3) foto's/afbeeldingen waarop te zien is dat verdachte
[achternaam] aan het tongzoenen is met [naam slachtoffer], althans op de foto's te zien
is dat verdachte [achternaam] zijn tong (voor een deel) in de mond van [naam slachtoffer]
had gestoken en/of
- een of meerdere foto's/afbeeldingen waarop het naakte onderlichaam van
[naam slachtoffer] te zien is en/of een of meerdere foto's/afbeeldingen van een
zeer jong meisje in de geschatte leeftijd van 3 tot 5 jaar oud, waarbij het
hoofd niet staat afgebeeld (maar vrijwel zeker ook het naakte lichaam van
[naam slachtoffer] te zien is), waarbij op deze foto's/afbeeldingen de vagina
prominent in beeld is en/of
- een of meerdere foto's/afbeeldingen/tumbnail(s) die het naakte onderlichaam
van [naam slachtoffer] toont/tonen die daarbij op de buik ligt van naar zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid verdachte [achternaam], waarbij ook de vagina van
[naam slachtoffer] prominent in beeld is gebracht
terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 20 november 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. A.H.J. Raaijmakers, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd:
*[voorletters][achternaam] (gemachtigde namens het slachtoffer is C.L. Pas) ?
De officier van justitie, mr. S.Z. Wiarda, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs1
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is betoogd dat verdachte op geen enkel moment met zijn tong is binnengedrongen in de mond van [naam slachtoffer] en dat er daarom geen sprake is geweest van binnendringen van het lichaam.
Verder is betoogd dat verdachte weliswaar met zijn vinger in de mond van [naam slachtoffer] is geweest, maar dat verdachte dit heeft gedaan om [naam slachtoffer] te troosten. Deze handeling is niet gedaan met een seksuele strekking. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte wordt kort gezegd verweten dat hij met zijn tong en vinger in de mond van [naam slachtoffer] is binnengedrongen en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan primair verkrachting, subsidiair het seksueel binnendringen van iemand beneden de 12 jaar. In het dossier bevinden zich videobeelden en/of foto's waarop te zien zou zijn dat verdachte met zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] komt en waarop te zien is dat verdachte met zijn vinger in de mond van [naam slachtoffer] zit (C 91). De deskundige, Professor dr. C. de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie, die op 10 juni 2011 door de rechter-commissaris is benoemd, heeft de beelden uit het dossier bekeken en heeft haar conclusies in haar rapport van 10 oktober 2011 vastgelegd. De deskundige concludeert dat op een van de beelden te zien is dat verdachte zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] duwt (C53). Ook de getuige [getuige 1] heeft verklaard dat zij wel eens heeft gezien dat verdachte met zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] kwam om met haar te zoenen. Verdachte heeft ten stelligste ontkend met zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] te zijn geweest
De rechtbank heeft kennisgenomen van deze beelden en heeft enkele van deze beelden ter zitting van 20 november 2012 getoond. De rechtbank is echter van oordeel dat op de beelden niet eenduidig is vast te stellen dat verdachte daadwerkelijk met zijn tong ín de mond van [naam slachtoffer] komt. De rechtbank kan dan ook niet uitsluiten dat de getuige die bij dergelijke 'zoenvoorvallen' aanwezig is geweest, weliswaar het idee had dat verdachte met zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] kwam, maar dat dit er in werkelijkheid sprake was van 'tongcontact'buiten de mond van [naam slachtoffer]. In dat geval is er geen sprake van het seksueel binnendringen zoals ten laste is gelegd.
De rechtbank stelt vast dat op foto C91 is te zien dat verdachte zijn rechterduim in de mond van [naam slachtoffer] heeft. De rechtbank is echter van oordeel dat uit de feiten en omstandigheden niet valt op te maken dat dit is gedaan met een seksuele lading. Verdachte heeft hierover verklaard dat hij dit heeft gedaan om [naam slachtoffer] te troosten. De rechtbank acht deze uitleg niet onaannemelijk.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte daadwerkelijk met zijn tong in de mond van [naam slachtoffer] is binnengedrongen en dat het plaatsen van de rechterduim in de mond van [naam slachtoffer] is gedaan met een seksuele strekking.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken voor het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft in de periode van [geboortedatum] tot en met 27 februari 2008 in Nijmegen meerdere malen met zijn tong de tong van zijn dochter [naam slachtoffer] aangeraakt2. [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum], was in voornoemde periode minderjarig3.
Verdachte heeft in diezelfde periode [naam slachtoffer] in bad gedaan. Tijdens deze badsessie steekt verdachte, terwijl [naam slachtoffer] naakt in het badje ligt, zijn hand in het water, maakt daarbij met deze hand een beweging en zegt "Mutsie, Mutsie, Mutsie"4.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat op de video 118696, die ook op de zitting van 20 november 2012 is getoond, is te zien dat verdachte met zijn hand in het bad een beweging maakt. Gelet op deze beweging kan worden bewezen dat hij de vagina van [naam slachtoffer] heeft aangeraakt.
Verder heeft verdachte erkend dat hij met zijn tong, de tong van [naam slachtoffer] heeft aangeraakt. Ook op meerdere foto's en filmpjes in het dossier is dit te zien. De officier van justitie heeft betoogd dat het hier gaat om ontuchtige handelingen, waarbij ethische normen zijn overschreden.
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
Door verdachte is betoogd dat hij weliswaar met zijn tong, de tong van [naam slachtoffer] heeft aangeraakt,
maar dat hij dit niet heeft gedaan met een seksuele strekking. Verder is door en namens verdachte betoogd dat hij op niet met zijn vinger(s) aan de vagina/geslachtsdelen heeft gezeten en slechts met zijn hand in het water een kietelende beweging heeft gemaakt. De hand van verdachte was te ver verwijderd van het lichaam om de geslachtsdelen van [naam slachtoffer] aan te kunnen raken. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken voor het onder 2 tenlastegelegd feit.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft op meerdere momenten met zijn tong de tong van [naam slachtoffer] aangeraakt. Verdachte heeft daarover verklaard, dat hij bij zijn handelen geen seksuele bedoeldingen heeft gehad.
De rechtbank merkt op dat de intentie die verdachte heeft gehad bij zijn handelen niet doorslaggevend is om te bepalen of een handeling als ontuchtig is aan te merken. Wel is vereist dat verdachte het opzet had op het plegen van seksueel getinte handelingen, die als ontuchtig kunnen worden aangemerkt. Naar het oordeel van de rechtbank volgt dit opzet uit de aard van de handeling. Het tongzoenen met een kind, dat jonger is dan 3 jaar, is naar zijn aard ontuchtig en in strijd met de sociaal-ethische norm. Deze handeling is op geen enkele wijze functioneel in de verhouding tussen ouder en kind.
Verdachte heeft ontkend dat hij tijdens het baden van zijn dochtertje [naam slachtoffer] met zijn vingers aan haar geslachtsdelen heeft gezeten. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij zijn hand tijdens het baden meer bij de buik dan bij de geslachtsdelen van [naam slachtoffer] hield en dat hij wel heel lange vingers zou moeten hebben om [naam slachtoffer]'s vagina aan te kunnen raken. De rechtbank heeft op de ter zitting getoonde beelden geconstateerd dat verdachte zijn hand onder water houdt, een beweging met zijn vingers maakt terwijl hij de woorden spreekt "Mutsie, Mutsie, Mutsie". De rechtbank heeft daarbij vastgesteld, dat, anders dan verdachte verklaard heeft, zijn hand zich op zijn minst zeer dicht in de buurt van de geslachtsdelen van [naam slachtoffer] bevond. De rechtbank stelt vast dat een beweging onder water op beeld nooit klip en klaar zichtbaar kan worden gemaakt. Desondanks komt de rechtbank op grond van hetgeen wel zichtbaar is op de beelden, in combinatie met de woorden 'mutsie, mutsie' van verdachte en het feit dat hij geen uitleg geeft waarom hij in de voorgaande context de woorden "Mutsie, Mutsie, Mutsie" bezigt, tot een bewezenverklaring van het betasten van de geslachtsdelen van [naam slachtoffer]. Daarbij heeft de rechtbank ook acht geslagen op de aantoonbaar onjuiste ontkenning van verdachte dat zijn hand zich in de buurt van haar geslachtsdelen bevond. De rechtbank acht op grond van de combinatie van voorgaande feiten feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft op meerdere tijdstippen in de periode van [geboortedatum] tot en met 27 februari 2008 in de gemeente Nijmegen de navolgende handelingen verricht:
- [naam slachtoffer] met de handen op haar rug in de hoek heeft gezet;
- het gezicht van [naam slachtoffer] ingesmeerd met (bruine) pap,
- [naam slachtoffer] op de mond gekust,
- [naam slachtoffer] een tongzoen gegeven,
- op korte afstand van het gezicht van [naam slachtoffer] zijn tong uitgestoken,
- op een ruwe manier een tepel van [naam slachtoffer] vastgepakt,
- [naam slachtoffer] opdracht gegeven boos te worden en
- [naam slachtoffer] met haar hoofd in een verjaardagstaart geduwd5.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen van psychische mishandeling. Alleen de deskundige Prof.dr. De Ruiter geeft aan dat er sprake is van psychische mishandeling. De verdediging heeft verder betoogd dat verdachte de gezondheid van zijn dochter niet opzettelijk heeft benadeeld.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring te komen van feit 3. De officier van justitie heeft daartoe aangegeven, dat uit de handelingen die aan verdachte zijn tenlastegelegd en bewezen kunnen worden verklaard, voldoende blijkt dat dit benadeling van de gezondheid oplevert. Daarnaast geeft Prof. dr. De Ruiter aan dat [naam slachtoffer] als object wordt gebruikt en er sprake is van een seksualiserend contact en sadistisch gedrag door verdachte. Prof. dr. De Ruiter ziet dat [naam slachtoffer] een getraumatiseerd en angstig kind is en zij concludeert dat er sprake is van psychische mishandeling.
Op de beelden die ter zitting zijn vertoond is te zien dat verdachte de handelingen opzettelijk doet. Hierdoor kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk de gezondheid van zijn dochter benadeelt.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank verwijst ten aanzien van de ontkenning van verdachte, dat hij de geslachtsdelen van [naam slachtoffer] zou hebben aangeraakt, naar de overweging van de rechtbank onder feit 2. De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het betasten van de geslachtsdelen van [naam slachtoffer].
De rechtbank is van oordeel dat uit de aard van de bewezenverklaarde handelingen reeds blijkt dat verdachte opzet heeft gehad op deze handelingen en daarmee op de nadelige gevolgen hiervan. Bovendien heeft de deskundige, Prof. dr. De Ruiter in haar rapport geconcludeerd dat er sprake is van psychische mishandeling en dat de gevolgen van de mishandeling die [naam slachtoffer] op jonge leeftijd heeft meegemaakt ernstig zijn6. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door op deze wijze te handelen tegenover [naam slachtoffer], die op dat moment nog geen drie jaar oud is, haar psychisch heeft mishandeld en acht het onder 3 tenlastegelegde feit bewezen.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Aan de woning van mevrouw [naam 1] op de [adres 1] te Nijmegen zijn onder andere een computer, Acer lap top en cd-roms in beslag genomen7. Verdachte kwam ook in deze woning en gebruikte deze computer8. Op deze computers en cd-roms zijn onder meer foto's aangetroffen, die door zedenrechercheurs zijn beoordeeld.9
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De wijze waarop [naam slachtoffer] is gefotografeerd maakt dat er sprake is van kinderporno.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair betoogd dat de foto's zijn genomen zonder seksuele lading.
Subsidiair is betoogd dat verdachte de foto's nooit in zijn bezit heeft gehad, nu de foto's bij mevrouw [naam 1] in beslag zijn genomen. Verdachte dient voor dit feit te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Primair heeft verdachte betoogd dat de foto's van [naam slachtoffer] niet zijn genomen met een seksuele lading.
De wijze waarop de minderjarige [naam slachtoffer] op de aangetroffen foto's poseert is onnatuurlijk en/of er wordt nadruk gelegd op het geslachtsdeel van [naam slachtoffer]. Op sommige foto's poseert [naam slachtoffer] in een seksueel getinte houding en deze poses zijn niet passend bij haar leeftijd. De foto's zijn beoordeeld door [naam 2], bevoegd zedenrechercheur. In zijn proces-verbaal komt hij tot de conclusie dat 53 foto's als kinderpornografisch moeten worden geclassifeerd. .10
Bij het kwalificeren van de afbeeldingen heeft de verbalisant gehandeld conform de richtlijn van het college van procureurs-generaal "Aanwijzing kinderpornografie (artikel 240b Wetboek van Strafrecht)".11 Gelet op het vorenstaande in combinatie met de hoeveelheid aangetroffen foto's van kinderpornografische aard, acht de rechtbank feit 4 bewezen.
Het verweer van verdachte dat deze foto's zijn genomen zonder seksuele lading doet aan het vorenstaande niet af. Nog daargelaten of foto's als de onderhavige zonder seksuele intentie kunnen zijn vervaardigd, is de intentie van de maker bij de vraag of de afbeeldingen een pornografisch karakter niet relevant.
Subsidiair heeft verdachte betoogd dat hij de gewraakte foto's nooit in zijn bezit heeft gehad.
De rechtbank overweegt als volgt.
Dit verweer treft geen doel, nu verdachte heeft verklaard dat zowel hij als mevrouw [naam 1] gebruik maakten van de inbeslaggenomen computer en bijbehorende apparatuur waarop de voornoemde foto's van [naam slachtoffer] zijn aangetroffen. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij een deel van deze foto's zelf heeft genomen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte de beschikkingsmacht heeft gehad over deze foto's. De rechtbank acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze foto's in bezit heeft gehad.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2,3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van [geboortedatum] tot en met 27 februari 2008 te Nijmegen, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig dochter, [naam slachtoffer], geboren op
[geboortedatum], bestaande die ontucht hierin dat hij
- met zijn, verdachtes, vinger(s) de vagina/geslachtsdelen van [naam slachtoffer] aanraakt
- met zijn verdachtes tong, de tong van [naam slachtoffer] aanraakt;
hij op meerdere tijdstippen in de periode van [geboortedatum] tot en met 27 februari 2008 in de gemeente Nijmegen, aan zijn, verdachtes dochter genaamd [naam slachtoffer], geboren [geboortedatum], (telkens) opzettelijk haar gezondheid heeft benadeeld door:
- [naam slachtoffer] met de handen op haar rug in de hoek te zetten,
- het gezicht van [naam slachtoffer] in te smeren met (bruine) pap,
- [naam slachtoffer] op de mond te kussen,
- [naam slachtoffer] een tongzoen te geven,
- op korte afstand van het gezicht van [naam slachtoffer] zijn tong uit te steken,
- op een ruwe manier een tepel van [naam slachtoffer] vast te pakken,
- met een vinger de geslachtsdelen van [naam slachtoffer] aan te raken,
- met zijn handen "te kriebelen" aan de geslachtsdelen van [naam slachtoffer],
- [naam slachtoffer] opdracht te geven boos te worden en
- [naam slachtoffer] met haar hoofd in een (verjaardags)taart te duwen
tengevolge waarvan [naam slachtoffer] psychisch is mishandeld.
hij op meer tijdstippen in de periode van [geboortedatum] tot en met 14 oktober 2010 te Nijmegen en/of Culemborg, meermalen (in totaal) circa 53, afbeeldingen, foto's, van telkens een seksuele gedraging waarbij een persoon ([naam slachtoffer]) is betrokken, die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
in zijn bezit heeft gehad en
welke afgebeelde seksuele gedraging in algemene zin (telkens)
bestaat uit een geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige [naam slachtoffer][achternaam], die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
- die op een dusdanige wijze poseert en/of waarbij door het gekozen camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van [naam slachtoffer] en/of de uitsnede van de afbeelding, haar geslachtsde(e)l(en) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, met het
kennelijke doel om seksuele prikkeling op te wekken
(aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele
prikkeling en
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat
- meerdere foto's/afbeeldingen waarop het naakte onderlichaam van [naam slachtoffer] te zien is en foto's/afbeeldingen van een zeer jong meisje in de geschatte leeftijd van 3 tot 5 jaar oud, waarbij het hoofd niet staat afgebeeld (maar vrijwel zeker ook het naakte lichaam van [naam slachtoffer] te zien is), waarbij op deze foto's/afbeeldingen de vagina prominent in beeld is en
- foto's/afbeeldingen/tumbnail(s) die het naakte onderlichaam van [naam slachtoffer] tonen die daarbij op de buik ligt van naar zekerheid grenzende waarschijnlijkheid verdachte [achternaam], waarbij ook de vagina van [naam slachtoffer] prominent in beeld is gebracht
terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd
Ten aanzien van de feit 3:
Mishandeling, meermalen gepleegd
Gegevensdragers bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft bij de bepaling van haar strafeis gelet op de ouderdom van de zaak.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat het lang heeft geduurd voordat de zaak aanhangig is gemaakt en dat dit zou moeten doorklinken in de straf. Verdachte wil graag zijn baan behouden en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou dit doorkruisen. Een taakstraf zou in deze zaak passend zijn.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
? het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 9 oktober 2012;
? een Pro justitia Rapportage, opgemaakt door P.E. Geurink, forensisch psycholoog, d.d. 17 september 2012, betreffende verdachte;
* een Pro justitia Rapportage, opgemaakt door J.R.. Douglas Broers, psychiater, d.d. 1 augustus 2012, betreffende verdachte;
* een reclasseringsrapport, opgemaakt door R. Groenendaal, reclasseringswerker, d.d. 23 juli 2012.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een aantal ernstige vergrijpen jegens een zeer jong kind die een grote negatieve impact hebben gehad op dat kind, dat hij als zijn eigen dochter beschouwde en behandelde. De rechtbank rekent verdachte in sterke mate aan hij als ouder zowel in de lichamelijke als pedagogische omgang met [naam slachtoffer] de door hem in acht te nemen grenzen op grove wijze heeft overschreden. Een kind dient zich in de beslotenheid van het gezin veilig te voelen en ook daadwerkelijk te zijn. Een kind moet onvoorwaardelijk kunnen vertrouwen op haar ouders/opvoeders en ervan uit kunnen gaan dat zij zullen handelen ten gunste van haar welzijn. Verdachte heeft echter met zijn handelen dit vertrouwen op ernstige wijze geschaad. Dergelijk handelen levert grote psychische schade op, zeker wanneer dit plaatsvindt bij een kind van deze zeer jonge leeftijd.
Verdachte heeft daarbij enkel en alleen oog gehad voor zijn eigen ´plezier´en heeft daarbij op geen enkele wijze stilgestaan bij de gevolgen van zijn handelen voor [naam slachtoffer]. Hij heeft [naam slachtoffer] slechts gezien als een object dat hij kon gebruiken naar eigen goeddunken. De rechtbank is van oordeel dat dit gedrag hoogst verwerpelijk is. Bovendien acht de rechtbank de houding van verdachte zorgwekkend, nu verdachte, ook ter zitting, heeft aangegeven dat hij het een en ander ´grappig´ vond en hij nauwelijks tot geen inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen.
Uit het psychiatrisch rapport komt naar voren dat er geen sprake is van een persoonlijkheidsstoornis bij verdachte. De rapporteur geeft aan dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar kan worden verklaard. Wel is er sprake van antisociale kenmerken. De psychiater ziet verder geen aanleiding om een behandeling te starten. De bevindingen van de psychiater worden in grote lijnen, en met name op het punt van de toerekeningsvatbaarheid, ondersteund door de rapportage van de psycholoog.
Uit het reclasseringsrapport komt naar voren dat verdachte geen inzicht heeft in sociale omgangsnormen en geen zicht heeft op zijn delictgedrag. Verdachte is vooral gericht op macht. Verder staat verdachte niet open voor begeleiding en wordt afstraffen zonder behandeling geadviseerd.
Uit voornoemde rapportages is gebleken dat behandeling van verdachte geen nut heeft. Door de reclassering wordt om die reden een afstraffing zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd.
De rechtbank heeft bij de oplegging van haar straf mede gelet op de 'ouderdom van de zaak'
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten en de houding van verdachte, geen andere straf in aanmerking komt dan een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur.
De rechtbank komt echter tot een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist, nu zij verdachte zal vrijspreken voor het onder 1 tenlastegelegde.
6a. De beoordeling van de civiele vordering van [naam s[voorletters]toffer], alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde [naam s[voorletters]toffer] heeft zich in het strafproces door de gemachtigde C.L. Pas laten voegen ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 2, 3 en 4 bewezenverklaarde feiten. Gevorderd is een bedrag van € 10.000.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier heeft verzocht om integrale toewijzing van de vordering met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel en de vermeerdering met wettelijke rente.
Het standpunt van de verdediging
Door en namens de verdachte is de vordering van de benadeelde betwist, nu de verdachte het tenlastegelegde ontkent en de raadsvrouw primair heeft betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijke niet-ontvankelijk te verklaren, nu niet alle immateriële schade is terug te brengen tot het handelen van verdachte en daarmee niet (geheel) is aan te merken als rechtstreekse schade die voortkomt uit de bewezenverklaarde feiten.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat [naam slachtoffer] ([naam slachtoffer]) door hetgeen haar is aangedaan immateriële schade heeft geleden en dat zij uit dien hoofde terecht aanspraak maakt op vergoeding van die schade. De rechtbank kan in deze strafrechtelijke procedure echter niet exact vaststellen welk bedrag aan vergoeding voor de geleden immateriële schade op zijn plaats is. De rechtbank is evenwel van oordeel dat in ieder geval een bedrag van
€ 5.000,00 aan schadevergoeding op zijn plaats is, zodat de rechtbank dit bedrag zal toewijzen aan het slachtoffer. De vordering is voor zover deze strekt tot vergoeding van een hoger bedrag wegens immateriële schade onvoldoende met stukken onderbouwd. Een nadere beoordeling van deze schadeposten zou een onevenredige belasting van het strafgeding meebrengen, zodat de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
De rechtbank zal tevens de wettelijke rente vanaf de datum van het delict toewijzen en de maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht toepassen.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten computer, Acer lap top, en cd-roms, met betrekking tot welke het bewezenverklaarde feit 4 is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 57, 63, 240b, 249 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: computer, Acer lap top, en cd-roms.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [voorletters] ([naam slachtoffer]) [achternaam].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [voorletters] ([naam slachtoffer]) [achternaam], te betalen
- € 5.000 (vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [voorletters] ([naam slachtoffer]) [achternaam], te betalen € 5.000 (vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. M.M.L.A.T. Doll (voorzitter), mr. C. van Linschoten en mr. M.F. Gielissen rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G. Croes, griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 december 201212
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de regiopolitie Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, OPS-nummer 2010075071, gesloten op 30 november 2011 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 Verklaring verdachte ter zitting 20 november 2012
3 Proces-verbaal aangifte pag. 112.
4 Eigen waarneming rechtbank ter zitting van 20 november 2012 en deskundigenrapport opgemaakt door Prof. Dr. C. de Ruiter pag. 463 t/m 480
5 Verklaring verdachte ter zitting 20 november 2012, eigen waarneming rechtbank ter zitting 20 november 2012 en deskundigenrapport opgemaakt door prof. Dr. C. de Ruiter pag. 463 t/m 480.
6 deskundigenrapport opgemaakt door Prof. Dr. C. de Ruiter pag. 480
7 Proces-verbaal bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 3] pag. 397 en 398.
8 Verklaring verdachte ter zitting 20 november 2012.
9 Proces-verbaal onderzoek computerapparatuur, opgemaakt door [verbalisant 3] pag. 401, 402 en 403 en proces-verbaal van bevindingen (multimedia), opgemaakt door [naam 2], bevoegd zedenrechercheur proces-verbaal nummer PL084A 2010075071-59.
10 Proces-verbaal van bevindingen (multimedia), opgemaakt door [naam 2], bevoegd zedenrechercheur proces-verbaal nummer PL084A 2010075071-59.
11 Proces-verbaal van bevindingen (multimedia), opgemaakt door [naam 2], bevoegd zedenrechercheur proces-verbaal nummer PL084A 2010075071-59.