ECLI:NL:RBARN:2012:BY6901

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
19 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/700938-12
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens mishandeling en dwang in alternatieve behandelrelatie

In deze strafzaak is de verdachte, een alternatieve behandelaar, aangeklaagd voor meerdere feiten van mishandeling en dwang jegens haar cliënten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 10 maart 2009 tot en met 25 juni 2012, in verschillende plaatsen in Nederland en Spanje, handelingen heeft verricht die als mishandeling en dwang kunnen worden gekwalificeerd. De verdachte heeft haar cliënten onder druk gezet om deel te nemen aan haar behandelingen, waarbij zij hen fysiek en psychisch heeft mishandeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte ten aanzien van enkele feiten als volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden beschouwd, vanwege een psychose die zij op dat moment doormaakte. Voor de feiten waarbij zij niet als ontoerekeningsvatbaar werd aangemerkt, is de verdachte veroordeeld tot een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden, met bijzondere voorwaarden waaronder een behandelverplichting en een contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen, waarbij schadevergoeding is opgelegd voor de geleden immateriële schade. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, omdat dit niet als strafbaar kon worden gekwalificeerd. De uitspraak is gedaan op 19 december 2012.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Promis II
Parketnummer : 05/700938-12
Datum zitting : 03 oktober 2012 en 05 december 2012
Datum uitspraak : 19 december 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in PI Zuid Oost - HvB Ter Peel.
raadsman : mr. F.E.J. Janzing, advocaat te Wijchen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging en een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, het navolgende tenlastegelegd. Ten behoeve van de leesbaarheid en controleerbaarheid heeft de rechtbank bij het onder 5 tenlastegelegde een letter- en nummeraanduiding gebruikt, waarnaar bij bespreking van het onder 5 tenlastegelegde zal worden verwezen.
1. (Wet BIG)
Zij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 10 maart 2009 tot en met 25 juni 2012, in Borculo en/of Nijmegen en/of Ospel en/of Schin op Geul en/of Spijkenisse en/of Texel en/of Uddel en/of elders in Nederland en/of Dunmanway (Ierland) en/of Malaga (Spanje) en/of La Pubela (Mallorca/Spanje) en/of elders in Europa, terwijl zij, verdachte, niet ingeschreven stond in een register (overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 1 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg), (telkens) buiten noodzaak één of meer handeling(en) heeft verricht en/of uitgevoerd op het gebied van de individuele gezondheidszorg, te weten, door toepassing van één of meer (be)handeling(en) en/of therapie(en) (al dan niet gebaseerd op de 'mens-methode', welke methode onder meer gestoeld is op en/of één of meer elementen bevat uit en/of waarin aandacht wordt besteed aan de parapsychologie en/of de comtemplatieve psychologie en/of de (lichaamsgerichte) psychoanalyse en/of de cognitieve gedragstherapie en/of bio-energetica en/of één of meer (andere) alternatieve behandelwijze(n) en/of het boeddhisme en/of paranormaliteit), terwijl zij, verdachte, bij het toepassen van bovengenoemde (be)handeling(en) en/of therapie(en) wist en/of ernstige reden had om te vermoeden dat zij schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander of anderen, te weten, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of één of meer andere perso(o)n(en), zou kunnen veroorzaken, immers heeft/is zij, verdachte - zakelijk weergegeven -
* één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) afgehouden van de reguliere medische zorg en/of reguliere medische zorg onthouden,
- door (zonder daartoe (redelijkerwijs) bekwaam te zijn) de door een arts gestelde reguliere diagnose in twijfel te trekken en/of als onjuist te bestempelen; en/of
- door één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) te adviseren om zich te laten behandelen door haar, verdachte, (door aan te geven, althans haar/hem/hen het gevoel te geven dat zij, verdachte, de enige persoon was die haar/hem/hen kon helpen en/of genezen); en/of
- door tegen één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) te zeggen dat als zij zou(den) stoppen met de (be)handeling(en) en/of therapie(en) (al dan niet gebaseerd op de 'mens-methode') van haar, verdachte, en/of niet alle fasen van de (daarbij behorende 'basismethodiek') zou(den) doorlopen:
- hij/zij een belangrijk proces zou(den) verstoren; en/of
- hij/zij naar de hel zou(den) gaan; en/of
- hij/zij één of meer ziekte(n) en/of stoornis(sen) zou(den) krijgen; en/of
- hij/zij zou(den) verongelukken; en/of
- hij/zij dood zou(den) gaan; en/of
- zij, verdachte, haar/hem/hen zou laten opnemen in een gesticht; en/of
- zij, verdachte, haar paranormaliteit en/of voorspellende gaven ten negatieve zou aanwenden; en/of
- zij, verdachte, en/of [naam 1] haar/zijn/hun hart zou(den) stilzetten; en/of
* bij één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) een (andere) (alternatieve) diagnose gesteld, terwijl zij daartoe (redelijkerwijs) niet bekwaam was en/of één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) daartoe onbehoorlijk en/of onvoldoende onderzocht heeft; en/of
* ter behandeling van de door haar, verdachte, gestelde (alternatieve) diagnose, althans bij het toepassen van één of meer (be)handeling(en) en/of therapie(en) (telkens) onzorgvuldig en onbekwaam te werk gegaan en/of (telkens) één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) (stelselmatig) pijn en/of letsel toegebracht, door (onder meer),
[slachtoffer 1] (telkens) (met kracht) aan de haren (naar beneden en/of boven en/of voren en/of achteren) te trekken, en/of aan de haren mee te sleuren, en/of op/naar de grond te trekken en/of duwen en/of gooien en/of slaan en/of schoppen/trappen, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd en/of lichaam (romp) te slaan, en/of met een/de voet(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd en/of de borst en/of de buik en/of de rug en/of het achterwerk te duwen en/of schoppen/trappen, en/of met (de achterzijde en/of de punt van) een vijl over/tegen de oogbol(len) te drukken en/of het gezicht en/of het (voor)hoofd en/of de (onder)kaak en/of de tanden te schuren/schaven en/of slaan en/of een vijl (dwars) in de mond te brengen/duwen en/of (daarbij) de vijl op en neer te bewegen en/of (gedurende een langere tijd, althans enige tijd) een theedoek en/of handdoek in haar mond te brengen/duwen; en/of
[slachtoffer 2] (telkens) (met kracht) met de (vlakke) hand(en) het hoofd naar achteren te duwen, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) op/tegen het hoofd te slaan, en/of met een/de voet(en) op/tegen de lies en/of het mannelijk geslachtsorgaan te duwen en/of schoppen/trappen en/of staan, en/of met (bei)de handpalmen (tegelijkertijd) tegen (bei)de slapen te slaan; en/of
[slachtoffer 3] (telkens) (met kracht) met een/de hand(en) en/of vuist(en) in/tegen het gelaat en/of de borst te duwen/stompen en/of slaan; en/of
[slachtoffer 4] (telkens) (met kracht) met de (vlakke) hand(en) het hoofd naar achteren te trekken, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) in/tegen het gelaat te slaan, en/of met een/de voet(en) in/op/tegen de buik te trappen en/of de buik (solar plexus) te staan, althans druk te zetten, en/of met (bei)de handpalmen (tegelijkertijd) tegen (bei)de slapen te slaan; en/of
[slachtoffer 5] (telkens) (met kracht) aan de haren (naar beneden en/of boven en/of voren en/of achteren) te trekken, en/of op/naar de grond te trekken en/of duwen en/of gooien, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd (oor) en/of de rug te slaan, en/of met een/de voet(en) (gedurende een langere tijd, althans enige tijd) op het strottenhoofd te staan, althans druk uit te oefenen; en/of
[slachtoffer 6] (telkens) (met kracht) aan de haren (naar beneden en/of boven en/of voren en/of achteren) te trekken, en/of op/naar de grond te trekken en/of duwen en/of gooien, en/of met de pols(en) en/of (vlakke) hand(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd (oor) te slaan, en/of met een/de voet(en) tegen de borst te duwen en/of trappen, en/of aan een ketting, althans touwtje (die om haar nek hing) te draaien/trekken;
terwijl er geen noodzaak bestond de door haar, verdachte, ingezette/toegepaste (be)handeling(en) en/of therapie(en) te gebruiken en/of de door haar, verdachte, ingezette/toegepaste (be)handeling(en) en/of therapie(en) niet in redelijke verhouding stonden tot het (medische) doel en/of de door haar, verdachte, ingezette/toegepaste (be)handeling(en) en/of therapie(en) niet bijdroegen aan de oplossing van het (medische) probleem en/of het nut en/of de werkzaamheid van de door haar, verdachte, ingezette/toegepaste (be)handeling(en) en/of therapie(en) wetenschappelijk gezien niet is aangetoond; en/of
* tegen één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) gezegd dat als zij niet zou(den) doen wat zij, verdachte, hen opdroeg en/of haar, verdachtes, (be)handeling(en) en/of gedraging(en) niet zou(den) dulden:
- hij/zij een belangrijk proces zou(den) verstoren; en/of
- hij/zij naar de hel zou(den) gaan; en/of
- hij/zij één of meer ziekte(n) en/of stoornis(sen) zou(den) krijgen; en/of
- hij/zij zou(den) verongelukken; en/of
- hij/zij dood zou(den) gaan; en/of
- zij, verdachte, haar/hem/hen zou laten opnemen in een gesticht; en/of
- zij, verdachte, haar paranormaliteit en/of voorspellende gaven ten negatieve zou aanwenden; en/of
- zij, verdachte, en/of [naam 1] haar/zijn/hun hart zou(den) stilzetten; en/of
* (al dan niet tijdens) één of meer (be)handeling(en) en/of therapie(en) verschillende rollen ingenomen en/of (ook) buiten een/de (be)handeling(en) en/of therapie(en) om (veelvuldig) contact gezocht/opgenomen met één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) en/of (telkens) wanneer één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) aanga(f)(ven) te willen stoppen met één of meer (be)handeling(en) en/of therapie(en) (al dan niet gebaseerd op de 'mens-methode') van haar verdachte, haar/hem/hen overtuigd/overgehaald om door te gaan en/of geen gebruik (meer) gemaakt van evaluatieformulier(en) en/of haar, verdachtes, grenzen van kennis en vaardigheden niet tijdig onderkent; en/of
* (waardoor zij, verdachte, zich niet als een 'goed hulpverlener' heeft gedragen, althans niet voldaan heeft aan de op haar rustende zorgplicht);
Artikel 96, lid 1 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
Artikel 96, lid 2 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
2. ([slachtoffer 1])
Primair
Zij, op of omstreeks 25 juni 2012, in Nijmegen en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het door haar, verdachte voorgenomen misdrijf om, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, [slachtoffer 1], (telkens)
* (met kracht) (met) een/de voet(en) in/tegen het gelaat heeft geduwd en/of geschopt/getrapt en/of (met kracht) (met) de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) en/of een vijl in/tegen het gelaat heeft geslagen (waardoor zij, [slachtoffer 1], een gebroken neus opliep); en/of
* (met kracht) met (de achterzijde en/of de punt van) een vijl over/tegen de oogbol(len) heeft geduwd en/of het gezicht en/of het (voor)hoofd en/of de (onder)kaak en/of de tanden heeft geschuurd/geschaafd en/of geslagen; en/of
* (met kracht) een vijl (dwars) in de mond heeft gebracht/geduwd en/of (daarbij) de vijl op en neer heeft bewogen; en/of
* (terwijl zij, [slachtoffer 1], op haar rug lag en/of [naam 2] met zijn knieën op haar bovenarmen zat en haar polsen vasthield en/of [slachtoffer 4] op haar naar buiten toe geforceerde knieën zat)
(met kracht) (gedurende een langere tijd, althans enige tijd) een theedoek en/of handdoek in haar mond heeft gebracht/geduwd (waardoor zij, [slachtoffer 1], geen, althans te weinig lucht kreeg),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Artikel 45, lid 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 302, lid 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 303, lid 1 Wetboek van strafrecht
Althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt;
Subsidiair
Zij, op of omstreeks 25 juni 2012, in Nijmegen en/of elders in Nederland, al dan niet met voorbedachten rade, opzettelijk mishandelend, [slachtoffer 1], (telkens)
* (met kracht) (met) een/de voet(en) in/tegen het gelaat heeft geduwd en/of geschopt/getrapt en/of (met kracht) (met) de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) en/of een vijl in/tegen het gelaat heeft geslagen (waardoor zij, [slachtoffer 1], een gebroken neus opliep); en/of
* (met kracht) met (de achterzijde en/of de punt van) een vijl over/tegen de oogbol(len) heeft geduwd en/of het gezicht en/of het (voor)hoofd en/of de (onder)kaak en/of de tanden heeft geschuurd/geschaafd en/of geslagen; en/of
* (met kracht) een vijl (dwars) in de mond heeft gebracht/geduwd en/of (daarbij) de vijl op en neer heeft bewogen; en/of
* (terwijl zij, [slachtoffer 1], op haar rug lag en/of [naam 2] met zijn knieën op haar bovenarmen zat en haar polsen vasthield en/of [slachtoffer 4] op haar naar buiten toe geforceerde knieën zat)
(met kracht) (gedurende een langere tijd, althans enige tijd) een theedoek en/of handdoek in haar mond heeft gebracht/geduwd (waardoor zij, [slachtoffer 1], geen, althans te weinig lucht kreeg),
waardoor [slachtoffer 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Artikel 300, lid 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 301, lid 1 Wetboek van strafrecht
3. ([slachtoffer 5])
Primair
Zij, op of omstreeks 22 juni 2012, in Nijmegen en/of elders in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachtes voorgenomen misdrijf om, al dan niet met
voorbedachten rade, [slachtoffer 5] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe
te brengen, met dat opzet, [slachtoffer 5],
* (terwijl zij, [slachtoffer 5], op haar rug lag), met een/de voet(en) (gedurende een langere tijd, althans enige tijd) op het strottenhoofd heeft gestaan, althans druk heeft uitgeoefend (waardoor [slachtoffer 5] geen, althans te weinig lucht kreeg),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt;
Subsidiair
Zij, op of omstreeks 22 juni 2012, in Nijmegen en/of elders in Nederland, al
dan niet met voorbedachten rade, opzettelijk mishandelend, [slachtoffer 5],
* (terwijl zij, [slachtoffer 5], op haar rug lag), met een/de voet(en) (gedurende een langere tijd, althans enige tijd) op het strottenhoofd heeft gestaan, althans druk heeft uitgeoefend (waardoor [slachtoffer 5] geen, althans te weinig lucht kreeg),
waardoor [slachtoffer 5] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Artikel 300, lid 1 Wetboek van Strafrecht
Artikel 301, lid 1 Wetboek van Strafrecht
Artikel 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Artikel 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4. (Eenvoudige mishandeling)
Zij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 10 maart 2009
tot en met 25 juni 2012, in Borculo en/of Nijmegen en/of Ospel en/of Schin op
Geul en/of Spijkenisse en/of Texel en/of Uddel en/of elders in Nederland en/of
Dunmanway (Ierland) en/of Malaga (Spanje) en/of La Pubela (Mallorca/Spanje)
en/of elders in Europa, al dan niet met voorbedachten rade, opzettelijk
mishandeld, (onder meer),
* [slachtoffer 1] (telkens) (met kracht) aan de haren (naar beneden en/of boven en/of voren en/of achteren) heeft getrokken en/of heeft meegesleurd, en/of op/naar de grond heeft getrokken en/of geduwd en/of gegooid en/of geslagen en/of geschopt/getrapt, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd en/of lichaam (romp) heeft geslagen, en/of met een/de voet(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd en/of de borst en/of de buik en/of de rug en/of het achterwerk heeft geduwd en/of geschopt/getrapt; en/of
* [slachtoffer 2] (telkens) (met kracht) met de (vlakke) hand(en) het hoofd naar achteren heeft geduwd, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) op/tegen het hoofd heeft geslagen, en/of met een/de voet(en) op/tegen de lies en/of het mannelijk geslachtsorgaan heeft geduwd en/of geschopt/getrapt en/of gestaan, en/of met (bei)de handpalmen (tegelijkertijd) tegen (bei)de slapen heeft geslagen; en/of
* [slachtoffer 3] (telkens) (met kracht) met een/de hand(en) en/of vuist(en) in/tegen het gelaat en/of de borst heeft geduwd/gestompt en/of geslagen; en/of
* [slachtoffer 4] (telkens) (met kracht) met de (vlakke) hand(en) het hoofd naar achteren heeft getrokken, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) in/tegen het gelaat heeft geslagen, en/of met een/de voet(en) in/op/tegen de buik heeft getrapt en/of de buik (solar plexus) heeft gestaan, althans druk heeft gezet, en/of met (bei)de handpalmen (tegelijkertijd) tegen (bei)de slapen heeft geslagen; en/of
* [slachtoffer 5] (telkens) (met kracht) aan de haren (naar beneden en/of boven en/of voren en/of achteren) heeft getrokken, en/of op/naar de grond heeft getrokken en/of geduwd en/of gegooid, en/of met de (vlakke) hand(en) en/of vuist(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd (oor) en/of de rug heeft geslagen; en/of
* [slachtoffer 6] (telkens) (met kracht) aan de haren (naar beneden en/of boven en/of voren en/of achteren) heeft getrokken, en/of op/naar de grond heeft getrokken en/of geduwd en/of gegooid, en/of met de pols(en) en/of (vlakke) hand(en) in/op/tegen het gelaat en/of het hoofd (oor) heeft geslagen, en/of met een/de voet(en) tegen de borst heeft geduwd en/of getrapt, en/of aan een ketting, althans touwtje (die om haar nek hing) heeft (aan)gedraaid/getrokken,
waardoor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
Artikel 47, lid 1 en onder 1 Wetboek van Strafrecht
Artikel 300, lid 1 Wetboek van Strafrecht
Artikel 301, lid 1 Wetboek van Strafrecht
5. (Dwang)
Zij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 10 maart 2009 tot en met 25 juni 2012, in Borculo en/of Nijmegen en/of Ospel en/of Schin op Geul en/of Spijkenisse en/of Texel en/of Uddel en/of elders in Nederland en/of Dunmanway (Ierland) en/of Malaga (Spanje) en/of La Pubela (Mallorca/Spanje) en/of elders in Europa, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of één of meer andere perso(o)n(en), wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten - zakelijk weergegeven -
A. het (blijven) volgen/ondergaan van één of meer (be)handeling(en) en/of therapie(en) (al dan niet op het gebied van de individuele gezondheidszorg) (al dan niet gebaseerd op de 'mens-methode' van haar, verdachte), en/of het doorlopen van alle fasen van de (daarbij behorende) ('basismethodiek'); en/of
B. het betalen van één of meer rekening(en) en/of een (verkeers)boete en/of het kopen van een auto ([merk auto]) en/of één of meer (andere) goed(eren); en/of
C. het toebrengen van pijn en/of letsel bij één of meer ander(en); en/of
D. het (laten) toebrengen van pijn en/of letsel door haar, verdachte,
immers heeft zij, verdachte, (telkens) - zakelijk weergegeven -
(alternatief behandelaar)
1) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij een alternatieve genezer was, althans trainer/coach; en/of
2) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij kundig was op het gebied van het geestelijke en/of lichamelijke welzijn en/of de parapsychologie en/of de comtemplatieve psychologie en/of de (lichaamsgerichte) psychoanalyse en/of de cognitieve gedragstherapie en/of bio-energetica en/of één of meer (andere) alternatieve geneeswijze(n); en/of
(paranormaliteit)
3) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij paranormaal begaafd was, en/of voorspellende gaven had; en/of
4) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij kon zien en/of wist dat de (economische) crisis zou doorzetten (waardoor geld niet meer waard zou zijn) en/of de wereld (op korte termijn) zou vergaan; en/of
5) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij kon zien en/of wist wie/wat (een) perso(o)n(en) in een vorig leven wa(s)(ren) geweest en/of had(den) gedaan; en/of
6) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij kon zien en/of wist dat één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) en/of één of meerdere van hun familieleden in een vorig leven één of meerdere gruwelijkheden had(den) verricht en dat zij één of meer van bovengenoemde perso(o)nen en/of één of meerdere van hun familieleden daarvan moest zuiveren (karma); en/of
7) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij een 'bijna-dood-ervaring' kon opwekken; en/of
8) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij (een) demo(o)n(en) en/of duivel(s) kon uitdrijven; en/of
(diagnose)
9) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat de door een arts gestelde reguliere diagnose onjuist was, althans door haar, verdachte, in twijfel werd getrokken, en/of (daarbij) (bij één of meer (van bovengenoemde perso(o)n(en)) een (andere) (alternatieve) diagnose gesteld; en/of
10) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) kon helpen en/of genezen; en/of
11) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat (zij) (bij) één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en)
a) één of meerdere angst(en) had(den); en/of
b) één of meerdere ziekte(n) en/of stoornis(sen) had(den); en/of
c) (al dan niet tijdens één of meerdere trainingssessies en/of bezinningsreizen) (in) een hysterie en/of een psychose en/of een bewustzijnsvernauwing en/of een verstarring zat(en)/had(den)/geraakte(n) (waardoor zij/hij/hun geen, althans onvoldoende adem kon(den) halen); en/of
d) uit een hysterie en/of een psychose en/of een bewustzijnsvernauwing en/of een verstarring kon halen/haalde door pijn en/of letsel toe te passen; en/of
e) één of meerdere domenen en/of duivels, althans een vorm van 'kwaad' in zich had(den) zitten; en/of
f) één of meerdere demonen en/of duivels, althans een vorm van 'kwaad' kon uitdrijven/uitdreef door pijn en/of letsel toe te passen; en/of
(de 'mens-methode')
12) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij, verdachte, een eigen methode (de 'mens-methode') had ontwikkeld, en/of dat alle fasen van de (daarbij behorende) ('basismethodiek') doorlopen moesten worden; en/of
13) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat haar, verdachtes, eigen methode (de 'mens-methode') (onder meer gestoeld is op en/of één of meer elementen bevat uit en/of waarin aandacht wordt besteed aan de parapsychologie en/of de comtemplatieve psychologie en/of de (lichaamsgerichte) psychoanalyse en/of de cognitieve gedragstherapie en/of bio-energetica en/of één of meer (andere) alternatieve geneeswijze(n) en/of het boeddhisme en/of paranormaliteit); en/of
14) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat een/de ingezette/toegepaste (be)handeling(en) en/of therapie(en) (waaronder begrepen het toepassen van pijn en/of letsel bij één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) en/of één of meer ander(en)) noodzakelijk en/of nuttig en/of werkzaam was/waren, en/of (telkens) in relatie stond(en) tot/onderdeel uitmaakte(n) van haar, verdachtes, methode ('de mens-methode'); en/of (instemming derde)
15) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij in de leer was (geweest) bij [naam 1] (een Tibetaanse monnik), en/of (die) [naam 1] had ingestemd met/zijn goedkeuring had verleend aan haar, verdachtes, methode (de 'mens-methode') en/of (be)handeling(en) en/of therapie(en); en/of
(proces)
16) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) (telkens) door een (bepaald) proces moest(en) en/of 'gebroken' moest(en) worden; en/of
17) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) (telkens) haar/zijn/hun angst(en) onder ogen moest(en) zien; en/of
18) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) zich moest(en) onthechten van kou en/of warmte en/of honger en/of alcohol en/of geld en/of studie en/of werk en/of sport en/of partner en/of vrienden en/of familie; en/of
19) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) op een punt zou(den) terechtkomen waarop zij/hij wil(den) afhaken en/of weerstand voelde(n) en/of dit een fase was waar zij/hij doorheen moest(en) en/of op dat moment niet mocht(en) afhaken en/of dat zij, verdachte, dit zelf ook had meegemaakt in de psychoanalyse; en/of
20) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) geen eigen wil hadden; en/of
(verstoren proces)
21) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat wanneer één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) niet zou(den) doen wat zij, verdachte, haar/hem/hen opdroeg en/of haar verdachtes, (be)handeling(en) en/of therapie(en) niet zou(den) dulden en/of zou(den) stoppen met een/de (be)handeling(en) en/of therapie(en) (al dan niet gebaseerd op de 'mens-methode') van haar, verdachte, en/of niet alle fasen van de (daarbij behorende) ('basismethodiek') zou(den) doorlopen:
a) hij/zij een belangrijk proces zou(den) verstoren; en/of
b) hij/zij naar de hel zou(den) gaan; en/of
c) hij/zij één of meer ziekte(n) en/of stoornis(sen) zou(den) krijgen; en/of
d) hij/zij zou(den) verongelukken; en/of
e) hij/zij dood zou(den) gaan; en/of
f) zij, verdachte, haar/hem/hen een schuldgevoel aanpraatte; en/of
g) zij, verdachte, een insult en/of een epileptische aanval en/of een 'bijna-dood-ervaring' fakete/kreeg/had gehad; en/of
h) zij, verdachte, haar/hem/hen in een kwaad daglicht zou stellen bij haar/zijn/hun scho(o)l(en) en/of werkgever(s);
i) zij, verdachte, haar/hem/hen zou aanklagen; en/of
j) zij, verdachte, haar/hem/hen zou laten opnemen in een gesticht; en/of
k) zij, verdachte, haar paranormaliteit en/of voorspellende gaven ten negatieve zou aanwenden; en/of
l) zij, verdachte, en/of [naam 1] haar/zijn/hun hart zou(den) stilzetten; en/of
([naam 3])
22) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij, verdachte, een stichting had opgericht die zich ten doel stelde hospices op te richten en/of gezinsvervangende tehuizen voor kinderen van 4 tot 12 jaar oud; en/of
23) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij, verdachte veel tijd en/of energie in één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) had gestoken zonder (enige vorm) van tegenprestatie; en/of
24) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat zij vrijwilligers zocht voor haar stichting die in ruil voor de door haar, verdachtes, geboden hulp iets terug wilden doen voor de maatschappij; en/of
25) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) werd(en) opgeleid tot trainer(s); en/of
26) uitgedragen/zich voorgedaan/gezegd alsof/dat de eigen bezigheden van één of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) van ondergeschikt belang waren aan die van haar, verdachte, en/of de stichting; en/of
27) (al dan niet tijdens) een/de (be)handeling(en) en/of therapie(en) verschillende rollen ingenomen, en/of (ook) buiten een/de (be)handeling(en) en/of therapie(en) om (veelvuldig) contact gezocht/opgenomen met één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en), en/of wanneer één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) aanga(f)(ven) te willen stoppen met een/de (be)handeling(en) en/of therapie(en) haar/hem/hen overtuigd/overgehaald om door te gaan, en/of
28) (waardoor voor één of meer (van bovengenoemde) perso(o)n(en) ) - die al dan niet in een gezagsverhouding en/of afhankelijkheidsrelatie stond(en) tot haar, verdachte - een (zodanig verwarrende en/of angstige en/of intimiderende en/of bedreigende) situatie is ontstaan, dat hij/zij (zich) daaraan niet durfde(n) te en/of kon(den) onttrekken, althans geen weerstand kon(den) bieden);
Artikel 284, lid 1 Wetboek van strafrecht
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 05 december 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. F.E.J. Janzing, advocaat te Wijchen.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
* [slachtoffer 4]
* [slachtoffer 3]
* [slachtoffer 1]
* [slachtoffer 6]
De officier van justitie, M. Pluimers, heeft gerekwireerd.
Verdachte en haar raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
2a. De geldigheid van de dagvaarding
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de nietigheid van de dagvaarding ten aanzien van feit 1 bepleit. De raadsman van verdachte stelt zich op het standpunt dat sprake is van een obscuur libel. Het is de verdediging niet duidelijk geworden op welke bestanddelen uit de delictsomschrijving van artikel 96 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg de feitelijke omschrijvingen die volgen na de zinsnede "immers heeft/is verdachte - zakelijk weergegeven - (...)" betrekking hebben. De raadsman van verdachte heeft betoogd dat de feitelijke omschrijvingen zowel op het onderdeel "handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg" als op het onderdeel "schade of een aanmerkelijke kans op schade", alsmede op beide onderdelen, betrekking kunnen hebben.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zake van de geldigheid van het eerste feit op de dagvaarding geen standpunt ingenomen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat, hoewel ongelukkig geformuleerd, uit die tenlastelegging voldoende duidelijk blijkt wat verdachte verweten wordt en dat de dagvaarding ook overigens in overeenstemming is met de eisen gesteld in het eerste lid van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, zodat niet blijkt van nietigheid van die dagvaarding.
2b. De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van alle feiten de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie bepleit. Verdachte is in eerste instantie gedagvaard voor 3 oktober 2012. Deze dagvaarding is niet ingetrokken. Vervolgens is een nieuwe dagvaarding uitgebracht voor de zitting van 5 december 2012. Deze dagvaarding is door de rechtbank aangemerkt als een vordering nadere omschrijving van de dagvaarding van 3 oktober 2012. Uit HR 17 maart 2009, LJN BH 7522 volgt dat een nieuwe dagvaarding niet als nadere omschrijving kan gelden. De beslissing van de rechtbank is derhalve onjuist, hetgeen er volgens de raadsman toe dient te leiden dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk is in de vervolging van alle tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat de dagvaarding van 3 oktober 2012 een dagvaarding op de voet van artikel 261, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering betrof. Daarna is, op grond van artikel 314a, lid 1, Wetboek van Strafvordering een tweede dagvaarding gevolgd ten behoeve van de terechtzitting van 5 december 2012. Per abuis is die tweede dagvaarding niet als een door artikel 314a, lid 1, Wetboek van Strafvordering vereiste aanpassing omschrijving tenlastelegging uitgegaan. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat iedereen evenwel wist waar het over ging. Bovendien is er een vordering wijziging tenlastelegging toegewezen door de rechtbank. De belangen van de verdediging zijn niet geschonden.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat het standpunt van de raadsman dat een vermeende onjuiste tussenbeslissing van de rechtbank zonder meer dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, geen steun vindt in het recht.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat, ingevolge het systeem van de in het Wetboek van Strafvordering vervatte regeling betreffende de procesgang, in beginsel de - in dat systeem besloten liggende - regel geldt dat, vóórdat op de grondslag van de inleidende dagvaarding onherroepelijk is beslist, de officier van justitie zich behoort te onthouden van het doen uitgaan van een tweede dagvaarding ter zake van hetzelfde feit. Ingevolge artikel 258, lid 1, Wetboek van Strafvordering neemt het rechtsgeding immers een aanvang zodra de officier van justitie de inleidende dagvaarding doet uitgaan. Het strookt niet met dit systeem indien de verdachte ter zake van hetzelfde feit andermaal zou worden vervolgd zolang op de eerste dagvaarding nog niet onherroepelijk is beslist.
In de onderhavige zaak betreft de dagvaarding van 3 oktober 2012 een voorlopige dagvaarding in de zin van artikel 261, lid 3, Wetboek van Strafvordering, zodat verwacht kon worden dat de definitieve tekst van de aan verdachte te maken verwijten nog moest worden vastgesteld. Door de officier van justitie was tegen de terechtzitting van 5 december 2012 een nieuwe dagvaarding uitgebracht. De verdediging is op 11 november 2012 bekend geraakt met de inhoud van die dagvaarding, in haar pleitnota aangeduid als 'de definitieve dagvaarding'. Deze dagvaarding is ter terechtzitting van 5 december 2012 door de rechtbank aangemerkt als een vordering nadere omschrijving van de in de dagvaarding van 3 oktober 2012 opgenomen tenlastelegging. Deze vordering is door de rechtbank toegewezen. Vervolgens heeft de officier van justitie een wijziging van de tenlastelegging gevorderd. De inhoud van deze vordering was reeds voorafgaand aan de terechtzitting van 5 december 2012 aan zowel de verdediging als de rechtbank kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft ook deze vordering toegewezen. De inhoudelijke behandeling van de zaak ter terechtzitting van 5 december 2012 heeft plaatsgevonden op de grondslag van de voorlopige dagvaarding van 3 oktober 2012, gevolgd door de vordering nadere omschrijving van 5 december 2012 en de wijziging tenlastelegging van 5 december 2012.
De rechtbank overweegt voorts nog dat de raadsman van verdachte in zijn reactie op de door de officier van justitie ter terechtzitting van 5 december 2012 overgelegde vordering wijziging tenlastelegging, als uitgangspunt de dagvaarding van 5 december 2012 heeft genomen. Hieruit leidt de rechtbank af -hetgeen door de verdediging ook niet is betwist- dat voor de verdediging duidelijk was voor welke strafbare feiten verdachte werd vervolgd en op welke dagvaarding zij zich diende te richten voor haar verdediging. Door de handelwijze van de officier van justitie is verdachte dan ook niet daadwerkelijk in haar belang, waaronder de mogelijkheid van een effectief verweer, geschaad. Evenmin is sprake van een zodanige schending van de beginselen van een goede procesorde, dat de onderhavige gang van zaken moet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
De rechtbank oordeelt tot slot nog dat ook anderszins niet van vervolgingsbeletselen die tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie zouden moeten leiden, is gebleken.
3. De beslissing inzake het bewijs1
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Voor zover de rechtbank al tot een bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde feit kan komen, volstaat de rechtbank met een verwijzing naar haar oordeel omtrent de kwalificatie van dit feit onder punt 4 van dit vonnis.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 25 juni 20122 was [slachtoffer 1] samen met anderen thuis bij verdachte in Nijmegen.3 [slachtoffer 1] moest van verdachte op handen en knieën naar het balkon kruipen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] op het balkon gezet.4 Verdachte is naar binnen gegaan en kwam met een spiegel weer naar buiten. 5 Verdachte zette één voet, zonder schoen, tegen het gezicht van [slachtoffer 1] en duwde haar hoofd naar achteren. Zij duwde daarbij vol met haar voet in het gezicht en op de mond en neus van [slachtoffer 1]6, die erg veel pijn aan haar neus voelde. Verdachte sloeg [slachtoffer 1] enkele keren met vlakke handen op haar hoofd en gezicht7, hetgeen pijn deed bij [slachtoffer 1]. Op een gegeven moment ging verdachte naar binnen en kwam weer naar buiten met een vijl8. Zij sloeg [slachtoffer 1] met de vijl op haar hoofd9 en met de scherpe randjes van de vijl op haar onderkaak, hetgeen veel pijn deed bij [slachtoffer 1].10 Vervolgens haalde verdachte [naam 2] er bij.11 Op enig moment had verdachte een handdoek gepakt, die zij in de mond van [slachtoffer 1] duwde, waardoor 12 [slachtoffer 1] geen lucht kreeg.
Verdachte ging wederom naar binnen en kwam terug met [slachtoffer 4], tegen wie ze zei "Je moet haar benen vasthouden". Op instructie van verdachte ging [naam 2] met zijn knieën op de bovenarmen van [slachtoffer 1] zitten,13 hetgeen [slachtoffer 1] heel veel pijn deed, en hield hij haar polsen vast.14 Verdachte sloeg heel hard met beide vuisten tegen het hoofd van [slachtoffer 1], hetgeen eveneens heel veel pijn deed. Op instructie van verdachte zette [slachtoffer 4] de knieën van verdachte omhoog en duwde haar knieën in gebogen stand hard naar buiten en op de grond. Dit gebeurde met veel kracht en [slachtoffer 1] had hierdoor heel veel pijn in haar heupen. Zij heeft gehuild van de pijn. Verdachte sloeg hard met de vijl op het voorhoofd en tussen de ogen van [slachtoffer 1], hetgeen heel veel pijn deed15 en duwde meermaals de vijl dwars in de mond van [slachtoffer 1].16 Zij schuurde, beheerst en niet hard, vier keer heen en weer over de voortanden van [slachtoffer 1]. De voortanden van [slachtoffer 1] zijn hierdoor beschadigd; de onderkant van de voortanden is geribbeld. De mond van [slachtoffer 1] is aan de binnenkant kapot. Met de punt van de vijl drukte verdachte door de oogleden van [slachtoffer 1] heen tegen haar oogbollen. Verdachte duwde daarbij, zonder veel druk uit te oefenen, de punt van de vijl door het bovenste en onderste ooglid in de oogbol.17 [slachtoffer 1] heeft een gebroken neus opgelopen.18
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat, nu is gebleken dat bij verdachte elk inzicht in de draagwijdte van haar gedraging(en) en de mogelijke gevolgen daarvan ontbrak ten tijde van het onder 2 tenlastegelegde, verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de psychiater heeft verklaard dat verdachte zich ten tijde van het onder 2 tenlastegelegde in een psychose bevond en dat -zoals hij ter terechtzitting naar voren bracht- bij verdachte ieder inzicht in de onrechtmatigheid van haar handelen heeft ontbroken. De raadsman stelt zich op het standpunt dat dit de opzet, ook in voorwaardelijke zin, aantast en om die reden vrijspraak moet volgen voor het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde. De raadsman van verdachte heeft daartoe eveneens de verklaring van [slachtoffer 1] aangehaald, waarin laatstgenoemde verklaart dat "[verdachte] heel beheerst langs mijn voortanden is gegaan zodat het weinig schade zou aanbrengen". Uit dit handelen volgt niet dat verdachte opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals hierna nog aan de orde zal komen, gaat de rechtbank er van uit dat verdachte de handelingen heeft verricht terwijl zij onder invloed van een psychose verkeerde. Het is vaste jurisprudentie dat een psychose aan een bewezenverklaring van opzet in de weg staat, indien iemand door die psychose van elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan was verstoken. Daarvan zal slechts bij hoge uitzondering sprake zijn. Dit oordeel is van feitelijke aard en afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De rechtbank is van oordeel dat hier in casu niet van is gebleken. Zoals hiervoor onder 'de feiten' is opgenomen, komt juist onmiskenbaar naar voren dat verdachte de opzet had om [slachtoffer 1] letsel toe te brengen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] immers met haar voet in het gezicht geduwd, haar geslagen en haar met een vijl bewerkt, terwijl [slachtoffer 1] op aanwijzing van verdachte, in bedwang werd gehouden door twee anderen. Tijdens de mishandeling heeft verdachte meermaals tegen zowel het slachtoffer als de overige aanwezigen gezegd en geschreeuwd dat het slachtoffer moest "breken" en dat bij het slachtoffer "woede moest worden opgewekt". Uit deze omstandigheid en de omstandigheid dat verdachte steeds zwaardere middelen toepaste, leidt de rechtbank af dat zij bewust naar haar doel heeft toegewerkt door het slachtoffer steeds meer pijn (en letsel) toe te brengen. Het motief van verdachte, de aanleiding tot de mishandeling en de (waan)ideeën van verdachte die haar tot de geweldshandelingen hebben gebracht, doen voor het opzet niet ter zake. Die zijn relevant voor de toerekening. De rechtbank concludeert dan ook dat verdachte opzet had op het toebrengen van pijn en letsel, met als doel het 'laten breken' van het slachtoffer. De rechtbank stelt verder vast dat weliswaar verdachtes inzicht in de rationaliteit van haar daad door de psychose is vertroebeld, maar niet haar inzicht in de draagwijdte en de gevolgen van haar gedragingen.
Ten aanzien van de verweten voorbedachte rade van verdachte, overweegt de rechtbank dat verdachte, terwijl zij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] had opgesloten, alles in gereedheid aan het brengen was voor een duivelsuitdrijving. Verdachte praatte zacht tegen de anderen dat het kwaad er uit moest.19 Verdachte gaf instructies aan de anderen en zei onder andere "Nou jongens (...), nu komt het er op aan".20 De rechtbank overweegt voorts dat het onder 2 verweten feit uit meerdere, opeenvolgende handelingen heeft bestaan, welke handelingen zich over een periode van minimaal een uur hebben uitgestrekt. In deze periode is verdachte onder meer naar binnen gegaan om een spiegel te halen, daarna opnieuw naar binnen gegaan om met een vijl terug te komen, vervolgens heeft zij de hulp van [naam 4] ingeroepen, een handdoek gepakt en is zij ten slotte naar binnen gegaan om ook [slachtoffer 4]' om hulp te vragen. Ondertussen duurde de mishandeling van het slachtoffer voort. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling die verdachte ertoe heeft gebracht om alle, opeenvolgende handelingen jegens [slachtoffer 1] te verrichten, is naar het oordeel van de rechtbank in dit geval geen sprake. Verdachte heeft ten aanzien van elke opvolgende handeling de gelegenheid tot kalm beraad of rustig overleg gehad voorafgaand aan de uitvoering. Verdachte was beheerst en sprak, tussen het schreeuwen door, op normale toon tegen [slachtoffer 1], waarbij verdachte haar gewoon aankeek. Ook was verdachte nadrukkelijk bezig om [slachtoffer 1] stil te houden zodat de buren het niet konden horen.21 De rechtbank oordeelt dan ook dat verdachte met voorbedachte rade de mishandeling heeft gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachtes opzet gericht was op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Naar het oordeel van de rechtbank zijn het met de voet duwen in het gelaat, het met vlakke hand en vuisten in het gelaat slaan of het met de vijl tegen het gelaat slaan en dwars in de mond brengen, zonder meer geëigend om een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel te doen ontstaan. Daarbij betrekt de rechtbank het (reeds) ontstane letsel, waaronder de gebroken neus. Dat verdachte tijdens (enkele van) deze handelingen een beheerste indruk maakte, doet aan het opzet niet af.
De rechtbank is van oordeel dat gezien het bovenstaande een poging zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Vrijdag 22 juni 2012 is [slachtoffer 5] in de woning van verdachte in Nijmegen. Verdachte is die dag op enig moment tegen [slachtoffer 5] aan gaan duwen. [slachtoffer 5] is hierdoor op de grond gevallen. Toen zij op de grond lag, heeft verdachte haar voet op de adamsappel van [slachtoffer 5] gezet.22 Verdachte heeft de adamsappel van [slachtoffer 5] zo ver ingeduwd, dat deze naar adem moest happen. Dit duurde ongeveer tien tot twintig seconden.23
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 primair tenlastegelegde, in de zin dat verdachte opzettelijk, met voorbedachten rade, heeft gepoogd [slachtoffer 5] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De raadsman van verdachte heeft betoogd dat voor twee bestanddelen het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Ten eerste kan de opzet van verdachte niet worden bewezen, nu de verweten gedraging valt in de periode waarin verdachte als volledig ontoerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd. Ten tweede kan "pijn en/of letsel" niet worden bewezen, aangezien aangeefster enkel heeft verklaard over "een benauwd gevoel".
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de verweten handelingen niet met voorbedachten rade heeft verricht. Niet is gebleken dat verdachte op enig moment vooraf het besluit heeft genomen om [slachtoffer 5] lichamelijk letsel toe te brengen. Evenmin kan worden vastgesteld dat verdachte zich tijdens het uitvoeren van de verweten gedraging, die tien tot twintig seconden in beslag heeft genomen, heeft beraden. Uit de verklaringen van aangeefster en verdachte zijn voor een andersluidend oordeel geen aanwijzingen te vinden.
De rechtbank is verder van oordeel dat niet is gebleken dat verdachte ten tijde van het onder 3 tenlastegelegde feit geen inzicht had in de draagkracht van haar handelen en de gevolgen daarvan. Het opzet op de mishandeling lag in haar handelingen besloten, verdachte wist wat zij deed en verdachte heeft aan de verweten handelingen ook herinneringen. De rechtbank oordeelt dat de psychose, waarvan de rechtbank aanneemt dat verdachte daaraan op dat moment leed, niet de opzet uit de delictsomschrijving aantast en verdachtes opzet op de mishandeling aldus wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Ten aanzien van het verweer van de raadsman dat niet is komen vast te staan dat [slachtoffer 5] pijn en/of letsel heeft bekomen, overweegt de rechtbank als volgt. [slachtoffer 5] heeft verklaard dat verdachte haar adamsappel zo ver indrukte, dat zij naar adem moest happen24. Zij dacht echt dat zij stikte.25 Het is een feit van algemene bekendheid dat het hard induwen van iemands adamsappel pijn oplevert. De rechtbank is daarmee van oordeel dat, hoewel een verklaring ter zake van de door aangeefster gevoelde pijn ontbreekt, pijn aan de kant van aangeefster wel degelijk door de, overigens ook niet door verdachte ontkende, handelingen is veroorzaakt.
De rechtbank is ten slotte van oordeel dat het handelen van verdachte geen aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel van [slachtoffer 5] inhield. Verdachte heeft gedreigd door te duwen, maar heeft dit niet gedaan. Het induwen van de adamsappel heeft niet langer dan (hooguit) twintig seconden geduurd, waarbij aangeefster zich niet heeft verzet, maar stijf is blijven liggen, waarop verdachte haar voet heeft weggehaald. [slachtoffer 5] is niet buiten bewustzijn geweest.
De rechtbank is van oordeel dat gezien het bovenstaande een poging zware mishandeling niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en verdachte van het onder 3 primair tenlastegelegde aldus dient te worden vrijgesproken. Het onder 3 subsidiair tenlastegelegde kan naar het oordeel van de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen worden geacht.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld. Verdachte heeft verklaard dat ze vanaf april 2011, tijdens de bezinningsreis in Veenmos, veel tikken heeft uitgedeeld. 26 Zij heeft verder verklaard dat het geweld heeft plaatsgevonden in de laatste week, tijdens de bezinningsreis in Borculo. Het geweld is toegenomen halverwege Borculo tot aan haar arrestatie op 25 juni 2012 27.
[slachtoffer 1]
Tijdens de bezinningsreis naar Borculo (15 juni 2012 tot en met 22 juni 2012)28 heeft verdachte [slachtoffer 1] aan haar haren uit het toilet gesleurd en haar hard op de stenen vloer gegooid. Dit gebeurde op donderdag 21 juni 2012.29 Gedurende die week heeft verdachte haar meermaals in het gezicht geslagen en bij het voorbijlopen vanaf de bank getrapt.30 Verdachte heeft [slachtoffer 1] getrapt in haar buik en op haar borst.31 Hieraan heeft ze een blauwe plek overgehouden op haar linker bil.32 Dit gebeurde op vrijdag 22 juni 2012.33 Terwijl [slachtoffer 1] op de bank zat, heeft verdachte met gestrekt been haar voet op de keel van [slachtoffer 1] gezet en druk uitgeoefend, hetgeen pijn deed en naar voelde.34
[slachtoffer 2]
In het huis van verdachte in Nijmegen heeft verdachte in de buik van [slachtoffer 2] staan beuken, waaraan hij bloeduitstortingen overhield.35 Zondag 24 juni 2012, toen [slachtoffer 2] bij het huis van verdachte in Nijmegen kwam, duwde verdachte met een klap met de vlakke hand het hoofd van [slachtoffer 2] naar achteren.36 Dit ging keihard en er is toen iets in de nek van [slachtoffer 2] geknapt.37 's Middags heeft verdachte met haar vlakke hand tegen het voorhoofd van [slachtoffer 2] geduwd en hem hard naar achteren, achterover, geduwd, waardoor zijn nek zeer ging doen.38 Hij heeft pijn ervaren in zijn nek en rug en heeft van zijn nek nog maanden last gehad.39
Later die dag begon verdachte hem met de zijkanten van de handen tegen zijn slapen te slaan. Die klappen deden vreselijk zeer bij [slachtoffer 2]40 en zijn rechter oor ging suizen. Verdachte ging vervolgens met haar schoen in het kruis van aangever staan41; later heeft [slachtoffer 2] een bloeduitstorting in zijn lies geconstateerd. Met haar voet heeft verdachte [slachtoffer 2] met stoel en al naar achteren geduwd.42 Hij heeft verwondingen opgelopen.43
[slachtoffer 3]
Tijdens de laatste dag van de bezinningsreis naar Borculo, op vrijdag 22 juni 2012, sloeg verdachte de bril van het hoofd van [slachtoffer 3]. Verdachte heeft [slachtoffer 3] geslagen met haar vuist in het gezicht.44 Dit ging heel hard en hiervan heeft [slachtoffer 3] nog een tijdje last gehad.45 Verdachte heeft [slachtoffer 3] ook gestompt op de borst, door haar bij de kleren vast te pakken en haar dan weg te duwen en weer terug te trekken. Hierdoor kreeg [slachtoffer 3] telkens een dreun op haar borstkas.46 Zij had hierdoor daarna ook nog lang last van haar borstkas.47
[slachtoffer 4]
Tijdens de bezinningsweek in Borculo (15 tot en met 22 juni 2012)48 heeft verdachte op de buik gestaan van [slachtoffer 4], waarbij verdachte heel hard op de buik drukte. Dat deed pijn en leidde tot een blauwe plek. Verdachte heeft [slachtoffer 4] meermaals in zijn gezicht geslagen. Dat deed pijn. Verdachte heeft hem, terwijl hij stond, in zijn buik getrapt. Dit veroorzaakte een stekende pijn in de buik en deed heel erg pijn.
Zondag 24 juni 2012 heeft verdachte met haar handpalmen [slachtoffer 4] tegen zijn slapen geslagen, hetgeen een stekende pijn opleverde en erg zeer deed. Verdachte heeft [slachtoffer 4] bij zijn voorhoofd gepakt en zijn hoofd naar achteren getrokken, hetgeen vreselijk pijn deed in zijn nek en waarbij zijn hele hoofd naar achteren zat geklapt. [slachtoffer 4] heeft van zijn slapen en nek ook later nog last gehad.49 Verdachte is op de solar plexus van [slachtoffer 4] gaan staan met de hak van haar voet, terwijl deze [slachtoffer 4] op de grond lag.50
[slachtoffer 5]
Vanaf maandagavond op de bezinningsreis in Borculo (15 juni 2012 tot en met 22 juni 2012)51 heeft verdachte [slachtoffer 5] heel veel geslagen en aan haar haren getrokken.52 In Borculo heeft verdachte [slachtoffer 5] heel hard aan haar haren getrokken, waardoor haar hoofd helemaal naar achteren kwam.53 Op vrijdag 22 juni 2012 in de woning van verdachte in Nijmegen heeft verdachte [slachtoffer 5] van een stoel afgetrokken en haar op de grond gegooid, waarna verdachte haar weer aan de haren omhoog trok. [slachtoffer 5] voelde hierbij veel pijn. Dit werd vier keer herhaald en het ging snoeihard. Vervolgens heeft verdachte [slachtoffer 5] zes keer keihard, in volle vaart, met haar vlakke hand tegen haar oren en hoofd geslagen. Dit deed vreselijk pijn bij [slachtoffer 5].54
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich vanaf 13 maart 2010 schuldig heeft gemaakt aan het onder 4 tenlastegelegde, in die zin dat verdachte opzettelijk, met voorbedachten rade, zes mensen heeft mishandeld.
De officier van justitie heeft betoogd van oordeel te zijn dat de cliënten van verdachte geen toestemming hebben gegeven voor hetgeen is gebeurd. Subsidiair, indien de rechtbank deze toestemming wel zou aannemen, heeft de officier van justitie ten eerste betoogd dat het geven van toestemming voor behandeling geen grond voor straffeloosheid is, omdat verdachte niet het recht had om zo te handelen. Ten tweede heeft de officier van justitie betoogd dat verdachte binnen de behandelrelatie grenzen heeft overschreden, waardoor van het ontbreken van wederrechtelijkheid geen sprake is. De officier van justitie heeft zich ten derde op het standpunt gesteld dat uit hoofde van de behandelovereenkomst verdachte haar cliënten had dienen voor te lichten over aard en doel van de door haar toegepaste behandeling, zodat haar cliënten weloverwogen toestemming konden geven voor het toepassen van pijn en/of letsel in dat kader. Dit 'informed consent' heeft ontbroken, waarmee de medische exceptie is komen te vervallen en gesproken kan worden van mishandeling.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte erkent dat er tijdens de bezinningsreis van Borculo 'van alles mis is gegaan', maar betwist ten aanzien van de overige voorvallen dat er sprake is geweest van mishandeling. De raadsman van verdachte heeft betoogd dat daar waar de aangevers toestemming hebben gegeven, de wederrechtelijkheid van de verweten handelingen ontbreekt.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van verdachtes handelingen ten opzichte van [slachtoffer 1] overweegt de rechtbank als volgt. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat tijdens de bezinningsreis naar Texel (17 tot en met 24 april 2012)55 verdachte haar ongeveer tien klappen heeft gegeven op de romp en het gezicht. De klappen deden pijn. [slachtoffer 1] verklaarde voorts dat tijdens de bezinningsreis naar Veenmos (29 april tot en met 6 mei 2011)56 verdachte haar ongeveer vijftien keer hard heeft geschopt, waardoor [slachtoffer 1] achterover op de bank is gevallen, en voorts dat verdachte haar vijfentwintig keer heeft geslagen.57 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat dit geweld pijn deed. 58
[slachtoffer 1] heeft ten slotte verklaard dat zij tijdens meerdere bezinningsreizen door verdachte met de vlakke hand in het gezicht is geslagen en aan de haren is getrokken.59
Ten aanzien van verdachtes handelingen ten opzichte van [slachtoffer 2] overweegt de rechtbank als volgt. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat tijdens de bezinningsreis naar Mallorca (13 maart 2010 tot en met 20 maart 2010)60 verdachte op zijn borst heeft staan slaan, waardoor hij blauwe plekken heeft gekregen.61
Ten aanzien van verdachtes handelingen ten opzichte van [slachtoffer 5] overweegt de rechtbank als volgt. [slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij tijdens de bezinningsreis in Veenmos (29 april 2011 tot en met 6 mei 2011)62 door verdachte is geslagen. Dit gebeurde, verklaarde van [slachtoffer 5], met kracht en met de vlakke hand tegen haar wang .63 [slachtoffer 5] heeft voorts verklaard dat zij, tijdens een van de therapieën bij verdachte thuis, door verdachte met kracht in het gezicht en op de rug is geslagen64 en dat dit gebeurde met de vlakke hand.65
Ten aanzien van verdachtes handelingen ten opzichte van [slachtoffer 6] overweegt de rechtbank als volgt. [slacht[slachtoffer 6] heeft verklaard dat omstreeks twee of drie dagen na aankomst66 op de bezinningsreis in Borculo (15 tot en met 22 juni 2012)67 verdachte haar met de vlakke hand in het gezicht sloeg. [slachtoffer 6] verklaarde dat verdachte door bleef slaan met de vlakke hand en later met haar, verdachtes, polsen tegelijk aan beide kanten van het hoofd van aangeefster. Volgens [slachtoffer 6] deden die klappen vreselijk zeer. [slachtoffer 6] heeft verklaard dat op een gegeven moment verdachte haar bij de haren pakte en haar achterover trok op de grond. Verdachte trok haar, verdachtes, pantoffel uit en trapte aangeefster met haar voet op de borst.68 [slachtoffer 6] heeft voorts verklaard dat verdachte haar op de grond gooide, haar schopte, op haar ging staan en haar aan haar haren heeft getrokken.69 [slachtoffer 6] verklaarde dat verdachte vervolgens aangeefster wederom heeft geslagen, met de vlakke hand hard op de linker wang. Deze klap was hard en pijnlijk. [slachtoffer 6] verklaarde die week veel vaker door verdachte geslagen te zijn. [slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte met haar vlakke hand op de wangen van aangeefster sloeg, en ze het gevoel had dat haar wangen voortdurend zeer deden. [slachtoffer 6] heeft ten slotte verklaard dat verdachte haar ook met de vlakke hand om de oren heeft geslagen, haar meermaals op de grond heeft gegooid en haar halsketting zo hard heeft aangedraaid70 dat [slachtoffer 6] geen lucht meer kon krijgen.71
De rechtbank volgt de officier van justitie ten aanzien van de pleegperiode; deze wordt verkort en loopt van 13 maart 2010 (de start van de tweede bezinningsreis naar Mallorca)72 tot en met 25 juni 2012.
De rechtbank is van oordeel dat de voorbedachte rade van verdachte bij bovengenoemde handelingen niet uit de bewijsmiddelen volgt. De rechtbank acht de voorbedachte rade van verdachte dan ook niet wettig en overtuigend bewezen.
Wat er ook zij van eventuele door haar cliënten gegeven toestemming aan de behandelingen, naar het oordeel van de rechtbank volgde daaruit niet dat verdachte toestemming had om de cliënten pijn en letsel toe te brengen. Van het afwezig zijn van wederrechtelijkheid, zoals door de raadsman van verdachte betoogd, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde
De feiten
De letter- en nummeraanduidingen hieronder verwijzen naar de door de rechtbank aangebrachte letters en nummers in de tenlastelegging. Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
B) Op 24 juni 2012 heeft [slachtoffer 1] sigaretten voor verdachte betaald. Dat betrof €21,60.73
Op 25 juni 2012 heeft [slachtoffer 2] de rekening van verdachtes inboedelverzekering en aansprakelijkheidsverzekering betaald voor een bedrag van € 335,00.74 Ook heeft [slachtoffer 2] boodschappen bij de Albert Heijn en wat spullen bij de Gamma betaald.75
[slachtoffer 4] heeft in het weekend na Borculo een verkeersboete van verdachte van € 60,00 betaald.76
Verdachte heeft [slachtoffer 5] opgebeld dat [slachtoffer 5] een auto, een [merk auto], moest kopen van rond de € 4.000,00, hetgeen zij ook heeft gedaan77 Op 23 juni heeft verdachte [slachtoffer 5] gebeld en gezegd dat [slachtoffer 5] een telefoonrekening van € 700,00 moest betalen, hetgeen [slachtoffer 5] ook heeft gedaan.78
[naam 2] heeft in het weekend van 23-24 juni 2012 een rekening van € 300,00 betaald bij de Gamma voor de woning van verdachte.79
1) Verdachte geeft trainingen80 en treedt op als coach81.82
2) Mensen komen voor geestelijke ondersteuning bij verdachte.83 Verdachte heeft zich laten ontvallen dat ze met de psychoanalyse, die ze onderwezen heeft gekregen84, kennis heeft van de menselijke geest.85 Verdachte vertelde tevens dat zij veel wist over psychologie.86 Verdachte zei dat de klappen hoorden bij de bio-energetica.87 In de bezinningsreis naar Mallorca (13 tot en met 20 maart 2010)88 heeft verdachte cliënten klappen gegeven waarbij ze aangaf dat dit was in het kader van bio-energetica .89 Op de website van het bedrijf van verdachte, [naam 5], staat dat verdachte brede ervaring heeft binnen de welzijnssector.90
12) Verdachte heeft zelf de methode "De mens" ontwikkeld.91 Verdachte gebruikt deze basismethodiek "De Mens", die bestaat uit vier fasen, A, B, C en D.92
13) De therapieën van verdachte hadden ook een boeddhistische grondslag.93 Verdachte zei dat de klappen hoorden bij de bio-energetica.94 Verdachte heeft zich laten ontvallen dat ze met de psychoanalyse kennis heeft van de menselijke geest.95
15) Verdachte is sinds vier jaar in de leer bij een Tibetaanse monnik, [naam 1].96
17) Verdachte meent dat het voor haar cliënten belangrijk was hun angsten onder ogen te zien.97
22) Verdachte heeft de stichting [naam 3] opgericht.98 Deze stichting heeft als doelstelling het oprichten van hospices,99 het oprichten van gezinsvervangende huizen voor kinderen van 4 tot 12 jaar,100
24) Verdachte zei dat bij de [naam 3] vrijwilligers zijn aangesloten die eerder cliënten van verdachte zijn geweest.101
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich van 29 april 2011 tot en met 25 juni 2012 schuldig heeft gemaakt aan het onder 5 tenlastegelegde. Volgens de officier van justitie is sprake geweest van fysieke dwang, psychische dwang en atypische middelen. De officier van justitie betwist dat er sprake is geweest van wilsvrijheid bij de cliënten van verdachte. Dat anderen wel weerstand hebben kunnen bieden, maakt niet dat ook voor de slachtoffers in casu wilsvrijheid bestond.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging betwist dat het onder 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat, gezien de aard en toon van de e-mailcorrespondentie zoals ter terechtzitting overgelegd, van dwang geen sprake is geweest. De raadsman van verdachte betwist daarbij dat sprake is van adequate dwangmiddelen. De raadsman van verdachte heeft zich ten slotte op het standpunt gesteld dat een duidelijk scenario, waaruit de vermeende toegepaste dwang door verdachte zou blijken, ontbreekt, zodat vrijspraak moet volgen.
Beoordeling door de rechtbank
De verdediging heeft geen betrouwbaarheidsverweer gevoerd, maar heeft wel gewezen op het samenzijn van een aantal van de cliënten van verdachte in het huis van [slachtoffer 5], de dagen na de gebeurtenissen van 25 juni 2012, en op het risico dat de verklaringen van die cliënten (mede, deels) tot stand zijn gekomen onder invloed van dat samenzijn. Gelet op het feit dat vòòr dat samenzijn ook gelijkluidende verklaringen zijn afgelegd door (een deel van) hen, is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van deze cliënten niet slechts om die reden onbetrouwbaar zijn. De rechtbank zal deze verklaringen dan ook, waar nodig, bezigen voor het bewijs.
De verdediging betwist (deels) de (bedreiging met) het geweld of de andere feitelijkheden alsmede datgene waartoe [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], H, [slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] zouden zijn gedwongen. De rechtbank overweegt ten aanzien van de niet reeds vaststaande feiten evenwel als volgt.
Waartoe gedwongen
A) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij bij de sessies van verdachte bleef en niet durfde te stoppen. Voor zijn gevoel werd hij gedwongen om dat te doen, aldus [slachtoffer 4].102 [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte angst inboezemde en dat verdachte met die angstgevoelens haar cliënten liet geloven dat zij de enige was die hen nog kon helpen.103
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte haar pushte om mee te gaan naar de bezinningsweken, terwijl verdachte wist dat het er bij [slachtoffer 3] financieel niet rooskleurig voorstond.104
[slachtoffer 6] heeft verklaard eigenlijk niet mee op bezinningsreis naar Borculo te willen aangezien zij het financieel niet kon redden, maar verdachte zou haar hebben overgehaald mee te gaan omdat [slachtoffer 6] van haar agressie af zou moeten.105 [slachtoffer 6] heeft verder verklaard bij verdachte onder behandeling te zijn gebleven, omdat verdachte zei dat [slachtoffer 6], van haar oorlogsverleden moest worden verlost.106
[slachtoffer 5] heeft verklaard ondanks haar angsten terug te blijven gaan naar verdachte, vanwege het geloof in haar als therapeute.107 [slachtoffer 5] kon voor haar gevoel niet stoppen met de behandeling. Zij verklaarde zich gevangen te voelen.108
C) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte [naam 2] instructies gaf om met zijn knieën op de bovenarmen van [slachtoffer 1] te gaan zitten en haar polsen vast te houden. [naam 2] zou dit hebben gedaan, waarop [slachtoffer 1] heel veel pijn zou hebben gevoeld in haar bovenarmen.109
[slachtoffer 1] verklaarde voorts dat verdachte schreeuwde dat [slachtoffer 4] [naam 2] een klap op zijn hoofd moest geven. [slachtoffer 4] zou vervolgens met de vlakke hand op het achterhoofd van [naam 2] hebben geslagen.110
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij [slachtoffer 5] moest vasthouden en haar in haar gezicht moest slaan, hetgeen hij vreselijk vond om te doen.111 [slachtoffer 5] verklaarde dat verdachte een andere man uit de groep opdracht gaf om haar heel veel te slaan, wat deze man vervolgens ook zou hebben gedaan.112
[slachtoffer 4] heeft ten slotte verklaard dat tijdens de reis in Malaga (30 september tot en met 7 oktober 2011)113 hij zelf en andere cliënten "[naam 6]" moesten vasthouden, terwijl verdachte langdurig en hard in zijn buik sloeg.114
D) Verdachte was ervan overtuigd dat het nodig was om iemand weer uit zijn angsten te krijgen en dit los te maken middels fysieke stimulatie. Deze stimulatie bestond dan uit slaan, schoppen, aan de haren trekken en iemand onder koude douche zetten.115 De rechtbank overweegt voorts dat voor het bewijs van het dulden van het (laten) toebrengen van pijn en/of letsel door verdachte, verwezen kan worden naar het onder 2, 3 en 4 bewezenverklaarde en de aldaar gebezigde bewijsmiddelen.
Hoe gedwongen
3) [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] hebben verklaard dat verdachte heeft verteld paranormaal te zijn.116 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte deed ook voorspellingen over het onheil in de wereld.117
4) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte zei na het klappen van de banken dat ze dit acht jaar geleden al had voorspeld.118 Verdachte zei dat geld niets meer waard zou zijn in 2012 omdat de crisis zou doorzetten.119
5) Verdachte zei, volgens de verklaring van [slachtoffer 1], dat zij aan de hand van foto's van familieleden van [slachtoffer 1] kon vertellen hoe deze mensen waren en wat ze meegemaakt hadden en waar ze aan waren gestorven.120 Verdachte zei dat [slachtoffer 1] in haar vorig leven Josef Mengele was geweest121 en haar vader Jack de Ripper, die op zijn beurt verdachte zou hebben vermoord.122
6) [slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij van verdachte gestraft moest worden, omdat [slachtoffer 5] verdachte in een vorig leven meer dan dertig jaar in een cel had opgesloten, gefolterd, gestraft, haar gaven had afgenomen en haar aan haar haren door de cel heen had gesleurd.123
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte zei dat [slachtoffer 1] mensen had vermoord en moest afrekenen met haar karma. Verdachte zei dat [slachtoffer 1] zichzelf moest zuiveren.124 Volgens de verklaring van [slachtoffer 1] zei verdachte dat [slachtoffer 1] in een vorig leven ogen had uitgestoken, kelen had doorgesneden en buiken had opengereten.125
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat van verdachte kreeg te horen dat hij in een vorig leven een massamoordenaar was geweest en twintig miljoen mensen op zijn geweten had.126 [slachtoffer 2] moest van verdachte bedenken wat hij verdachte in een vorig leven zou hebben aangedaan. Verdachte zei dat [slachtoffer 2] dan meteen zijn karma had afgewerkt.127
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte zei dat hij in een vorig leven zijn vader zou hebben vermoord.128
[slachtoffer 6] verklaarde dat verdachte zei dat de vader van [slachtoffer 6] een oorlogsmisdadiger is en mensen vermoordde en verkrachtte.129
7) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte vrijdagavond 22 juni 2012 zei dat ze bij al haar cliënten bijna-dood ervaringen zou opwekken.130
8) [slachtoffer 5] heeft verklaard dat in 2009 al sprake is geweest van een duivelsuitdrijving.131
[slachtoffer 2] verklaarde dat verdachte 25 juni 2012 op het idee kwam dat ze bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de duivel uit moest drijven.132
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte bij het uitdrijven van demonen normaal gesproken iemand in het gezicht slaat met vlakke hand.133
9) [slachtoffer 2] heeft verklaard dar verdachte zei dat hij geen epileptische aanval had gehad.134 Verdachte gaf aan [slachtoffer 4] aan dat hij hoogbegaafd en paranormaal was en helemaal geen ADHD had, hetgeen in het verleden bij hem was gediagnosticeerd, aldus [slachtoffer 4].135 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte zei dat [slachtoffer 1] autisme zou hebben.136 Verdachte zei tijdens de laatste bezinningsreis dat [slachtoffer 1] schizofreen zou zijn en een angststoornis zou hebben.137 [slachtoffer 4] verklaarde dat verdachte zei dat cliënten autistisch of schizofreen waren.138
10) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte haar stoornissen aanpraatte waarbij verdachte liet doorschemeren dat verdachte de enige was die [slachtoffer 1] kon helpen.139
11)
a) [slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte zei dat iedereen angsten had en dat [slachtoffer 6] gedwongen werd over angsten te praten.140 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte zei dat de relatie tussen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] gebaseerd was op angst om elkaar te verliezen.141
b) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte psychiatrische stoornissen toeschreef aan mensen142 zonder dat ze aan de daarvoor vastgestelde criteria voldeden.143 [slachtoffer 1] verklaarde voorts dat verdachte heel vaak144 zei dat [slachtoffer 1] autisme zou hebben en - tijdens de laatste bezinningsreis - dat [slachtoffer 1] schizofreen zou zijn en een angststoornis zou hebben.145 Ook [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte cliënten bijvoorbeeld autisme of schizofrenie aanpraatte.146
c) [slachtoffer 5] heeft verklaard dat verdachte tijdens de reis in Veenmos (29 april tot en met 6 mei 2011)147 zei dat [slachtoffer 5] in een psychose zat, terwijl ze helemaal niet in een psychose zat.148 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte in de laatste bezinningsreis heeft gezegd dat al haar cliënten een psychose hebben.149 Zij verklaarde voorts dat verdachte in staat is om mensen zo bang te maken dat ze een bewustzijnsvernauwing krijgen.150 Verdachte meent dat haar cliënten hysterisch waren.151 En heeft verklaard dat het om psychotisch gedrag, een verstarring, ging.152
d) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte vond dat zij fysiek geweld moest toepassen om iemand uit een psychose te helpen.153
e) [slachtoffer 5] heeft verklaard dat verdachte vóór een persoon stond, hem in de ogen keek en toen zei dat ze twee demonen zag.154 [slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte tegen haar zei dat de duivel er uit moest.155
f) [slachtoffer 5] heeft verklaard dat er in 2009 al sprake is geweest van een duivelsuitdrijving.156 [slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte tegen haar zei dat de duivel er uit moest en dat andere mensen [slachtoffer 6] moesten vasthouden.157 [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte op het idee kwam dat ze bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de duivel uit moest drijven.158 Bij het uitdrijven van demonen slaat verdachte normaal gesproken iemand in het gezicht met vlakke hand.159 Ten aanzien van de toegepaste pijn en het toegepaste letsel bij de duivelsuitdrijving van [slachtoffer 1] overweegt de rechtbank dat deze pijn/dit letsel bij het onder 2 tenlastegelegde reeds bewezen is verklaard.
14) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij niet wilde dat verdachte hem pijn deed, maar hij het onderging, omdat verdachte hem had wijsgemaakt dat het nodig was. Verdachte zou [slachtoffer 4] zo geïndoctrineerd hebben, dat hij niet tegenstribbelde op het moment dat hij eigenlijk fysiek mishandeld werd en pijn voelde.160 Hij heeft verder verklaard dat hij dacht dat het slaan een onderdeel moest zijn.161 en wel honderd keer te hebben willen stoppen, maar dat verdachte het dan toch weer voor elkaar kreeg dat zij hem rustig kreeg en hem weer intimideerde en aangaf dat het allemaal nodig was voor het proces.162
[slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte haar aanpraatte dat de mishandeling bij de training en bezinning hoorde; [slachtoffer 6] zou verdachte daarin volkomen vertrouwd hebben.163
[naam 2] heeft verklaard dat verdachte in antwoord op vragen uit de groep of het nodig was iemand zo in de paniek te laten, verklaarde dat dit noodzakelijk was voor de therapie.164
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte vond dat verdachte fysiek geweld moest toepassen om iemand uit een psychose te helpen.165
15) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte altijd heeft gezegd dat die [naam 1] achter haar zou staan, maar dat dit achteraf helemaal niet waar blijkt te zijn.166
16) [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte zei dat het ego van mensen moest worden gebroken.167 Verdachte zou volgens de verklaring van [slachtoffer 1] hebben geroepen "Breken, je moet breken!"168
18) [slachtoffer 5] heeft verklaard dat verdachte het over onthechten had. Zo zou [slachtoffer 5] een paar jaar geleden van verdachte zes of zeven weken geen contact mogen hebben met haar dochter, [slachtoffer 1].169 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte heeft gezegd dat alle cliënten die aanwezig waren op zaterdag 23 juni 2012 moesten stoppen met werken en de studies.170
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat de cliënten van verdachte hun opleiding moesten opzeggen en ontslag moesten nemen op het werk, anders zou verdachte hen weten te vinden. Verdachte zou voorspeld hebben dat de cliënten gek zouden worden of dood zouden gaan.171
Verdachte noemde [slachtoffer 1] egoïstisch als zij iets voor zichzelf deed zoals sport.172 Van verdachte zouden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] geen alcohol mogen drinken en niet meer mogen sporten en zouden zij zich moeten onthechten van hun familie.173
[slachtoffer 1] verklaarde ook dat cliënten van verdachte van haar, verdachte, moesten onthechten van kou en honger.174 [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte een test afnam over de gehechtheid van haar cliënten aan geld.175
[slachtoffer 4] ten slotte heeft verklaard dat verdachte haar cliënten isoleerde van hun omgeving, door hen ervan te overtuigen dat zij zich moesten onthechten van hun familie.176
19) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte tegen haar zei dat het essentieel was dat [slachtoffer 1] op dat moment niet zou afhaken, hetgeen verdachte ook regelmatig herhaald zou hebben.177 [slachtoffer 1] verklaarde dat verdachte zei dat ze het zelf ook had gehad in de psychoanalyse.178 Verdachte zou tegen [slachtoffer 2] hebben gezegd "Als je stopt, moet je het over doen".179
20) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat tijdens de bezinningsweek in Borculo verdachte heeft gezegd dat haar cliënten geen eigen wil hebben.180
21)
a) Als cliënten vragen stelden, kregen zij volgens de verklaring van [slachtoffer 1] van verdachte een uitbrander dat zij het proces verstoorden.181
b) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte tegen [slachtoffer 1] zei "Als je dit niet doet, dan ga je naar de hel".182
c) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte zei dat wanneer haar cliënten zich niet zouden inzetten voor haar doelstellingen, haar cliënten kanker zouden krijgen.183 [slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte zei dat [slachtoffer 3] het aan haarzelf verplicht was mee te gaan op bezinningsreizen en dat het slecht met haar zou aflopen als zij niet mee zou gaan. [slachtoffer 3] zou een psychose of beroerte krijgen.184 [slachtoffer 2] verklaarde dat verdachte had gezegd dat als mensen afhaakten, zij een ernstige ziekte zouden krijgen.185 [slachtoffer 5] heeft verklaard bij verdachte te zijn gebleven, omdat als iemand afhaakte bij de stichting, verdachte altijd een voorspelling deed voor diegene, zoals het krijgen van borstkanker, knettergek worden
d) of verongelukken.186
e) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte voorspelde dat haar cliënten gek zouden worden of dood zouden gaan.187
f) [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte voor een heel groot schuldgevoel zorgde.188 Verdachte praatte volgens [slachtoffer 1] haar een soort schuldgevoel aan zodat [slachtoffer 1] bijna niet durfde te weigeren dingen te doen.189 Verdachte zou haar cliënten de schuld geven dat verdachte geen tijd had de rotzooi in haar huis op te ruimen.190
g) [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] hebben verklaard dat verdachte toen voor de deur ging liggen en net deed alsof ze een CVA danwel insult kreeg.191
h) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte zei dat ze zo een telefoontje kon plegen naar de school van [slachtoffer 1] en dat [slachtoffer 1] dan wel moest stoppen met school.192
i) Verdachte zou volgens de verklaring van [slachtoffer 2] hebben gezegd dat ze al haar cliënten aan kon klagen.193 [slachtoffer 2] verklaarde dat verdachte zei dat zij haar aanwezige cliënten zou aanklagen voor huisvredebreuk.194
j) [slachtoffer 2] en [naam 2] hebben verklaard dat verdachte zei dat als [voorletters] [slachtoffer 4] en [naam 2] niet achter haar stonden, zij dan het gesticht in zouden gaan.195 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdacht zei dat ze 112 zou bellen om de aanwezigen te laten opnemen.196
k) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte beweerde dat ze paranormale gaven had en dat ze die positief en negatief kon inzetten.197
l) [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] hebben verklaard dat verdachte tegen [slachtoffer 2] zei dat verdachte binnen één seconde respectievelijk met één gedachte zijn hart kon stil zetten.198 [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte zei dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet moesten bewegen, omdat "[naam 1]" hen dan een hartstilstand zou bezorgen, hetgeen verdachte al eens eerder had verteld.199
23) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte vaker vertelde dat ze heel veel tijd en energie in haar cliënten gestoken had door de jaren heen en dat dit verdachte veel had gekost.200 [naam 2] heeft verklaard dat verdachte hem begin juni 2012 had voorgerekend hoeveel tijd verdachte in hem en anderen had geïnvesteerd.201
Verdachte heeft gezegd dat ze zoveel uren aan haar cliënten had besteed dat deze haar maar eens moesten helpen.202
25) [slachtoffer 5] heeft verklaard dat verdachte haar stichting wilde en haar cliënten had opgeleid.203 [slachtoffer 1] verklaarde dat [slachtoffer 1] in de toekomst in het hospice van verdachte zou kunnen werken. Verdachte zou [slachtoffer 1] ook trainen om hetzelfde te gaan doen als zij, verdachte.204
26) [slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte zei dat de bezigheden van [slachtoffer 1] van ondergeschikt belang waren.205
27) Verdachte speelde tijdens bezinningsweken allerlei rollen: domineren, manipuleren, intimideren.206 [slachtoffer 1] heeft verklaard dat vrdachte altijd veel rollen speelde. Zo zou ze een vrouw kunnen spelen die je in de armen neemt en je geruststelt. Ze zou je bang kunnen maken, maar daarna ook weer kunnen geruststellen.207 Dat was verwarrend, volgens [slachtoffer 1].208
Sinds november209 2011 heeft verdachte [slachtoffer 1] extreem veel en stelselmatig210 gebeld.211 [slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte wel drie tot vier keer per dag contact met haar zocht soms zou verdachte haar zelfs 's nachts bellen.212
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte [slachtoffer 4] had wijsgemaakt dat één negatieve gedachte veel schade zou berokkenen aan de mensen om hem heen. [slachtoffer 4] verklaarde dat hij dacht dat verdachte de enige was die dit proces kon keren.213
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte haar pushte om mee te gaan naar de bezinningsweken, terwijl verdachte zou weten dat het er bij [slachtoffer 3] financieel niet rooskleurig voorstond.214
[slachtoffer 6] heeft verklaard eigenlijk niet mee op bezinningsreis naar Borculo te willen aangezien zij het financieel niet kon redden, maar verdachte zou haar hebben overgehaald mee te gaan omdat [slachtoffer 6] van haar agressie af zou moeten.215 [slachtoffer 6] verklaarde bij verdachte onder behandeling te zijn gebleven, omdat verdachte gezegd zou hebben dat [slachtoffer 6] van haar oorlogsverleden moest worden verlost.216
28) Verdachte heeft verklaard het zwaar te hebben onderschat dat haar cliënten zo'n afhankelijkheidspositie ten opzichte van haar innamen.217
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat het voor verdachte een proces was om mensen lang bij zich te houden en om mensen afhankelijk van haar te maken.218 [slachtoffer 1] verklaarde voorts dat verdachte manipulatief en zo'n meester-schaker zou zijn, dat [slachtoffer 1] geen weerstand heeft kunnen bieden en heeft ervaren geen schijn van kans te hebben.219
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat tijdens de reis naar Schin op Geul (18 tot en met 25 maart 2011)220 de cliënten van verdachte soms angstig raakten, zonder te begrijpen waarom dat was.221 [slachtoffer 2] heeft verklaard zich afhankelijk te hebben gevoeld van verdachte.222
[slachtoffer 4] durfde niet te stoppen. Voor zijn gevoel werd hij gedwongen om dat te doen.223
[slachtoffer 4] verklaarde dat hij een angstaanval kreeg en het gevoel kreeg dat door zijn vertrek hij een belangrijk proces aan het verstoren was. [slachtoffer 4] wilde ook het proces van [slachtoffer 1] niet verstoren, zo verklaarde hij.224 [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte angst inboezemde en met die angstgevoelens haar cliënten liet geloven dat verdachte de enige was die hen nog kon helpen.225 [slachtoffer 4] verklaarde dat tijdens de bezinningsreis in Veenmos een afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van verdachte is ontstaan.226 Met dit alles zou verdachte een vreselijke afhankelijkheidspositie hebben gecreëerd, waar [slachtoffer 4] niet meer uit durfde te stappen.227
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat de angst voor de paranormale krachten van verdachte zo groot was, dat [slachtoffer 5] niets durfde te doen.228 [slachtoffer 5] kon voor haar gevoel niet stoppen met de behandeling. Ze voelde zich gevangen, zo verklaarde zij.229
[slachtoffer 6] verklaarde volledig door verdachte in verwarring te worden gebracht.230 [slachtoffer 6] verklaarde ten slotte dat zij op geen enkele wijze weerstand kon bieden aan verdachte; verdachte kon alles met haar doen wat verdachte wilde.231
De rechtbank overweegt dat van 'geweld' als bedoeld in artikel 284 Wetboek van Strafrecht onder meer sprake is nu mensen werden overtuigd van de aanwezigheid van spirituele krachten en daarmee onder druk werden gezet, terwijl bovendien aan deze mensen werd toegevoegd dat zij psychiatrische stoornissen, ernstige ziektes, autisme, schizofrenie, (borst)kanker, psychoses of beroertes konden krijgen, knettergek konden worden of konden verongelukken. Onder dergelijk 'geweld' vallen ook de woorden van verdachte dat zij een 'bijna-dood-ervaring' kon opwekken en duivels kon uitdrijven.
'Feitelijkheden' als bedoeld in artikel 284 Wetboek van Strafrecht zijn alle handelingen die niet onder 'geweld' vallen, maar wel zodanig van aard zijn dat zij in de gegeven omstandigheden en in onderlinge samenhang bezien, leiden tot een zodanige psychische druk dat de cliënten van verdachte hieraan geen weerstand konden bieden. Als feitelijkheden in deze zin merkt de rechtbank onder meer aan het gegeven dat verdachte haar cliënten liet onthechten van geld, studie, werk, sport, partner of familie. Ook het uitdragen wat cliënten en hun familieleden in een vorig leven voor gruwelijkheden hadden verricht, het innemen van verschillende rollen alsmede het uitdragen dat deze cliënten geen eigen wil hadden, worden door de rechtbank beoordeeld als dergelijke 'feitelijkheden'.
De rechtbank is van oordeel dat bovenstaande dwangmiddelen adequaat zijn geweest om de cliënten van verdachte te dwingen het onder A tot en met D vervatte te doen, niet te doen of te dulden. De door de raadsman ter terechtzitting overlegde e-mailcorrespondentie, waaruit de afwezigheid van dwang zou blijken, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank - met name bezien in het licht van de afhankelijkheidspositie waarin de cliënten zich ten opzichte van verdachte bevonden - niet anders.
De rechtbank overweegt voorts dat het enkele bestaan van een afhankelijkheidsrelatie tussen de volgers van de methodiek "De Mens" enerzijds en de leider232 van deze methodiek anderzijds niet zonder meer leidt tot strafbare dwang in het geval de volgers zich weliswaar gedwongen hebben gevoeld iets te doen, dulden of niet te doen, maar aan dat gevoel wel weerstand hebben kunnen bieden. De rechtbank is van oordeel dat voornoemde cliënten van verdachte, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van het geweld en de feitelijkheden, die weerstand niet hebben kunnen bieden en er aldus sprake is geweest van dwang.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 primair, 3 subsidiair, en het onder 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
2. ([slachtoffer 1])
Zij, op 25 juni 2012, in Nijmegen, ter uitvoering van het door haar, verdachte voorgenomen misdrijf om, met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, [slachtoffer 1]
* met een voet in/tegen het gelaat heeft geduwd en met kracht met de vlakke hand en vuisten en een vijl tegen het gelaat heeft geslagen (waardoor zij, [slachtoffer 1], een gebroken neus opliep); en
* met de punt van een vijl tegen de oogbol heeft geduwd en het gezicht en het voorhoofd en de onderkaak en de tanden heeft geschuurd/geschaafd en geslagen; en
* met kracht een vijl dwars in de mond heeft gebracht en daarbij de vijl op en neer heeft bewogen; en
* terwijl zij, [slachtoffer 1], op haar rug lag en [naam 2] met zijn knieën op haar bovenarmen zat en haar polsen vasthield en [slachtoffer 4] op haar naar buiten toe geforceerde knieën zat gedurende een langere tijd, althans enige tijd) een handdoek in haar mond heeft geduwd (waardoor zij, [slachtoffer 1], geen lucht kreeg,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. ([slachtoffer 5])
Zij, op 22 juni 2012, in Nijmegen opzettelijk mishandelend, [slachtoffer 5],
* terwijl zij, [slachtoffer 5], op haar rug lag), met een voet (enige tijd op het strottenhoofd druk heeft uitgeoefend (waardoor [slachtoffer 5] te weinig lucht kreeg),
waardoor [slachtoffer 5] pijn heeft ondervonden;
4. (Eenvoudige mishandeling)
Zij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 13 maart 2010
tot en met 25 juni 2012, in Borculo en Nijmegen en Texel en La Pubela (Mallorca/Spanje)
, al dan niet met voorbedachten rade, opzettelijk
mishandeld, (onder meer),
* [slachtoffer 1] telkens met kracht aan de haren heeft getrokken en naar de grond heeft getrokken en gegooid en geslagen en geschopt, en/of met de hand op het gelaat en het hoofd en lichaam (romp) heeft geslagen, en met een voet in de borst en de buik en/of het achterwerk heeft geschopt; en/of
* [slachtoffer 2] telkens met kracht met de vlakke hand het hoofd naar achteren heeft geduwd, en met de voeten op het mannelijk geslachtsorgaan heeft geduwd en gestaan, en tegen beide slapen heeft geslagen; en/of
* [slachtoffer 3] met kracht met een vuist in het gelaat en de borst heeft gestompt en geslagen; en/of
* [slachtoffer 4] telkens met kracht met de handen het hoofd naar achteren heeft getrokken, en met de hand in het gelaat heeft geslagen, en met de voet in de buik heeft getrapt en op de buik (solar plexus) heeft gestaan, en met beide handpalmen tegen beide slapen heeft geslagen; en/of
* [slachtoffer 5] telkens met kracht aan de haren naar beneden en boven en achteren heeft getrokken, en op de grond heeft gegooid, en met de vlakke hand tegen het gelaat en het hoofd (oor) en de rug heeft geslagen; en/of
* [slachtoffer 6] telkens met kracht aan de haren naar beneden en achteren heeft getrokken, en naar de grond heeft getrokken en gegooid, en met de polsen en vlakke hand tegen het gelaat en het hoofd (oor) heeft geslagen, en met een voeten tegen de borst heeft getrapt, en aan een ketting heeft aangedraaid,
waardoor [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6], letsel hebben bekomen of pijn hebben ondervonden;
5. (Dwang)
Zij, op meer tijdstippen, in de periode van 13 maart 2010 tot en met 25 juni 2012, in Borculo en Nijmegen en Schin op Geul en Spijkenisse en/of Uddel en Malaga (Spanje) en La Pubela (Mallorca/Spanje), door geweld of enige andere feitelijkheid en door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en één of meer andere persoonen, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten - zakelijk weergegeven -
A. hetblijven volgen van behandeling(en) gebaseerd op de 'mens-methode' van haar, verdachte, en het doorlopen van alle fasen van de daarbij behorende 'basismethodiek'; en
B. het betalen van rekeningen en een verkeersboete en het kopen van een auto ([merk auto]) en andere goederen; en
C. het toebrengen van pijn en letsel bij anderen; en
D. het laten toebrengen van pijn en letsel door haar, verdachte,
immers heeft zij, verdachte, (telkens) - zakelijk weergegeven -
1) gezegd dat zij een trainer/coach was; en
2) gezegd dat zij kundig was op het gebied van het geestelijke en/of lichamelijke welzijn en de (lichaamsgerichte) psychoanalyse en bio-energetica ; en
gezegd dat zij paranormaal begaafd was, en voorspellende gaven had; en
3) gezegd dat zij wist dat de crisis zou doorzetten (waardoor geld niet meer waard zou zijn) en
4) gezegd dat zij kon zien wie/wat personen in een vorig leven waren geweest en hadden gedaan; en
5) gezegd dat zij kon zien dat meer van bovengenoemde personen en hun familieleden in een vorig leven gruwelijkheden hadden verricht en dat zij meer van bovengenoemde persoonen en hun familieleden daarvan moest zuiveren (karma); en
6) gezegd dat zij een 'bijna-dood-ervaring' kon opwekken; en
7) gezegd dat zij demonen en duivels kon uitdrijven; en
8) gezegd dat de gestelde reguliere diagnose onjuist was, althans door haar, verdachte, in twijfel werd getrokken, en meer van bovengenoemde personen een diagnose gesteld; en
9) uitgedragen dat zij één van bovengenoemde personen kon helpen; en
10) gezegd dat meer van bovengenoemde personen
a) angsten hadden; en
b) één stoornis hadden; en
c) (tijdens één of meerdere trainingssessies en bezinningsreizen) een hysterie en een psychose en een bewustzijnsvernauwing en een verstarring hadden; en
d) uit een psychose kon halen door pijn en letsel toe te passen; en
e) meerdere demonen en duivels,in zich hadden zitten; en
f) duivels uitdreef door pijn en letsel toe te passen; en
11) gezegd dat zij, verdachte, een eigen methode (de 'mens-methode') had ontwikkeld, en dat alle fasen van de 'basismethodiek' doorlopen moesten worden; en
12) gezegd dat haar, verdachtes, eigen methode (de 'mens-methode') onder meer gestoeld is op de (lichaamsgerichte) psychoanalyse en bio-energetica en het boeddhisme ; en
13) gezegd dat een ingezette behandeling of therapie (waaronder begrepen het toepassen van pijn en letsel bij meer van bovengenoemde personen noodzakelijk was, en in relatie stonden tot haar, verdachtes, methode ; en
14) gezegd dat zij in de leer was bij [naam 1] (een Tibetaanse monnik), en die [naam 1] had ingestemd met haar, verdachte; en
15) gezegd dat meer van bovengenoemde personen 'gebroken' moesten worden; en
16) gezegd dat meer van bovengenoemde personen (telkens) hun angsten onder ogen moesten zien; en
17) uitgedragen dat meer van bovengenoemde personen zich moesten onthechten van kou en honger en alcohol en geld en studie en werk en sport en partner en familie; en
18) gezegd dat meer van bovengenoemde personen wilden afhaken en op dat moment niet mochten afhaken en dat zij, verdachte, dit zelf ook had meegemaakt in de psychoanalyse; en
19) gezegd dat bovengenoemde personen geen eigen wil hadden; en
20) gezegd dat wanneer meer van bovengenoemde personen zouden stoppen met een behandeling van haar, verdachte,:
a) zij een belangrijk proces zouden verstoren; en
b) zij naar de hel zou gaan; en
c) zij één ziekte en stoornissen zouden krijgen; en
d) zij zouden verongelukken; en
e) zij dood zouden gaan; en
f) zij, verdachte, hen een schuldgevoel aanpraatte; en
g) zij, verdachte, een insult fakete; en
h) zij, verdachte, haar in een kwaad daglicht zou stellen bij haar school;
i) zij, verdachte, hen zou aanklagen; en
j) zij, verdachte, hen zou laten opnemen in een gesticht; en
k) zij, verdachte, haar paranormale gaven ten negatieve zou aanwenden; en
l) zij, verdachte, en [naam 1] hun hart zouden stilzetten; en
21) gezegd dat zij, verdachte, een stichting had opgericht die zich ten doel stelde hospices op te richten en gezinsvervangende tehuizen voor kinderen van 4 tot 12 jaar oud; en
22) gezegd dat zij, verdachte veel tijd en energie in meer van bovengenoemde personen had gestoken zonder tegenprestatie; en
23) gezegd dat zij vrijwilligers zocht voor haar stichting die in ruil voor de door haar, verdachtes, geboden hulp iets terug wilden doen voor de maatschappij; en
24) gezegd dat meer van bovengenoemde personen werden opgeleid tot trainers; en
25) gezegd dat de eigen bezigheden van één van bovengenoemde personen van ondergeschikt belang waren; en
26) tijdens de behandelingen verschillende rollen ingenomen, en ook buiten de behandelingen om veelvuldig contact gezocht meer van bovengenoemde person, en wanneer meer van bovengenoemde personen aangaven te willen stoppen met de behandelingen hen overgehaald om door te gaan, en
27) waardoor voor bovengenoemde personen - die in een afhankelijkheidsrelatie stonden tot haar, verdachte - een zodanig verwarrende en angstige situatie is ontstaan, dat zij daaraan geen weerstand konden bieden;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 tenlastegelegde, onafhankelijk van de vraag of het (gedeeltelijk) bewezen kan worden geacht, niet tot de kwalificatie van een strafbaar feit kan leiden. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Artikel 96, lid 1 en 2, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg luidt als volgt:
"1.Degene die, hetzij niet ingeschreven staande in een register, hetzij wel in een register ingeschreven staande doch bij het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg kennelijk tredende buiten de grenzen van hetgeen overeenkomstig hoofdstuk III tot zijn gebied van deskundigheid wordt gerekend, bij het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg buiten noodzaak schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaakt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
2.Indien de in het eerste lid bedoelde persoon weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat hij schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaakt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie."
Het onder 1 tenlastegelegde luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
"(...) terwijl zij, verdachte, bij het toepassen van bovengenoemde (be)handeling(en) en/of therapie(en) wist en/of ernstige reden had om te vermoeden dat zij schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander of anderen, te weten, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of één of meer andere perso(o)n(en), zou kunnen veroorzaken, immers heeft/is zij, verdachte - zakelijk weergegeven - (...)"
Het onderdeel van het onder 1 tenlastegelegde waarin staat "zou kunnen veroorzaken", kan niet worden gekwalificeerd tot het in artikel 96, lid 1 of lid 2, Wet op de individuele beroepen in de gezondheidszorg vereiste "veroorzaakt". De rechtbank is van oordeel dat het hier niet om een kennelijke taal- en/of schrijffout gaat, waarvan de rechtbank bevoegd zou zijn deze te verbeteren. De rechtbank acht een wezenlijk verschil aanwezig tussen enerzijds "verdachte die (de aanmerkelijke kans op) schade veroorzaakt" en anderzijds "verdachte die (de aanmerkelijke kans op) schade zou kunnen veroorzaken". Het is een wettelijk vereiste dat de bewezenverklaring voldoet aan een delictsomschrijving uit de wet. Nu kwalificatie van het onder 1 tenlastegelegde tot een strafbaar feit hoe dan ook niet mogelijk is, ontslaat de rechtbank verdachte ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van feit 2, primair
Poging zware mishandeling gepleegd met voorbedachte raad
Ten aanzien van feit 3, subsidiar:
mishandeling
Ten aanzien van feit 4:
mishandeling, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 5:
een ander door geweld/enige andere feitelijkheid/bedreiging met geweld/bedreiging met enige andere feitelijkheid/gericht tegen die ander/tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen/niet te doen/te dulden
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ten tijde van het onder 2 tenlastegelegde feit ontoerekeningsvatbaar was, maar dat verdachte ten tijde van het onder feit 3 tenlastegelegde feit, slechts verminderd toerekeningsvatbaar was.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ten tijde van het onder feit 2 en 3 tenlastegelegde ontoerekeningsvatbaar moet worden geacht.
De beoordeling van de rechtbank
Omtrent verdachte is een tripple-rapportage opgemaakt door J. Boenink, milieuonderzoeker, mw. drs. S. Labrijn, GZ-psycholoog en J.M.J.F. Offermans, psychiater, gedateerd 28 november 2012, waarin zij concluderen dat bij verdachte in de periode van 22/23 juni 2012 tot 25 juni 2012 sprake was van een ziekelijke stoornis, te weten een kortdurende reactieve psychose. Ten aanzien van het tenlastegelegde op 25 juni 2012 wordt geadviseerd betrokkene als volledig ontoerekeningsvatbaar te beschouwen. Ten aanzien van de periode tussen 22 juni 2012 tot aan 25 juni 2012 wordt geadviseerd betrokkene ten minste als enigszins verminderd en tot ontoerekeningsvatbaar te beschouwen. Daarbij wordt opgemerkt dat niet met zekerheid is vast te stellen in welke mate de zich ontwikkelende psychose betrokkene beïnvloedde.
Ter zitting heeft de psychiater J.M.J.F. Offermans toegelicht dat aan de psychose die op 25 juni 2012 aanwezig was, een periode van ongeveer twee weken vooraf ging, waarin verdachte op momenten mogelijk ook psychotisch is geweest en dus onvolledig toerekeningsvatbaar.
De rechtbank is van oordeel dat gelet hierop, in het voordeel van verdachte aangenomen moet worden dat zij ten tijde van het onder feit 2 en 3 tenlastegelegde feit volledig ontoerekeningsvatbaar was.
Dit geldt eveneens voor de feiten onder feit 4 en 5 voor zover deze feiten hebben plaatsgevonden in de periode van 22 juni 2012 tot en met 25 juni 2012 .
Dit betekent dat verdachte niet strafbaar is voor de feiten 2 en 3 en niet voor de feiten 4 en 5, voor zover deze feiten hebben plaatsgevonden in de periode van 22 juni 2012 tot en met 25 juni 2012. De rechtbank zal verdachte ten aanzien van deze feiten ontslaan van alle rechtsvervolging.
Voor het overige is verdachte strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1, 3 primair, en 4 en 5 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden op te leggen reclasseringstoezicht, een meldingsgebod, een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] en een verbod op het verrichten van handelingen in de individuele gezondheidszorg voor de duur van vijf jaren en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen gelden, - te weten de € 3066,22 die in de woning in Nijmegen in beslag is genomen en de € 10.467,00 (verminderd met € 300,00 voor [naam 7] de masseur) die in beslag is genomen in de woning in Spijkenisse - verbeurd worden verklaard en dat de inbeslaggenomen goederen - te weten de handdoek, spiegel, vijl en theedoek - worden onttrokken aan het verkeer en dat het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag van € 300,00 zal worden teruggegeven aan de rechthebbende, [naam 7].
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft primair vrijspraak bepleit, zoals hiervoor onder 3 verwoord. De raadsman van verdachte stelt zich op het standpunt dat de tijd die verdachte inmiddels heeft vastgezeten lang genoeg is. Verdachte is bereid om mee te werken aan een behandeling en zij wordt gesteund en bijgestaan door haar echtgenoot.
Voorts heeft verdachte geen bezwaar tegen een contactverbod. De raadsman van verdachte heeft de rechtbank er ten slotte op gewezen dat de tijd in detentie verdachte enorm zwaar valt.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
* het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 12 november 2012; en
* een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 28 juni 2012, betreffende verdachte;
* een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 27 juli 2012, betreffende verdachte;
* voormelde tripple-rapportage, gedateerd 28 november 2012, betreffende verdachte en de toelichting daarop door de psycholoog en de psychiater ter terechtzitting van 5 december; en
* een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 4 december 2012, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft gedurende een geruime periode als coach/trainer opgetreden, terwijl zij hiervoor geen vooropleiding had genoten. In die hoedanigheid heeft verdachte haar 'cliënten' mishandeld, hen gedwongen de behandelingen gebaseerd op verdachtes 'mens-methode' te blijven volgen, hen gedwongen elkaar te slaan, hen gedwongen haar verkeersboetes te betalen en hen gedwongen een nieuwe auto voor haar aan te schaffen.
De feiten die van belang zijn voor de strafmaat betreffen de mishandelingen in de periode vanaf 13 maart 2010 tot 22 juni 2012 en de dwang die verdachte eveneens in de periode van 13 maart 2010 tot 22 juni 2012 heeft uitgeoefend op haar cliënten om elkaar te mishandelen en een deel van verdachtes boetes en andere rekeningen te betalen.
De rechtbank acht verdachte, conform de conclusie van de psycholoog en de psychiater, enigszins verminderd toerekeningsvatbaar voor deze feiten.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van ernstige feiten. Verdachte heeft het vertrouwen dat haar cliënten in haar stelden op een grove wijze geschaad. Daarnaast volgt uit de verklaringen van de slachtoffers dat zij zich gekwetst voelen en in hun waardigheid aangetast. Door hun ervaringen met verdachte is hun vertrouwen in de medemens aangetast.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeelt dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. Nu de rechtbank verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging voor de feiten 1, 2, 3 en voor de feiten 4 en 5 voor zover gepleegd in de periode van 22 juni tot en met 25 juni 2012, komt zij tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
De rechtbank ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden zoals verwoord in voormelde gedragsdeskundige rapportages en reclasseringsrapportages, evenals de officier van justitie aanleiding om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen en daaraan de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich gedurende proeftijd zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dat mocht inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij De Waag. Daarnaast zal de rechtbank als bijzondere voorwaarde opleggen dat verdachte zich zal onthouden van iedere vorm van (direct en indirect) contact met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] en dat verdachte zich zal onthouden van het verrichten van 'handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg'.
Beslag
Ten aanzien van de inbeslaggenomen geldbedragen is de rechtbank van oordeel dat deze moeten worden teruggegeven aan verdachte nu niet is komen vast te staan dat deze geldbedragen in verband staan met de tenlastegelegde feiten.
Ten aanzien van de handdoek, de spiegel de vijl en de theedoek, is de rechtbank van oordeel dat dit voorwerpen betreffen, die toebehoren aan verdachte en voorts dat dit voorwerpen betreffen met behulp waarvan het de feiten zijn gepleegd of voorbereid. De rechtbank zal, voor zover daartoe nog enige beslissing van haar noodzakelijk is, deze voorwerpen daarom verbeurd verklaren.
6a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 4], [slachtoffer 6] en [slachtoffer 3] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding terzake de onder feit 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten. Gevorderd worden respectievelijk de bedragen € 11.279,74, € 500,00, € 1.261,72 en € 5.023,07.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 4], [slachtoffer 6] en [slachtoffer 3] tot respectievelijk de bedragen € 2.460,48, € 1.000,00, € 1.000,00 en € 500,00. Daarbij heeft hij tevens oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht gevorderd. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering [slachtoffer 1] heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte haar al een bedrag aan schadevergoeding heeft betaald. Ten aanzien van hetgeen nu nog wordt gevorderd heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat deze vordering te ingewikkeld is om op een strafzitting af te doen en dat nader onderzoek hiernaar een onevenredige belasting van het strafproces met zich brengt. De raadsman heeft daarom gevraagd de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat geen maatregel kan worden opgelegd, waar het feiten betreft waarvoor verdachte ontoerekeningsvatbaar is verklaard.
Ten aanzien van de vorderingen [slachtoffer 4], [slachtoffer 6] en [slachtoffer 3] heeft de verdediging zich primair op het standpunt gesteld dat deze vorderingen dienen te worden afgewezen, nu verdachte aan hen geen schade heeft toegebracht. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat het bepalen van de schade in deze zaken te ingewikkeld is om af te doen in een strafproces en dat nader onderzoek hiernaar een onevenredige belasting van het strafproces met zich brengt.
Ten aanzien van de conclusie van de officier van justitie dat ten aanzien van de benadeelde partijen een bedrag van €1.000,00 kan worden toegewezen, heeft de raadsman aangevoerd dat daar waar minder is verzocht, niet het meerdere kan worden toegewezen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 4 en 5, voor zover het handelingen betreft die hebben plaatsgevonden op 22, 23, 24, of 25 juni 2012 de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering.
Artikel 361, tweede lid onder a, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt immers dat de benadeelde partij slechts ontvankelijk zal zijn in haar vordering indien aan de verdachte enige straf of maatregel wordt opgelegd, dan wel in geval van toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Nu verdachte ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 4 en 5, voor zover het handelingen betreft die hebben plaatsgevonden op 22, 23, 24, of 25 juni 2012, wordt ontslagen van alle rechtsvervolging en haar ten aanzien van die feiten in die periode ook geen straf of maatregel wordt opgelegd, is de rechtbank van oordeel dat om deze reden de benadeelde partijen in zoverre niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering.
Ten aanzien van de feiten 4 en 5, voor zover het handelingen betreft die hebben plaatsgevonden vóór 22 juni 2012, acht de rechtbank de benadeelde partijen in beginsel wel ontvankelijk in hun vordering.
De rechtbank overweegt ten aanzien hiervan voorts het volgende.
Immateriële schade
Aan de benadeelde partijen is door het onder 4 bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op na te melden bedrag.
De rechtbank acht gelet hierop een bedrag van €300,00 per benadeelde aan immateriële schade toewijsbaar. De rechtbank acht de vorderingen voorzover zij meer dan €300,00 aan immateriële schade bedragen, te ingewikkeld om in de huidige strafzaak af te doen, in die zin dat een nader onderzoek hiernaar een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van dat gedeelte dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
Materiële schade
Reiskosten.
Door [slachtoffer 1], R. [slachtoffer 6] en [slachtoffer 3] zijn de reiskosten die zij hebben moeten maken in het kader van de strafzaak gevorderd als schade.
De rechtbank acht die schade - nu het onder feit 4 en 5 tenlastegelegde bewezen is verklaard en de vorderingen voldoende zijn onderbouwd - toewijsbaar.
Deze schade zal dan ook worden toegewezen.
Kosten bezinningsreis, kosten behandeling psycholoog, kosten training onderzoek, donaties, studievertraging etc.
Ten aanzien van de overige materiële kosten, is de rechtbank van oordeel dat voor de vraag óf en zo ja in hoeverre er sprake is van schade en óf en zo ja in hoeverre deze schade in verband gebracht kan worden met de onder 4 en 5 bewezenverklaarde feiten te weinig ruimte is in het strafproces, in die zin dat een nader onderzoek hiernaar een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank zal de vordering ten aanzien van dat gedeelte dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 33, 33a, 36f, 45, 57, 284, 300, 302 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder feit 3 primair tenlastegelegde.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 tenlastegelegde feit niet strafbaar.
Ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ten aanzien van feit 1.
Verstaat dat het onder feit 2 primair, feit 3 subsidiair, feit 4 en feit 5 bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte niet strafbaar voor de onder 2 primair, 3 subsidiair, 4 en 5 bewezenverklaarde feiten voor zover betreffende de periode van 22 juni 2012 tot en met 25 juni 2012.
Ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ten aanzien van feit 2 primair, feit 3 subsidiair, feit 4 en feit 5 voor zover betreffende de periode van 22 juni 2012 tot en met 25 juni 2012.
Verklaart verdachte voor de onder 4 en 5, voor zover betreffende de periode 13 maart 2010 tot 22 juni 2012, bewezenverklaarde feiten strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens de onder 4 en 5, voor zover betreffende de periode 13 maart 2010 tot 22 juni 2012, bewezenverklaarde feiten tot
een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 5 (vijf) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd van 2 jaar op dag(en)- en tijdstip(pen) bij Reclassering Nederland te Rotterdam zal melden, zolang en zo frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht;
5. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van De Waag of een soortgelijke instelling op de tijden en plaats als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor haar persoonlijkheidsproblemen;
6. dat veroordeelde gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
a. [slachtoffer 1]; en
b. [slachtoffer 4],
7. dat veroordeelde zich zal onthouden van het van het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
* De handdoek (goednummer PL081Z-2012062468-243747);
* De spiegel (goednummer: A-6-11);
* De ijzervijl zonder handvat ibn nr. a-6-10, (goednummer PL081B-2012062468-244681);
* De theedoek, wit/zwart geblokt ibnnr. A-11-1 (goednummer PL081R-2012062468-244681).
Beveelt de teruggave aan veroordeelde van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de hieronder genoemde geldbedragen:
- € 300,00 ibn nr A-6-4;
- € 1.350,00 ibn nr A-6-5;
- € 1.416,20 ibn nr A-6-7 ;
- € 9.067,00 ibn nr B-4-3;
- € 1.380,00 ibn nr B-4-4;
- € 20,00 ibn nr B-4-5.
- -------------
totaal €13.533,20
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 4], te betalen € 300,00 (driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], te betalen € 300,00 (driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 6 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 1], te betalen € 433,20 (vierhonderd drieëndertig euro en twintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], te betalen € 433,20 (vierhonderd drieëndertig euro en twintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 8 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 6], te betalen € 371,12 (driehonderd eenenzeventig euro en twaalf eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6] te betalen € 371,12 (driehonderd eenenzeventig euro en twaalf eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 7 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 3], te betalen € 437,20 (vierhonderd zevenendertig euro en twintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6], te betalen € 437,20 (vierhonderd zevenendertig euro en twintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 8 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. I.P.H.M. Severeijns (voorzitter), mr. M.F. Gielissen en mr. H.G. Eskes , rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. Y. Rikken en M.M. Klaasen, griffiers
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 december 2012.
233
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Zuid, district Stad Nijmegen, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2012 078502, gesloten op 7 september 2012 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 Proces-verbaal van bevindingen, p. 109.
3 Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 december 2012.
4 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 360.
5 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 29.
6 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 370.
7 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 353.
8 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 364.
9 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2].
10 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 30.
11 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 31; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 360.
12 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2], p. 293; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 360 en p. 372.
13 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2], p. 293.
14 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 32.
15 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 34.
16 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 35; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 364.
17 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 35.
18 Schriftelijk bescheid, te weten geneeskundige verklaring d.d. 25 juni 2012 met betrekking tot [slachtoffer 1], p. 60.
19 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
20 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 48.
21 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 45.
22 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 95; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 406.
23 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 96.
24 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p.95.
25 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5], p. 103.
26 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 404.
27 Verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 december 2012.
28 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
29 Proces-verbaal van verhoof aangeefster [slachtoffer 1], p. 53.
30 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 44.
31 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 85.
32 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 44.
33 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 53.
34 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 44.
35 Verklaring van [slachtoffer 2] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
36 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 72.
37 Verklaring van [slachtoffer 2] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
38 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 72.
39 Verklaring van [slachtoffer 2] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
40 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 395.
41 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 396.
42 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
43 Verklaring van [slachtoffer 2] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
44 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 79.
45 Verklaring van [slachtoffer 3] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 29 november 2012.
46 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 79.
47 Verklaring van [slachtoffer 3] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 29 november 2012.
48 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
49 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 87.
50 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 80.
51 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
52 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5]. P. 95.
53 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 85.
54 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 96.
55 Proces-verbaal van bevindingen, p. 253.
56 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
57 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 52.
58 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 53.
59 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 27.
60 Proces-verbaal van bevindingen, p. 253.
61 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 70.
62 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
63 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 93.
64 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 94.
65 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5], p. 101.
66 Verklaring van [slachtoffer 6] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
67 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
68 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
69 Verklaring van [slachtoffer 6] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
70 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 401.
71 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 106.
72 Proces-verbaal van bevindingen, p. 253.
73 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 40.
74 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 412.
75 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
76 Verklaring van [slachtoffer 4] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
77 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 95; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 415; proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 25.
78 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 96; proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2], p. 292.
79 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2], p. 292.
80 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 350.
81 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 357.
82 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 425.
83 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 386.
84 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 24.
85 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 40.
86 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 104.
87 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 52.
88 Proces-verbaal van bevindingen, p. 253.
89 Verklaring [slachtoffer 2] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
90 Schriftelijk bescheid, te weten schermprint website [naam 5], p. 455.
91 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 24.
92 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 385.
93 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5], p. 99.
94 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 52.
95 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 40.
96 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 351.
97 Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 5 december 2012.
98 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 24.
99 Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 350.
100 Proces-verbaal verhoor getuige [naam 2], p. 290.
101 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 24.
102 Verklaring van [slachtoffer 4] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
103 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 90.
104 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 80.
105 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
106 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
107 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5], p. 100.
108 Verklaring van [slachtoffer 5] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 13 november 2012.
109 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 33.
110 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 30.
111 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 85.
112 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 95.
113 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
114 Verklaring van [slachtoffer 4] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
115 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 27.
116 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 23; proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 79
117 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 24.
118 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 24.
119 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 43.
120 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 23.
121 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 25.
122 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
123 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 94.
124 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 30.
125 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 30.
126 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 72.
127 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
128 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 48.
129 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
130 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 49.
131 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 93.
132 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
133 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 88.
134 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 70.
135 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 83.
136 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
137 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
138 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 84.
139 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 48.
140 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 104-105.
141 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 25.
142 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 27.
143 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
144 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
145 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
146 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 84.
147 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
148 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5], p. 101.
149 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
150 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 49.
151 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 363.
152 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 426.
153 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
154 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5], p. 99.
155 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
156 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 93.
157 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
158 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
159 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 88.
160 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 85.
161 Verklaring [slachtoffer 4] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
162 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 86.
163 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 106.
164 Proces-verbaal verhoor getuige [naam 2], p. 291.
165 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
166 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 87.
167 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 71.
168 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 34.
169 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 94.
170 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 26.
171 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 27.
172 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 38.
173 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 42.
174 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 43.
175 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
176 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 84.
177 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 48.
178 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 41.
179 Verklaring van [slachtoffer 2] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
180 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 85.
181 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 28.
182 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 88.
183 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 85.
184 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 78.
185 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 71.
186 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 95.
187 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 27.
188 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 84.
189 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 54.
190 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 26.
191 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 25; proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 86.
192 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 26.
193 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 72.
194 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 72.
195 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 74; proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2], p. 293.
196 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 25.
197 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 43.
198 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 28; proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 88.
199 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 73.
200 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 25.
201 Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2], p. 292.
202 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 411.
203 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 5], p. 103.
204 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 43.
205 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 39.
206 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 387.
207 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 26.
208 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 43.
209 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 48.
210 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 39.
211 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 38; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 417.
212 Verklaring [slachtoffer 3] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 29 november 2012.
213 Verklaring van [slachtoffer 4] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
214 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], p. 80.
215 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
216 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
217 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 407.
218 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 48.
219 Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1], p. 38.
220 Proces-verbaal van bevindingen, p. 254.
221 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 70.
222 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 71.
223 Verklaring van [slachtoffer 4] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
224 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 87.
225 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 90.
226 Verklaring van [slachtoffer 4] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 26 oktober 2012.
227 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], p. 84.
228 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5], p. 94.
229 Verklaring van [slachtoffer 5] afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 13 november 2012.
230 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 105.
231 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6], p. 104.
232 Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 5 december 2012.